Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2003

Geldend van 01-01-2003 t/m heden

Intitulé

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2003

Verordening ambtelijke bijstand (inclusief fractieondersteuning)

De Raad van de gemeente Noordenveld;

Gelezen het voorstel van de Werkgroep Griffie van 21 januari 2003;

Overwegend, dat het noodzakelijk is om in het kader van dualisering van het gemeentebestuur regels te stellen met betrekking tot ambtelijke bijstand en de ondersteuning van de in de Raad vertegenwoordigende groeperingen;

Gelet op artikel 33 van de Gemeentewet;

Besluit: vast te stellen de volgende verordening Verordening op de ambtelijke bijstand en franctieondersteuning 2003

De griffier

Artikel 1

  • 1. De griffier draagt zorg voor de ondersteuning, informatievoorziening en advisering van de gemeenteraad en de afzonderlijke leden daarvan.

  • 2. De griffier draagt zorg voor een behoorlijke en tijdige voorbereiding en verslaglegging van de vergaderingen van de Raad, de Raadscommissies en andere organen door of vanwege de Raad in het leven geroepen.

  • 3. De griffier draagt zorg voor de ondersteuning en advisering van de voorzitters van de raadscommissies bij de voorbereiding van commissievergaderingen.

Ambtelijke bijstand

Artikel 2

  • 1. Een raadslid wendt zich tot de griffier of een ambtenaar van de secretarie met een verzoek om:

    • a.

      feitelijke informatie van gerichte omvang;

    • b.

      inzage in – of – afschrift van documenten die openbaar zijn.

  • 2. Indien de ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld onder het eerste lid, onderdeel a of b, stelt hij de secretaris daarvan in kennis. De secretaris beslist.

  • 3. Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere bijstand.

  • 4. De bijstand, bedoeld in het 3e lid, wordt verleend door de griffier of een medewerker van de griffie. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier of een medewerker van de griffie kan worden verleend, verzoekt de griffier de secretaris daarvoor één of meer ambtenaren van de secretarie aan te wijzen.

  • 5. De gevraagde bijstand wordt als regel bij voorrang verleend. Indien het gaat om een verzoek, dat een omvangrijke inzet van medewerkers vraagt en niet tijdig kan worden ingepast is de planning van de betrokken afdeling(en), deelt de secretaris dit mee aan de griffier onder opgaaf van redenen. De griffier treedt hierover in overleg met de verzoeker.

Artikel 3

  • 1. Een ambtenaar van de secretarie verleent op verzoek van de griffier of de secretaris ambtelijke bijstand tenzij:

    • a.

      het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de Raad;

    • b.

      dit het belang van de gemeente kan schaden.

  • 2. De secretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het 1e lid geweigerd wordt.

  • 3. Indien de bijstand op grond van het 1e lid wordt geweigerd deelt de secretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.

Artikel 4

Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de secretaris wordt geweigerd treedt de griffier hierover met de secretaris in overleg. Indien dit overleg niet tot een oplossing leidt wordt het verzoek door het betrokken raadslid of namens hem door de griffier voorgelegd aan het College van Burgemeester en Wethouders. Het College beslist zo spoedig mogelijk of bijstand alsnog wordt verleend.

Ondersteuning van in de Raad vertegenwoordigde groeperingen (fracties)

Artikel 5

  • 1. Elke in de Raad vertegenwoordigde groepering kan aanspraak maken op een door de Raad te bepalen vergoeding ten laste van de gemeentekas voor gemaakte kosten.

  • 2. De vergoeding wordt samengesteld uit een bedrag als vaste vergoeding, te verhogen met een bedrag per tot de groepering behorend raadslid. Dit bedrag wordt jaarlijks opgenomen in de begroting.

  • 3. Deze vergoeding bedraagt met ingang van 1 januari 2003 € 1.035,00 per groepering vermeerderd met € 172,00 per fractielid. Benoemde plaatsvervangende leden van één mansfracties in de Raadscommissie worden als fractielid voor deze vergoeding meegeteld.

Artikel 6

  • 1. Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

  • 2. De bijdrage mag niet worden gebruikt ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en andere regelingen;

    • b.

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van gespecificeerde, reële declaraties;

    • c.

      giften;

    • d.

      uitgaven die bestreden moeten worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen;

    • e.

      opleidingen voor raads- en commissieleden.

Artikel 7

  • 1. De bijdrage voor fractieondersteuning wordt, voor 31 januari van een kalenderjaar, als voorschot op dat kalenderjaar vertrekt.

  • 2. In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt het voorschot verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen Raad plaatsvindt wordt het voorschot verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.

  • 3. Het voorschot wordt verrekend met teveel ontvangen voorschotten in jaren waarvoor de Raad de bedragen heeft vastgesteld bedoeld in artikel 9, 3e lid.

Artikel 8

  • 1. Indien het zeteltal van een fractie ten gevolge van verkiezingen verandert, wijzigt de bijdrage:

    • a.

      bij de vermindering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand na de maand waarin de eerste vergadering van de Raad plaatsvindt;

    • b.

      bij vermeerdering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen Raad plaatsvindt.

  • 2. Bij splitsing van een fractie wordt de op grond van artikel 5, 2e lid, vastgestelde bijdrage voor de oorspronkelijke fractie verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden.

  • 3. Bij splitsing van een fractie wordt het aan de oorspronkelijke fractie verstrekte voorschot verrekend overeenkomstig de verdeling die volgt uit het 2e lid.

Artikel 9

Elke fractie legt, binnen drie maanden na het einde van een kalenderjaar, aan de Raad verantwoording af over de besteding van de bijdrage voor de fractieondersteuning onder overlegging van een verslag.

Slotbepaling

Artikel 10

  • 1.

    Deze verordening is, ingevolge artikel 8 Tijdelijke referendumwet, referendabel.

  • 2.

    De verordening treedt zes weken na de dag van bekendmaking in werking, mits geen inleidend verzoek is toegelaten, en werkt terug tot 1 januari 2003.

  • 3.

    Met de inwerkingtreding vervallen, per gelijke datum, eerder vastgestelde regelingen en afspraken inzake het verstrekken van ambtelijke bijstand aan de leden van de Raad.

Ondertekening

Roden, 20 februari 2003
De Raad van de gemeente Noordenveld,
voorzitter, griffier,