Regeling vervallen per 01-02-2012

Reglement op de statencommissies Noord-Brabant

Geldend van 20-11-2008 t/m 31-01-2012

Intitulé

Reglement op de statencommissies Noord-Brabant

Provinciale Staten van Noord-Brabant;

besluiten:

vast te stellen de volgende regeling:

Reglement op de statencommissies Noord-Brabant

Artikel 1 Taak en bevoegdheden

  • 1 Provinciale Staten kunnen commissies instellen die tot taak hebben om besluitvorming van Provinciale Staten voor te bereiden en die met Gedeputeerde Staten of de Commissaris van de Koningin kunnen overleggen.

  • 2 De zittingsduur van de leden van de commissies eindigt tegelijk met die van de leden van Provinciale Staten.

  • 3 Provinciale Staten beslissen omtrent het voortbestaan van de ingestelde commissies en regelen de samenstelling ervan.

Artikel 2 Samenstelling

Bij de samenstelling van een statencommissie zorgen Provinciale Staten, voor zover het de benoeming betreft van leden van Provinciale Staten, voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de in Provinciale Staten vertegenwoordigde groeperingen.

Artikel 3 Voorzitter/Plaatsvervangend voorzitter

  • 1 Provinciale Staten benoemen een voorzitter en plaatsvervangend voorzitter op voordracht van het presidium.

  • 2 De voorzitter heeft zitting in de agendacommissie en draagt daarin bij aan het optimaal functioneren van de commissies.

  • 3 De voorzitter is belast met:

    • a.

      het opstellen van een concept-agenda;

    • b.

      het leiden van de vergadering;

    • c.

      het handhaven van de orde in de vergadering;

    • d.

      het doen naleven van dit reglement van orde;

    • e.

      hetgeen de wet of dit reglement hem verder opdraagt;

    • f.

      het bewaken van de voortgang van de lange termijn agenda;

    • g.

      het signaleren wanneer een activiteit of informatie niet bijdraagt aan het effectief functioneren van de commissie en legt dit terug aan de commissie;

    • h.

      de voorbereiding en begeleiding van werkbezoeken, raadplegingen, hoorzittingen, onderzoek of andere initiatieven ten behoeve van de commissie;

    • i.

      het bespreken van de planning van de commissie met leden van het college van Gedeputeerde Staten en directeuren;

    • j.

      het fiatteren van persberichten of spreken met de pers namens de commissie.

  • 4 De secretaris van de commissie ondersteunt de voorzitter in zijn taak.

Artikel 4 Benoeming

  • 1 De benoeming van de leden van de commissies geschiedt door de voorzitter van Provinciale Staten op voordracht van de fracties.

  • 2 Op de voordracht bedoeld in het eerste lid zijn zoveel personen vermeld als er leden door de desbetreffende fractie zijn te benoemen.

  • 3 Indien de voordracht bedoeld in het eerste lid ontbreekt, benoemen Provinciale Staten de leden van de commissie.

  • 4 De voorzitter van Provinciale Staten, respectievelijk Provinciale Staten, kunnen op dezelfde wijze plaatsvervangende leden aanwijzen.

Artikel 5 Secretariaat

Het secretariaat van de commissies wordt vervuld door medewerkers van de griffie, hiertoe aangewezen door de griffier.

Artikel 6 Werkwijze/vergaderschema

  • 1 De commissies bepalen hun eigen agenda en aan hun werk gelieerde activiteiten.

  • 2 De commissies vergaderen:

    • a.

      volgens een door de agendacommissie van Provinciale Staten op te stellen vergaderschema;

    • b.

      wanneer de voorzitter het nodig oordeelt;

    • c.

      indien ten minste een derde deel van de leden dit schriftelijk, met opgaaf van redenen en de te behandelen onderwerpen, aan de voorzitter verzoekt.

  • 3 De onderwerpen bedoeld in het tweede lid onder c dienen betrekking te hebben op het werkterrein van de commissie.

  • 4 In de gevallen als bedoeld onder het tweede lid onder b en c bepaalt de voorzitter van de commissie plaats, dag en tijdstip van de vergadering.

  • 5 De vergadering als bedoeld in het tweede lid onder c. wordt binnen veertien dagen na ontvangst van het verzoek gehouden, tenzij in het verzoek een later tijdstip voor de vergadering wordt verlangd.

Artikel 7 Quorum

De commissie kan besluiten indien minimaal de helft van de in de commissie vertegenwoordigde fracties aanwezig is die tevens een politieke meerderheid in Provinciale Staten vertegenwoordigt.

Artikel 8 Oproeping

  • 1 De voorzitter roept de leden op ter vergadering en brengt dag, tijdstip en plaats van de vergadering ter openbare kennis.

  • 2 De agenda en de daarbij behorende stukken worden, met uitzondering van de stukken waarover geheimhouding is opgelegd, tegelijkertijd met de oproeping en op een bij de openbare kennis aan te geven wijze ter inzage gelegd.

Artikel 9 Agenda

  • 1 De agendacommissie stelt de concept-agenda vast.

  • 2 De agenda wordt, tegelijk met de oproeping, zowel aan de leden, het College van Gedeputeerde Staten en de Commissaris van de Koningin medegedeeld.

  • 3 Indien de aanwezigheid van één of meer leden van Gedeputeerde Staten ter vergadering uitdrukkelijk is gewenst, maakt de agenda hiervan melding.

  • 4 Op gemotiveerd voorstel van ten minste twee leden kan de commissie onderwerpen aan de agenda toevoegen.

  • 5 Ter vergadering aanwezige leden of plaatsvervangende leden kunnen vragen stellen over de stukken ter kennisneming die op de agenda staan vermeld.

  • 6 De commissie kan besluiten om een stuk dat ter kennisneming staat geagendeerd ter bespreking te agenderen voor diezelfde vergadering, dan wel voor een volgende vergadering.

Artikel 10 Openbaarheid

  • 1 De artikelen 23, eerste tot en met vierde lid, en 91 van de Provinciewet zijn van overeenkomstige toepassing op een vergadering van een Statencommissie.

  • 2 De leden van Provinciale Staten kunnen zich wenden tot de griffier om inzage te krijgen in stukken waaromtrent geheimhouding is opgelegd.

  • 3 De inzage als bedoeld in het tweede lid kan slechts worden geweigerd voor zover deze in strijd is met het openbaar belang.

Artikel 11 Gezamenlijke vergadering

Twee of meer commissies kunnen gezamenlijk vergaderen, indien de voorzitters van de desbetreffende commissies, dan wel de agendacommissie, dit wenselijk achten.

Artikel 12 Besluitvorming

Aan de besluitvorming in de vergaderingen van de commissies kunnen alleen de ter vergadering aanwezige leden, respectievelijk plaatsvervangende leden van de commissies deelnemen.

Artikel 13 Subcommissies, deskundigen en andere personen

  • 1 De commissies kunnen ter uitvoering van hun taak subcommissies instellen.

  • 2 De commissies kunnen besluiten tot het horen van en in overleg treden met ambtelijke en niet ambtelijke deskundigen.

  • 3 Het horen van provinciale ambtenaren vindt, voor zover relevant, plaats overeenkomstig het hiertoe van provinciewege bepaalde.

  • 4 De commissies kunnen eveneens besluiten tot het horen van degenen die belanghebbenden zijn of zich betrokken voelen bij een te behandelen zaak.

  • 5 Ten dienste van het horen als bedoeld in het vierde lid kunnen de commissies openbare hoorzittingen houden, waarvan tijdig tevoren mededeling wordt gedaan in één of meer in de provincie verschijnende nieuwsbladen.

Artikel 14 Volgorde, spreektijd

  • 1 De voorzitter verleent het woord.

  • 2 De voorzitter kan voor elke vergadering, na overleg met de leden, een spreektijdregeling vaststellen.

  • 3 De voorzitter hanteert in gevallen als bedoeld in het tweede lid een formule, die na overleg met de leden van de commissie is opgesteld.

Artikel 15 Spreekrecht toehoorders

  • 1 Toehoorders bij openbare vergaderingen kunnen op hun verzoek het woord voeren over de voor die vergadering geagendeerde onderwerpen, met uitzondering van het verslag van de vorige vergadering en de rondvraag.

  • 2 Een verzoek als bedoeld in het eerste lid dient vóór het begin van de vergadering bij de voorzitter ingediend te worden, onder vermelding van het punt of de punten van de agenda waarover men wil spreken.

  • 3 Voorafgaand aan de behandeling van een agendapunt stelt de voorzitter diegenen die daar om hebben verzocht in de gelegenheid om over dat agendapunt het woord te voeren.

  • 4 De spreektijd bedraagt per spreker ten hoogste vijf minuten per agendapunt, terwijl de maximale spreektijd per agendapunt vijftien minuten bedraagt.

  • 5 Indien zich meer sprekers hebben aangemeld in een geval als bedoeld in het vierde lid, bepaalt de voorzitter de verdeling van de spreektijd met inachtneming van de maximale spreektijd.

Artikel 16 Orde

  • 1 Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van dit reglement te herinneren;

    • b.

      een commissielid hem interrumpeert.

  • 2 De voorzitter kan in gevallen als bedoeld in het eerste lid onder b bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 3 Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt de spreker door de voorzitter tot de orde geroepen.

  • 4 Indien de spreker geen gevolg geeft aan het tot de orde roepen door de voorzitter als bedoeld in het derde lid, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontnemen.

Artikel 17 Adviezen

  • 1 Ten aanzien van elke voorbereidingshandeling met betrekking tot een ontwerp-statenvoorstel wordt door de commissie een schriftelijke reactie opgesteld.

  • 2 De schriftelijke reactie als bedoeld in het eerste lid wordt, ondertekend door de voorzitter en de secretaris, zo spoedig mogelijk aan de leden van Provinciale Staten en het College van Gedeputeerde Staten toegezonden.

  • 3 In het advies worden het meerderheidsstandpunt en, op verzoek, daarvan afwijkende standpunten tot uitdrukking gebracht.

  • 4 Indien het meerderheidsstandpunt van de commissie als bedoeld in het derde lid afwijkt van het meerderheidsstandpunt genomen naar de getalsmatige verhoudingen in Provinciale Staten, wordt hiervan in het advies expliciet melding gemaakt.

  • 5 De adviezen, die niet staande de vergadering worden vastgesteld, worden in de volgende vergadering aan de commissie ter vaststelling aangeboden.

Artikel 18 Verslag

  • 1 De secretaris maakt van de commissievergadering een beknopt verslag.

  • 2 Voorts wordt van de vergadering een integraal audioverslag gemaakt.

  • 3 Het beknopt verslag wordt in een volgende vergadering aan de commissie ter vaststelling aangeboden.

  • 4 Na vaststelling wordt het beknopt verslag door de voorzitter en de secretaris ondertekend en als vastgesteld verslag opgenomen op het Stateninformatiesysteem, samen met het audioverslag.

  • 5 Uitzondering op het bepaalde in het tweede lid aangaande het audioverslag en op het bepaalde in het vierde lid aangaande de plaatsing op het Stateninformatiesysteem vormen de vertrouwelijke verslagen.

Artikel 19 Toezeggingen

  • 1 De secretaris registreert de door de voorzitter en Gedeputeerde Staten gedane toezeggingen.

  • 2 De leden van Provinciale Staten worden periodiek geïnformeerd over de stand van zaken betreffende de tenuitvoerlegging van hetgeen was toegezegd.

Artikel 20 Uitleg

Bij twijfel omtrent de uitleg van dit reglement, alsmede in de gevallen waarin niet wordt voorzien, beslist de commissie.

Artikel 21 Intrekking

Het Reglement op de Statencommissies 2007 wordt ingetrokken.

Artikel 22 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 23 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als “Reglement op de statencommissies Noord-Brabant”.

Ondertekening

’s-Hertogenbosch, 7 november 2008 Provinciale Staten voornoemd,
de voorzitter J.R.H. Maij-Weggen
de griffier mw. drs. E.M.W.J. Wöltgens