Beleidsregels kennismakingsperiode Participatiewet

Geldend van 28-10-2015 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels kennismakingsperiode Participatiewet

Documentnummer 332771

Het college van burgemeester en wethouders van Noordoostpolder

overwegende dat bij de uitvoering van de Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en of gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en of gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) behoefte bestaat om de mogelijkheid van een kennismakingsperiode in te voeren

gelet op artikel 18 lid 1 van de Participatiewet,  

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende beleidsregel:

Beleidsregels kennismakingsperiode Participatiewet

Artikel 1 Begrippen

  • 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels gebruikt worden en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, IOAW, IOAZ en de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

Hoofdstuk 2 Kennismakingsperiode

Artikel 2 Gezamenlijke huishouding

  • 1. Van een gezamenlijke huishouding is sprake indien twee personen hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben en zij blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van de huishouding dan wel anderszins.

    • a.

      Hoofdverblijf: bij de vaststelling waar iemand zijn hoofdverblijf heeft is de feitelijke situatie bepalend, niet de inschrijving in het GBA of het hebben van een (huur)woning op een ander adres dan het adres waar iemand hoofdzakelijk verblijft.

    • b.

      Zorgdragen voor elkaar door het leveren van een bijdrage in de kosten van het huishouden dan wel anderszins, kan onder andere blijken uit het leveren van een financiële bijdrage in de vaste lasten, de boodschappen, en incidentele kosten, dan wel andere wederzijdse zorg.

Artikel 3 Kennismakingsperiode

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag aan één of meerdere personen die een uitkering ontvangt of ontvangen, op grond van de Participatiewet, IOAW of IOAZ éénmalig een kennismakingsperiode verlenen, voor een periode van maximaal 3 maanden.

  • 2. De kennismakingsperiode vangt niet eerder aan dan nadat het college schriftelijk toestemming heeft verleend.

Artikel 4 Voorwaarden voor een kennismakingsperiode:

  • a. aanvragers hebben niet eerder met elkaar samengewoond, en

  • b. er is geen sprake geweest van kostgangerschap of onderhuur (van aanvragers), en

  • c. aanvragers hebben nog geen voorbereidingen getroffen voor een huwelijk of geregistreerd partnerschap, en

  • d. beide aanvragers houden hun eigen woonruimte aan, en

  • e. aanvragers zijn niet thuiswonenden

Artikel 5 Uitsluitingen

Geen kennismakingsperiode wordt verleend bij de situaties waarbij aanvragers:

  • a.

    met elkaar gehuwd zijn geweest of in de periode van twee jaar voorafgaande aan de aanvraag van bijstand voor de verlening van bijstand als gehuwden zijn aangemerkt; of

  • b.

    uit hun relatie een kind is geboren of erkenning heeft plaatsgevonden van een kind van de één door de ander; of

  • c.

    zij zich wederzijds verplicht hebben tot een bijdrage aan de huishouding krachtens een geldend samenlevingscontract; of

  • d.

    zij op grond van een registratie worden aangemerkt als een gezamenlijke huishouding die naar aard en strekking overeenkomt met de gezamenlijke huishouding.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 6 Onvoorziene situaties

In gevallen, de uitvoering van deze beleidsregels betreffende, waarin deze beleidsregelsniet voorzien, beslist het college van burgemeester en wethouders van de gemeenteNoordoostpolder.

Artikel 7 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als de “Beleidsregels Kennismakingsperiode Noordoostpolder”.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 september 2015

Toelichting

Algemeen

De Algemene bijstandswet, ABW bood tot de invoering van de nieuwe Abw in 1996 de mogelijkheid van een zogenaamde kennismakingsperiode. Als een uitkeringsgerechtigde met een nieuwe partner ging samenwonen werd de bijstandsuitkering drie maanden ongewijzigd voortgezet. Deze situatie deed zich vaak voor bij alleenstaande ouders met minderjarige kinderen waar samenwonen met een nieuwe partner een ingrijpende gebeurtenis is.

In de Abw, WWB en de Participatiewet is de mogelijkheid van een kennismakingsperiode niet meer expliciet genoemd. Artikel 18 lid 1 van de Participatiewet geeft het college de bevoegdheid om de bijstand af te stemmen op de omstandigheden van de belanghebbende. In de praktijk blijkt de stap om opnieuw te gaan samenwonen nog steeds een drempel op te leveren voor bepaalde klanten. Er ontstaat een situatie waarin formeel nog niet wordt samengewoond maar feitelijk bijna wel en waarbij fraude/oneigenlijk gebruik lastig is aan te tonen. Met het opnieuw invoeren van de kennismakingsperiode proberen gemeenten de overstap makkelijker te maken en het grijze gebied rondom fraude/oneigenlijk gebruik te omzeilen.

De situatie van inwoners met een IOAW of IOAZ uitkering is feitelijk gelijk aan de situatie van mensen met een P wet uitkering. De IOAW en IOAZ bieden formeel niet de mogelijk om de bijstand af te stemmen op de omstandigheden van de belanghebbenden. Omdat de verschillen tussen de wetten heel beperkt zijn worden voor de kennismakingsperiode IOAW en IOAZ gerechtigden op dezelfde wijze behandeld als P wet gerechtigden.

Artikelsgewijs

Artikel 2:

Uit de omschrijving van het begrip “gezamenlijke huishouding” is in de wet het begrip “duurzaam”, in de zin van langer durend, verdwenen. Dit betekent niet dat bij kortdurend verblijf in de woning van een ander er al sprake is van een gezamenlijke huishouding. Bij een tijdelijk/kortdurend verblijf is er geen sprake van het hebben van het hoofdverblijf in de woning van die ander. Dit is het uitgangspunt waarop de kennismakingsregeling is gebaseerd. Het is essentieel dat degene die tijdens de kennismakingsperiode bij de ander verblijft wel zijn c.q. haar eigen woning aanhoudt.

Artikel 3:

De kennismakingsperiode is een tijdelijk/kortdurend verblijf van maximaal 3 maanden. Een kennismakingsperiode moet vooraf worden aangevraagd en gaat niet eerder in dan nadat het verzoek schriftelijk is gehonoreerd. Bij de toekenning wordt een aanvangsdatum genoemd.

Artikel 4:

Bij het opstellen van de Beleidsregels Kennismakingsperiode is aansluiting gezocht bij de

voorwaarden zoals die in het verleden golden bij de ABW.

  • a.

    en b. De kennismakingsperiode is bedoeld voor aanvragers die willen ervaren hoe hetis om dag in dag uit samen te verblijven in dezelfde woning. Mensen voor wie dit nietnieuw is (omdat ze eerder met elkaar hebben samengewoond of op een andere maniereen woning hebben gedeeld) worden uitgesloten van een kennismakingsperiode.

  • c.

    de kennismakingsperiode is niet bedoeld voor mensen die al een huwelijksdatumhebben gepland en/of andere voorbereidingen voor een huwelijk of geregistreerdpartnerschap hebben getroffen.

  • d.

    ook het opzeggen van de eigen huurwoning e.d. is een indicatie dat onzekerheid over een toekomstige gezamenlijke huishouding ontbreekt.

  • e.

    bij een kennismakingsperiode wordt de uitkering ongewijzigd voortgezet zodat de enepartner, die bij de andere aanvrager in gaat wonen, de eigen woning kan aanhouden.

Bij thuiswonenden doet zich deze noodzaak van het aanhouden van een eigenwoning niet voor. De kennismakingsperiode is ook niet bedoeld voor jongeren die voor het eerst met een partner gaan samenwonen

Artikel 5:

De Participatiewet (artikel 3) kent vier situaties waarbij op voorhand wordt aangenomen dat er sprake is van een gezamenlijke huishouding voeren, namelijk de vier in artikel 5 genoemde situaties. In deze situaties kan geen toestemming voor een Kennismakingsperiode worden verleend.

Artikel 6:

Er kunnen zich uitzonderlijke situatie voordoen, bijvoorbeeld één van de aanvragers wordt kort na begin van de kennismakingsperiode voor langere tijd opgenomen in het ziekenhuis. Dan zou een nieuwe kennismakingsperiode kunnen worden overwogen.

Ter aanvulling:

  • -

    Mocht één van de aanvragers in een andere gemeente wonen en een Participatiewet uitkering ontvangen, dan moet contact worden opgenomen met die andere gemeente.

  • -

    Een kennismakingsperiode kan overigens ook worden aangevraagd/toegekend wanneer één van de aanvragers een uitkering ontvangt.