Regeling vervallen per 01-01-2017

Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels betreffende verstrekken van een tegemoetkoming aan grondgebruikers in door beschermde inheemse diersoorten aangerichte schade aan landbouwgewassen Compensatieregeling ganzenrust- en foerageergebieden Noord-Brabant

Geldend van 20-10-2016 t/m 31-12-2016 met terugwerkende kracht vanaf 01-10-2016

Intitulé

Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels betreffende verstrekken van een tegemoetkoming aan grondgebruikers in door beschermde inheemse diersoorten aangerichte schade aan landbouwgewassen Compensatieregeling ganzenrust- en foerageergebieden Noord-Brabant

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 12 juli 2016 de beleidsnotitie ‘Hoofdlijnen nieuw ganzenbeleid Noord-Brabant’ hebben vastgesteld;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten op basis daarvan tevens de Regeling aanwijzing rust- en foerageergebieden ganzen en smienten Noord-Brabant hebben vastgesteld;

 

Overwegende dat het in de bij die regeling aangewezen gebieden, op grond van de Verordening vrijstellingen ex artikel 65 van de Flora-en Faunawet, in een bepaalde periode niet is toegestaan ganzen en smienten opzettelijk te verontrusten;

 

Overwegende dat de unit Faunafonds van BIJ12 aan grondgebruikers een tegemoetkoming verstrekt in door beschermde inheemse diersoorten aangerichte schade aan landbouwgewassen;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten van oordeel zijn dat grondgebruikers van wie gronden in het rust- en foerageergebied zijn gelegen, in vergelijking met andere grondgebruikers, een groter risico lopen om met wildschade geconfronteerd te worden;

 

Overwegende dat het landbouwbelang in de rust- en foerageergebieden ondergeschikt is gemaakt aan het natuurbelang;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten het daarom redelijk en billijk achten aan grondgebruikers, van wie percelen als rust- en foerageergebied zijn aangewezen en waarbij door de unit Faunafonds van BIJ12 wildschade is vastgesteld, een aanvullende vergoeding te verstrekken en daarvoor een compensatieregeling wensen vast te stellen.

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

ln deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    de-minimissteun: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector (Pb L 352 van 24 december 2013, blz. 1)

  • b.

    Faunafonds: de unit Faunafonds van BIJ12 die zich bezighoudt met wettelijke taken op het gebied van faunaschade aan landbouwgewassen door beschermde inheemse diersoorten;

  • c.

    ganzenrust- en foerageergebieden: gebieden aangewezen in de Regeling aanwijzing rust- en foerageergebieden voor ganzen en smienten Noord-Brabant;

  • d.

    gewasperceel: stuk landbouwgrond dat in gebruik is bij een grondgebruiker, een gebruikstitel heeft en wordt beteeld met een gewas;

  • e.

    grondgebruiker: degene die gerechtigd is de grond te gebruiken, hetzij als eigenaar, hetzij krachtens een beperkt recht, hetzij krachtens een pachtovereenkomst;

  • f.

    onderneming: onderneming als gedefinieerd in artikel 2 van de verordening (EU) Nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013;

Artikel 2 Doel

Deze regeling heeft tot doel een vergoeding te verlenen aan grondgebruikers van wie percelen landbouwgrond zijn aangewezen als ganzenrust- en foerageergebied, gedurende de periode waarvoor deze aanwijzing geldt.

Artikel 3 Periode

Een vergoeding kan worden verleend over de periode 1 oktober tot 1 april.

Artikel 4 Verleningsvereisten

  • 1 De vergoeding hoeft niet te worden aangevraagd maar wordt automatisch door het Faunafonds verleend indien aan de toetsingscriteria wordt voldaan.

  • 2 Het Faunafonds is bevoegd nadere gegevens te vragen die naar haar oordeel nodig zijn voor het vaststellen van de hoogte van de vergoeding of om te beoordelen of wordt voldaan aan de eisen van staatssteun, als bedoeld in artikel 107 van het Werkingsverdrag.

Artikel 5 Toetsingscriteria

Om voor een vergoeding in aanmerking te komen, wordt getoetst aan de volgende vereisten:

  • a.

    op gewaspercelen binnen de aangewezen ganzenrust- en foerageergebieden is door het Faunafonds, gerekend over de periode dat de gebieden operationeel zijn, door beschermde inheemse ganzen en smienten veroorzaakte schade getaxeerd;

  • b.

    de gewaspercelen voldoen aan de in de beleidsregels van het Faunafonds gestelde normen om voor vergoeding in aanmerking te komen.

Artikel 6 Hoogte vergoeding

  • 1 De hoogte van de vergoeding bedraagt€ 50,00 per hectare voor de als ganzenrust- en foerageergebied begrensde percelen die aan de toetsingscriteria voldoen.

  • 2 De vergoeding wordt verleend in de vorm van de-minimissteun en bedraagt, tezamen met eventueel andere verleende de-minimissteun, maximaal € 15.000,00 over een periode van drie belastingjaren per zelfstandige onderneming.

Artikel 7 Verplichtingen van de grondgebruiker

  • 1 De grondgebruiker is verplicht zich te houden aan de regels welke binnen de ganzenrust- en foerageergebieden van toepassing zijn.

  • 2 De grondgebruiker is verplicht het Faunafonds nadere gegevens te verstrekken die naar haar oordeel nodig zijn voor de beoordeling van de vergoeding of om te beoordelen of wordt voldaan aan de eisen van staatssteun, als bedoeld in artikel 107 van het Werkingsverdrag.

  • 3 De grondgebruiker vult een de-minimisverklaring in om te bepalen of de vergoeding met toepassing van de de-minimisverordening kan worden verstrekt.

Artikel 8 Betaling

Betaling vindt plaats nadat door het Faunafonds is vastgesteld dat aan de toetsingscriteria is voldaan en de grondgebruiker voor een vergoeding in aanmerking komt. Er wordt geen voorschot verleend.

Artikel 9 Staatssteun

  • 1 De vergoeding met toepassing van de de-minimissteun mag nooit hoger zijn dan € 15.000 over een periode van drie belastingjaren per zelfstandige onderneming en dient ook anderszins te voldoen aan de voorwaarden voor de-minimissteun.

  • 2 De de-minimissteun, bedoeld in het eerste lid, betreft het bruto subsidie-equivalent zoals omschreven in de de-minimisverordening.

Artikel 10 lnwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zíj wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 oktober 2016.

Artikel 11 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Compensatieregeling ganzenrust- en foerageergebieden Noord-Brabant.

Ondertekening

’s-Hertogenbosch, 18 oktober 2016
Gedeputeerde Staten voornoemd,
 
de voorzitter prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de secretaris ir. A.M. Burger
 

Toelichting behorende bij de Compensatieregeling ganzenrust- en foerageergebieden Noord-Brabant.

Algemeen Deze regeling wordt vastgesteld in het kader van de door Gedeputeerde Staten op 19 oktober 2010 vastgestelde Beleidsnota Flora- en faunawet ‘Gewogen belangen’ en de op 12 juli 2016 vastgestelde ‘Hoofdlijnen nieuw ganzenbeleid Noord-Brabant’. Op grond van het hierin vastgelegde ganzenbeleid zijn door Gedeputeerde Staten op 12 juli 2016 ganzenrust- en foerageergebieden aangewezen. Omdat voor deze gebieden, gelet op de doelstelling hiervan, de provinciale vrijstelling van artikel 10 van de Flora- en faunawet voor het verstoren van beschermde ganzensoorten niet geldt, en er in beginsel ook geen ontheffing zal worden verleend van dit verbod, achten Gedeputeerde Staten het redelijk dat de betreffende grondgebruikers hiervoor een vergoeding krijgen. Het betreft een vorm van onverplichte compensatie. Aangezien er verder geen activiteiten van de grondgebruiker noodzakelijk zijn voor de verstrekking (in deze gebieden geldt onverkort het verbod tot verstoring uit artikel 10 van de Flora- en faunawet) is er geen sprake van een subsidie in de zin van artikel 4:21, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant.

Artikelsgewijs

Artikel 4 Om voor een vergoeding op basis van deze regeling in aanmerking te komen dient de betreffende grondgebruiker eerst de schade digitaal bij het Faunafonds te melden via het daarvoor bestemde elektronische systeem. Na taxatie zal, indien aan alle overige vereisten is voldaan, de vergoeding verleend worden.

Artikel 5 Om voor een vergoeding in aanmerking te komen, moet worden voldaan aan de vereisten zoals vermeld onder artikel 5 Toetsingscriteria. Deze vereisten kunnen slechts door het Faunafonds worden vastgesteld. Daarnaast zijn alle gegevens van de grondgebruiker aanwezig bij het Faunafonds en tevens vindt betaling van tegemoetkomingen in aangerichte ganzenschade plaats door het Faunafonds. Uitvoering van de regeling door het Faunafonds voorkomt dan ook extra (admínistratieve) lasten en bureaucratie voor zowel de Provincie als de grondgebruikers.

Artikel 6, onder b Het bedrag van € 15.000,- komt overeen met het drempelbedrag dat de Europese Commissie heeft vastgesteld ten aanzien van de-minimissteun. Dit bedrag geldt per onderneming over een periode van drie belastingjaren. Steun onder deze drempel behoeft niet te worden aangemeld. Het kan echter in de praktijk voorkomen dat een door ons begunstigde onderneming in de afgelopen drie jaar al eens subsidie of ander voordeel heeft ontvangen binnen het kader van verlening van staatsteun aan ondernemingen die actief zijn in de primaire productie van landbouwproducten. Dit moet blijken uit de Verklaring de-minimissteun. Indien de te verlenen vergoeding tezamen met die reeds ontvangen steun het bedrag van € 15.000,- overschrijdt, zal in dat specifieke geval de onderhavige verleende vergoeding slechts worden uitgekeerd tot een bedrag dat niet tot overschrijding van het plafond van € 15.000,- leidt.