Regeling vervallen per 01-04-2013

Subsidieregeling uitvoering soortenbeleid Noord-Brabant

Geldend van 01-04-2013 t/m 31-03-2013

Intitulé

Subsidieregeling uitvoering soortenbeleid Noord-Brabant

GEDEPUTEERDE STATEN van Noord-Brabant

gelet op artikelen 2, 4, 5, 15, 33 en 34 van de Algemene subsidieverordening Provincie Noord-Brabant, Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 (hierna te noemen: ASV) en de toepasselijke bepalingen uit de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op de nota “Over bevers, blauwtjes en brabanters, ruimer baan voor bedreigde ‘Brabanders’”, besluit van Gedeputeerde Staten, maart 2004, hierna te noemen: Nota soortenbeleid;

besluiten:

vast te stellen de navolgende regeling voor het verlenen van projectsubsidies voor activiteiten in het belang van uitvoering van het soortenbeleid.

§ 1. Algemeen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

  • b.

    minister: minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

  • c.

    ASV: Algemene subsidieverordening provincie Noord-Brabant, Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408;

  • d.

    nota soortenbeleid: Over bevers, blauwtjes en brabanters, ruimer baan voor bedreigde ‘Brabanders’ (besluit van GS maart 2004;

  • e.

    actieplan: soortbeschermingsplan, leefgebiedsplan of habitatplan;

  • f.

    soortbeschermingsplan: plan, vastgesteld door Gedeputeerde Staten of de minister, bevattende een samenhangend beleid ten behoeve van de instandhouding van in het wild levende dier- en plantensoorten, alsmede de in dat verband wenselijk geachte maatregelen ter uitvoering van dat beleid;

  • g.

    Leefgebiedsplan: plan, vastgesteld door de minister, bevattende een samenhangend beleid ten behoeve van de instandhouding van in het wild levende dier- en plantensoorten binnen een leefgebied, alsmede de in dat verband wenselijk geachte maatregelen ter uitvoering van dat beleid;

  • h.

    habitatplan: plan, vastgesteld door Gedeputeerde Staten, bevattende een samenhangend beleid ten behoeve van de instandhouding van een habitat, alsmede de in dat verband wenselijk geachte maatregelen ter uitvoering van dat beleid;

  • i.

    meerjarenprogramma: Meerjarenprogramma uitvoering soortenbeleid Noord-Brabant; programma voor het opstellen van actieplannen en het uitvoeren van vigerende actieplannen, dat eenmaal in de vijf jaar wordt vastgesteld door Gedeputeerde Staten;

  • j.

    jaarprogramma: plan voor uit te voeren activiteiten uit het meerjarenprogramma, welk plan jaarlijks wordt vastgesteld door de Gedeputeerde Staten;

  • k.

     LIFE-project: project dat mede wordt gefinancierd door het LIFE programma van de Europese Commissie bedoeld voor ondersteuning van klimaat- en natuurprojecten binnen Europa.

Artikel 2

Aanvragen tot subsidieverlening, bedoeld in artikel 4 lid 1 sub c van de ASV, kunnen worden ingediend voor activiteiten ter uitvoering van soortenbeleid, zoals vastgelegd in de nota soortenbeleid.

Artikel 3

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de periode 2013 vast op € 3.000.000.

Artikel 4

Vervallen.

§ 2. Subsidieverlening

Artikel 5

  • 1 Gedeputeerde Staten kunnen aan organisaties en particulieren projectsubsidies verlenen voor projecten, die:

    • a.

      zijn opgenomen in het jaarprogramma voor het jaar waarin de activiteiten worden uitgevoerd;

    • b.

      zijn opgenomen in het meerjarenprogramma;

    • c.

      zijn opgenomen in een actieplan;

    • d.

      benodigd zijn voor het opstellen van een provinciaal actieplan;

    • e.

      niet voldoen aan het gestelde in lid a, b, c of d, maar waarbij sprake is van ten minste 3 van de volgende voorwaarden:

      • i.

         de soort waarvoor activiteiten worden uitgevoerd, wordt sterk met uitsterven bedreigd en er zijn acuut maatregelen nodig;

      • ii.

         de soort is opgenomen in de Habitatrichtlijn of vogelrichtlijn;

      • iii.

         de soort is opgenomen op een Rode Lijst;

      • iv.

         de ecologische hoofdstructuur biedt niet de gewenste veiligstelling;

      • v. 

         de mogelijkheid om effectieve maatregelen te nemen;

      • vi.

         er is groot maatschappelijk draagvlak voor het nemen van maatregelen;

      • vii.

         een actieplan is in voorbereiding;

      • viii.

        de beschikbaarheid van gegevens over de soort wordt vergroot;

  • 2 Geen subsidie wordt verstrekt voor projecten waarmee reeds een aanvang is gemaakt alvorens de aanvraag tot subsidieverlening is bevestigd.

Artikel 6

  • 1 Subsidieaanvragen worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van het daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagformulier.

  • 2 De aanvraag gaat in ieder geval vergezeld van:

    • a.

      een projectplan;

    • b.

      een overzicht van bijdragen van derden en subsidie door andere overheidsinstanties voor de uit te voeren werkzaamheden. Indien de toezeggingen van medefinanciers bij de aanvraag nog niet definitief zijn, dient de aanvrager Gedeputeerde Staten te informeren als de bijdragen/subsidies van de medefinancier(s) definitief zijn verleend;

    • c.

      een minimisverklaring zoals bedoeld in artikel 1, sub h van de ASV, indien van toepassing;

    • d.

      bewijsstukken van de rechtspersoonlijkheid van de subsidieaanvrager, indien van toepassing.

  • 3 Een aanvraag die niet voldoet aan de criteria zoals vernoemd in art. 7 lid 1, dient tevens vergezeld te gaan van een gedegen motivatie die betrekking heeft op de criteria zoals vernoemd in art. 7 lid 2.

  • 4 Het projectplan houdt in ieder geval het volgende in:

    • a.

      een beschrijving van het project, waarin is opgenomen een probleemanalyse, het doel van het project, de noodzaak van het project evenals de noodzaak van de kosten;

    • b.

      de relatie met een bestaand of nog op te stellen actieplan;c. een sluitende begroting voor het project evenals een toelichting daarop. Indien het een meerjarig project betreft dient de begroting een meerjarenbegroting te zijn met een liquiditeitsplanning per jaar;

    • d.

      de realisatietermijn;

    • e.

      ondersteunend kaartmateriaal.

Artikel 7

  • 1 Subsidieaanvragen worden beoordeeld aan de hand van de volgende hoofdcriteria, in onderstaande volgorde:

    • a.

      de activiteiten zijn opgenomen in het jaarprogramma voor het jaar waarin de activiteiten worden uitgevoerd;

    • b.

      de activiteiten zijn opgenomen in het meerjarenprogramma;

    • c.

      de activiteiten zijn opgenomen in een actieplan;

    • d.

      de activiteiten zijn benodigd voor het opstellen van een provinciaal actieplan;

  • 2 Indien niet wordt voldaan aan de criteria als genoemd in lid 1, worden subsidieaanvragen tevens beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

    • a.

      de soort wordt sterk met uitsterven bedreigd en er zijn acuut maatregelen nodig;

    • b.

      de soort is opgenomen in de Habitatrichtlijn of Vogelrichtlijn;

    • c.

      de soort is opgenomen op een Rode Lijst;

    • d.

      de mate waarin de EHS de gewenste veiligstelling biedt;

    • e.

      de mogelijkheid om effectieve maatregelen te nemen;

    • f.

      groot maatschappelijk draagvlak voor het nemen van maatregelen;

    • g.

      een actieplan is in voorbereiding;

    • h.

      de beschikbaarheid van gegevens over de soort wordt vergroot.

Artikel 8

De volgende kosten komen voor subsidiëring in aanmerking:

  • a.

    kosten van activiteiten die nodig zijn voor het opstellen van provinciale actieplannen;

  • b.

    kosten van activiteiten, die zijn opgenomen in of voortkomen uit provinciale of nationale actieplannen én die zijn opgenomen in het meerjarenprogramma;

  • c.

    kosten van activiteiten ten behoeve van de instandhouding van in het wild levende dier- en plantensoorten of hun habitat;

  • d.

    kosten van de voor de vaststelling van de subsidie benodigde accountantsverklaring tot een maximum van € 1.800.

Artikel 9

  • 1 De subsidie bedraagt ten hoogste 100% van de subsidiabele kosten, waarbij de eventuele baten voortkomend uit de subsidiabele activiteiten op de subsidie in mindering worden gebracht.

  • 2 Als voor de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend, subsidie door andere overheidsinstanties wordt verstrekt, wordt slechts een zodanig bedrag verstrekt, dat de som van de subsidies niet meer bedraagt dan 100% van de totale kosten van de activiteiten.

  • 3 Gedeputeerde Staten hanteren geen maximum bedrag bij de verlening van subsidies.

  • 4 Subsidie wordt verleend per kalenderjaar; indien het project over meerdere kalenderjaren loopt, wordt subsidie voor toekomstige kalenderjaren verleend onder begrotingsvoorbehoud.

Artikel 10

  • 1 Staten rangschikken aanvragen tot subsidieverlening in volgorde van ontvangst.

  • 2 Aanvragen met dezelfde ontvangstdatum worden gerangschikt door loting, voor zover op die datum het subsidieplafond wordt overschreden.

  • 3 Volgens de rangschikking, bedoeld in het eerste en tweede lid, komt de hoogst gerangschikte aanvraag het eerst voor subsidie in aanmerking.

  • 4 Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, wordt het tijdstip van ontvangst bepaald door het moment waarop de subsidieaanvraag wel volledig is.

Artikel 11

  • 1 De subsidie wordt verleend onder de voorwaarde dat de subsidiabele activiteiten binnen twee jaar volgend op de beschikking tot subsidieverlening zijn uitgevoerd. 2. Gedeputeerde Staten kunnen op verzoek van de aanvrager uitstel verlenen met ten hoogste één jaar.

§ 3. Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 12

  • 1 Indien de uitvoering van het project over meerdere boekjaren plaatsvindt, rapporteert de subsidieontvanger tenminste eenmaal per jaar door middel van een activiteitenverslag en een financieel verslag omtrent de voortgang van het project.

  • 2 Het activiteitenverslag en het financieel verslag dienen voor 31 januari van het jaar volgend op het jaar waar de verslagen betrekking op hebben, te worden ingediend.

§ 4. Bevoorschotting

Artikel 13

  • 1 Gedeputeerde Staten kunnen de subsidieontvanger op diens verzoek voorschotten verstrekken van ten hoogste 95% van het bedrag vermeld in de beschikking tot subsidieverlening.

  • 2 Ingeval subsidie is verleend voor meerdere aaneengesloten kalenderjaren, kan per kalenderjaar één voorschot worden verstrekt, met dien verstande dat het in het eerste lid genoemde percentage naar rato wordt verdeeld over de onderscheiden kalenderjaren.

  • 3 Gedeputeerde Staten kunnen naar aanleiding van een ontvangen aanvraag tot voorschotverlening de subsidieontvanger verzoeken een overzicht van de liquiditeitsbehoefte te overleggen.

§ 5. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 14

  • 1 Voor zover in deze regeling niets of niet anders is bepaald, zijn de bepalingen van de ASV van toepassing.

  • 2 Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

  • 3 Op subsidies die zijn aangevraagd voor de datum van inwerkingtreding van deze regeling blijft het besluit van toepassing, zoals dat luidde ten tijde van de indiening van de aanvraag.

  • 4 Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling uitvoering soortenbeleid Noord-Brabant..

Ondertekening

’s-Hertogenbosch, 14 februari 2006.
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter J.R.H. Maij-Weggen
de secretaris drs. W.G.H.M. Rutten