Regeling vervallen per 01-01-2015

Uitvoeringsregeling subsidie BDU Gedragsbeïnvloeding Verkeersveiligheid Noord-Holland 2014

Geldend van 21-03-2014 t/m 31-12-2014

Intitulé

Uitvoeringsregeling subsidie BDU Gedragsbeïnvloeding Verkeersveiligheid Noord-Holland 2014

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling subsidie BDU Gedragsbeïnvloeding Verkeersveiligheid Noord-Holland 2014

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    basisschool: een basisschool als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;

  • b.

    school voor voortgezet onderwijs: een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs.

Artikel 2

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor het verrichten van activiteiten die verkeersveilig gedrag bevorderen en die zijn gericht op scholieren van een basisschool of van een school voor voortgezet onderwijs.

  • 2. De activiteiten dienen in de provincie Noord-Holland, maar buiten de Stadsregio Amsterdam, plaats te vinden.

Artikel 3

Subsidie wordt verstrekt aan:

  • a.

    stichtingen en verenigingen;

  • b.

    publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de rijksoverheid.

Artikel 4

Gedeputeerde staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,-.

Artikel 5

Bij subsidies van minder dan € 10.000,- aan stichtingen en verenigingen gaat geen subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.

Artikel 6

Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:

  • a.

    een begroting van de kosten van de activiteit;

  • b.

    een financieringsplan van de kosten van de activiteit;

  • c.

    een inhoudelijke beschrijving van de activiteit.

Artikel 7

Het subsidieplafond voor deze uitvoeringsregeling is € 1.167.894,-.

Artikel 8

  • 1. Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag uiterlijk op 30 april 2014 is ontvangen.

  • 2. Een aanvraag om subsidie die na 30 april 2014 wordt ontvangen, wordt niet in behandeling genomen.

  • 3. Gedeputeerde staten beslissen uiterlijk op 1 augustus 2014 op de ingediende aanvragen.

Artikel 9

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    de activiteit niet financieel haalbaar is;

  • b.

    de activiteit niet is gericht op uitvoering in het schooljaar 2014-2015.

Artikel 10

  • 1. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor naar het oordeel van gedeputeerde staten direct noodzakelijke kosten van de activiteit.

  • 2. Subsidie wordt niet verstrekt voor de kosten van:

    • a.

      reizen en verblijven;

    • b.

      administratie;

    • c.

      voor- of nametingen;

    • d.

      een praktisch of theoretisch verkeersexamen en de inzet of aanschaf van verkeerssimulatoren;

    • e.

      infrastructurele maatregelen.

Artikel 11

De subsidie bedraagt 100 % van de subsidiabele kosten tot maximaal € 100.000,- per

aanvraag.

Artikel 12

  • 1.

    Indien het subsidieplafond wordt bereikt, worden aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen gerangschikt op een prioriteitenlijst.

  • 2.

    De rangschikking wordt bepaald door het totaal aantal punten dat wordt gehaald op basis van de volgende criteria:

    • a.

      de doelgroep van de activiteit, waarbij een activiteit voor scholieren op het voortgezet onderwijs 30 punten scoort en een activiteit voor scholieren op de basisschool 10 punten;

    • b.

      de opneming van de activiteit als project in de Permanente Verkeerseducatie Toolkit (PVE Toolkit) van het Kennisplatform Verkeer en Vervoer, scoort 20 punten;

    • c.

      de reikwijdte van de activiteit. De reikwijdte wordt gemeten aan de hand van het aantal scholieren dat met uitvoering van de activiteit wordt bereikt. Hoe groter het aantal scholieren, hoe hoger het aantal te verkrijgen punten. Voor dit onderdeel is maximaal 6 punten te verkrijgen;

    • d.

      het regionaal bereik van de activiteit. Een groter bereik van de activiteit betekent meer punten. Voor dit onderdeel zijn maximaal 6 punten te verkrijgen;

    • e.

      de mate van aansluiting bij de leerdoelen, zoals genoemd in de matrix behorende bij de PVE Toolkit. Hoe hoger het aantal vakjes dat is ingevuld in de matrix, hoe groter de aansluiting is bij de leerdoelen door uitvoering van de activiteit, wat leidt tot een hogere score van de activiteit. Voorts wordt een onderscheid gemaakt tussen gehele en gedeeltelijke aansluiting bij de leerdoelen. Op dit onderdeel zijn maximaal 24 punten te verkrijgen;

    • f.

      de manier van uitvoering van het project, waarbij de activiteit 2 punten scoort, wanneer er sprake is van een uitsluitend theoretische uitvoering van de activiteit, de activiteit 4 punten scoort, wanneer er sprake is van een theoretische uitvoering van de activiteit in combinatie met een praktische uitvoering in een gecontroleerde omgeving en de activiteit 6 punten scoort, wanneer er sprake is van een theoretische uitvoering van de activiteit in combinatie met een praktische uitvoering in het dagelijkse verkeer.

  • 3.

    De aanvragen worden gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst. Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats op de prioriteitenlijst worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste projectkosten als eerste gehonoreerd.

  • 4.

    De aanvragen die door het bereiken van het subsidieplafond niet kunnen worden gehonoreerd, worden geplaatst op een reservelijst.

  • 5.

    Aanvragen die op de reservelijsten staan vermeld, worden bij voldoende vrijval van middelen naar de volgorde op deze lijst alsnog gehonoreerd.

Artikel 13

De subsidieontvanger is verplicht om de activiteit te hebben afgerond vóór 1 augustus 2015.

Artikel 14

  • 1. Een aanvraag tot vaststelling wordt ingediend binnen 13 weken na voltooiing van de activiteit.

  • 2. Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

  • 3. Indien SISA van toepassing is, wordt de aanvraag tot vaststelling van de subsidie, conform artikel 17a van de financiële verhoudingswet, uiterlijk 15 juli van het jaar volgend op het jaar waarin het project is voltooid, ingediend.

  • 4. Gedeputeerde staten beslissen voor het einde van het jaar waarin zij de laatste SISA-bijlage hebben ontvangen.

Artikel 15

  • 1. De Uitvoeringsregeling Subsidie BDU Gedragsbeïnvloeding Verkeersveiligheid Noord-Holland 2012 wordt ingetrokken.

  • 2. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij is geplaatst.

  • 3. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2015.

  • 4. Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie BDU Gedragsbeïnvloeding Verkeersveiligheid Noord-Holland 2014.

Ondertekening

Haarlem, 18 maart 2014
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter.
G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.