Regeling vervallen per 31-12-2016

Uitvoeringsregeling subsidie versterken bestuurskracht Noord-Holland 2013

Geldend van 01-01-2014 t/m 30-12-2016

Intitulé

Uitvoeringsregeling subsidie versterken bestuurskracht Noord-Holland 2013

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling subsidie versterken bestuurskracht Noord-Holland 2013

Artikel 1

Op deze regeling is titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2

Subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten:

  • a.

    het laten uitvoeren van een bestuurskrachtmeting;

  • b.

    externe ondersteuning ten behoeve van onderzoek naar de gewenste vorm of samenwerkingspartners in verband met gemeentelijke herindeling of samenwerking;

  • c.

    het organiseren van een regionale bijeenkomst voor raadsleden ten behoeve van het opstellen van een regionale samenwerkingsagenda of een regionale visie op de toekomstige gemeentelijke indeling;

  • d.

    externe ondersteuning ten behoeve van het opstellen van een regionale samenwerkingsagenda of een regionale visie op de toekomstige bestuurlijke organisatie.

Artikel 3

Subsidie op grond van deze regeling kan uitsluitend worden verstrekt aan Noord-Hollandse gemeenten.

Artikel 4

Subsidies van minder dan € 5.000,- worden niet verstrekt.

Artikel 5

Bij subsidies tot en met € 10.000,- gaat geen subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.

Artikel 6

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie wordt niet behandeld indien de activiteiten volledig zijn afgerond.

  • 2.

    Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:

    • a.

      een begroting van de kosten van de activiteit;

    • b.

      een financieringsplan van de kosten van de activiteit;

    • c.

      een inhoudelijke beschrijving van de activiteit.

  • 3.

    Bij de aanvraag van activiteiten genoemd in artikel 2, onderdeel a, dient in plaats van het onder lid 2, onderdeel c gestelde, een offerte voor het onderzoek te worden meegezonden.

  • 4.

    Subsidies voor activiteiten genoemd in artikel 2, onderdelen b, c en d, worden door één gemeente aangevraagd namens alle betrokken gemeenten.

Artikel 7

Gedeputeerde staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.

Artikel 8

  • 1.

    Aanvragen om subsidie kunnen worden ingediend tussen 1 januari en 1 november.

  • 2.

    Een aanvraag om subsidie die buiten de indieningstermijn genoemd in het eerste lid, is ontvangen, wordt niet in behandeling genomen.

Artikel 9

  • 1.

    Aanvragen om subsidie worden behandeld op volgorde van ontvangst.

  • 2.

    Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 3.

    Indien meerdere aanvragen op dezelfde dag worden ontvangen en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste projectkosten als eerste in behandeling genomen.

  • 4.

    Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag om subsidie.

Artikel 10

Subsidie wordt in elk geval geweigerd indien de beoogde activiteiten naar het oordeel van gedeputeerde staten niet bijdragen aan een zorgvuldige afweging van mogelijkheden om een bestuurskrachtversterking te realiseren of naar ons oordeel in strijd zijn met een ander provinciaal beleidsdoel.

Artikel 11

De volgende kosten worden in elk geval niet aangemerkt als subsidiabele kosten:

  • a.

    door de aanvrager verrekenbare BTW;

  • b.

    kosten voor de inzet van ambtenaren in dienst van de betrokken gemeenten.

Artikel 12

  • 1. Voor de activiteit genoemd in artikel 2, onderdeel a, bedraagt de subsidie per gemeente eens per vier jaar ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 30.000,-.

  • 2. Voor de activiteit genoemd in artikel 2, onderdeel b, bedraagt de subsidie per gemeente jaarlijks ten hoogste 50% van de naar ons oordeel noodzakelijke kosten met een maximum van € 50.000,–.

  • 3. Voor de activiteit genoemd in artikel 2, onderdeel c, bedraagt de subsidie per regio jaarlijks ten hoogste 75% van de naar ons oordeel noodzakelijke kosten met een maximum van € 10.000,-.

  • 4. Voor de activiteit genoemd in artikel 2, onderdeel d, bedraagt de subsidie per regio jaarlijks ten hoogste 50% van de naar ons oordeel noodzakelijke kosten met een maximum van € 30.000,-.

Artikel 13

  • 1.

    De aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt ingediend binnen 13 weken na voltooiing van de activiteiten waarvoor subsidie is verkregen.

  • 2.

    Gedeputeerde staten besluiten op aanvragen om vaststelling van een subsidie binnen 13 weken na ontvangst van deze aanvragen.

Artikel 14

  • 1.

    De ontvanger van een subsidie als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, dient bij de aanvraag tot vaststelling een exemplaar van het bestuurskrachtonderzoek in en geeft daarbij tevens aan op welke wijze ontvanger opvolging zal geven aan de aanbevelingen uit het bestuurskrachtonderzoek.

  • 2.

    De ontvanger van een subsidie als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, dient bij de aanvraag tot vaststelling een exemplaar van het rapport in dat over de gesubsidieerde activiteiten wordt uitgebracht.

  • 3.

    Bij een gesubsidieerde activiteit als bedoeld in artikel 2, onderdeel c, dient de provincie Noord-Holland uitgenodigd te worden om minimaal op ambtelijk niveau aanwezig te zijn.

  • 4.

    De ontvanger van een subsidie als bedoeld in artikel 2, onderdeel d, dient bij de aanvraag tot vaststelling een exemplaar van de regionale samenwerkingsagenda of de regionale visie op de toekomstige bestuurlijke organisatie in en geeft daarbij tevens aan op welke wijze de regio opvolging zal geven aan dit document.

Artikel 15

  • 1.

    De Uitvoeringsregeling versterken bestuurskracht Noord-Holland 2012 wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

  • 3.

    Deze regeling vervalt op 31 december 2016.

  • 4.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling subsidie versterken bestuurskracht Noord-Holland 2013.

Ondertekening

Haarlem, 1 oktober 2013.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter.
G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.

TOELICHTING

Behorend bij de Uitvoeringsregeling versterken bestuurskracht Noord-Holland 2013

Algemeen

Deze subsidieregeling heeft tot doel de bestuurskracht van Noord-Hollandse gemeenten en regio’s te versterken. Daarmee wil Noord-Holland bijdragen aan de verhoging van de kwaliteit van het lokaal bestuur in de provincie.

Artikel 1

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 2

In dit artikel wordt opgesomd voor welke activiteiten subsidie kan worden aangevraagd. Het gaat om bestuurskrachtmetingen en om externe ondersteuning bij onderzoeken naar de gewenste vorm en/of partner in verband met gemeentelijke herindeling of samenwerking. Daarnaast kan subsidie worden aangevraagd voor het organiseren van een regionale bijeenkomst voor raadsleden. De provincie Noord-Holland wil bevorderen dat gemeenten meer op regionaal niveau met elkaar samenwerken en probeert dat op deze manier te faciliteren. Tot slot kan subsidie worden aangevraagd door een regio voor de externe ondersteuning bij het opstellen van een regionale samenwerkingsagenda of een regionale visie op de toekomstige gemeentelijke indeling van de regio. Onder een regionale samenwerkingsagenda wordt een document verstaan waarin de gemeenten in een regio met elkaar benoemen welke maatschappelijke opgaven zij gezamenlijk willen oppakken en hoe zij dat willen doen. In de beschrijving van de toekomstige gemeentelijke indeling kan ook worden ingegaan op de vorming van samenwerkingsverbanden.

Voor de regio-indeling wordt verwezen naar het Beleidskader “Bestuurskrachtige regio’s in Noord-Holland”.

Artikel 3

Deze subsidieregeling is uitsluitend beschikbaar voor Noord-Hollandse gemeenten. Het is wel mogelijk om subsidie aan te vragen voor activiteiten waar ook gemeenten uit andere provincies bij zijn betrokken. Alleen de kosten die de Noord-Hollandse gemeenten maken in een dergelijk onderzoek of proces, zijn subsidiabel.

Artikel 4 en 5

De provincie Noord-Holland hanteert de stelregel dat subsidies lager dan € 5.000,- niet worden verleend en dat subsidies tot en met € 10.000,- zonder voorafgaande verlening worden vastgesteld. Dit om de uitvoeringskosten van subsidies te verlagen.

Artikel 6

Subsidies dienen te zijn aangevraagd voordat de betreffende activiteit volledig is afgerond. De activiteit mag dus wel zijn gestart voordat de subsidie is aangevraagd of verleend. Dit is dan uiteraard wel op eigen risico van de aanvrager.

Verder wordt in het artikel aangegeven wat dient te worden meegezonden met een aanvraag voor een subsidie. Met een financieringsplan wordt bedoeld dat aanvrager aangeeft welke partijen er een bijdrage leveren aan de kosten van de activiteiten. Dit is uiteraard inclusief de aangevraagde subsidie.

Bij een bestuurskrachtonderzoek is het meesturen van de offerte verplicht. In andere gevallen is het mogelijk om een offerte mee te sturen in plaats van een inhoudelijke beschrijving van de activiteit.

Artikel 7

Jaarlijks wordt een subsidieplafond vastgesteld voor deze subsidieregeling.

Artikel 8

In dit artikel wordt de indieningstermijn geregeld. Om tijdig te kunnen besluiten op een aanvraag om subsidie, dienen aanvragen voor 1 november van een jaar te zijn ontvangen.

Artikel 9

Dit artikel regelt de volgorde van beschikken van aanvragen. In het geval het subsidieplafond wordt bereikt door twee of meer aanvragen die op dezelfde dag zijn binnengekomen, wordt het project met de laagste kosten eerst beschikt. Op die manier kunnen zoveel mogelijk projecten een subsidie krijgen.

Artikel 10

De provincie Noord-Holland wil gemeenten stimuleren zorgvuldige afwegingen te maken in het geval zij hun bestuurskracht willen versterken. Met deze subsidieregeling wil de provincie Noord-Holland die zorgvuldige afweging faciliteren. Activiteiten die naar het oordeel van GS niet bijdragen aan een zorgvuldige afweging van alternatieven, komen daarom niet voor subsidie in aanmerking. Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld:

  • -

    Onderzoeken die onvoldoende objectief of onafhankelijk zijn;

  • -

    Onderzoeken naar samenwerkings- of fusiecombinaties die strijdig zijn met het provinciale beleidskader “Bestuurskrachtige regio’s in Noord-Holland”;

  • -

    Onderzoeken naar samenwerkings- of fusiecombinaties die strijdig zijn met regiovisies;

  • -

    Onderzoeken naar samenwerkings- of fusiecombinaties die strijdig zijn met landelijke beleidskaders en regelgeving.

Artikel 11

Dit artikel regelt welke kosten in ieder geval niet subsidiabel zijn.

Artikel 12

Per type subsidiabele activiteit wordt aangegeven hoe vaak een subsidie kan worden aangevraagd en wat de maximale subsidie is. De subsidie voor regionale bijeenkomsten is de enige die meer dan 50% van de totale kosten zou kunnen bedragen. Hierbij zou maximaal 100% van de kosten gesubsidieerd kunnen worden. Op deze wijze probeert de provincie Noord-Holland de subsidieverstrekking eenvoudig te houden.

In de leden 1 t/m 3 wordt aangegeven dat alleen de naar het oordeel van GS noodzakelijke kosten voor subsidie in aanmerking komen. Wat noodzakelijke kosten zijn, kan per situatie verschillen. De hoofdlijn bij de beoordeling is dat alleen die kosten subsidiabel zijn die redelijkerwijs gemaakt moeten worden voor een doelmatige en doeltreffende uitvoering van het onderzoek of het proces.

Artikel 13

Dit artikel bevat bepalingen over de termijnen waarbinnen een aanvraag tot vaststelling moet worden ingezonden en de termijnen waarbinnen wij beslissen op aanvragen.

Artikel 14

Met het aanvragen van subsidie, neemt aanvrager tevens de in dit artikel genoemde verplichtingen op zich. In het geval van een bestuurskrachtmeting willen wij graag geïnformeerd worden over de uitkomsten en de opvolging van de aanbevelingen uit het onderzoek. Indien mogelijk gaat de verantwoordelijk gedeputeerde hierover ook graag in gesprek met het college van B&W. Van de onderzoeken naar samenwerkingsmogelijkheden en/of partners en het opstellen van de regionale samenwerkinsgenda’s en regionale visies op de toekomstige gemeentelijke indeling willen wij graag de resultaten ontvangen. Indien met provinciale subsidie een regionale bijeenkomst wordt georganiseerd, willen wij graag op minimaal ambtelijk niveau daarbij aanwezig kunnen zijn. Dit is voor ons dan voldoende in het kader van de verantwoording van de besteding van de subsidie.

Artikel 15

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.