Regeling vervallen per 01-01-2014

Regeling arbeidsduur en werktijden 2014 van de gemeente Noordoostpolder

Geldend van 24-10-2015 t/m 31-12-2013 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2014

Intitulé

Regeling arbeidsduur en werktijden 2014 van de gemeente Noordoostpolder

Documentnummer 2013-14598, vastgesteld op 26-11-2013

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordoostpolder,

besluit:

  • ·

    gelet op artikel 160 van de Gemeentewet;

  • ·

    gelet op artikel 4:2 van de CAR-UWO en de Arbeidstijdenwet;

  • ·

    gehoord de commissie voor Georganiseerd Overleg;

tot het vaststellen van de navolgende regeling en deze op te nemen in de arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Noordoostpolder

Regeling arbeidsduur en werktijden 2014 gemeente Noordoostpolder

Artikel 1 Begripsbepaling

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Werkgever: het college van burgemeester en wethouders van degemeente Noordoostpolder.

  • b.

    Medewerker: de ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1 lid 1 sub a

    van de CAR.

  • c.

    Formele arbeidsduur: de volgens de aanstelling vastgestelde omvang vanhet aantal uren gedurende welke de medewerker in een bepaalde periode arbeid moet verrichten.

  • d.

    Feitelijke arbeidsduur: het aantal uren gedurende welke de medewerker ineen bepaalde periode arbeid heeft verricht.

  • e.

    Bedrijfstijd: De tijd per week gedurende welke de werkgeverdiensten kan aanbieden aan burgers en bedrijven.

  • f.

    Openingstijd: De periode tussen vastgestelde tijdstippen waarin een bepaald team/cluster/afdeling bezet moet zijn voor service-verlening aan burgers en bedrijven.

  • g.

    Werktijd: De periode tussen vastgestelde tijdstippen waarbinnendoor de medewerker arbeid moet worden verricht.

  • h.

    Pauze: Een periode van een onafgebroken aantal minutenwaarop geen arbeid wordt verricht.

  • i.

    Plusuren (positief urensaldo): De tijd die langer is gewerkt dan de formele arbeids-duur.

  • j.

    Minuren (negatief urensaldo): De tijd die korter is gewerkt dan de formele arbeids-duur.

Artikel 2 Arbeidsduur

  • 1. De arbeidsduur en de werktijd van de medewerker bedragen maximaal de uren zoals genoemd in artikel 4:1 lid 2 CAR-UWO. Bij een voltijd dienstverband is dit gemiddeld 36 uur per week. Bij een deeltijd dienstverband is dit zoveel uren als in de aanstelling is vastgesteld tot een maximum van 36 uur.

  • 2. De feitelijke arbeidsduur kan afwijken van de formele arbeidsduur, met inachtneming van de artikelen 2:7, 2:7a en 4:1 van de CAR-UWO.

  • 3. De medewerker bepaalt in overleg met zijn leidinggevende wanneer en waar de werkzaamheden worden verricht, een en ander met inachtneming van het bepaalde in deze regeling. Deze afspraak geldt voor onbepaalde tijd bepaald. Wanneer er veranderingen nodig zijn, dienen de wijzigingen in onderling overleg tussen de medewerker en de leidinggevende bepaald te worden.

  • 4. Bij de berekening van de uren voor buitengewoon verlof zoals omschreven in artikel 6:4, 6:4:2 en 6:4:3 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Noordoostpolder wordt uitgegaan van de formele arbeidsduur.

Artikel 3 Bedrijfstijd

  • 1. Wanneer er geen afwijkende regeling of rooster voor het cluster/team/afdeling is opgesteld, geldt voor alle organisatieonderdelen de volgende bedrijfstijd: maandag tot en met vrijdag van 07.00 uur tot 22.00 uur.

  • 2. Door het college kunnen als gevolg van het dienstbelang afwijkende bedrijfstijden/ roosters worden vastgesteld (dit geldt onder andere voor het cluster KlantContactCentrum, het cluster Wijkbeheer, de bodes en sporthalbeheerders).

  • 3. Het college kan op jaarbasis maximaal 6 collectieve vrije dagen aanwijzen waarop de openbare dienst van de gemeente is gesloten. Deze dagen worden jaarlijks in overleg met de Ondernemingsraad vastgesteld. Tussen het college en de ondernemingsraad geldt de afspraak dat alleen werkdagen die vallen tussen twee vrije dagen als collectieve vrije dag worden aangewezen.

  • 4. In aansluiting op wat is bepaald in artikel 4:2:1 lid 4 van de Arbeidsvoorwaarden-regeling Noordoostpolder worden Goede Vrijdag en 5 mei aangewezen als dagen waarop de openbare dienst van de gemeente is gesloten. Deze dagen komen niet ten laste van het toegekende verlof.

Artikel 4 Verlof

  • 1. Bij een voltijdsdienstverband bedraagt het verlof –in afwijking van artikel 6:2 van de CAR/UWO- per kalenderjaar 23 dienstdagen van 7,2 uur, derhalve 165,6 uur.

  • 2. Het in lid 1. vermelde aantal verlofuren wordt voor de medewerker met een fulltime dienstverband vermeerderd met:

    • -

      3 werkdagen, oftewel 21,6 uur voor degene die in het desbetreffende kalenderjaar 18 jaar of jonger is,

    • -

      2 werkdagen, oftewel 14,4 uur voor degene die in het desbetreffende kalenderjaar 19 jaar is,

    • -

      1 werkdag, oftewel 7,2 uur voor degene die in het desbetreffende kalenderjaar 20 jaar is.

    • -

      2 werkdagen, oftewel 14,4 uur voor degene die in het desbetreffende kalenderjaar een leeftijd bereikt van 35 jaar,

    • -

      4 werkdagen, oftewel 28,8 uur voor degene die in het desbetreffende kalenderjaar een leeftijd bereikt van 45 jaar,

    • -

      6 werkdagen oftewel 43,2 uur voor degene die in het desbetreffende kalenderjaar een leeftijd bereikt van 55 jaar.

  • 3. Het verlof geldt in principe voor een kalenderjaar. Men dient het verlof zoveel mogelijk op te maken in het jaar waarin dit verlof wordt opgebouwd. De leidinggevende dient er op toe te zien dat het verlof ook daadwerkelijk wordt genoten.

  • 4. Wanneer een medewerker in een kalenderjaar zijn verlofuren niet volledig heeft opgenomen, worden deze na overleg tussen leidinggevende en medewerker overgeboekt naar het volgende kalenderjaar. Aan de toestemming om verlofuren over te boeken naar een volgend kalenderjaar kunnen door de leidinggevende in overleg met de medewerker voorwaarden worden verbonden.

Artikel 5 Plus- en minuren

  • 1. Het saldo plus- en minuren aan het einde van een kalenderjaar kunnen na overleg tussen medewerker en leidinggevende worden meegenomen naar het volgende kalenderjaar. Aan deze toestemming kunnen door de leidinggevende in overleg met de medewerker voorwaarden worden verbonden.

  • 2. Uren die de medewerker, zonder daartoe een opdracht te hebben gekregen, meer werkt dan zijn vastgestelde formele arbeidsduur worden niet aangemerkt als overwerk, maar als plusuren.

  • 3. De medewerker die in een rooster werkzaam is, kan tot een maximum van 10% van de formele arbeidsduur in het rooster als plus- en minuren laten verwerken.

Artikel 6 Pauze

  • 1. De medewerker die minimaal 5,5 uur uur per dag werkt, dient ten minste een half uur pauze te nemen.

  • 2. Wanneer een medewerker meer dan 10 uur per dag werkt, heeft hij tenminste recht op 45 minuten pauze.

Artikel 7 Gewerkte uren en verlofregistratie

  • 1. De medewerker is zelf verantwoordelijk voor het deugdelijk registreren van zijn feitelijke arbeidsuren en verlof.

  • 2. De leidinggevende is belast met het toezicht op de naleving van deze regeling en heeft daarom inzage in de registratie van de medewerker.

  • 3. Voor zover men invloed heeft op het vaststellen van de tijdstippen van een doktersbezoek, tandartsbezoek, ziekenhuisbezoek e.d. dient men deze tijdstippen voorafgaand aan of aansluitend op de werktijden te laten plaatsvinden.

  • 4. Bij afwezigheid wegens verlof en ziekte wordt de formele arbeidstijd per dag geregistreerd in het tijdregistratiesysteem.

Artikel 8 Sancties

Frauderen met de tijdregistratie wordt aangemerkt als plichtsverzuim als bedoeld in artikel 16:1:1 van de CAR/UWO.

Artikel 9 Parttime medewerkers

Voor de medewerker die in deeltijd werkt, gelden de bepalingen van deze regeling naar evenredigheid van de omvang van de dienstbetrekking.

Artikel 10 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling arbeidsduur en werktijden 2014 van de gemeente Noordoostpolder” en treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

  • 2. Vanaf de inwerkingtredingdatum van deze regeling vervalt de Regeling arbeidstijden gemeente Noordoostpolder 2010.

Ondertekening

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris, de burgemeester,