Steunmodule Eenmalige subsidie agrarisch natuurbeheer Noord-Holland 2012

1. Subsidie wordt verstrekt aan een beheerder die in 2012 niet in aanmerking kon komen voor een subsidie voor agrarisch natuurbeheer doordat:

• a.

  de beheerder voor de betreffende percelen in 2012 in aanmerking wilde komen voor particulier natuurbeheer, de betreffende percelen in het natuurbeheerplan 2012 een natuurbeheertype hebben en de beheerder in 2011 voor de betreffende percelen een subsidie heeft verkregen voor agrarisch natuurbeheer;

• b.

  de betreffende percelen in het natuurbeheerplan 2012 een natuurbeheertype hebben, de ingediende zienswijze op het natuurbeheerplan 2012 ongemotiveerd niet is overgenomen en de beheerder in 2011 voor de betreffende percelen een subsidie heeft verkregen voor agrarisch natuurbeheer;

• c.

  in 2012 niet aan de minimale omvang van deelname uit het beheercontract voor het uitvoeren van collectief weidevogelbeheer kon worden voldaan, doordat de betreffende percelen in het natuurbeheerplan 2012 een natuurbeheertype hebben en in 2011 een subsidie voor agrarisch natuurbeheer heeft ontvangen.

2. Subsidie wordt verstrekt aan een beheerder die in 2011 geen subsidie heeft ontvangen, doordat:

• a.

  de beheerder voor de betreffende percelen niet de juiste gegevens heeft ingevuld in de eGDI van 2011, en;

• b.

  de beheerder dezelfde vergissing heeft gemaakt bij invulling van de eGDI in 2010 en daar niet tijdig voor de eGDI 2011 van in kennis was gesteld.

1. Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien deze voor 1 november 2012 is ontvangen.

2. Aanvragen om subsidie die na de in het eerste lid genoemde datum zijn ontvangen worden niet in behandeling genomen.

3. Een aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, bevat tenminste:

• a.

  de beschikking tot subsidieverlening voor 2011;

• b.

  een kaart met de ligging van percelen;

• c.

  de kadastrale nummers van de percelen;

• d.

  een kopie van het contract voor agrarisch natuurbeheer.

4. Onverminderd het derde lid bevat een aanvraag om subsidie van een beheerder als bedoeld in artikel 3, eerste lid onder a:

• a.

  de aanvraag om subsidie voor particulier natuurbeheer voor 2011 aan Dienst regelingen, of;

• b.

  een ingewonnen advies bij de Dienst Landelijk Gebied over particulier natuurbeheer, of;

• c.

  een door een adviseur opgesteld inrichtingsplan, of

• d.

  een ingediende zienswijze op het natuurbeheerplan.

5. Onverminderd het derde lid bevat een aanvraag om subsidie van een beheerder als bedoeld in artikel 3 eerste lid onder b, de ingediende zienswijze.

6. Een aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 3, tweede lid bevat ten minste:

• a.

  het bewijs dat het mogelijk was om voor de percelen een aanvraag als bedoel in artikel 1.5 van de Uitvoeringsregeling natuur en landschapsbeheer Noord-Holland in te dienen;

• b.

  een kaart met de ligging van percelen en het beheertype;

• c.

  de kadastrale nummers en de omvang van de percelen;

• d.

  een kopie van het contract voor agrarisch natuurbeheer.

1. Aanvragen om subsidie worden behandeld op volgorde van ontvangst.

2. Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

3. Indien meerdere aanvragen op dezelfde dag worden ontvangen en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste projectkosten als eerste in behandeling genomen.

4. Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag om subsidie.

1. De hoogte van de subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gelijk aan de in 2011 voor de betreffende percelen ontvangen subsidie inclusief de toeslag voor ruige mest, de probleemgebiedenvergoeding en de toeslag

2. De hoogte van de subsidie als bedoeld in artikel 3, tweede lid, wordt bepaald op grond van de gegevens in het collectief beheerplan voor 2011, het overzicht van lastminute beheer en toeslagen van de weidevogelcoördinator in het betreffende gebied.