Regeling vervallen per 31-12-2014

Uitvoeringsregeling subsidie P+R-terreinen Noord-Holland 2013

Geldend van 05-07-2014 t/m 30-12-2014

Intitulé

Uitvoeringsregeling subsidie P+R-terreinen Noord-Holland 2013

Gedeputeerde staten van Noord-Holland

Besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling subsidie P+R-terreinen Noord-Holland 2013

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    P+R-terrein: een park en ride terrein, oftewel een openbaar toegankelijk parkeerterrein, dat bedoeld is voor automobilisten die aansluitend met het openbaar vervoer verder reizen;

  • b.

    toeleidende infrastructuur: infrastructuur die noodzakelijk is om een nieuw P+R-terrein naar de OV-voorziening te leiden of de P+R locatie verbindt met de doorgaande weg.

  • c.

    bestemmingsgebieden: in deze regeling worden hieronder de volgende stationsomgevingen verstaan:

    • 1.

      Amsterdam Centraal

    • 2.

      Amsterdam Zuid

    • 3.

      Amsterdam Bijlmer

    • 4.

      Amsterdam Sloterdijk

    • 5.

      Schiphol

Artikel 2

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor het aanleggen van een nieuw of het uitbreiden van een bestaand P+R terrein, mits:

    • a.

      het P+R-terrein is gelegen bij een treinstation of een bushalte van R-Net;

    • b.

      er in de spits minimaal ieder kwartier een rechtstreekse (zonder overstap) openbaar vervoer verbinding is tussen een in onderdeel a bedoelde treinstation of bushalte en minimaal één van de in artikel 1 genoemde bestemmingsgebieden. 

  • 2. Subsidie kan worden verstrekt voor het aanleggen of het aanpassen van toeleidende infrastructuur, uitsluitend indien deze noodzakelijk is voor de aanleg van een nieuw P+R-terrein.

Artikel 3

Subsidie kan worden verstrekt aan gemeenten in de provincies Noord-Holland en Flevoland en aan gemeenten in de Stadsregio Amsterdam (SRA).

Artikel 4

Subsidies van minder dan € 5.000,- worden niet verstrekt.

Artikel 5

Bij subsidies van minder dan € 10.000,- gaat geen subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.

Artikel 6

  • 1. Een aanvraag om subsidie wordt niet behandeld indien met de uitvoering is gestart voor 29 maart 2012.

  • 2. Een aanvraag om subsidie bevat tenminste

    • a.

      een begroting van de kosten van de activiteit;

    • b.

      een financieringsplan van de kosten van de activiteit;

    • c.

      een planning van de activiteit, inclusief een stand van zaken van de planologische procedures, die nodig zijn om het project te realiseren ;

    • d.

      een ontwerp van de activiteit, inclusief een situatieschets;

    • e.

      in geval van uitbreiding van een bestaand P+R-terrein: een meting van de bezettingsgraad bij een bestaand P+R-terrein gemeten over minimaal twee werkdagen in een gewone werkweek.

Artikel 7

Gedeputeerde staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.

Artikel 8

  • 1.

    Aanvragen om subsidie worden behandeld op volgorde van ontvangst.

  • 2.

    Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 3.

    Indien meerdere aanvragen op dezelfde dag worden ontvangen en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste projectkosten als eerste in behandeling genomen.

  • 4.

    Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag om subsidie.

Artikel 9

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    de activiteit niet financieel haalbaar is;

  • b.

    de bezettingsgraad van een bestaand P+R terrein lager is dan 65 %, gemeten over minimaal twee werkdagen in een gewone werkweek;

  • c.

    het project volgens planning niet gerealiseerd kan zijn voor 1 november 2014.

  • d.

    indien niet voldaan wordt aan het gestelde in artikel 2.

Artikel 10

1.Subsidie wordt niet verstrekt voor:

  • a.

    de kosten van grondverwerving, beheer en onderhoud;

  • b.

    de door de aanvrager verschuldigde BTW.

Artikel 11

De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele projectkosten, tot een maximum van € 2.500,- per parkeerplek.

Artikel 12

De subsidieontvanger is verplicht om:

  • a.

    het project uitgevoerd te hebben vóór 1 november 2014;

  • b.

    het project minimaal 10 jaar in stand te houden.

Artikel 13

De subsidieontvanger is verplicht om:

Bij verkoop of teniet doen binnen 10 jaar van het gesubsidieerde project, hiervan per ommegaande melding te maken aan gedeputeerde staten.

Artikel 14

Bij verkoop of teniet doen van de activiteit binnen de instandhoudingtermijn van 10 jaar, dient de subsidieontvanger 10 % van de verleende subsidie, vermenigvuldigd met het aantal resterende jaren van deze termijn, terug te betalen aan de provincie.

Artikel 15

  • 1. De aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt, conform artikel 17a van de Financiële verhoudingswet, uiterlijk 15 juli van het jaar waarin het project is voltooid , ingediend conform SISA.

  • 2. Gedeputeerde staten beslissen voor het einde van het jaar waarin zij de laatste SISA-bijlage hebben ontvangen.

Artikel 16

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij is geplaatst.

  • 2.

    Deze regeling vervalt op 31 december 2014.

  • 3.

    Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie P+R-terreinen Noord-Holland 2013.

Ondertekening

Haarlem,29 januari 2013
Gedeputeerde staten van Noord-Holland
J.W. Remkes, voorzitter.
G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris