Beleidsregel tegemoetkoming extra kosten kinderopvang

Geldend van 01-09-2012 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2012

Intitulé

Beleidsregel tegemoetkoming extra kosten kinderopvang

Het college van burgemeester en wethouders;

Overwegende dat het wenselijk is een beleidsregel vast te stellen voor de tegemoetkoming in de extra kosten van kinderopvang die buiten het kader van de Wet kinderopvang vallen;

Gezien de door de gemeenteraad op 15 december 2011 vastgestelde participatieverordening 2012;

Gelet op het genoemde in de Wet werk en bijstand en de Wet kinderopvang;

Besluit de volgende

Beleidsregel Tegemoetkoming extra kosten kinderopvang

vast te stellen

Artikel 1 Doelgroep

Zelfstandig wonende inwoners van de gemeente, die:

  • 1.

    een uitkering ontvangen krachtens de Wet werk en bijstand en

  • 2.

    a.     een voorziening ontvangen zoals is vastgelegd in de artikelen 9 t/m 17 van de participatieverordening 2012 of

    b.     betaalde arbeid verrichten waarbij het recht op een aanvullende inkomensvoorziening blijft bestaan en

  • 3.

    een of meer ten laste komende kinderen hebben in de leeftijd van 0 t/m 12 jaar, waarvoor kinderopvang noodzakelijk is.

Artikel 2 Aanvullende voorwaarden

  • 1. Aanvrager kan in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de extra kosten van kinderopvang gedurende de periode die besteed wordt aan de uitvoering van de voorziening dan wel het arbeidcontract zoals genoemd in artikel 1, inclusief de benodigde reistijd.

  • 2. De opvang moet plaatsvinden via een organisatie die is opgenomen in het gemeentelijk register kinderopvang.

  • 3. Aanvrager heeft slechts recht op tegemoetkoming in de extra kosten van kinderopvang zolang aan alle voorwaarden wordt voldaan. Dit wordt maandelijks getoetst.

Artikel 3 Hoogte tegemoetkoming

  • 1. De tegemoetkoming omvat de kosten die niet voor vergoeding in aanmerking komen op grond van de Wet kinderopvang. Bij de vaststelling van de tegemoetkoming wordt uitgegaan van het uurtarief dat in rekening wordt gebracht door de opvangorganisatie met een bovengrens van € 7,00 per kind voor zowel dagopvang, buitenschoolse opvang als gastouderopvang. De hoogte van de tegemoetkoming wordt maandelijks achteraf vastgesteld op basis van een factuur van de kinderopvangorganisatie en betaalbaar gesteld aan deze organisatie.

  • 2. Het college kan bedragen in deze regeling aanpassen.

Artikel 4 Peildatum

Als peildatum voor de beoordeling van het recht op de tegemoetkoming geldt de datum van aanvraag. Ligt op de datum van aanvraag de ingangsdatum van de voorziening c.q. het arbeidscontract zoals genoemd in artikel 1 in de toekomst, dan wordt de ingangsdatum als peildatum aangehouden.

Het recht op de tegemoetkoming wordt mede vastgesteld op basis van een offerte of contract van de betreffende kinderopvangorganisatie.

Artikel 5 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende

afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels.

Artikel 6 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als “Beleidsregel Tegemoetkoming extra kosten kinderopvang” en treedt in werking op 1 september 2012 met terugwerkende kracht tot 1 juli 2012.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 28 september 2012.
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,

TOELICHTING BELEIDSREGEL EXTRA KOSTEN KINDEROPVANG NOORDOOSTPOLDER

ALGEMEEN

De participatieverordening 2012, zoals deze is vastgesteld d.d. 15 december 2011 regelt de ondersteuning die het college biedt in de vorm van voorzieningen die beogen de afstand tot de arbeidsmarkt bij de doelgroep te verkleinen. In artikel 9 van de participatieverordening is vastgelegd dat het college nadere regels kan stellen ten aanzien van de in de verordening genoemde voorzieningen.

De Wet kinderopvang regelt de tegemoetkoming van de overheid in de kosten van kinderopvang. Hierbij wordt echter uitgegaan van een jaarlijks vast te stellen maximum uurtarief. Alle kosten die boven dit maximum uurtarief vallen komen voor rekening van de ouder/verzorger.

Voor de doelgroep kunnen deze extra kosten een belemmering vormen om deel te nemen aan genoemde voorzieningen dan wel (parttime) arbeid te accepteren.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1

De doelgroep wordt gevormd door zelfstandig binnen de grenzen van de gemeente wonende personen die een (aanvullende) inkomensvoorziening ontvangen op basis van de Wet werk en bijstand. In het kader van de toeleiding naar werk hebben zij van het college een voorziening aangeboden gekregen of zij kunnen een arbeidsovereenkomst sluiten met een werkgever waarbij een aanvullende inkomensvoorziening nodig blijft. Er is geen andere mogelijkheid voor de opvang van hun kinderen van 0 t/m 12 jaar dan via een kinderopvangorganisatie.

Artikel 2

Als aanvullende voorwaarden wordt gesteld dat er slechts recht bestaat op vergoeding van kosten die ontstaan gedurende de periode die besteed moet worden aan de uitvoering van de voorziening dan wel de arbeidsovereenkomst.

Bij de periode is de reistijd inbegrepen.

Daarnaast moet de opvang plaatsvinden via een door de gemeente erkende en geregistreerde kinderopvangregistratie. Deze worden via de gemeentelijke website kenbaar gemaakt.

Artikel 3 t/m 6

Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.