Uitvoeringsbesluit Marktverordening 2008

1. Bij de uitleg van alle in het onderhavige document vervatte uitvoeringsbesluiten wordt verstaan onder:

a.Marktverordening, afgekort Mv,: Marktverordening 2008 van de gemeente Noordoostpolder.

2. De in artikel 1 van de Marktverordening 2008 opgenomen begripsomschrijvingen zijn van overeenkomstige toepassing op deze uitvoeringsbesluiten.

1. Als markt is ingesteld: de warenmarkt in Emmeloord die plaatsvindt op donderdag van 09.00 tot 15.00 uur op het kettingplein, het aangrenzende parkeerterrein aan de Noordzijde, en op de Kettingstraat.

2. Indien een nationale feestdag of nationaal christelijk erkende feestdag op donderdag valt, vervalt de onder lid 1 ingestelde markt van die week.

1. De standplaatsen worden ingenomen op aanwijzing van de Marktmeester.

2. De indeling van de standplaatsen in ‘vaste standplaatsen’ en ‘standwerkersplaatsen’ wordt bepaald door de Marktmeester.

3. Een standwerkersplaats is maximaal 5 meter breed.

1. De vastgestelde lijst met artikelgroepen en branches is de lijst in bijlage 2 van dit document.

2. Per rij mogen maximaal drie standhouders staan met voedingsmiddelen.

1. In een aanvraag voor een marktvergunning moet in ieder geval staan:

• a.

  de naam en voornamen, de geboortedatum, het adres en de woonplaats van de aanvrager;

• b.

  het nummer waaronder de aanvrager is ingeschreven bij de Kamer van koophandel;

• c.

  de kraam of andere verkoopmaterialen die de aanvrager bij het innemen van de standplaats wil gebruiken, en

• d.

  het soort artikelen of de artikelgroep die de aanvrager wil verhandelen.

2. De vergunning wordt geweigerd indien:

• a.

  Er geen vaste standplaats vrij is.

• b.

  De vrije standplaats conform artikel 5 toegewezen is aan een andere aanvrager.

• c.

  De aanvrager niet voldoet aan het bepaalde in art 5, lid 1 Mv.

• d.

  De aanvrager niet kan voldoen aan de vereisen om de fysieke veiligheid op de markt te borgen.

3. In een vergunning voor een vaste standplaats wordt in ieder geval vermeld:

• a.

  de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

• b.

  een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van de afmetingen daarvan;

• c.

  de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;

• d.

  het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

• e.

  de datum waarop de vergunning is verleend.

1. In geval van overlijden, of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder, of ingeval van bedrijfsbeëindiging kan de marktvergunning worden overgeschreven op de echtgenoot, de geregistreerde partner of een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde.

2. Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind of een medewerk(st)er van de vergunninghouder de marktvergunning krijgen indien hij ten minste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd.

3. Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder of nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

1. Toewijzing van een dagplaats vindt plaats overeenkomstig de volgorde van aanmelding van de gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf vóór 8.30 uur bij de marktmeester hebben aangemeld.

2. Voor de toegewezen dagplaats verleent de marktmeester, namens het college, een mondelinge ontheffing zoals bedoeld in art 5, lid 2 Mv.

1. De marktmeester wijst een standwerkersplaats toe door middel van loting onder de gegadigden die zich op de dag zelf vóór 8.30 uur bij de marktmeester hebben aangemeld.

2. Het is een ingeschrevene op de wachtlijst niet toegestaan deel te nemen aan de loting voor een standwerkersplaats zolang deze inschrijving niet definitief is vervallen.

3. Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

4. Voor de toegewezen standwerkersplaats verleent de marktmeester, namens het college, een mondelinge ontheffing zoals bedoeld in art 5, lid 2 Mv.

1. De vergunninghouder die wegens vakantie, ziekte of bijzondere omstandigheden verhinderd is om zijn/haar vaste standplaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

2. De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de desbetreffende marktdag(en) gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld.

1. In geval van vakantie, ziekte of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder hem voor maximaal zes weken per jaar ontheffing verlenen van de verplichting uit artikel 10.

2. Bij overlegging van een doktersverklaring waaruit blijkt dat de ziekte langer duurt dan 6 weken, kan worden afgeweken van de in lid 1 genoemde periode.

3. In een aanvraag om een ontheffing zoals bedoeld in lid 1, vermeldt de vergunninghouder de naam van de persoon die hem/haar gedurende de ontheffingsperiode zal vervangen. Deze persoon moet voldoen aan de in art 6 Mv genoemde vereisten.

1. Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is of in een ontheffing krachtens art. 12 genoemd wordt.

2. De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en eventuele bedrijfsnaam aan te geven.

1. Vergunninghouders mogen tussen 6.00 en 7.30 uur met een voertuig het terrein van de markt oprijden om goederen aan te voeren en hun standplaats in te richten.

2. Vergunninghouders met een standplaats op het Kettingplein of in de Kettingstraat mogen tussen 15.30 en 16.30 uur met een voertuig het Kettingplein oprijden om goederen af te voeren en hun standplaats af te breken.

3. Vergunninghouders met een standplaats op het aangrenzende parkeerterrein aan de Noordzijde mogen tussen 12.30 en 13.00 uur en tussen 15.30 en 16.30 uur met een voertuig dat deel van het terrein van de markt oprijden om goederen af te voeren en hun standplaats af te breken.

4. Vergunninghouders met een standplaats op het Kettingplein of in de Kettingstraat zijn verplicht om hun standplaats tot 15.00 uur in te nemen.

5. Vergunninghouders met een standplaats op het aangrenzende parkeerterrein aan de Noordzijde zijn verplicht om hun standplaats tot 12.30 uur in te nemen.

6. Indien een vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk om 8.30 uur heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

7. Standwerkers op het Kettingplein of in de Kettingstraat mogen hun standplaats tussen 8.30 en 9.00 uur opbouwen en tussen 15.30 en 16.30 uur afbreken.

8. Standwerkers op het aangrenzende parkeerterrein aan de Noordzijde mogen hun standplaats tussen 8.30 en 9.00 uur opbouwen en tussen 12.30 en 13.00 uur afbreken.

9. Alle standplaatsen moeten om uiterlijk 16.30 uur veegschoon worden opgeleverd.