Regeling vervallen per 02-04-2019

Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent subsidies (Subsidieregeling vouchers vrijkomende agrarische bedrijfslocaties Noord-Brabant)

Geldend van 13-10-2018 t/m 01-04-2019

Intitulé

Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent subsidies (Subsidieregeling vouchers vrijkomende agrarische bedrijfslocaties Noord-Brabant)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

Overwegende dat door herbestemming van vrijkomende agrarische bedrijfslocaties kansen worden geboden voor de realisering van het landelijk gebied;

Overwegende dat het Uitvoeringsprogramma Ondersteunende Maatregelen Transitie Veehouderij, veehouders ondersteunt in het maken van de juiste keuze om hun bedrijf te beëindigen, via een voucherprogramma.

Overwegende dat veehouderijen, met uitzondering van nertsenhouderijen, die voornemens zijn hun bedrijfsactiviteiten te beëindigen, via een vouchersysteem adviezen kunnen inkopen over de herbestemming van de bij de bedrijfsbeëindiging vrijkomende agrarische bedrijfslocatie;

Overwegende dat daar waar sprake is van staatssteun, in het kader van rechtvaardiging van staatssteun als staatssteunmaatregel van toepassing is Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de de-minimissteun in de landbouwsector.

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    BrabantAdvies: adviesorganisatie waarin vier Brabantse adviesraden zijn verenigd, Provinciale Raad Gezondheid, Provinciale Raad voor de Leefomgeving, Sociaal-Economische Raad Brabant en Young Professionals Brabant en die gevraagd en ongevraagd adviseren over belangrijke thema’s die in Brabant spelen;

  • b.

    Brabants Kennisplatform VABIMPULS: platform gelieerd aan BrabantAdvies waaraan deskundigen op het gebied van ruimtelijke vraagstukken zich kunnen verbinden;

  • c.

    herbestemming: geven van een nieuwe functie aan een bestaande agrarische bedrijfslocatie of sloop van een bestaande agrarische bedrijfslocatie;

  • d.

    omschakeling: het stoppen met het intensief houden van varkens, kippen, geiten en rundvee door een veehouder en overstappen naar een vorm van duurzame landbouw.

  • e.

    veehouderij: veehouderij als bedoeld in artikel 1.91 van de Verordening Ruimte Noord-Brabant van 17 december 2010, Provinciaal Blad van 18 februari 2011, nummer 46, laatst gewijzigd per 23 januari 2018, Provinciaal Blad van 26 januari 2018, nummer 698.

Artikel 2 Doelgroep

Een subsidie in de vorm van een voucher kan worden aangevraagd door veehouderijen, met uitzondering van nertsenhouderijen, die voornemens zijn hun bedrijfsactiviteiten te beëindigen of om te schakelen.

Artikel 3 Subsidievorm

  • 1. Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze regeling projectsubsidies in de vorm van vouchers.

  • 2. Subsidies als bedoeld in het eerste lid worden verstrekt in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

Een subsidie kan worden verstrekt voor projecten, gericht op het inwinnen van advies over de herbestemming van vrijkomende agrarische bedrijfslocaties bij een voorgenomen bedrijfsbeëindiging of omschakeling als bedoeld in artikel 2.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Een subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    voor dit project op grond van deze regeling reeds subsidie is verstrekt;

  • b.

    er meerdere aanvragen per vrijkomende agrarische bedrijfslocatie worden ingediend;

  • c.

    aanvrager voornemens is de intensieve veehouderij geheel of gedeeltelijk voort te zetten;

  • d.

    de veehouderij reeds geheel is beëindigd.

Artikel 6 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    het project is gericht op het inwinnen van advies over de herbestemming van een vrijkomende agrarische bedrijfslocatie in Noord-Brabant;

  • b.

    op de vrijkomende agrarische bedrijfslocatie bestaat het voornemen de veehouderij volledig te beëindigen of om te schakelen

  • c.

    het project beoogt twee fases te doorlopen:

    • 1°.

      Fase 1: een of meerdere oriëntatiegesprekken, waarin de voorgenomen keuze voor beëindiging of omschakeling van de bedrijfsactiviteiten wordt besproken en de mogelijkheden en onmogelijkheden van herbestemming van de vrijkomende agrarische bedrijfslocatie worden verkend, resulterend in een haalbaarheidsanalyse;

    • 2°.

      Fase 2: de begeleiding van de uitwerking van een plan dat als basis kan dienen voor een traject tot herbestemming

  • d.

    de aanvrager heeft geen woningbouwafspraken over de vrijkomende agrarische bedrijfslocatie gemaakt met de provincie of de gemeente waarin de locatie is gelegen;

  • e.

    de aanvrager heeft geen sloopafspraken over de vrijkomende agrarische bedrijfslocatie gemaakt met de provincie of de gemeente waarin de locatie is gelegen.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen voor subsidie als bedoeld in artikel 4 in aanmerking, de kosten voor begeleiding door deskundigen die zijn aangesloten bij VABIMPULS, tot een maximum van € 93 per uur.

Artikel 8 Niet-Subsidiabele kosten

De volgende kosten zijn niet-subsidiabel:

Onverminderd artikel 11 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    De door de deskundigen gemaakte reiskosten en reisuren;

  • b.

    Kosten die verband houden met een bestemmingsplanprocedure;

  • c.

    Kosten die verband houden met een vergunningsprocedure;

  • d.

    Legeskosten.

Artikel 9 Vereisten subsidieaanvraag

Subsidieaanvragen worden ingediend binnen de periode van 1 november 2018, vanaf 09.00 uur tot en met 1 april 2019, 17.00 uur.

Artikel 10 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 4, voor de periode, genoemd in artikel 9, vast op € 500.000.

Artikel 11 Subsidiehoogte

  • 1. De hoogte van de subsidie voor de kosten voor begeleiding en advies als bedoeld in artikel 7, bedraagt tot een maximum van € 4.000, de som van:

    • a.

      100% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 2.605, voor de begeleiding van een oriëntatiegesprek, resulterend in een haalbaarheidsanalyse als bedoeld in artikel 6, onder c, onderdeel 1º;

    • b.

      37,5% van de subsidiabele kosten tot een maximum € 1.395, voor de begeleiding van de uitwerking van een plan als bedoeld in artikel 6, onder c, onderdeel 2º;

  • 2. Onverminderd het eerste lid wordt, indien sprake is van staatssteun, maximaal slechts een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt dat voor het totale bedrag aan subsidies over een periode van drie belastingjaren het maximumbedrag aan de-minimissteun van € 15.000 voor ondernemingen in de landbouwsector niet wordt overschreden.

Artikel 12 Verdeelcriteria

  • 1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie als datum van binnenkomst:

    • a.

      het tijdstip van de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is, indien op dezelfde dag alleen aanvragen digitaal binnenkomen;

    • b.

      de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is, indien op dezelfde dag zowel aanvragen per post als aanvragen digitaal binnenkomen.

  • 3. Dreigt het subsidieplafond op enig tijdstip te worden overschreden, dan vindt rangschikking plaats door middel van loting:

    • a.

      van de op dat tijdstip binnengekomen volledige subsidieaanvragen, indien op die dag alleen aanvragen digitaal binnenkomen;

    • b.

      van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen, indien op die dag zowel aanvragen per post als aanvragen digitaal binnenkomen.

Artikel 13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. De subsidieontvanger heeft in elk geval de volgende verplichtingen:

    • a.

      de verkenning en haalbaarheidsanalyse als bedoeld in artikel 6, onder c, onderdeel 1º, wordt binnen 20 weken na verlening van de subsidie uitgevoerd;

    • b.

      voor het begin van Fase 2, zoals bedoeld in artikel 6, onder c, onderdeel 2º, wordt een financieel overzicht met daarin de realisatie van Fase 1, zoals bedoeld in artikel 6, onder c, onderdeel 1º overgelegd, alsmede een begroting die ziet op Fase 2 van het project zoals bedoeld in artikel 6, onder c, onderdeel 2º;

    • c.

      indien de begeleiding van de uitwerking van een plan als bedoeld in artikel 6, onder c, onderdeel 2º, wordt uitgevoerd, wordt het project binnen 12 weken na afloop van de termijn, genoemd onder a, uitgevoerd;

    • d.

      het advies als bedoeld in artikel 4 wordt ingewonnen bij deskundigen die zijn aangesloten bij het Brabants Kennisplatform VABIMPULS;

  • 2. Gedeputeerde Staten kunnen op verzoek van de aanvrager de periode, genoemd in het eerste lid onder a en c, verlengen met maximaal 8 weken.

Artikel 14 Prestatieverantwoording

De subsidieontvanger toont desgevraagd aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van de volgende bewijsstukken:

  • a.

    een activiteitenverslag;

  • b.

    facturen waaruit de gemaakte uren blijken.

Artikel 15 Evaluatie

Gedeputeerde Staten zenden in 2018 en telkens na twee jaar aan Provinciale Staten een verslag over de werking van deze regeling in de praktijk.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel Citeertitel 17

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling vouchers vrijkomende agrarische bedrijfslocaties Noord-Brabant.

Ondertekening

’s-Hertogenbosch, 22 mei 2018

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

de secretaris

drs. M.J.A. van Bijnen MBA