Regeling vervallen per 01-01-2013

Reglement gebiedscommissiesen subcommissies landelijk gebied Noord-Holland

Geldend van 21-05-2008 t/m 31-12-2012

Intitulé

Reglement gebiedscommissiesen subcommissies landelijk gebied Noord-Holland

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

 

  • I.

    gelet op artikel 82 van de Provinciewet, ten behoeve van de realisatie van de ILG-doelen de volgende gebiedscommissies in te stellen als adviescommissie

    • a.

      Amstel, Gooi en Vechtstreek;

    • b.

      Zuid-West/Rijnland;

    • c.

      Noord-Kennemerland;

    • d.

      Laag Holland;

    • e.

      West-Friesland;

    • f.

      Kop van Noord-Holland;

    • g.

      Texel.

  • II.

    vast te stellen het hierna volgende reglement:

    Reglement gebiedscommissies en subcommissies landelijk gebied Noord-Holland.

Algemeen

Artikel 1

  • a. In dit reglement wordt verstaan onder

  • b. ILG: Investeringsbudget Landelijk Gebied;

  • c. ILG-doelen: Europese, landelijke en provinciale beleidsdoelen voor het landelijk gebied, zoals neergelegd in het Provinciaal Meerjarenprogramma Landelijk Gebied (pMJP-A);

  • d. Beleidskaders: het vigerend beleid van de Europese Unie, Rijk en de provincie Noord-Holland, zoals onder andere verwoord in de (jaarlijks te actualiseren) opdracht aan de gebiedscommissies en in de subsidiecriteria.

  • e. Plenaire vergadering: een vergadering waarvoor alle leden van de commissie worden uitgenodigd.

  • f. Overige vergadering: een vergadering tussen één of meer leden van de commissie en één of meer buitenstaanders, welke het functioneren van de commissie ondersteunen.

Artikel 2

  • a. De gebiedscommissie Amstel, Gooi en Vechtstreek voert haar taken uit voor het grondgebied van de gemeenten Amsterdam, Blaricum, Bussum, Diemen, Hilversum, Huizen, Muiden, Laren, Naarden, Ouder-Amstel, Uithoorn, Weesp, Wijdemeren, en Aalsmeer en Amstelveen voor zover het grondgebied van deze laatste twee gemeenten binnen de waterschapsgrenzen van het hoogheemraadschap Amstel, Gooi- en Vechtstreek valt.

  • b. De gebiedscommissie Zuid-West/Rijnland voert haar taken uit voor het grondgebied van de gemeenten Amsterdam, Bennebroek, Bloemendaal, Haarlem, Haarlemmermeer, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Heemstede, Velsen, Zandvoort, en Aalsmeer en Amstelveen voor zover het grondgebied van deze laatste twee gemeenten binnen de waterschapsgrenzen van het hoogheemraadschap Rijnland valt.

  • c. De gebiedscommissie Noord-Kennemerland voert haar taken uit voor het grondgebied van de gemeenten Alkmaar, Bergen, Beverwijk, Castricum, Heemskerk, Heerhugowaard, Heiloo, Langedijk en Uitgeest.

  • d. De gebiedscommissie Laag Holland voert haar taken uit voor het grondgebied van de gemeenten Amsterdam Noord, Beemster, Edam Volendam, Graft-de Rijp, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Schermer, Waterland, Wormerland, Zaanstad en Zeevang.

  • e. De gebiedscommissie West-Friesland voert haar taken uit voor het grondgebied van de gemeenten Andijk, Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Medemblik, Obdam, Opmeer, Stede Broec, Wervershoof, Wester-Koggenland.

  • f. De gebiedscommissie Kop van Noord-Holland voert haar taken uit voor het grondgebied van de gemeenten Anna Paulowna, Harenkarspel, Den Helder, Niedorp, Schagen, Wieringermeer, Wieringen en Zijpe.

  • g. De gebiedscommissie Texel voert haar taken uit voor het grondgebied van de gemeente Texel.

Taken van een gebiedscommissie

Artikel 3

Een gebiedscommissie:

  • a.

    coördineert in opdracht van GS de uitvoering van de ILG-doelen;

  • b.

    krijgt bij de start van haar werkzaamheden een opdracht, die jaarlijks door GS wordt geactualiseerd;

  • c.

    stimuleert integrale projecten die bijdragen aan de verwezenlijking van de ILG-doelen in haar regio en regelt waar nodig de cofinanciering door derden;

  • d.

    beoordeelt, prioriteert en programmeert de bij haar ingediende projecten binnen de door GS vastgestelde beleidskaders;

  • e.

    draagt jaarlijks een ontwerp van een regionaal uitvoeringsprogramma vóór 1 september van het jaar voorafgaande aan het jaar waarop het desbetreffende programma betrekking heeft, ter besluitvorming voor aan GS;

  • f.

    zorgt voor draagvlak in haar regio voor het programma dat door GS is vastgesteld;

  • g.

    houdt het overzicht over de voortgang van de uitvoering van het programma en verantwoordt hierover drie keer per jaar aan GS ten behoeve van de voorjaarsnota, de najaarsnota en de jaarrekening;

  • h.

    verzorgt de communicatie over het gebiedsgerichte beleid voor de plattelandsontwikkeling en de uitvoering van het regionale gebiedsprogramma in haar regio, en

  • i.

    kan aan GS voorstellen doen met betrekking tot de instelling van subcommissies.

Subcommissies

Artikel 4

  • 1. GS stellen subcommissies in, al dan niet op voorstel van een gebiedscommissie.

  • 2. GS stellen de taken van een subcommissie vast.

Samenstelling van een gebiedscommissie en een subcommissie

Artikel 5

  • 1. GS benoemen de voorzitter en de leden van een commissie op grond van hun deskundigheid.

  • 2. Een commissie bestaat uit ten hoogste 10 leden.

  • 3. Bij het bepalen van het ledental wordt rekening gehouden met de grootte van het gebied en de aard en complexiteit van de opgave voor het gebied.

  • 4. In een commissie zitten in ieder geval één of meerdere leden op voordracht van de kleine gemeenten, de grote gemeenten, het waterschap, de landbouwsector, de agrarische natuurverenigingen, de natuurbeherende organisaties en de recreatiesector.

  • 5. Een commissie staat onder leiding van een onafhankelijk voorzitter.

  • 6. Een voorzitter wijst een plaatsvervangend voorzitter aan uit de leden van de commissie.

  • 7. De leden worden benoemd voor een tijdvak van vier jaren.

  • 8. Aftredende leden kunnen eenmaal aansluitend worden herbenoemd voor een tijdvak van vier jaren.

  • 9. Degene die in een commissie de plaats inneemt van een lid, wiens zittingsduur nog niet verstreken was, heeft zitting tot het einde van die duur.

  • 10. GS kunnen een lid schorsen.

  • 11. GS kunnen aan een lid al dan niet op zijn verzoek tussentijds ontslag verlenen.

Artikel 6

GS kunnen bij de instelling van een subcommissie afwijken van het bepaalde in artikel 5.

De gebiedscoördinator

Artikel 7

  • 1. GS wijzen per gebied een provinciale ambtenaar aan als gebiedscoördinator.

  • 2. De gebiedscoördinator is via het provinciale programmamanagement op de hoogte van de stand van zaken met betrekking tot de verwezenlijking van beleidsdoelen en de inzet van middelen.

  • 3. De gebiedscoördinator voert het secretariaat van de gebiedscommissie.

Het gebiedsbureau

Artikel 8

  • 1. Een gebiedscommissie wordt ondersteund door een gebiedsbureau. Het gebiedsbureau is tevens de plek waar alle projectvoorstellen uit de regio en vragen m.b.t. ILG worden ingediend en behandeld.

  • 2. Een gebiedscommissie draagt zorg voor de personele invulling en facilitering van het gebiedsbureau.

  • 3. De functionele aansturing van het gebiedsbureau berust bij de gebiedscoördinator.

Vergaderingen

Artikel 9

  • 1. De commissie kent plenaire vergaderingen en overige vergaderingen.

  • 2. De Voorzitter en de secretaris van een commissie bepalen gezamenlijk datum, plaats en tijdstip van de plenaire vergaderingen.

  • 3. Op verzoek van tenminste drie leden van de commissie belegt de voorzitter een plenaire vergadering.

  • 4. Plenaire vergaderingen van gebiedscommissies en subcommissies vinden plaats in het openbaar.

  • 5. De Voorzitter kan besluiten een plenaire vergadering achter gesloten deuren te houden.

  • 6. Overige vergaderingen zijn niet openbaar.

  • 7. Overige vergaderingen worden vooraf gemeld bij de voorzitter van de gebiedscommissie, respectievelijk subcommissie.

  • 8. De secretaris houdt een presentielijst bij van zowel de plenaire als de overige vergaderingen.

Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 10

  • 1. Dit besluit wordt aangehaald als: Reglement gebiedscommissies en subcommissies landelijk gebied Noord-Holland.

  • 2. Dit reglement treedt in werking op de dag na publicatie in het Provinciaal Blad en werkt terug tot en met 1 januari 2007.

Ondertekening

Haarlem, 19 december 2006.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland.
H.C.J.L. Borghouts, voorzitter.
H.W.M. Oppenhuis de Jong, provinciesecretaris.