Regeling vervallen per 27-04-2019

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland houdende regels omtrent de adviescommissie ruimtelijke ontwikkeling Reglement Adviescommissie Ruimtelijke Ontwikkeling

Geldend van 28-03-2019 t/m 26-04-2019

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland houdende regels omtrent de adviescommissie ruimtelijke ontwikkeling Reglement Adviescommissie Ruimtelijke Ontwikkeling

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

overwegende dat het gewenst is om wijzigingen vast te stellen omtrent de taak, werkwijze en samenstelling van de Adviescommissie Ruimtelijke Ontwikkeling;

gelet op artikel 4, vierde lid, van de Provinciale ruimtelijke verordening structuurvisie;

besluit vast te stellen de navolgende regeling:

Reglement adviescommissie ruimtelijke ontwikkeling

Artikel 1 Begripsbepaling

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: de Adviescommissie Ruimtelijke Ontwikkeling als bedoeld in artikel 4 van de Provinciale ruintelijke verordening structuurvisie;

  • b.

    college:Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

  • c.

    bestemmingsplan: een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), een beheersverordening als bedoeld in artikel 3.38 van de Wro, projectbesluit als bedoeld in artikel 3.10 van de Wro, een uitwerkings- of wijzigingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid onder a of b. van de Wro, een buitenplanse vrijstelling ex artikel 19 Wet op de Ruimtelijke Ordening die onder het overgangsrecht Wro valt en een omgevingsvergunning als bedoeld in 2.1 eerste lid onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • d.

    ruimtelijke verordening: Provinciale ruimtelijke verordening structuurvisie;

  • e.

    milieuverordening: Provinciale Milieuverordening

  • f.

    adviesvraag: ontheffingsvraag of prealabele vraag als bedoeld in de provinciale ruimtelijke verordening structuurvisie;

  • g.

    overige vergadering: een niet openbare vergadering van de commissie, niet zijnde een reguliere of niet reguliere vergadering, waaraan minimaal één lid van de commissie deelneemt.

Artikel 2 Samenstelling

  • 1. De commissie bestaat uit een onafhankelijke voorzitter en ten hoogste vijf onafhankelijke leden met bijzondere deskundigheid op het terrein van landschapszorg, stedenbouw en cultuurhistorie en met aandacht voor water, economie, landbouw en natuur.

  • 2. Daarnaast worden ten hoogste drie leden benoemd ter vervanging van de in het eerste lid genoemde leden.

  • 3. De voorzitter heeft geen stemrecht.

  • 4. Een vice-voorzitter wordt gekozen uit de leden bedoeld in het eerste lid en heeft bij vervanging van de voorzitter geen stemrecht.

  • 5. Een secretaris, een ambtenaar in dienst van de provincie Noord-Holland, kan worden ondersteund en heeft geen stemrecht.

  • 6. Een vervangend secretaris, een ambtenaar in dienst van de provincie Noord-Holland, treedt op als secretaris indien de secretaris niet in staat is zijn rol te vervullen.

  • 7. Leden van de commissie zijn met uitzondering van de secretaris en zijn ondersteuning niet tevens in dienst van de provincie Noord-Holland.

Artikel 3 Taak

  • 1. De commissie adviseert het college desgevraagd over bestemmingsplannen waarvoor op grond van de ruimtelijke verordening een ontheffing noodzakelijk is.

  • 2. De commissie adviseert het college desgevraagd over prealabele vragen van gemeenten over bestemmingsplannen en structuurvisies indien nut en noodzaak als bedoeld in de ruimtelijke verordening van de betreffende ontwikkeling door de gemeente kan worden aangetoond.

  • 3. De commissie adviseert het college desgevraagd over ontheffingen in aardkundige monumenten op basis van artikel 6.3 van de milieuverordening.

Artikel 4 Lidmaatschap

  • 1. De leden als bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, en de voorzitter als bedoeld in artikel 2, derde lid, worden op persoonlijke titel door het college benoemd voor een periode van twee jaar en kunnen maximaal twee maal herbenoemd worden voor een periode van twee jaar.

  • 2. De voorzitter kan indien het lidmaatschap van een lid als bedoeld in artikel 2, eerste lid, beëindigd is, besluiten dat een lid als bedoeld in artikel 2, tweede lid, een lid als bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt waarbij zijn status van een vervangend lid vervalt.

Artikel 5 Beëindiging lidmaatschap

Het lidmaatschap van de commissie eindigt:

  • a.

    door het aflopen van de periode waarvoor het lid is benoemd;

  • b.

    door het nemen van ontslag van het lid;

  • c.

    door het overlijden van het lid; of

  • d.

    door een daartoe strekkend besluit van het college.

Artikel 6 Plaats en tijd vergaderen

  • 1. De secretaris maakt, in overleg met de voorzitter een voorstel voor de te houden reguliere vergaderingen voor het gehele jaar dat wordt vastgesteld in een vergadering van de commissie voorafgaande aan het jaar waarop het voorstel betrekking heeft.

  • 2. De voorzitter besluit over voorstellen tot het houden van een niet reguliere geplande vergadering.

  • 3. De voorzitter besluit in overleg met de secretaris tot het houden van een overige vergadering.

Artikel 7 Agenda

  • 1. De secretaris draagt zorg voor het opstellen van de agenda voor de reguliere en niet reguliere vergaderingen van de commissie.

  • 2. De secretaris draagt ervoor zorg dat de agenda en de stukken zo mogelijk tenminste 7 dagen voor de in het eerste lid genoemde vergadering in het bezit zijn van de leden.

  • 3. De voorzitter kan besluiten dat ten aanzien van de toezending van bepaalde stukken de termijn voor de toezending korter is.

Artikel 8 Aan- en afwezigheid van leden

  • 1. De secretaris houdt van elke vergadering van de commissie een presentielijst bij.

  • 2. Een lid dat verhinderd is een vergadering als bedoeld in artikel 6, eerste en tweede lid, bij te wonen, bericht daarvan tijdig het secretariaat van de commissie.

  • 3. Een plaatsvervanger treedt in de rechten van een lid als bedoeld in artikel 2, eerste lid, indien hij hem vervangt.

Artikel 9 Gang van zaken ter vergadering

  • 1. Een vergadering als bedoeld in artikel 6, eerste en tweede lid, wordt geleid door de voorzitter.

  • 2. Aan een vergadering als bedoeld in artikel 6, eerste en tweede lid, wordt naast de voorzitter door minimaal drie leden deelgenomen.

  • 3. Bij verhindering van de voorzitter wordt de vergadering als bedoel in artikel 6, eerste en tweede lid, geleid door de vice-voorzitter.

  • 4. Wanneer ook de vice-voorzitter is verhinderd treedt, zo nodig - een ander lid als bedoeld in artikel 2, eerste lid, dan wel een ambtenaar van de provincie Noord-Holland in zijn plaats.

  • 5. Leden die een rechtstreeks belang hebben bij het onderwerp van advies, onthouden zich, na overleg met de voorzitter, van deelname aan de beraadslagingen.

  • 6. Indien een lid niet aanwezig kan zijn bij een vergadering als bedoeld in artikel 6, eerste en tweede lid, is in overleg met de voorzitter een schriftelijke consultatie van dat lid mogelijk.

  • 7. Vergaderingen van de commissie zijn in beginsel openbaar.

  • 8. De voorzitter kan in overleg met de secretaris beslissen tot een (gedeeltelijke) niet-openbare vergadering.

  • 9. De commissie besluit bij meerderheid van stemmen of de ruimtelijke kwaliteit in voldoende mate in een adviesaanvraag geborgd is. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter.

Artikel 10 Toegang tot de vergadering door derden

  • 1. Een ambtenaar van de provincie Noord-Holland die een adviesaanvraag die geagendeerd staat in behandeling heeft, mag ter vergadering gehoord worden en heeft dan toegang tot de niet openbare vergadering.

  • 2. De indiener van een adviesaanvraag of een vertegenwoordiger daarvan mag ter vergadering gehoord worden en heeft dan toegang tot de niet-openbare vergadering.

  • 3. De leden van het college hebben ten allen tijde toegang tot de vergadering.

  • 4. De voorzitter kan, in overleg met de secretaris, besluiten dat de vergadering niet toegankelijk is voor derden als bedoeld in het eerste en tweede lid.

Artikel 11 Advisering

  • 1. Na de behandeling van een adviesaanvraag in de vergadering, als bedoeld in artikel 6, eerste en tweede lid, wordt onder verantwoordelijkheid van de secretaris namens de commissie een definitief advies opgesteld en schriftelijk uitgebracht aan het college.

  • 2. Bij de advisering hanteert de commissie de "Leidraad Landschap en Cultuurhistorie"(vastgesteld door PS 21 juni 2010).

  • 3. Bij de advisering in de gevallen zoals bedoeld in artikel 3, derde lid, hanteert de commissie tevens de “Beleidsregel beoordelingskader ontheffingen aardkundige monumenten”.

  • 4. De adviezen van de commissie zijn niet bindend.

  • 5. In uitzonderlijke gevallen kunnen, wanneer een vergadering ten behoeve van het advies niet kan worden afgewacht, in overleg met de voorzitter de leden als bedoeld in artikel 2, eerste lid, schriftelijk door de secretaris worden geconsulteerd.

  • 6. Leidt de in het vierde lid genoemde schriftelijke consultatie niet tot opmerkingen en/of wijzigingsvoorstellen die onderling tegenstrijdig zijn, dan wordt na afloop van de termijn waarbinnen de leden konden reageren, onder verantwoordelijkheid van de secretaris een definitief advies opgesteld en uitgebracht aan het college.

  • 7. De adviezen genoemd in het vijfde lid worden bij de eerstvolgende vergadering meegedeeld aan de commissie.

  • 8. Leidt de in het vierde lid genoemde schriftelijke consultatie tot opmerkingen en/of wijzigingsvoorstellen die onderling tegenstrijdig zijn, dan

    • a.

      wordt onder verantwoordelijkheid van de secretaris het ontwerpadvies en de ontvangen wijzigingsvoorstellen geagendeerd voor de eerstvolgende vergadering van de commissie en,

    • b.

      wordt na die eerstvolgende vergadering van de commissie een definitief advies opgesteld als bedoeld in het eerste lid.

  • 9. De secretaris is belast met de uitvoering van de advisering van de commissie en ondertekent alle adviezen.

Artikel 12 Faciliteiten

  • 1. De commissie wordt ter vergadering gefaciliteerd.

  • 2. De leden ontvangen hun vergoeding conform het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

Artikel 13 Verslaglegging en jaarverslag

  • 1. De secretaris draagt zorg voor het verslag van de vergadering.

  • 2. Verslagen worden in een eerstvolgende vergadering vastgesteld door de commissie.

  • 3. Vastgestelde verslagen worden ter kennisname gezonden aan de portefeuillehouder "ruimtelijke ordening" in geval van een advies ingevolge artikel 3, eerste en tweede lid, of de portefeuillehouder “milieu” in geval van een advies ingevolge artikel 3, derde lid.

  • 4. De commissie brengt, onder verantwoordelijkheid van de secretaris, elk jaar een verslag van haar werkzaamheden uit.

  • 5. De commissie zendt, onder verantwoordelijkheid van de secretaris, het jaarverslag aan het college en aan provinciale staten.

Artikel 14 Slotbepaling en citeertitel

  • 1. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de voorzitter.

  • 2. Dit relement treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst.

  • 3. Dit reglement wordt aangehaald als: "Reglement Adviescommissie Ruimtelijke Ontwikkeling".

Ondertekening

Haarlem, 21 september 2010
Gedeputeerde staten van Noord-Holland:
J.W. Remkes, voorzitter
H.W.M. Oppenhuis de Jong, provinciesecretaris.