Regeling vervallen per 29-11-2017

Verordening administratief beroep Noord-Holland 2005

Geldend van 01-03-2005 t/m 28-11-2017

Intitulé

Verordening administratief beroep Noord-Holland 2005

Provinciale Staten van Noord-Holland;

overwegende dat de regeling van de behandeling van administratief beroep door gedeputeerde staten aangepast dient te worden aan het gedualiseerde stelsel van de nieuwe Provinciewet;

gelezen de voordracht van gedeputeerde staten;

gelet op artikel 168 van de Provinciewet;

besluiten:

  • I.

    met ingang van 1 maart 2005 de Commissie administratief beroep, ingesteld door provinciale staten bij besluit van 11 december 2000, nr. 87, op te heffen;

  • II.

    vast te stellen de navolgende verordening:

Verordening administratief beroep Noord- Holland 2005

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    kamer: kamer uit gedeputeerde staten als bedoeld in artikel 171, lid 1 van de Provinciewet.

Artikel 2

  • 1. In het bericht van ontvangst van een bij gedeputeerde staten ingediend beroepschrift, bedoeld in artikel 6:14, lid 1 en lid 2 van de wet wordt vermeld dat belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld te worden gehoord.

  • 2. Met het bericht van ontvangst bedoeld in lid 1 wordt zo mogelijk de oproep voor het horen verzonden. Indien dit niet mogelijk is gebeurt de verzending zo spoedig mogelijk.

  • 3. In de oproep wordt aan de belanghebbenden meegedeeld:

    • a.

      wanneer en waar de hoorzitting plaatsvindt;

    • b.

      door welke kamer het horen plaatsvindt, en wie daarvan deel uitmaakt of uitmaken;

    • c.

      gedurende welke termijn het indienen van nadere stukken en het inzien van de stukken als bedoeld in artikel 7:18, lid 1 en lid 2 van de wet mogelijk is; en

    • d.

      indien de kamer daartoe reeds besloten heeft, wie zij zal oproepen als getuigen of deskundigen als bedoeld in artikel 169 van de Provinciewet.

Artikel 3

  • 1. Indien het voornemen bestaat om in een zaak uitspraak te doen op de wijze bedoeld in artikel 172, lid 1 van de Provinciewet is artikel 2 niet van toepassing.

  • 2. De uitspraak bedoeld in lid 1 wordt niet gedaan voordat de termijn voor het doen van verzet, bedoeld in artikel 172, lid 3 van de Provinciewet, is verstreken zonder dat:

    • a.

      verzet is gedaan; of

    • b.

      het verzet ongegrond is verklaard.

  • 3. Van het horen van een indiener van een verzetschrift wordt een verslag gemaakt. Artikel 5, lid 1 is op het verslag van toepassing.

  • 4. Gedeputeerde staten beslissen binnen 6 weken op het verzetschrift.

  • 5. Indien het verzet gegrond wordt verklaard, wordt het beroep behandeld op de voet van artikel 2.

Artikel 4

  • 1. Indien door of namens de kamer een onderzoek is gedaan, wordt daarvan een rapport opgemaakt en wordt het rapport toegevoegd aan de stukken bedoeld in artikel 7:18, lid 2 van de wet.

  • 2. De kamer of een lid daarvan kan al dan niet op verzoek van een belanghebbende, vergezeld van degene die als haar griffier optreedt, een plaatselijke gesteldheid opnemen of zaken bezichtigen die niet of bezwaarlijk naar de hoorzitting kunnen worden overgebracht. Lid 1 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5

  • 1. Het verslag van het horen als bedoeld in artikel 7:21 van de wet bevat:

    • a.

      de samenstelling van de kamer;

    • b.

      de namen van de opgeroepen belanghebbenden;

    • c.

      de namen van de aanwezige belanghebbenden;

    • d.

      de namen van getuigen en deskundigen;

    • e.

      hun getuigenis of rapport;

    • f.

      alle door belanghebbenden tijdens het horen aangevoerde argumenten; en

    • g.

      de eventueel gemaakte afspraken.

  • 2. Nadere geschriften of bewijsstukken die zijn aangeboden na de termijn bedoeld in artikel 7:18, lid 1 van de wet, worden slechts door de kamer in aanmerking genomen als de wederpartij daarmee instemt. Aanbod en instemming worden in het verslag vermeld.

  • 3. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter van de meervoudige of het lid van de enkelvoudige kamer en door degene die als griffier van de kamer optreedt.

Artikel 6

Indien op een beroepschrift nog niet is beslist en het horen als bedoeld in artikel 7:19 van de wet is gebeurd door de Commissie administratief beroep, wordt het horen geacht te hebben plaatsgevonden door de kamer.

Artikel 7

De Verordening Commissie administratief beroep Noord-Holland 2000 wordt ingetrokken.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op 1 maart 2005.

Artikel 9

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening administratief beroep Noord-Holland 2005.

Ondertekening

Haarlem, 28 februari 2005
Provinciale staten voornoemd,
H.C.J.L. Borghouts, voorzitter.
mw. C.A. Peters, griffier.