Regeling vervallen per 01-01-2016

Besluit mandaat, machtiging en volmacht Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2013 van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland.

Geldend van 09-01-2013 t/m 31-12-2015

Intitulé

Besluit mandaat, machtiging en volmacht Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2013 van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland.

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

Besluiten vast te stellen;

Besluit mandaat, machtiging en volmacht Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2013 van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit mandaatbesluit wordt verstaan onder:

  • a.

    GS: Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

  • b.

    OD NZKG: Omgevingsdienst voor het Noordzeekanaalgebied;

  • c.

    directeur: algemeen directeur van de OD NZKG.

Artikel 2 Mandaat

GS verlenen mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur en zijn plaatsvervanger overeenkomstig de als bijlage I bij dit besluit behorende lijst.

Artikel 3 Clausulering van het mandaat

Buiten het mandaat valt:

  • a.

    een beslissing op bezwaar ingediend tegen een besluit dat in het kader van de uitoefening van het mandaat is genomen;

  • b.

    het nemen van een besluit op een verzoek om informatie als bedoeld in de Wet openbaarheid van bestuur, in verband met een besluit dat in het kader van de uitoefening van het mandaat is genomen, voor zover dit besluit een afwijzing van dat verzoek inhoudt;

  • c.

    het vaststellen, wijzigen of intrekken van een beleidsregel.

Artikel 4 – Ondermandaat, machtiging en volmacht

  • 1. De directeur kan ten hoogste eenmaal schriftelijk ondermandaat verlenen aan een ondergeschikte en diens plaatsvervanger.

  • 2. Een besluit als bedoeld in het eerste lid behoeft schriftelijke goedkeuring van GS.

  • 3. In bijlage I wordt aangegeven wat het laagste toegestane niveau is voor het verlenen van ondermandaat.

Artikel 5 – Instructies verbonden aan de uitoefening van het (onder)mandaat

  • 1. Uitoefening van bevoegdheden vindt plaats binnen het kader van toepasselijk(e) wetgeving en beleid en mag niet leiden tot een verschuiving van provinciale bevoegdheden of tot doorbreking van politieke verantwoordelijkheden van GS.

  • 2. Gemandateerde is verplicht GS te informeren en in de gelegenheid te stellen bijzondere aanwijzingen te geven of de bevoegdheid zelf uit te oefenen, indien uitoefening van het mandaat politieke of maatschappelijke gevolgen kan hebben of als de provincie Noord-Holland aansprakelijk kan worden gesteld.

  • 3. Ten behoeve van het bepaalde in het tweede lid kunnen GS nadere instructies geven over het omgaan met en het herkennen van gevoelige zaken.

  • 4. Als de uitoefening van een bevoegdheid betrekking heeft op een aangelegenheid waarbij de gemandateerde een direct of indirect persoonlijk of zakelijk belang heeft, of zich een situatie zou kunnen voordoen waarbij jegens derden de indruk van vooringenomenheid of belangenverstrengeling kan worden gewekt, wordt de bevoegdheid uitgeoefend op hoger niveau.

  • 5. Indien toepassing van het vierde lid niet mogelijk is, mag het mandaat niet worden uitgeoefend.

  • 6. Bij uitoefening van bevoegdheden wordt een scheiding aangebracht tussen de vergunningverleningsfunctie en de handhavingsfunctie volgens de eisen van artikel 7, vierde lid, van het Besluit omgevingsrecht.

Artikel 6 – Volmacht en machtiging

Tenzij anders is bepaald, omvat de verlening van mandaat of ondermandaat mede de verlening van:

  • a.

    volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen; en

  • b.

    machtiging om in naam van GS handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 7 – Informatieplicht

Gemandateerde verstrekt GS voor het einde van ieder kwartaal, of conform in een overeenkomst vastgelegd schema, een rapportage van de besluiten die in de uitoefening van het mandaat zijn genomen.

Artikel 8 – Communicatie en publiciteit

Gemandateerde is niet toegestaan bij de uitoefening van het mandaat zonder toestemming van GS in de publiciteit te treden als dat naar verwachting politieke of maatschappelijke gevolgen kan hebben of tot gevolg kan hebben dat de provincie of gedeputeerden aansprakelijk worden gesteld of anderszins aansprakelijk worden gehouden.

Artikel 9 – Ondertekening

Indien op grond van het verleende mandaat besluiten worden genomen, luidt de ondertekening:

Gedeputeerde staten van Noord-Holland,

namens dezen,

Gevolgd door de handtekening en de naam van de functionaris.

Artikel 10 - Inwerkingtreding

Dit besluit treedt, na verkregen instemming van het Dagelijks Bestuur van de OD NZKG, in werking:

  • a.

    voor de bevoegdheden met betrekking tot de in bijlage II bij dit besluit genoemde bedrijven en voor de bevoegdheid onder nummer 1.4 van bijlage I bij het mandaatbesluit op de datum van de oprichtingsvergadering OD NZKG.

  • b.

    voor de overige bevoegdheden op een nader door GS te bepalen datum.

Artikel 12 – Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat, machtiging en volmacht Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2013 van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland.

BIJLAGE 1

a. de hieronder vermelde bevoegdheid:

b. LAAGSTE NIVEAU UITOEFENING EN ondermandaat:

c. onder de volgende voorwaarde(N):

1.VERGUNNINGEN

1.1

De bevoegdheden met betrekking tot de omgevingsvergunning voor projecten en activiteiten als genoemd in hoofdstuk 2 van de Wabo, voor zover het omgevingsvergunningen betreft voor BRZO en IPPC inrichtingen.

Leidinggevende vergunningverlening

Het mandaat geldt voor het grondgebied van de provincie Noord-Holland en omvat het nemen van besluiten, inclusief de wijziging en intrekking daarvan.

Het mandaat geldt niet voor het beslissen over de vergunning indien sprake is van een overschrijding van de orientatiewaarde voor het groepsrisico. In dat geval betreft het mandaat slechts de voorbereiding

De bevoegdheid betreft de Wabo omgevingsvergunning, inclusief geïntegreerde en aangehaakte toestemmingen, uitgezonderd de voorbereiding van besluiten op gebied van:

-Nb Wet

-Provinciale Verordeningen;

-Vergunningverlening voor (vaar) wegen;

Omdat de deskundigheid op bovengenoemde gebieden bij de Provincie Noord-Holland blijft; wordt dit onderdeel van een omgevingsvergunning op verzoek van de OD NZKG door GS voorbereid. De OD NZKG beslist wel.

1.2

De bevoegdheden met betrekking tot de omgevingsvergunning voor projecten en activiteiten als genoemd in hoofdstuk 2 van de Wabo, betreffende inrichtingen die geen BRZO of IPPC inrichtingen zijn.

-Betreft onder meer de zogenaamde OBM inrichtingen.

Leidinggevende

vergunningverlening

Het mandaat geldt voor het grondgebied van de gemeenten die deel uitmaken van de veiligheidsregio’s Amsterdam –Amstelland, Kennemerland, en Zaanstreek-Waterland.

Het mandaat geldt niet voor het beslissen over de vergunning indien sprake is van een overschrijding van de orientatiewaarde voor het groepsrisico. In dat geval betreft het mandaat slechts de voorbereiding

De bevoegdheid betreft de Wabo omgevingsvergunning, inclusief geïntegreerde en aangehaakte toestemmingen, uitgezonderd de voorbereiding van besluiten op gebied van:

-Nb Wet

-Provinciale Verordeningen;

-Vergunningverlening voor (vaar) wegen;

Omdat de deskundigheid op bovengenoemde gebieden bij de Provincie Noord-Holland blijft; wordt dit onderdeel van een omgevingsvergunning op verzoek van de OD NZKG door GS voorbereid. De OD NZKG beslist wel.

1.3

Het uitbrengen van advies als bedoeld in artikel 2.26 Wabo.

Leidinggevende

Vergunningverlening

Geldt voor zover het niet-IPPC en BRZO inrichtingen betreft voor het grondgebied van de gemeenten die deel uitmaken van de veiligheidsregio’s Amsterdam –Amstelland, Kennemerland, en Zaanstreek-Waterland

Met uitzondering van de voorbereiding van een advies op gebied van:

. Nb Wet

-Provinciale Verordeningen;

-Vergunningverlening voor (vaar) wegen;

Omdat de deskundigheid op bovengenoemde gebieden bij de Provincie Noord-Holland blijft wordt advies door GS op verzoek van de OD NZKG voorbereid.

1.4

De voorbereiding van een omgevingsvergunning voor de verwezenlijking van een project van provinciaal belang op grond van artikel 2.12.1.a.3 Wabo.

Leidinggevende

vergunningverlening

Geldt voor het grondgebied van de gehele provincie Noord-Holland.

Indien GS vooraf hebben besloten dat het project van provinciaal belang is.

Betreft de voorbereiding van de gehele omgevingsvergunning met uitzondering van de voorbereiding van toestemmingen op gebied van:

-Nb Wet

-Provinciale Verordeningen;

-Waterwet;

-(Vaar)wegen;

-Vuurwerkbesluit

Omdat de deskundigheid op bovengenoemde gebieden bij de Provincie Noord-Holland blijft wordt op die punten de voorbereiding op aanvraag van de OD NZKG door GS verzorgd.

1.5

Het verlenen, intrekken of wijzigen van vergunningen ingevolge art.8.1, 8.4, 8,22, 8.23, 8.24. 8.25, 8.26 Wm , en de acceptatie en het niet accepteren van meldingen o.g.v. art. 8.19 Wm

Leidinggevende vergunningverlening

Geldt voor zover het niet-IPPC en BRZO inrichtingen betreft voor het grondgebied van de gemeenten die deel uitmaken van de veiligheidsregio’s Amsterdam –Amstelland, Kennemerland, en Zaanstreek-Waterland.

1.6.

Procedure op grond van 7.2. Wm en 7.16 Wm e.v. (milieueffectrapportage en milieubeoordeling).

Leidinggevende vergunningverlening

Inclusief het nemen van besluiten. Geldt voor zover het niet-IPPC en BRZO inrichtingen betreft voor het grondgebied van de gemeenten die deel uitmaken van de veiligheidsregio’s Amsterdam –Amstelland, Kennemerland, en Zaanstreek-Waterland.

NIET AANGEHAAKTE TOESTEMMINGEN

Bevoegdheden worden uitsluitend opgedragen voor zover passend binnen het kader en geografisch bereik van de hierboven opgedragen vergunningstaken.

1.7

a.Het op grond van 8.44 Wm jo het Besluit stortverboden en stortplaatsen afvalstoffen (Bssa);

-het verlenen van een ontheffing van het stortverbod van artikel 1 Bssa, op grond van artikel 4. Lid 3 Bssa bij voorschrift te verbinden aan een omgevingsvergunning;

-Het op grond van artikel 11 d Bssa bij omgevingsvergunning afwijken van de voorschriften in de bijlage bij de Bssa: voorschriften 1.2, 2.2, en 3.2;

-Het op grond van artikel 4 lid 1, 2 en 6, 11c, 11 e, 11 g Bssa verbinden van voorschriften aan de omgevingsvergunning;

b.Het op grond van 8.45 Wm van het Stortbesluit bodembescherming (Sb)

-op grond van artikel 2a t/m 18 Sb verbinden van verbinden van voorschriften aan de omgevingsvergunning;

-op grond van art. 8.45 Wm jo artikel 2 en verder van het Sb en op grond van de Uitvoeringsregeling Stortbesluit bodembescherming (Usb) verbinden van voorschriften aan de omgevingsvergunning;

c.Het op grond van art. 8.40a lid 3 Wm: beslissing op aanvraag gelijkwaardige maatregel Activiteitenbesluit

Het op grond van art. 8.41 Wm in ontvangst nemen en kennis geven meldingen Activiteitenbesluit

d.Het op grond van art. 8.41a Wm op grond van afstemming meldingsplicht besluiten om de aanvraag tot een omgevingsvergunning niet te behandelen;

e.Het op grond van art. 8.42 Wm: bevoegdheid tot stellen van maatwerkvoorschriften Activiteitenbesluit;

f.Het op grond van art. 8.42a Wm afwijken van algemene regels bij vergunningvoorschrift.

Leidinggevende vergunningverlening

2.HANDHAVING

2.1

Handhaving en toezicht volgens artikel 5:2 Wabo op BRZO en IPPC inrichtingen waarvoor GS bevoegd gezag zijn.

Leidinggevende handhaving

Omvat het nemen van besluiten.

Geldt voor het grondgebied van de gehele provincie Noord-Holland. Omvat toezicht en handhaving op gebied van de Wet Bodembescherming.

Met uitzondering van toezicht en handhaving op gebied van:

-Nb Wet

-Provinciale Verordeningen;

-Waterwet;

-Vuurwerk;

-(Vaar) wegen.

2.2.

Handhaving en toezicht op niet-BRZO en niet IPPC inrichtingen volgens artikel 5:2 Wabo waarvoor GS bevoegd gezag zijn.

Leidinggevende handhaving

Omvat het nemen van besluiten.

Geldt voor het grondgebied van de gemeenten die deel uitmaken van de veiligheidsregio’s Amsterdam –Amstelland, Kennemerland, en Zaanstreek-Waterland. Omvat toezicht en handhaving op gebied van de Wet Bodembescherming. Met uitzondering van toezicht en handhaving op gebied van:

-- Nb Wet

-Provinciale Verordeningen;

-Waterwet;

-Vuurwerk;

-(Vaar) wegen.

2.3.

Milieutoezicht en handhaving met betrekking tot activiteiten met stoffen, preparaten en GGO’s die onder een amvb op grond van titel 9.2 Wm vallen of producten en toestellen die onder de Wgh vallen of onder de Wet Luchtverontreiniging titel 9.4 Wm of titel 10.3 Wm vallen en die worden uitgevoerd door de houder van de omgevingsvergunning.

Leidinggevende handhaving

Omvat het nemen van besluiten. Geldt voor zover het niet-IPPC en BRZO inrichtingen betreft voor het grondgebied van de gemeenten die deel uitmaken van de veiligheidsregio’s Amsterdam –Amstelland, Kennemerland, en Zaanstreek-Waterland.

Omvat toezicht en handhaving op gebied van de wet Bodembescherming. Met uitzondering van toezicht en handhaving op gebied van:

-Nb Wet

-Provinciale Verordeningen;

-Waterwet;

-Vuurwerk;

-(Vaar) wegen.

2.4.

Milieutoezicht en handhaving met betrekking tot niet –omgevingsvergunningplichtige inrichtingen dan wel inrichtingen die OBM-plichtig zijn en die vallen onder de meldingsplicht onder het Besluit Landbouw, het Besluit Glastuinbouw en deel uitmaken van de in de packagedeal genoemde branches of de daar genoemde activiteit uitoefenen.

Directeur handhaving

Omvat het nemen van besluiten. Geldt voor zover het niet-IPPC en BRZO inrichtingen betreft voor het grondgebied van de gemeenten die deel uitmaken van de veiligheidsregio’s Amsterdam –Amstelland, Kennemerland, en Zaanstreek-Waterland.Omvat handhaving en toezicht op gebied van de Wet Bodembescherming.

Met uitzondering van handhaving op gebied van:

-Nb Wet

-Provinciale Verordeningen;

-Waterwet;

-Ontgrondingenwet;

-Vuurwerkevenementen;

-(Vaar)wegen.

3.AWB - BEZWAAR EN BEROEP

Bevoegdheden worden uitsluitend opgedragen voor zover passend binnen het kader en geografisch bereik van de hierboven opgedragen vergunnings- toezichts- en handhavingstaken.

3.1

Het vaststellen/indienen van verweerschriften en zienswijzen in het kader van beroepsprocedures bij de administratieve rechter en de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, voor zover sprake is van eerste aanleg

Leidinggevende

Vaststellen/indienen verweerschrift bij de Raad van State minimaal op niveau van directeur handhaving of vergunningverlening.

1.2.3

3.2

Het vaststellen van verweerschriften ten behoeve van de bezwaarschriftenprocedure bij de HAC

Leidinggevende

3.3

Het voorbereiden van beslissingen op bezwaar

Leidinggevende

Het betreft alleen de voorbereiding, uitgezonderd het horen, GS besluiten zelf.

2.

4.AWB Algemeen

Bevoegdheden worden uitsluitend opgedragen voor zover passend binnen het kader en geografisch bereik van de hierboven opgedragen vergunnings- toezichts- en handhavingstaken.

3.4

a.3

4.1

Beslissen tot het doorzenden van stukken op grond van artikel 2:3 van de Awb.

Medewerker

b.3

4.2

Het sturen van een ontvangstbevestiging

Medewerker

4

4.3

Stellen van een termijn op grond van art. 4:5 Awb, waarbinnen een aanvraag kan worden aangevuld.

Medewerker

c.4

4.4

Besluiten tot het niet in behandeling nemen van een aanvraag op grond van art. 4:5 Awb.

Leidinggevende

vergunningverlening

d.

4.5

Het voeren van correspondentie over Awb-procedures, ontheffingen, vrijstellingen en vergunningen (uitnodigingen, toezending verslagen e.d.) niet zijnde correspondentie in het kader van bezwaarschriftprocedure.

Medewerker

e.

4.6

Beantwoorden van vragen (schriftelijk).

Leidinggevende

Met uitzondering van schriftelijke vragen van PS-leden

f.

4.7

Het schriftelijk opvragen van inlichtingen, stukken in het kader van de voorbereiding van besluitvorming ten aanzien van beroepschriften, goedkeuring, etc..

Leidinggevende

Met uitzondering met bevoegdheden op grond van de Wet Bibob.

g.4

4.8

De behandeling van en beslissing over klachten.

Directeur vergunningverlening of handhaving

5. BZRO en AWB handhaving

Bevoegdheden worden uitsluitend opgedragen voor zover passend binnen het kader en geografisch bereik van de hierboven opgedragen vergunnings- toezichts- en handhavingstaken.

h.

5.1

Het besluit tot het zenden van een waarschuwingsbrief voorafgaande aan de last onder bestuursdwang, last onder dwangsom, en de intrekking (omgevings-vergunning als sanctie.

Leidinggevende handhaving

i.

5.2

Besluiten tot het zenden van het voornemen m.b.t. een besluit inzake gedogen, last onder bestuursdwang, last onder dwangsom, intrekking (omgevings-)vergunning als sanctie en de weigering op een handhavingsverzoek in te gaan.

Leidinggevende handhaving

voor zover deze besluiten passen binnen het vastgestelde beleid en voor zover er geen bestuurlijke gevoeligheden in het geding zijn

Let op: het weigeren van een gedoogbeschikking is de bevoegdheid van de directeur handhaving

j.

5.3

Het besluit tot het gedogen, het opleggen van de last onder bestuursdwang, het opleggen van een last onder dwangsom, het intrekken van de (omgevings) vergunning als sanctie en het weigeren op een handhavingsverzoek in te gaan.

Directeur handhaving

Let op: het weigeren van een gedoogbeschikking is voorbehouden aan de directeur handhaving

voor zover deze besluiten passen binnen het vastgestelde beleid en voor zover er geen bestuurlijke gevoeligheden in het geding zijn

5.5

Het zenden van een controlebrief met de strekking dat er geen overtredingen zijn geconstateerd

Medewerker handhaving

5.6

Het besluit omtrent de invordering van een dwangsom als bedoeld in artikel 5:37 van de Awb

Leidinggevende Handhaving

5.7.

Op grond van artikel 5.10.3 van de Wabo aanwijzen van toezichthouders in de zin van artikel 5.11 van de Awb, voor zover de OD NZKG belast is met uitvoering van een wettelijke regeling op grond waarvan toezichthouders kunnen worden aangewezen.

Directeur Handhaving

5.8

Overleg met voor het maken van afspraken met OM, politie en landelijke inspectie-en

opsporingsdiensten, waaronder het periodiek afsluiten van handhavingsarrangementen

met het OM en de politie.

Directeur handhaving

5.9

Het maken van afspraken met de politie c.q. de korpschef en het FP3 over het gebruik van opsporingsbevoegdheid door en de kwaliteit van de bij de RUD

werkzame BOA’s.

Directeur handhaving

5.10

Samenwerking met de landelijk opererende handhavingsorganisaties,

zoals de rijksinspecties, en de hiervoor als het aanspreekpunt voor die organisaties aan te wijzen RUD.

Directeur handhaving

5.11

Het aanwijzen van zgn. dominobedrijven als bedoeld in artikel 7 van het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 (verder: Brzo).

Directeur vergunningverlening

Het mandaat omvat tevens alle procedurehandelingen die met de aanwijzing samenhangen (zoals toezenden afschrift aan ministerie, B&W, veiligheidsregio).

5.12

Besluit dat het veiligheidsrapport geen betrekking behoeft te hebben op een bepaalde stof (besluit ex artikel 10, derde lid, van het Brzo juncto artikel 9 t/m 12 van de Regeling risico’s zware ongevallen 1999).

Directeur vergunningverlening

Het mandaat omvat tevens alle procedurehandelingen die met het betrokken besluit samenhangen (dit betreft o.m. het toepassen van Afdeling 3.4 Awb).

5.13

Het beoordelen en coördineren van een veiligheidsrapport als bedoeld in artikel 15 t/m 19 van het Brzo 1999.

Directeur vergunningverlening

Het mandaat omvat tevens alle procedurehandelingen die met het betrokken besluit samenhangen (zoals doorzenden veiligheidsrapport, vragen advies aan bevoegd gezag Waterwet, verlenging beoordelingstermijn, terinzagelegging, publicatie e.d.)

5.14

Het vaststellen van een inspectieprogramma ex artikel 24 van het Brzo

Directeur handhaving

Het mandaat tevens het daadwerkelijk uitvoeren van de inspectie overeenkomstig het programma alsmede alle procedurele handelingen die met het mandaat samenhangen (zoals opstellen inspectierapport).

5.15

Het zorgdragen voor het oplossen van een saneringssituatie ex artikel 17/18/22 van het Bevi en het opstellen van een saneringsprogramma ex artikel 22 van het Bevi

Directeur vergunningverlening

Het mandaat omvat tevens alle procedurehandelingen die met het oplossen van de saneringssituatie en het opstellen van het saneringsprogramma samenhangen.

6.WET BIBOB

Bevoegdheden worden uitsluitend opgedragen voor zover passend binnen het kader en geografisch bereik van de hierboven opgedragen vergunnings- toezichts- en handhavingstaken.

6.1

Het verzoek aan GS om aanvragen te toetsen aan de hand van de Wet Bibob.

Leidinggevende vergunningverlening

De Bibob toetsing, onderzoek en besluitvorming verlopen geheel via GS.

Ondertekening

Haarlem, 18 december 2012
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter
G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.

Bijlage 2

MPM nr.

Naam

4701

Afval Energie Bedrijf

4970

Afvalzorg, Stortplaats Nauerna

6209

Afvalzorg, Stortplaats Wieringermeer

4833

Aircraft Fuel Supply B.V.

4662

Albemarle Catalysts Company B.V.

4672

Alpha Fry Technologies (vh Cookson)

4667

Amsteldijk Beheer B.V. (vh Cindu)

4623

Anthony Fokker Business park C.V.

4676

BP Europa SE - BP Nederland

4767

Campina Lutjewinkel

4911

Cargill Multiseed B.V.

4678

Cargill Soja B.V.

4665

Chemtura Netherlands B.V. (vh Cromton)

6390

Cono Kaasmakers B.V.

4630

Crown van Gelder N.V.

6536

Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN)

7292

Eucocorp Seaport of Amsterdam

7106

Eucocorp Seaport of Amsterdam

6208

Eurotank Amsterdam B.V. (vh Europoint)

4680

Forbo Flooring B.V.

6516

Gasunie Compressorstation Anna Paulowna

4631

Gasunie Compressorstation Beverwijk

4688

Gasunie Compressorstation Wieringermeer

4664

Givaudan Nederland B.V.

6547

Hydrocarbon Hotel B.V.

4683

ICL Fertilizers Europe C.V. (vh Amfert)

4622

KLM (incl. Anthony Fokker Business Park)

4771

Linde Gas Benelux B.V.

7123

Main B.V.

4725

NOBA Vetveredeling B.V.

4901

Norit

4691

NUON Power Generation B.V. (Amsterdam)

4690

NUON Power Generation B.V. (Diemen)

4722

NUON Power Generation B.V. (IJmond)

6091

NUON Power Generation B.V. (Purmerend HWC)

4632

NUON Power Generation B.V. (Purmerend WKC)

4689

NUON Power Generation B.V. (Velsen)

4675

NuStar Terminals B.V.

4927

NV HVC - Alkmaar (vh NV Huisvuilcentrale Noord-Holland)

4633

Oiltanking Amsterdam

4555

Oxea Nederland B.V. (vh Exxonmobil)

6284

Schiphol Nederland B.V. - Algemeen

7121

Simadan Holding B.V.

4818

Sonneborn Refined Products B.V.

4626

Tata Steel IJmuiden B.V. - Algemeen

4679

Tate & Lyle Netherlands B.V.

6552

Vopak Terminal Westpoort B.V.

4819

Waeles Nederland