Regeling vervallen per 17-11-2020

Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland houdende regels omtrent mandaat, machtiging en volmacht Regionale Uitvoeringsdienst Besluit mandaat, machtiging en volmacht Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord 2014 van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

Geldend van 01-01-2019 t/m 16-11-2020

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland houdende regels omtrent mandaat, machtiging en volmacht Regionale Uitvoeringsdienst Besluit mandaat, machtiging en volmacht Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord 2014 van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Besluiten vast te stelllen:

Besluit mandaat, machtiging en volmacht Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord 2014 van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit mandaatbesluit wordt verstaan onder:

  • a.

    GS: gedeputeerde staten van Noord-Holland;

  • b.

    RUD NHN: Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord;

  • c.

    directeur: algemeen directeur van de RUD NHN.

Artikel 2 Mandaat

GS verlenen mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur en zijn plaatsvervanger overeenkomstig de als bijlage I bij dit besluit behorende lijst. Het begrip besluit in dit mandaatbesluit omvat het ambtshalve of op verzoek intrekken, wijzigen, overdragen en verlengen van besluiten.

Artikel 3 Clausulering van het mandaat

Buiten het mandaat valt:

  • a.

    een beslissing op bezwaar ingediend tegen een besluit dat in het kader van de uitoefening van het mandaat is genomen;

  • b.

    het vaststellen, wijzigen of intrekken van een beleidsregel.

Artikel 4 Ondermandaat, machtiging en volmacht

  • 1. De gemandateerde kan ondermandaat verlenen voor een bepaalde bevoegdheid aan een ondergeschikte.

  • 2. De gemandateerde verstrekt aan GS zo spoedig mogelijk een afschrift van het ondermandaat dat hij overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid, aan een ondergeschikte heeft verleend.

  • 3. In bijlage I wordt aangegeven wat het laagst toegestane niveau is voor het verlenen van ondermandaat.

Artikel 5 Instructies verbonden aan de uitoefening van het (onder)mandaat

  • 1.

    Uitoefening van bevoegdheden vindt plaats binnen het kader van toepasselijk(e) wetgeving en beleid en mag niet leiden tot een verschuiving van provinciale bevoegdheden of tot doorbreking van politieke verantwoordelijkheden van GS.

  • 2.

    Gemandateerde is verplicht GS te informeren en in de gelegenheid te stellen bijzondere aanwijzingen te geven of de bevoegdheid zelf uit te oefenen, indien uitoefening van het mandaat politieke of maatschappelijke gevolgen kan hebben of als de provincie Noord-Holland aansprakelijk kan worden gesteld.

  • 3.

    Ten behoeve van het bepaalde in het tweede lid kunnen GS nadere instructies geven over het omgaan met en het herkennen van gevoelige zaken.

  • 4.

    Als de uitoefening van een bevoegdheid betrekking heeft op een aangelegenheid waarbij de gemandateerde een direct of indirect persoonlijk of zakelijk belang heeft, of zich een situatie zou kunnen voordoen waarbij jegens derden de indruk van vooringenomenheid of belangenverstrengeling kan worden gewekt, wordt de bevoegdheid uitgeoefend op hoger niveau.

  • 5.

    Indien toepassing van het vierde lid niet mogelijk is, mag het mandaat niet worden uitgeoefend.

  • 6.

    Bij uitoefening van bevoegdheden wordt een scheiding aangebracht tussen de vergunningverleningsfunctie en de handhavingsfunctie volgens de eisen van artikel 7, vierde lid, van het Besluit omgevingsrecht.

Artikel 6 Volmacht en machtiging

Tenzij anders is bepaald omvat de verlening van mandaat of ondermandaat mede de verlening van:

  • a.

    volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen; en

  • b.

    machtiging om in naam van GS handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 7 Informatieplicht

Gemandateerde verstrekt GS voor het einde van ieder kwartaal, of conform in een overeenkomst vastgelegd schema, een rapportage van de besluiten die in de uitoefening van het mandaat zijn genomen.

Artikel 8 Communicatie en publiciteit

Gemandateerde is niet toegestaan bij de uitoefening van het mandaat zonder toestemming van GS in de publiciteit te treden als dat naar verwachting politieke of maatschappelijke gevolgen kan hebben of tot gevolg kan hebben dat de provincie of gedeputeerden aansprakelijk worden gesteld of anderszins aansprakelijk worden gehouden.

Artikel 9 Ondertekening

Indien op grond van het verleende mandaat besluiten worden genomen, luidt de ondertekening:

Gedeputeerde staten van Noord-Holland,

namens dezen,

Gevolgd door de handtekening en de naam van de functionaris.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt, na instemming daarmee door de directeur van de RUD NHN en de publicatie in het provinciaal Blad in werking op 1 januari 2014.

Artikel 11 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat, machtiging en volmacht Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord 2014 van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland.

Ondertekening

Haarlem, 10 december 2013.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter.
G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.

Bijlage I

A. DE HIERONDER VERMELDE BEVOEGDHEID:

B. LAAGSTE NIVEAU UITOEFENING EN ONDERMANDAAT:

C. ONDER DE VOLGDENDE VOORWAARDE(N):

 

 

1.Vergunningver-

lening

 

 

 

 

 

 

 

Wet

Bodembescherming

 

1.1

Het nemen van besluiten op grond van de Wet bodembescherming en de op de Wet bodembescherming gebaseerde AmvB’s, regelingen en Besluiten en de Provinciale Milieuverordening Noord-Holland inclusief de vergunningverlening over de lijst spoedlocaties (vigerende MTR lijst op basis van het convenant Bodem & Ondergrond 2016-2020) inclusief de be- en afhandeling van meldingen en de aanschrijving voor onderzoek en sanering op grond van artikel 27 en 28 Wbb en het geven van aanwijzingen op grond van de Wet bodembescherming en de op de Wet bodembescherming gebaseerde AmvB’s, regelingen en Besluiten en de Provinciale Milieuverordening Noord-Holland

(Afdelings)

manager

Het mandaat is beperkt tot het grondgebied van de bij de RUD NHN aangesloten gemeenten met uitzondering van de gemeente Alkmaar

 

Uitgezonderd van het mandaat zijn onderstaande regelingen

•Besluit financiële bepalingen bodemsanering (incl. subsidieregeling bedrijfsterreinen);

•Regeling financiële bepalingen bodemsanering 2005;

•Regeling inrichting landelijk gebied (investeringsbudget).

Uitgezonderd van het mandaat zijn tevens het besluit tot het aangaan van een afkoopovereenkomst en co-financiering in het kader van het diepe grondwater beheer op grond van de artikelen 55c t/m 55i Wbb

Uitgezonderd van het mandaat zijn de BRZO/RIE-4-inrichtingen. Deze bevoegdheid is aan de OD NZKG opgedragen.

 

Voorafgaand overleg met GS bij besluiten:

  • 1.

    die financiële gevolgen voor de provincie hebben;

  • 2.

    m.b.t. de vergunningverlening inzake de lijst spoedlocaties

1.2

Het nemen van noodzakelijke maatregelen als bedoeld in artikel 30 Wet bodembescherming (ongewoon voorval)

(Afdelings)

manager

Het mandaat is beperkt tot het grondgebied van de bij de RUD NHN aangesloten gemeenten met uitzondering van de gemeente Alkmaar.

GS moeten zo spoedig mogelijk in kennis worden gesteld van de getroffen maatregelen.

 

 

Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwem-gelegenheden

 

1.3

De bestuursbevoegdheden op grond van de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden en de daarop gebaseerde Amvb’s en regelingen waaronder het Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden.

Inclusief de bevoegdheid tot het (laten) plaatsen en het (laten) verwijderen  van onderborden, verbodsborden en waarschuwingsborden

(Afdelings)

manager

Geldt voor het grondgebied van de provincie Noord-Holland

 

Uitgezonderd van mandaat is: 1.de bekendmaking en de aanwijzing van zwemlocaties en het toekennen van de zwemfunctie op grond van artikel 10b, eerste en tweede lid van de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden;

2. het plaatsen, wijzigen en het verwijderen van informatiebebording.

RUD NHN verzoekt GS borden te leveren als dat nodig is.

 

Voorafgaand overleg met GS is vereist bij:

het geven van nadere voorschriften op badinrichtingen op grond van artikel 7, eerste lid Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden

 

GS moeten zo spoedig mogelijk in kennis worden gesteld bij:

1.het sluiten van een badinrichting;

2.het instellen van een zwemverbod;

3.het geven van een negatief zwemadvies.

 

Afstemming met de commissaris van de Koning over het gebruik van de bevoegdheid is vereist, vooral als openbare orde/veiligheid in het geding is.

 

 

 

 

 

 

 

Wet Natuurbescherming

Stb. 2016, 34

De hierna genoemde gemandateerde bevoegdheden ingevolge de Wet natuurbescherming gelden voor het grondgebied van de provincie Noord-Holland.

1.4

Het nemen van een besluit op grond van artikel 1.3, vierde lid

 

(Afdelings)

manager

   

1.5

Het nemen van een besluit op grond van artikel 2.4, eerste en tweede lid

 

(Afdelings)

manager

 

Voorafgaand overleg met GS vereist

   

1.6

Het nemen van een besluit op grond van artikel 2.7, derde lid

 

Inclusief:

- het toedelen van ontwikkelingsruimte ingevolge artikel 2.7, eerste lid onder b van het Besluit natuurbescherming

 

- het registeren van de afschrijving van de toegedeelde ontwikkelingsruimte ingevolge artikel 2.9, eerste en tweede lid van het Besluit natuurbescherming

 

- het registreren van het vervallen van reserveringen van ontwikkelingsruimte als bedoeld in artikel 2.9, vijfde lid van het Besluit natuurbescherming

 

(Afdelings)

manager

       

   

1.7

Het nemen van een besluit op grond van artikel 3.3. eerste lid

 

(Afdelings)

manager

Voorafgaand overleg met GS in ieder geval vereist bij de intrekking van een besluit.

Voorafgaand overleg met GS is tevens vereist bij besluitvorming in het kader van de dossiers:

  • 1.

    Ganzen Schiphol

  • 2.

    Ganzenontheffing algemeen

 

1.8

Het nemen van een besluit op grond van artikel 3.4, tweede lid

 

(Afdelings)

manager

Voorafgaand overleg met GS in ieder geval vereist bij de intrekking van een besluit.

 

1.9

Het nemen van een besluit op grond van artikel 3.8, eerste lid

 

(Afdelings)

manager

Voorafgaand overleg met GS in ieder geval vereist bij de intrekking van een besluit.

1.10

Het nemen van een besluit op grond van artikel 3.9, tweede lid

(Afdelings)

manager

 

1.11

Het nemen van een besluit op grond van artikel 3.10 tweede lid

(Afdelings)

manager

Voorafgaand overleg met GS in ieder geval vereist bij de intrekking van een besluit.

 

1.12

Het beoordelen van een verslag van de uitvoering van het faunabeheerplan door de faunabeheereenheid op grond van artikel 3.12, achtste lid

(Afdelings)

manager

   

1.13

Het nemen van een besluit op grond van artikel 3.17, eerste lid

(Afdelings)

manager

Voorafgaand overleg met GS in ieder geval vereist bij de intrekking van een besluit.

 

1.14

Het nemen van een besluit op grond van artikel 3.22, vierde lid

 

(Afdelings)

manager

 

1.15

Het nemen van een besluit op grond van artikel 3.32, tweede lid onder a

 

(Afdelings)

manager

 

1.16

Het nemen van een besluit op grond van artikel 3.34, derde lid

(Afdelings)

manager

Voorafgaand overleg met GS in ieder geval vereist bij de intrekking van een besluit.

 

1.17

Het nemen van een besluit op grond van artikel 4.5 eerste en derde lid Wet Natuurbescherming en artikel 5, eerste en derde lid Verordening Houtopstanden Noord-Holland

 

(Afdelings)

manager

Voorafgaand overleg met GS bij nemen besluit op grond van  artikel 5, derde lid Verordening Houtopstanden Noord-Holland

 

1.18

Het nemen van een besluit op grond van artikel 5.1, tweede lid

(Afdelings)

manager

 

1.19

Het nemen van een besluit op grond van artikel 5.1.derde lid

(Afdelings)

manager

 

1.20

Het nemen van een besluit op grond van artikel 5.3 lid 1 tot en met lid 4

(Afdelings)

manager

 

1.21

Het nemen van een besluit op grond van artikel 5.4, lid 1 tot en met lid drie

(Afdelings)

manager

lid 3: de bevoegdheid tot intrekking geldt slechts voor een verleende ontheffing.

1.22

Het geven van een opdracht op aanvraag op grond van artikel 3.18 voor zover het een individueel geval betreft dat geen betrekking heeft op het hele grondgebied van de provincie Noord-Holland

 

(Afdelings)

manager

Het mandaat omvat onder meer: het afdoen van aanvragen voor een opdracht die betrekking heeft op de bestrijding van diersoorten ten behoeve van de luchthaven Schiphol.

 

Voorafgaand overleg met GS vereist.

 

Het mandaat wordt slechts uitgeoefend op grond van een beleidsmatige afweging van GS. De beleidsmatige afweging wordt in een door of namens GS vastgesteld beleidskader of –regel neergelegd.

   

Van het mandaat zijn uitgezonderd:

- Het afdoen van aanvragen voor een opdracht die gegeven wordt voor soorten waarvan de populatie landelijk moet worden beperkt, waaronder begrepen de bestrijding van invasieve exoten.

- Het verlenen van opdrachten waarvoor geen door of namens GS vastgesteld beleidskader of –regel is.

 

1.23

Het registreren van een melding op grond van artikel 2.7, derde lid, Regeling natuurbescherming

(Afdelings)

manager

 

1.24

Het vaststellen en beschikbaar stellen van een (digitaal) aanvraagformulier op grond van artikel 3, lid 2 Verordening Houtopstanden Noord-Holland en artikel 5, lid 1 Verordening Vrijstelling Soorten Noord-Holland

(Afdelings)

manager

 

 

 

WABO

 

1.25

Het afgeven van een verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder j (gebieden)

(Afdelings)

manager

Geldt voor het grondgebied van de provincie Noord-Holland

1.26

Het afgeven van een verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder k (soorten)

(Afdelings)

manager

Geldt voor het grondgebied van de provincie Noord-Holland

 

 

Provinciale Milieu Verordening-stiltegebieden

 

1.27

Het nemen van een besluit op grond van artikel 4.3.3. Provinciale Milieuverordening (stiltegebieden)

(Afdelings)

manager

Geldt voor het grondgebied van de provincie Noord-Holland

 

 

 

 

1.28

Het afgeven van een verklaring Annex C-1 dat een volledige beoordeling op grond van artikel 6 derde lid, van de Europese richtlijn 92/43/EEC niet nodig is.

 

Habitat richtlijn (Europese richtlijn 92/43/EEC)

 

 

 

 

 

 

 

 

2. HANDHAVING

Bevoegdheden worden uitsluitend opgedragen voor zover passend binnen het kader en geografisch bereik van de hierboven opgedragen (vergunnings)taken.

2.1

Toezicht en handhaving betreffende alle aan de RUD NHN gemandateerde bestuursbevoegdheden (inclusief het nemen van besluiten) voor zover in navolgende artikelen niet anders is aangegeven, Inclusief de toezicht en handhaving van de lijst spoedlocaties (vigerende MTR lijst op basis van het convenant Bodem & Ondergrond 2016-2020)

Teamleider

Geldt voor het grondgebied van de provincie Noord Holland

 

2.2

Het afhandelen van meldingen Besluit bodemkwaliteit, en het milieutoezicht en de handhaving op activiteiten die vallen onder het Besluit Bodemkwaliteit voor zover verricht door bedrijven of instellingen, en voor zover het die activiteiten betreft

Teamleider

Voor zover GS bevoegd gezag zijn. Omvat het nemen van besluiten. Geldt voor het grondgebied van de gemeenten die deel uitmaken van de RUD NHN, met uitzondering van de gemeente Alkmaar

2.3

Het milieutoezicht en de handhaving van meldingen en besluiten op grond van of krachtens de Wet bodembescherming en de op de Wet bodembescherming gebaseerde AmvB’s, regelingen en Besluiten en de Provinciale Milieuverordening Noord-Holland, voor de activiteiten bodemonderzoek, bodemsanering, sanering van bedrijfsterreinen, en nazorgmaatregelen, inclusief toezicht en handhaving betreffende gevallen van ernstige verontreiniging en gevallen van verontreiniging die onder de zorgplicht vallen, en betreffende lozing van grondwater bij bodemsanering en proefbronnering

Teamleider

Voor zover GS bevoegd gezag zijn. Omvat het nemen van besluiten. Geldt voor het grondgebied van de gemeenten die deel uitmaken van de RUD NHN, met uitzondering van de gemeente Alkmaar

Geldt voor zover nodig voor uitvoering van het project spoedlocaties voor de gehele provincie Noord-Holland, met uitzondering van de gemeente Alkmaar

Deze bevoegdheid geldt niet voor het toezicht op en handhaving van de zorgplicht en toezicht op en handhaving van de door GS gegeven aanwijzingen voor nieuwe gevallen van verontreiniging (binnen Wm inrichtingen) voor het grondgebied van de provincie Noord-Holland en voor zover GS op grond van de Wabo bevoegd gezag zijn voor deze inrichtingen.

Voorafgaand overleg met PNH vereist bij het bevel tot onderzoek en sanering op grond van artikel 43 Wbb

2.4

Het milieutoezicht en de handhaving met betrekking tot bedrijfsmatige activiteiten met betrekking tot gevaarlijke afvalstoffen, bedrijfsafvalstoffen en ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen, asbest, vuurwerkopslagen, bouwstoffen, grond, baggerspecie, meststoffen, dierlijke vetten, schroot, destructiemateriaal, explosieven voor civiel gebruik of andere gevaarlijke stoffen. Het gaat hierbij om het ketengerichte milieutoezicht

Teamleider

Voor zover GS bevoegd gezag zijn. Omvat het nemen van besluiten. Geldt voor het grondgebied van de gemeenten die deel uitmaken van de RUD NHN, met uitzondering van de gemeente Alkmaar

 

Uitgezonderd handhaving en toezicht op vuurwerkevenementen. Deze bevoegdheid is opgedragen aan de OD Noordzeekanaalgebied

 

2.5

Het uitoefenen van de bevoegdheden bij of krachtens de Scheepvaartverkeerswet en Scheepvaartverordening en de Wegenwet en Wegenverordening 

Teamleider

Voor zover GS bevoegd gezag zijn. Omvat het nemen van besluiten. Geldt voor het grondgebied van de provincie Noord-Holland

 

2.6

Toezicht en handhaving van de artikelen 3.18 en 3.19 Wet Natuurbescherming

Teamleider

Toezicht/handhaving geldt voor de besluiten die in mandaat zijn genomen, maar ook voor de besluiten die het college van GS zelf heeft genomen.

2.7

Het weigeren van een gedoogbeschikking

Directeur

 

2.8

Op grond van artikel 5.11 van de Awb, aanwijzen van toezichthouders voor zover de RUD NHN belast is met uitvoering van een wettelijke regeling op grond waarvan toezichthouders kunnen worden aangewezen

Directeur

 

2.9

Het versturen van een schriftelijke bevestiging als er geen overtredingen zijn geconstateerd

Medewerker

 

2.10

Het besluit omtrent de invordering van een dwangsom als bedoeld in artikel 5:37 van de Awb

Teamleider

 

2.11

Overleg voor het maken van afspraken met OM, politie en landelijke inspectie-en opsporingsdiensten, waaronder het periodiek afsluiten van handhavingsarrangementen

met het OM en de politie

Medewerker

 

2.12

Het maken van afspraken met de politie c.q. de korpschef en het FP3 over het gebruik van opsporingsbevoegdheid door en de kwaliteit van de bij de omgevingsdienst

werkzame BOA’s

Teamleider

 

2.13

Samenwerking met de landelijk opererende handhavingsorganisaties,

zoals de rijksinspecties, en de hiervoor als het aanspreekpunt voor die organisaties aan te wijzen RUD

Teamleider

 

2.14

Het opleggen van een last onder dwangsom op grond van artikel 7.2 Wet natuurbescherming

Teamleider

Geldt voor het grondgebied van de provincie Noord-Holland.

 

 

3.AWB, BEZWAAR/

BEROEP

Bevoegdheden worden uitsluitend opgedragen voor zover passend binnen het kader en geografisch bereik van de hierboven opgedragen vergunnings- toezichts- en handhavingstaken.

3.1

Het vaststellen/indienen van verweerschriften, zienswijzen en andere processtukken in het kader van procedures; procesvertegenwoordiging namens het bevoegd gezag bij de administratieve rechter, inclusief het optreden ter zitting.

 

(Afdelings)

manager

 

Onder deze bevoegdheid valt niet:

1.het instellen van hoger beroep;

2. de bevoegdheid tot schikken voorafgaande, tijdens of na afloop van de zitting;

 

Voor vertegenwoordiging ter zitting kan de directeur medewerkers schriftelijk machtigen.

3.2

Het vaststellen van verweerschriften en procesvertegenwoordiging/

(Afdelings)

manager

 

3.3

Het voorbereiden van beslissingen op bezwaar

(Afdelings)

manager

Het betreft alleen de voorbereiding bob, uitgezonderd het horen, GS horen (provinciale Hoor- en Advies Commissie) en besluiten zelf.

 

voeren van het woord ten behoeve van de bezwaarschriftenprocedure bij de HAC

Medewerker?

 

 

 

4. AWB ALGEMEEN

Bevoegdheden worden uitsluitend opgedragen voor zover passend binnen het kader en geografisch bereik van de hierboven opgedragen vergunnings- toezichts- en handhavingstaken.

4.1

 

Beslissen tot het doorzenden van stukken op grond van artikel 2:3 van de Awb

Medewerker

 

4.2

Het sturen van een ontvangstbevestiging

Medewerker

 

4.3

Stellen van een termijn op grond van art. 4:5 Awb, waarbinnen een aanvraag kan worden aangevuld

Medewerker

 

4.4

Besluiten tot het niet in behandeling nemen van een aanvraag op grond van art. 4:5 Awb

(Afdelings)

manager

 

4.5

Het voeren van correspondentie over Awb-procedures, ontheffingen, vrijstellingen en vergunningen (uitnodigingen, toezending verslagen e.d.) niet zijnde correspondentie in het kader van bezwaarschriftprocedure

(Afdelings)

manager

 

4.6

Beantwoorden van vragen (schriftelijk)

(Afdelings)

manager

Met uitzondering van schriftelijke vragen van PS-leden

4.7

Het schriftelijk opvragen van inlichtingen, stukken in het kader van de voorbereiding van besluitvorming ten aanzien van beroepschriften, goedkeuring, etc.

(Afdelings)

manager

Met uitzondering van bevoegdheden op grond van de Wet Bibob.

4.8

De behandeling van en beslissing over klachten.

(Afdelings)

manager

 

 

 

 

 

 

 

5. WET BIBOB

Bevoegdheden worden uitsluitend opgedragen voor zover passend binnen het kader en geografisch bereik van de hierboven opgedragen vergunnings- toezichts- en handhavingstaken.

5.1

Het verzoek aan GS om aanvragen te toetsen aan de hand van de Wet Bibob.

(Afdelings)

manager

De Bibob toetsing, onderzoek en besluitvorming verlopen geheel via GS.

 

 

 

 

       

 

6. WET OPENBAAR

HEID VAN BESTUUR

Bevoegdheden worden uitsluitend opgedragen voor zover passend binnen het kader en geografisch bereik van de hierboven opgedragen vergunnings- toezichts- en handhavingstaken.

6.1

Het nemen van besluiten op verzoeken op grond en het nemen van besluiten tot actieve openbaarmaking op grond van artikel 8 van de Wob en artikel 19.1. van de Wet Milieubeheer.

 

(Afdelings)

manager

De bevoegdheid geldt niet voor het afwijzen van Wob verzoeken. In dat geval bereidt de RUD NHN het besluit voor.

 

Het weigeren van een Wob verzoek omdat dat elektronisch is ingediend valt niet onder laatstgenoemde uitzondering.