Regeling vervallen per 31-12-2015

Uitvoeringsregeling subsidie projecten regionale sociale agenda's Noord-Holland 2012

Geldend van 31-12-2015 t/m 30-12-2015

Intitulé

Uitvoeringsregeling subsidie projecten regionale sociale agenda's Noord-Holland 2012

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Overwegende dat het wenselijk is dat gemeenten gestimuleerd worden om gezamenlijk boven-gemeentelijke en regionale vraagstukken in het kader van de Provinciale Sociale Agenda en de Regionale Sociale Agenda's aan te pakken;

Besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling subsidie projecten regionale sociale agenda's Noord-Holland 2012

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Regio: een samenwerkingsverband bestaande uit gemeenten in de provincie Noord-Holland zoals opgenomen in de bijlage behorende bij deze regeling;

  • b.

    Regionale projectaanvraag: een aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 2 die door een regio of door een gemeente mede namens tenminste de helft van het aantal gemeenten in een regio al dan niet in samenwerking met een of meerdere gemeenten uit een andere regio is ingediend;

  • c.

    Thematische projectaanvraag: een aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 2 die door een gemeente mede namens tenminste 2 gemeenten uit verschillende regio’s is ingediend.

Artikel 2

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op de regionale of thematische aanpak van een bovengemeentelijk vraagstuk in de provincie Noord-Holland en die betrekking hebben op een of meerdere thema’s uit de Provinciale Sociale Agenda (‘Wmo’, ‘Wonen zorg en voorzieningen’ en ‘Vitaal platteland’).

Artikel 3

  • 1. Subsidie voor activiteiten die gericht zijn op een regionale aanpak kan worden verstrekt aan:

    • a.

      een gemeente die mede namens tenminste de helft van het aantal gemeenten in een regio een regionale projectaanvraag indient;

    • b.

      een regio die rechtspersoonlijkheid bezit;

  • 2. subsidie voor activiteiten die gericht zijn op een thematische aanpak kan worden verstrekt aan een gemeente die mede namens tenminste twee gemeenten uit verschillende regio’s een thematische projectaanvraag indient.

Artikel 4

Gedeputeerde staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,.

Artikel 5

Bij subsidies van minder dan € 10.000,gaat geen subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.

Artikel 6

  • 1. Een aanvraag om subsidie wordt niet behandeld indien met de uitvoering van een activiteit is gestart voordat de aanvraag is ontvangen.

  • 2. Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:

    • a.

      de Regionale Sociale Agenda vastgesteld door de desbetreffende regio of in het geval van een thematische projectaanvraag de vastgestelde Regionale Sociale Agenda van de regio van één van de aanvragende gemeenten;

    • b.

      een overzicht van de bij de projectaanvraag betrokken gemeenten;

    • c.

      een projectplan waarin tenminste is opgenomen: een inhoudelijke beschrijving van het vraagstuk;

    • d.

      de activiteiten die worden uitgevoerd en de hieraan gekoppelde doelstelling;

    • e.

      een realistische planning van de activiteit;

    • f.

      een begroting van de kosten van de activiteit;

    • g.

      een financieringsplan van de kosten van de activiteit.

Artikel 7

Gedeputeerde staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.

Artikel 8

  • 1. Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag in de periode van 1 mei tot en met 19 juni is ontvangen.

  • 2. Een aanvraag om subsidie die buiten de in het vorige lid genoemde periode wordt ontvangen, wordt niet in behandeling genomen.

  • 3. Gedeputeerde staten beslissen uiterlijk 1oktober.

Artikel 9

  • 1. Subsidie wordt verstrekt voor de volgende aan een activiteit verbonden kosten:

    • a.

      ontwikkelingskosten;

    • b.

      uitvoeringskosten met uitzondering van de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen;

    • c.

      onderzoekskosten;

    • d.

      personeelskosten met uitzondering van permanente formatie-uitbreiding van een gemeente of instelling die een activiteit uitvoert;

    • e.

      kosten voor externe deskundigen;

    • f.

      communicatiekosten;

    • g.

      kosten voor kennisoverdracht.

  • 2. Subsidie wordt niet verstrekt voor de kosten van het verstrekken van individuele Wmo voorzieningen.

Artikel 10

De subsidie bedraagt 90 procent van de subsidiabele kosten tot maximaal € 250.000,- per regionale of thematische projectaanvraag.

Artikel 11

  • 1.

    Als bij het honoreren van alle aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen het subsidieplafond wordt overschreden, worden projectaanvragen gerangschikt op een prioriteitenlijst.

  • 2.

    De rangschikking wordt bepaald door het totaal aantal punten dat wordt gehaald op basis van de volgende criteria:

    • a.

      de mate waarin de activiteiten aansluiten bij de thema’s uit de Provinciale Sociale Agenda;

    • b.

      de relatie tussen het vraagstuk, de doelstelling van het project en de uit te voeren activiteit;

    • c.

      de uitvoerbaarheid en haalbaarheid van het project;

    • d.

      de meerwaarde die ontstaat door de regionale aanpak van het betreffende vraagstuk ten aanzien van:

      • efficiency;

      •kostenbesparing;

      •verbetering van dienstverlening.

  • 3.

    Per criterium kunnen 0, 1, 2 of 3 punten worden behaald.

  • 4.

    Subsidie wordt geweigerd indien een aanvraag minder dan 7 punten behaalt.

  • 5.

    Als eerste worden de regionale projectaanvragen op de prioriteitenlijst gehonoreerd op basis van het aantal behaalde punten met een maximum van € 250.000,- per regio.

  • 6.

    Vervolgens worden de thematische projectaanvragen gehonoreerd, waarbij het thema dat bij lid 5 het minst is voorgekomen als eerste wordt gehonoreerd.

  • 7.

    Onverminderd het bepaalde bij lid 4 geldt dat indien het subsidieplafond dan nog niet is bereikt, het project met het hoogste aantal punten op de prioriteitenlijst wordt gehonoreerd.

  • 8.

    Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats op de prioriteitenlijst worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste projectkosten als eerste gehonoreerd.

Artikel 12

De subsidieontvanger is verplicht om:

  • a.

    het project uiterlijk 2 jaar na verzenddatum van het verleningsbesluit af te ronden;

  • b.

    een verslag van de aanpak, voortgang, resultaten en effecten van de projecten ter beschikking te stellen van de provincie zodat deze verspreid kunnen worden onder andere regio’s.

Artikel 13

  • 1. Een aanvraag tot vaststelling wordt ingediend binnen 13 weken na voltooiing van de activiteit.

  • 2. Indien de subsidieontvanger een gemeente, of een openbaar lichaam dat is ingesteld op grond van hoofdstuk I, II of IV van de Wet gemeenschappelijke regelingen is, wordt de aanvraag tot vaststelling van de subsidie uiterlijk 1 augustus van het jaar volgend op het jaar waarin de activiteit is voltooid, ingediend.

  • 3. Gedeputeerde staten stellen voor de aanvraag als bedoeld in het tweede lid een formulier vast.

  • 4. Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 14

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij is geplaatst.

  • 2. Deze regeling vervalt op 31 december 2015.

  • 3. Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie projecten regionale sociale agenda’s Noord-Holland 2012.

Ondertekening

Haarlem, 3 juli 2012.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter.
G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.

Bijlage bij de Uitvoeringsregeling subsidie projecten regionale sociale agenda’s Noord-Holland 2012

De regio’s als bedoeld in artikel 1 van de Uitvoeringsregeling subsidie projecten regionale sociale agenda’s Noord-Holland 2012 zijn als volgt ingedeeld:

Kop van Noord-Holland: de gemeenten Den Helder, Schagen, Hollands Kroon, , en Texel.

West-Friesland: de gemeenten Hoorn, Enkhuizen, Koggenland, Drechterland, Opmeer, Stede Broec en Medemblik.

Regio Alkmaar: de gemeenten Alkmaar, Bergen, Castricum, Heerhugowaard, Heiloo, Langedijk en Uitgeest.

Zuid-Kennemerland: de gemeenten Haarlem, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Heemstede, Zandvoort en Bloemendaal.

Midden-Kennemerland: de gemeenten Heemskerk, Velsen, Uitgeest en Beverwijk.

Amstelland-Meerlanden: de gemeenten Amsterdam, Haarlemmermeer, Diemen, Amstelveen, Ouder-Amstel, Aalsmeer en Uithoorn

Gooi en Vechtstreek: de gemeenten Huizen, Wijdemeren, Hilversum, Weesp, Bussum, Laren. Blaricum, Naarden en Muiden.

Zaanstreek-Waterland: de gemeenten Zaanstad, Zeevang, Purmerend, Edam-Volendam, Beemster, Oostzaan, Landsmeer, Waterland en Wormerland.

Toelichting bij Uitvoeringsregeling subsidie projecten regionale sociale agenda’s Noord-Holland 2012

De provincie voert beleid binnen het sociale domein, onder andere op grond van haar wettelijke taak om gemeenten te ondersteunen bij de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De Provincie Noord-Holland heeft ervoor gekozen om de aanpak van bovenlokale vraagstukken als insteek te nemen bij de uitvoering van het beleid. Dit vergt een regionale werkwijze die GS willen realiseren door samen met gemeenten Regionale Sociale Agenda’s (RSA’s) op te stellen op basis van de inhoudelijke beleidskeuzes die met de Provinciale Sociale Agenda (PSA) gemaakt zijn. De thema’s binnen de PSA zijn: ‘Wmo’, ‘Wonen zorg en voorzieningen’ en ‘Vitaal Platteland’. Aanvragen om subsidie moeten gebaseerd zijn op de RSA. Voor meer informatie en een verdere beschrijving van de thema’s ‘Wmo’ en de thema’s ‘Wonen zorg en voorzieningen’ en ‘Vitaal platteland’ wordt verwezen naar de Provinciale Sociale Agenda 20122015.

Artikel 1, onderdeel c

Gemeenten uit verschillende regio’s kunnen een thematische projectaanvraag indienen. Er moeten minimaal twee gemeenten uit verschillende regio’s aan het project deelnemen. Voorbeeld: een gemeente uit regio x kan samen met een andere gemeente uit regio Y een thematische projectaanvraag indienen, omdat zij met dezelfde problematiek te maken hebben die bij beide gemeenten niet voor hun gehele regio geldt. Het onderwerp van de thematische projectaanvraag moet op minimaal een van de RSA’s van de deelnemende gemeenten voorkomen.

Artikel 3, lid 1, onderdeel a

In het geval van een regionale projectaanvraag moet minimaal de helft van het aantal gemeenten van de betreffende regio deelnemen. Dit houdt in dat in een regio met 7 gemeenten minimaal 4 gemeenten moeten deelnemen.

Artikel 9, lid 1, onderdeel b

De kosten voor de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen zijn niet subsidiabel. Denk hierbij aan investeringen van technische aard zoals computers, telefoons, apparatuur of inrichtingskosten.

Artikel 11, lid 2

a GS kijken naar de mate van aansluiting bij de thema’s uit de PSA. Aanvragen om subsidie kunnen direct of indirect aansluiten bij de thema’s. Hoe beter en directer de aansluiting, hoe meer punten behaald worden. Het gaat hierbij niet om het aantal thema’s en prestatievelden dat behandeld wordt.

b GS kijken of het vraagstuk goed omschreven en goed onderbouwd is. Er wordt gekeken naar de omschrijving en de haalbaarheid van de doelstellingen en de relatie met het door de aanvrager omschreven vraagstuk. Getoetst wordt of aannemelijk wordt gemaakt dat de activiteiten daadwerkelijk een oplossing vormen voor het vraagstuk.

c Hierbij wordt gekeken of de planning, begroting en uit te voeren activiteiten realistisch en haalbaar zijn en in verhouding tot elkaar staan en of het project uitvoeringsgereed is.

d GS krijgen graag inzicht in welke mate kostenbesparing en efficiencywinst behaald worden. Samenwerking is immers geen doel op zich. Waar het om gaat is dat er door het gezamenlijk aanpakken van zaken efficiënter, sneller en effectiever gewerkt kan worden en dat middelen zo effectief mogelijk worden ingezet.

Efficiency: blijkt het efficiënt om zaken gezamenlijk aan te pakken? Kan bijvoorbeeld meer bereikt worden met de inzet van minder middelen? Kunnen meer cliënten profijt hebben van dezelfde dienst door samen te werken?

Kostenbesparing: levert het gezamenlijk aanpakken van het vraagstuk (op termijn) een kostenbesparing op voor gemeenten, de cliënten en de aanbieders van zorg en dienstverlening?

Verbetering van de dienstverlening: wordt de dienstverlening voor gebruikers van zorg en dienstverlening beter, beter toegankelijk en is deze beter op de behoeften van de cliënt afgestemd?

Lid 3

Een (binnen de regeling passende) aanvraag kan 0, 1, 2 of 3 punten per rangschikkingscriterium scoren. Er zijn vier rangschikkingscriteria benoemd, waarmee het maximaal aantal te behalen punten 12 is. Het uitgangspunt is dat subsidie wordt ingezet voor kwalitatief goede projecten. Daarom worden alleen die aanvragen die 7 punten of meer scoren op de prioriteitenlijst geplaatst.

Lid 5

Het beschikbare budget wordt in eerste instantie zodanig verdeeld dat in iedere regio die een of meerdere project aanvragen heeft ingediend en die minimaal 7 punten scoren in ieder geval één aanvraag gehonoreerd wordt. De maximale subsidie bedraagt bij de eerste verdelingsronde € 230.000,- per project en per regio. Een regio mag dit bedrag besteden aan één groot project, of aan meerdere kleine projecten, mits het maximum bedrag van € 230.000,- niet wordt overschreden. Voorbeeld: een regio dient 4 kleinere projecten in van € 50.000,-; in totaal dus voor € 200.000,- Indien deze projecten 7 punten of meer scoren worden zij gehonoreerd.

Bovenstaand verdeelsysteem wordt gehanteerd omdat:

• GS jaarlijks in iedere regio minimaal één aanvraag willen honoreren, mits de aanvraag van voldoende kwaliteit is.

• GS het van belang vinden dat jaarlijks alle drie de thema’s uit de Provinciale Sociale Agenda aan bod komen.

• GS gemeenten in de provincie Noord-Holland willen stimuleren op themabasis samen te werken, indien betreffend thema wel bij meer gemeenten speelt, maar niet bij een meerderheid binnen de eigen regio.

Artikel 12 onderdeel b

GS krijgen graag inzicht in de aanpak, voortgang, resultaten en effecten van de projectaanvragen ten behoeve van evaluatie en kennisdeling.