Regeling vervallen per 26-11-2012

Uitvoeringsregeling verkeer en vervoer Noord-Holland 2011

Geldend van 26-11-2012 t/m 25-11-2012

Intitulé

Uitvoeringsregeling verkeer en vervoer Noord-Holland 2011

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

overwegende dat het gewenst is om de Uitvoeringsregeling verkeer en vervoer Noord-Holland 2010 op enkele onderdelen te actualiseren;

gelet op artikel 1, derde lid, van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2009;

besluiten vast te stellen de navolgende Uitvoeringsregeling verkeer en vervoer Noord-Holland 2011.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    fietsinfrastructuur: de fundering en de verhardingen (inclusief berm en bijbehorende groenvoorzieningen) met de daarbij behorende kunstwerken, zoals bruggen, duikers, viaducten, aquaducten en tunnels;

  • b.

    fietsparkeervoorzieningen: fietsenstallingen, fietskluizen, fietsenrekken, fietsstandaards enzovoort;

  • c.

    businfrastructuur: de fundering en de verhardingen (inclusief berm en bijbehorende groenvoorzieningen) met de daarbij behorende kunstwerken, zoals bruggen, duikers, viaducten, aquaducten en tunnels;

  • d.

    bushaltevoorzieningen: reizigersvoorzieningen zoals abri’s, afvalbakken, (elektronische) reisinformatiesystemen, zitgelegenheden en andere toebehoren;

  • e.

    bushalte-infrastructuur: het perron, het toegangspad, de haltehaven en de hierbij behorende verhardingen en funderingen behorende bij een bushalte;

  • f.

    verkeersregelinstallaties: verkeerslichten met de daarbij behorende techniek;

  • g.

    voetpadinfrastructuur: de fundering en verharding voor de voorziening voor voetgangers;

  • h.

    parkeervoorzieningen: parkeergelegenheden voor personenauto’s (op publiek terrein);

  • i.

    weginfrastructuur: de fundering en verharding van de rijbanen voor het autoverkeer en bijbehorende kunstwerken;

  • j.

    bijkomende voorzieningen: maatregelen die nodig zijn om de betrokken infrastructuur na voltooiing zijn functie te laten vervullen, zoals bewegwijzering en openbare verlichting;

  • k.

    omrijkosten: extra kosten die de vervoerder moet maken, omdat hij moet omrijden vanwege een project in uitvoering of omdat hij vertraging ondervindt op de route;

  • l.

    openbare voorzieningen: voor iedereen toegankelijke instellingen.

  • m.

    verkeers-en vervoersplan: het Verkeers-en Vervoersplan Noord-Holland ‘Ruimte voor mobiliteit’ van 1 oktober 2007 dan wel het provinciale verkeers-en vervoersplan als bedoeld in artikel 5 van de Planwet verkeer en vervoer;

  • n.

    gedragsbeïnvloeding: de beïnvloeding van de wijze waarop iemand zich gedraagt in verschillende verkeerssituaties;

  • o.

    pilot project gedragsbeïnvloeding: een gedragsbeïnvloedingactiviteit die voor de eerste keer in Noord-Holland, maar buiten de Stadsregio Amsterdam, plaatsvindt;

  • p.

    programma: door ons vastgesteld samenhangend pakket van maatregelen;

  • q.

    rijksoverheid: alle Ministeries en hun uitvoeringsdiensten.

Artikel 2 Doelgroep

Subsidie kan worden verstrekt aan:

  • a.

    stichtingen en verenigingen die gedragsbeïnvloeding tot doel hebben;

  • b.

    publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de rijksoverheid.

Artikel 3 Programma

Gedeputeerde staten stellen jaarlijks programma’s vast.

Artikel 4 Activiteiten

  • 1. Is vervallen

  • 2. Subsidie kan worden verstrekt ten behoeve van de uitvoering van projecten met betrekking tot gedragsbeïnvloeding. De activiteiten behorende bij deze gedragsbeïnvloedingprojecten dienen in de provincie Noord-Holland, maar buiten de Stadsregio Amsterdam, plaats te hebben.

  • 3. Is vervallen

  • 4. Projecten als bedoeld in 2. dienen naar ons oordeel aantoonbaar verkeersveilig gedrag ten goede te komen.

Artikel 5 Ondergrens subsidieverlening

Gedeputeerde staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,-.

Artikel 6 Weigeringgronden

Subsidie wordt in elk geval geweigerd aan projecten die:

  • a.

    op het moment van indiening van de aanvraag reeds zijn aanbesteed dan wel in uitvoering zijn genomen;

  • b.

    Is vervallen;

  • c.

    Is vervallen;

  • d.

    Is vervallen;

  • e.

    Is vervallen;

Artikel 7 Procedurebepalingen

  • 1. Een aanvraag tot het verlenen van subsidie dient binnen 10 weken na bekendmaking van de subsidieplafonds genoemd in artikel 9 van deze regeling door ons te zijn ontvangen.

  • 2. Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na vaststelling van de prioriteitenlijst op alle tijdig ontvangen aanvragen.

  • 3. Gedeputeerde staten stellen de aan de publieksrechtelijke rechtspersonen (met uitzondering van stichtingen, verenigingen en waterschappen) verleende subsidie vast voor het einde van het jaar waarin gedeputeerde staten de laatste Single information single audit-bijlage, die betrekking heeft op de activiteit, hebben ontvangen.

  • 4. Een subsidieontvanger op wie de Single information single audit systematiek niet van toepassing is, dient bij het verzoek tot het vaststellen van de subsidie het volgende te overleggen:

    • a)

      een opgave van de werkelijk gemaakte kosten waarvoor subsidie is verleend;

    • b)

      een opgave van de feitelijk door derden verleende bijdragen en subsidies ten behoeve van de kosten van het project;

    • c)

      een accountantsverklaring, indien de kosten van het project meer dan € 25.000,- bedragen.

Artikel 8 Berekening van de subsidie

  • 1. Is vervallen

  • 2. De subsidie voor gedragsbeïnvloeding bedraagt 100% van de door ons noodzakelijk geachte kosten met een maximum van € 150.000,- per project.

  • 3. De subsidie voor een pilot project gedragsbeïnvloeding bedraagt 50% van de door ons noodzakelijk geachte kosten met een maximum van € 75.000,-.

Artikel 9 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. Subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar ons oordeel noodzakelijk zijn voor de aanleg, bouw of plaatsing van infrastructuur en voorzieningen, als bedoeld in artikel 4, 1. onder a tot en met k, dan wel op de kosten die resteren na aftrek van de bijdragen van derden en die naar ons oordeel noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het project, als bedoeld in artikel 4, 2.

  • 2. Tot de kosten genoemd in 1. behoren niet de kosten van voorbereiding, administratie en toezicht, alsmede de kosten voor vervanging en achterstallig onderhoud. Evenmin komen voor subsidie in aanmerking de kosten die zijn gemoeid met grondaankopen ten behoeve van de aanleg van de infrastructurele maatregel.

  • 3. Is vervallen.

Artikel 10 subsidieplafond

  • 1. Is vervallen

  • 2. Is vervallen

  • 3. Ten behoeve van de uitvoering van projecten met betrekking tot gedragsbeïnvloeding stellen gedeputeerde staten jaarlijks een subsidieplafond vast.

  • 4. Indien het subsidieplafond behorende bij een programma ten behoeve van de uitvoering van projecten met betrekking tot gedragsbeïnvloeding wordt bereikt, rangschikken gedeputeerde staten de aanvragen op een prioriteitenlijst aan de hand van de criteria voorlichting en/of educatie aan (basis)scholieren, cijfers inzake verkeersdoden van het voorgaande jaar geleverd door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, de mate van interactie met de doelgroep en de duur van het effect van het project. Deze prioriteitenlijst wordt door ons vastgesteld. Aanvragen worden door ons gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst.

Artikel 11 Verplichtingen

  • 1. De subsidieontvanger is verplicht medewerking te verlenen aan een door of vanwege ons te verrichten onderzoek naar de besteding van de subsidie.

  • 2. De subsidieontvanger is verplicht het project zo snel mogelijk, doch uiterlijk op een per programma door ons te bepalen datum, aanbesteed en opgedragen te hebben of in uitvoering te hebben genomen en ons hiervan schriftelijk, binnen de door ons te bepalen termijn, in kennis te stellen.

  • 3. Bij de subsidieverlening kunnen aan de subsidieontvanger nadere verplichtingen worden opgelegd met betrekking tot de uitvoering van het project waarvoor de subsidie wordt verleend.

Artikel 12

De Uitvoeringsregeling verkeer en vervoer Noord-Holland 2010 wordt ingetrokken.

Artikel 13

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad, waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 14

Deze regeling vervalt op 1 januari 2013.

Artikel 15

Deze uitvoeringsregeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling verkeer en vervoer Noord-Holland 2011.

Ondertekening

Haarlem, 19 juli 2011.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter.
T.Kampstra, provinciesecretaris.