Regeling vervallen per 31-12-2014

Uitvoeringsregeling subsidie clusters in de metropoolregio Amsterdam Noord-Holland 2012

Geldend van 22-02-2014 t/m 30-12-2014

Intitulé

Uitvoeringsregeling subsidie clusters in de metropoolregio Amsterdam Noord-Holland 2012

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

Besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling subsidie clusters in de metropoolregio Amsterdam Noord-Holland 2012

Artikel 1

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op de verbetering van de concurrentiepositie van de metropoolregio Amsterdam, door het ondersteunen, verbeteren of stimuleren van:

  • a.

    kennisontwikkeling;

  • b.

    kennisoverdracht, en

  • c.

    kennistoepassing,op het gebied van een van de volgende economische topclusters:

  • a.

    ICT/e-science;

  • b.

    Creatieve industrie;

  • c.

    Rode life sciences;

  • d.

    Zakelijke en financiële dienstverlening;

  • e.

    Logistiek;

  • f.

    Flowers en food, of

  • g.

    Toerisme en congressen.

Artikel 2

  • 1. Subsidie wordt verstrekt aan rechtspersonen die deel nemen in een samenwerkingsverband.

  • 2. Het samenwerkingsverband bestaat tenminste uit drie partijen waaronder tenminste:

    • a.

      een universiteit, een instelling voor hoger beroepsonderwijs, of een onderzoeksinstituut, en

    • b.

      minimaal een micro, kleine of middelgrote onderneming.

Artikel 3

Gedeputeerde staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 50.000,-

Artikel 4

  • 1. Een aanvraag om subsidie wordt niet behandeld indien met de uitvoering is gestart voor aanvang van de periode als bedoeld in artikel 5;

  • 2. Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:

    • a.

      een projectplan;

    • b.

      een begroting van de kosten van de activiteit

    • c.

      een financieringsplan van de kosten van de activiteit;

    • d.

      inclusief cofinancieringsverklaringen van de deelnemende partijen;

    • e.

      een samenwerkingsovereenkomst waarin het doel van de samenwerking, de penvoerder is benoemd en de taken van de deelnemende partijen is vastgelegd.

  • 3. Per samenwerkingsverband wordt één aanvraag om subsidie voor een project in behandeling genomen.

Artikel 5

Gedeputeerde staten kunnen periodes vaststellen waarbinnen een aanvraag om subsidie ingediend kan worden.

Artikel 6

Gedeputeerde staten stellen per periode als bedoeld in artikel 5 een subsidieplafond vast.

Artikel 7

  • 1. Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag in de periode als bedoeld in artikel 5 is ontvangen.

  • 2. Een aanvraag om subsidie die buiten de in de periode als bedoeld in artikel 5 wordt ontvangen, wordt niet in behandeling genomen.

  • 3. Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na de laatste dag van de periode als bedoeld in artikel 5.

Artikel 8

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    de activiteit naar het oordeel van gedeputeerde staten niet financieel haalbaar is;

  • b.

    een van de deelnemende partijen meer dan 70% van de kosten draagt;

  • c.

    de activiteit naar het oordeel van gedeputeerde staten technisch niet haalbaar is;

  • d.

    de totale kosten van de activiteit minder dan € 500.000,- bedragen.

Artikel 9

Subsidie wordt verstrekt voor de kosten, bedoeld in artikel 10, eerste en tweede lid, en artikel 10 a van de Regeling EFRO doelstelling 2 programmaperiode 2007-2013 (Stcrt. 2012, 2990).

Artikel 10

  • 1. De subsidie bedraagt 40 % van de subsidiabele kosten tot maximaal € 500.000,-

  • 2. Indien toepassing van het eerste lid zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt het subsidiebedrag in afwijking van het eerste lid zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteit niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de van toepassing zijnde vrijstellingsverordeningen van de Europese Commissie verstrekt mag worden.

Artikel 11

  • 1. Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen worden per cluster gerangschikt op een prioriteitenlijst.

  • 2. De rangschikking wordt behaald door het totaal aantal punten dat wordt gehaald op basis van de volgende criteria:

    • a.

      de mate waarin de activiteit bijdraagt aan de schaalsprong van het cluster en de clusterkracht;

    • b.

      de mate waarin de activiteit bijdraagt aan het innovatief vermogen van de regio;

    • c.

      het economisch rendement van de activiteit;

    • d.

      het maatschappelijk rendement van de activiteit.

  • 3. Per criterium kan maximaal 5 punten worden behaald.

  • 4. Indien een aanvraag in totaal minder dan 5 punten scoort, wordt de aanvraag om subsidie alsnog geweigerd.

  • 5. De per cluster in punten hoogst scorende aanvraag wordt op een prioriteitenlijst gerangschikt. De rangschikking wordt bepaald op basis van de in het tweede lid genoemde criteria en de in het derde lid genoemde wegingsfactor.

  • 6. De aanvragen worden gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst.

  • 7. Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats op de prioriteitenlijst worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste projectkosten als eerste gehonoreerd.

Artikel 12

  • 1. Indien na de honorering van de aanvragen, als bedoeld in artikel 11, het subsidieplafond nog niet is bereikt, wordt de op een na hoogst per cluster scorende aanvraag om subsidie gerangschikt op een prioriteitenlijst. De rangschikking wordt bepaald op basis van de in artikel 11, tweede lid, genoemde criteria en de in artikel 11, derde lid, genoemde wegingsfactor.

  • 2. De aanvragen worden gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst.

  • 3. Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats op de prioriteitenlijst worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste projectkosten als eerste gehonoreerd.

Artikel 13

De subsidieontvanger is verplicht om:

  • a.

    de administratie aangaande de gesubsidieerde activiteiten te bewaren tot 10 jaar na vaststelling van de subsidie;

  • b.

    aan gedeputeerde staten te allen tijde inzage te verlenen in de administratie en alle inlichtingen te verstrekken;

  • c.

    binnen zes maanden na ontvangst van de subsidiebeschikking te starten met de uitvoering van de activiteit;

  • d.

    te voldoen aan de door de Europese Commissie geformuleerde publiciteitsverplichtingen met betrekking tot gesubsidieerde projecten.

Artikel 14

  • 1. Een aanvraag tot vaststelling wordt uiterlijk 15 augustus 2015 ingediend.

  • 2. Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 14

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij is geplaatst.

  • 2.

    Deze regeling vervalt op 31 december 2014.

  • 3.

    Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie clusters in de metropoolregio Amsterdam Noord-Holland 2012.

Ondertekening

Haarlem, 13 november 2012
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter.
G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.

Toelichting

Artikelsgewijze toelichting op de Uitvoeringsregeling subsidie clusters in de metropoolregio Amsterdam Noord-Holland 2012 (Clusterregeling MRA)

Artikel 1

Het grondgebied van de Metropoolregio Amsterdam beslaat de volgende gemeenten: Aalsmeer, Almere, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Beverwijk, Blaricum, Bloemendaal, Bussum, Diemen, Edam-Volendam, Haarlem, Haarlemmerliede-Spaarnwoude, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Hilversum, Huizen, Landsmeer, Laren, Lelystad, Muiden, Naarden, Oostzaan, Ouder-Amstel, Purmerend, Uitgeest, Uithoorn, Velsen, Waterland, Weesp, Wijdemeren, Wormerland, Zaanstad, Zandvoort, Zeevang.

afbeelding binnen de regeling

Artikel 2

In de aanbeveling van de Europese Commissie van 6 mei 2003 (2003/361/EG) staat aangegeven wat kleine, micro en middelgrote ondernemingen zijn:

  • ·

    Een micro onderneming is een onderneming waar minder dan 10 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal 2 miljoen EUR niet overschrijdt;

  • ·

    Een kleine onderneming is een onderneming waar minder dan 50 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal 10 miljoen EUR niet overschrijdt;

  • ·

    Een middelgrote onderneming is een onderneming waar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet 50 miljoen EUR of het jaarlijkse balanstotaal 43 miljoen EUR niet overschrijdt.

Artikel 5

Aanvragen kunnen alleen worden ingediend tijdens de tenderperiode.Bij het indienen van een aanvraag moeten in ieder geval de volgende zaken worden meegestuurd:

  • -

    Een aanvraagformulier, verkrijgbaar via de website van de provincie Noord-Holland, onderdeel Subsidies;

  • -

    akte van oprichting of statuten (indien van toepassing: vereniging of stichting);

  • -

    Getekende samenwerkingsovereenkomst tussen alle betrokken partijen;

  • -

    Project- en financieringsplan (zie voor de minimale verplichte inhoud projectplan de ‘Toelichting Projectplan’ op www.kansenvoorwest.nl)

  • -

    Begroting per projectpartner;

  • -

    Cofinancieringsverklaringen van de deelnemende partijen;

  • -

    Planning;

  • -

    Aanbestedingsregels kennisinstellingen (indien van toepassing).

Bij al deze documenten wordt aangesloten bij Europese regelgeving van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO).

Artikel 9

Bij de subsidiabele kosten wordt aangesloten bij het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Deze kosten zijn beschreven in de Regeling EFRO doelstelling 2 programmaperiode 2007-2013, artikel 10 en artikel 10 a. Op deze kosten wordt de subsidieaanvraag getoetst door de Provincie Noord-Holland.

Artikel 11

In het eerste lid staan onder a tot en met d de criteria waarop de aanvragen worden gerangschikt. In onderstaande tabel staat per criterium een toelichting:

Programmadoelen

Clusterstrategieën

I.Schaalsprong en clusterkracht

Versterking coherentie en zelforganisatie

Compleetheid keten, wisselwerking binnen cluster (MKB), mate van focus, innovatie in samenwerking, regiobrede samenwerking.

Versterking synergie tussen de clusters

Versterking synergie tussen de clusters

Versterking internationale positie

Positie t.o.v. nationale cluster, internationale positie (Europees, mondiaal).

II. Innovatief vermogen regio

R&D inspanningen

Vergroten R&D inspanningen in de MRA van bedrijven en kennisinstellingen (gemeten in investeringen, mensen en patenten).

Kennisinfrastructuur en talentbasis

Realisatie van vier topopleidingen, vergroten aandeel buitenlandse studenten, doorwerking vraag bedrijfsleven naar onderzoeksagenda.

Nieuwe bedrijvigheid

Versterking innovatief ondernemerschap, verdubbeling aantal nieuwe spin-offs vanuit de kennisinstellingen.

III. Economisch rendement

Bruto regionaal product

Structureel 1 procentpunt hogere economische groei in de MRA ten opzichte van de rest van Nederland.

Regionale specialisatie

Toegenomen regionale specialisatie van de zeven sterke clusters in de MRA (in termen van toegevoegde waarde en werkgelegenheid).

Internationalisering

Versterking van de internationale concurrentiepositie en groei aandeel nieuwe buitenlandse bedrijven in de zeven clusters.

IV. Maatschappelijk rendement

Bijdrage aan maatschappelijke doelen

Directe en indirecte bijdrage aan maatschappelijke vraagstukken (zoals zorg, energiegebruik, duurzaamheid).

Deze criteria zijn afkomstig uit de Kennis- en Innovatieagenda van de Amsterdam Economic Board, Bijlage I: Strategisch kader.Voor het rangschikken van de aanvragen wordt een adviescommissie opgesteld die bestaat uit ambtenaren van de Dienst Economische Zaken van de Gemeente Amsterdam en ambtenaren van de Sectoren Economische Zaken en Bestuurlijke Ontwikkeling, Strategie en Europa van de Provincie Noord-Holland.

Artikelen 12 en 13

In deze artikelen staan een aantal van de verplichtingen vermeld waaraan een subsidieontvanger moet voldoen.

De subsidieontvanger is bijvoorbeeld verplicht om:

  • ×

    de administratie van de gesubsidieerde activiteiten 10 jaar na vaststelling te bewaren en de provincie inzage te verlenen;

  • ×

    binnen 6 maanden na ontvangst van de subsidiebeschikking te starten met de activiteit;

  • ×

    te voldoen aan de door de Europese Commissie geformuleerde publiciteitsverplichtingen met betrekking tot gesubsidieerde projecten;

  • ×

    Uiterlijk 15 februari 2015 een aanvraag tot vaststelling in te dienen bij de provincie Noord-Holland.

In een eventuele toekenningsbeschikking staan ook verplichtingen genoemd waaraan een project moet voldoen. Het is dus belangrijk deze goed door te nemen.

Tijdspad

Als de tender (de periode zoals genoemd in artikel 5) afgelopen is, worden de aanvragen behandeld door de Sector Subsidies van de Provincie Noord-Holland. Hiervoor wordt een periode van 13 weken gehanteerd (artikel 13).

In deze periode worden de aanvragen op financieel, staatssteun- en juridisch gebied beoordeeld. Eventueel wordt er aanvullende informatie opgevraagd door de Sector Subsidies.

Indien er meer aanvragen zijn dan het subsidieplafond toelaat worden de aanvragen gerangschikt op een prioriteitenlijst.

Als deze handelingen achter de rug zijn krijgt de subsidieaanvrager een weigerings- of toekenningsbeschikking toegestuurd. In een toekenningsbeschikking zijn ook alle aanvullende administratieve eisen waaraan een project moet voldoen, opgenomen.