Regeling vervallen per 01-01-2020

Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 13 juni 2017, nr. 954903/954907, tot vaststelling van de Uitvoeringsregeling subsidie ondersteuning toekomstbestendige werklocaties Noord-Holland 2017

Geldend van 07-09-2018 t/m 31-12-2019

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 13 juni 2017, nr. 954903/954907, tot vaststelling van de Uitvoeringsregeling subsidie ondersteuning toekomstbestendige werklocaties Noord-Holland 2017

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Overwegende dat uit het oogpunt van de toekomstbestendigheid van Noord-Hollandse werklocaties regels worden gesteld voor subsidieverstrekking voor duurzame maatregelen, transformatie en de organisatie van beheer op bedrijventerreinen;

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

Besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling subsidie ondersteuning toekomstbestendige werklocaties Noord-Holland 2017

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. bedrijventerrein: een bedrijventerrein als bedoeld in de Provinciale Ruimtelijke Verordening;

b. kantoorlocatie: een kantoorlocatie als bedoeld in de Provinciale Ruimtelijke Verordening;

c. transformatie: de ‘planologische’ functiewijziging van een bedrijventerrein of kantoorlocatie, of een deel daarvan;

d. organisatie voor beheer van een bedrijventerrein: een organisatie waarin de gemeente en eindgebruikers de continuïteit van onderhoud, beheer, kwaliteit en herinvestering van een bedrijventerrein waarborgen;

e. duurzame maatregelen: het realiseren van voorzieningen op de gebieden energie, water, waterberging, grondstoffen, afval, nutsvoorzieningen, gebouwen, verkeer en vervoer die leiden tot een lagere milieubelasting en/of efficiënter ruimtegebruik, de herbruikbaarheid van grondstoffen, het vergroten van de biodiversiteit of het stimuleren van samenwerking tussen bedrijven bij de uitwisseling van energie, grondstoffen of bijproducten.

f. onderneming: natuurlijke persoon of rechtspersoon, die als ondernemer aan het economisch verkeer deelneemt.

Artikel 2

1. Subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten:

a. Het inrichten van een organisatie voor beheer van een bedrijventerrein;

b. Het begeleiden en initiëren van duurzame maatregelen op een bedrijventerrein.

c. Het begeleiden van de vraagbundeling voor het realiseren van een snelle breedbandvoorziening op bedrijventerreinen.

2. Subsidie kan voorts verstrekt worden voor:

a. het uitvoeren van onderzoek naar of procesbegeleiding bij transformatie betreffende bestaande, nieuwe en beoogde bedrijventerreinen en kantoorlocaties;

b. het uitvoeren van onderzoek naar of procesbegeleiding bij tijdelijke benutting van bedrijventerreinen en kantoorlocaties;

c. het opstellen van regionale en lokale visies voor bedrijventerreinen en kantoorlocaties.

Artikel 3

1. Subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen a, b en c, wordt verstrekt aan:

a. gemeenten en openbare lichamen die zijn ingesteld op grond van hoofdstuk I, II of IV van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

b. ondernemingen voor zover de aanvraag aantoonbaar met een getekende verklaring door de gemeente wordt ondersteund.

2. Subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, lid 2 wordt verstrekt aan gemeenten en openbare lichamen die zijn ingesteld op grond van hoofdstuk I, II of IV van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel 4

Gedeputeerde Staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,-.

Artikel 5

Bij subsidies van minder dan € 10.000,- gaat geen subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.

Artikel 6

Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:

a. een begroting van de kosten van de activiteit;

b. een financieringsplan van de kosten van de activiteit;

c. een inhoudelijke beschrijving van de activiteit.

Artikel 7

1. Gedeputeerde Staten stellen voor de activiteiten genoemd in artikel 2 jaarlijks een subsidieplafond vast.

2. Gedeputeerde Staten kunnen voor elke gesubsidieerde activiteit afzonderlijke subsidieplafonds vaststellen.

Artikel 8

1. GS stellen jaarlijks een periode vast, waarbinnen aanvragen om subsidie op grond van deze regeling kunnen worden ingediend.

2. Een aanvraag om subsidie wordt ingediend op een door Gedeputeerde Staten beschikbaar gesteld formulier en is tijdig ingediend indien deze in de in eerste lid genoemde periode is ontvangen;

3. Een aanvraag om subsidie die buiten de in eerste lid genoemde periode wordt ontvangen, wordt niet in behandeling genomen;

4. Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na afloop van de in eerste lid genoemde periode op de ingediende aanvragen.

Artikel 9

Subsidie wordt geweigerd indien:

a. de activiteit niet financieel haalbaar is;

b. de activiteit betrekking heeft op regulier of achterstallig onderhoud.

Artikel 10

1. Subsidie wordt verstrekt voor de kosten van inhuur van externe expertise die noodzakelijk zijn voor en rechtstreeks toe te rekenen zijn aan de gesubsidieerde activiteiten.

2. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor kosten die zijn gemaakt na het indienen van de aanvraag om subsidie.

3. Subsidie wordt niet verstrekt voor de kosten van:

a. eigen personeel en het eigen apparaat;

b. door de aanvrager verschuldigde BTW.

Artikel 11

1. De subsidie voor activiteiten genoemd in artikel 2, eerste lid, onderdelen a en b, bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot maximaal € 25.000,-.

2. De subsidie voor activiteiten genoemd in artikel 2, eerste lid, onderdeel c en tweede lid, bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot maximaal € 10.000,-.

3. Indien toepassing van het eerste en het tweede lid naar het oordeel van Gedeputeerde Staten zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatsteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt het subsidiebedrag in afwijking van het eerste lid zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteiten niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de Verordening (EU) nr. 1407/2013 van 18 december 2013 (de-minimissteun) verstrekt mag worden.

Artikel 12

Indien de subsidieontvanger voor dezelfde activiteit bijdragen of subsidie van derden ontvangt, wordt de subsidie zodanig berekend dat het totale bedrag niet meer bedraagt dan 100% van de kosten van de activiteit.

Artikel 13

1. Aanvragen om subsidie worden behandeld op volgorde van ontvangst.

2. Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

3. Indien meerdere aanvragen op dezelfde dag worden ontvangen en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste projectkosten als eerste in behandeling genomen.

4. Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag om subsidie.

Artikel 14

De subsidieontvanger is verplicht om uiterlijk één jaar na subsidieverlening met de activiteit te starten.

Artikel 15:

1. Een aanvraag tot vaststelling wordt ingediend binnen 13 weken na voltooiing van de activiteit.

2. Indien de subsidieontvanger een gemeente, of een openbaar lichaam dat is ingesteld op grond van hoofdstuk I, II of IV van de Wet gemeenschappelijke regelingen is, wordt de aanvraag tot vaststelling van de subsidie uiterlijk 1 augustus van het jaar volgend op het jaar waarin de activiteit is voltooid, ingediend.

3. Gedeputeerde Staten stellen voor de aanvraag als bedoeld in het tweede lid een formulier vast.

4. Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 16

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.

2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2020.

3. Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling ondersteuning toekomstbestendige werklocaties Noord-Holland 2017.

Ondertekening

Haarlem, 13 juni 2017,

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

J.W. Remkes, voorzitter.

R.M. Bergkamp, provinciesecretaris.

Uitgegeven op 22 juni 2017

Namens Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

R.M. Bergkamp, provinciesecretaris.