Verordening, regelende het ereburgerschap en de onderscheidingen

Geldend van 01-01-1995 t/m heden

Intitulé

Verordening, regelende het ereburgerschap en de onderscheidingen

De raad van de gemeente Noordoostpolder,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 december 1994, 25031-1;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

I In te trekken de "Verordening, regelende de toekenning van het ereburgerschap en van onderscheidingen en de beschikbaarstelling van prijzen", vastgesteld op 25 juli 1974, nr. 1247, met ingang van de datum van inwerkingtreding van de volgende verordening;

II vast te stellen de volgende "Verordening, regelende het ereburgerschap en de onderscheidingen".

Artikel 1. Begripsbepalingen.

Bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2.

Aan personen die zich jegens de Noordoostpoldergemeenschap uitzonderlijk verdienstelijk hebben gemaakt kan, bij wijze van bijzondere onderscheiding, het ereburgerschap der gemeente worden toegekend.

Artikel 3.

De raad beslist over de toekenning van het ereburgerschap.

Artikel 4.

  • 1. Als bewijs van de toekenning van het ereburgerschap wordt aan de begiftigde uitgereikt:

    • a.

      een oorkonde, vermeldende zijn of haar naam, voornamen, datum en plaats van geboorte, beroep en woonplaats alsmede de redenen welke tot de toekenning hebben geleid;

    • b.

      de bij de oorkonde behorende ere-ring der gemeente.

  • 2. De ere-ring, welke is vervaardigd van goud en waarin een briljant is gevat, draagt aan de binnenzijde een toepasselijke inscriptie.

  • 3. Het bestuursorgaan houdt aantekening van elke toekenning van het ereburgerschap door opneming van de in het eerste lid vermelde gegevens in een register, dat de naam draagt van "ereboek der gemeente".

  • 4. De in het eerste lid bedoelde oorkonde en de daarbij behorende ere-ring worden in een vergadering van de raad aan de begiftigde uitgereikt.

Artikel 5.

Aan het ereburgerschap zijn geen rechten of verplichtingen verbonden.

Artikel 6.

  • 1. Indien zeer bijzondere redenen daartoe aanleiding geven kan de raad de begiftigde van het ereburgerschap vervallen verklaren. Aan de betrokkene wordt hiervan mededeling gedaan.

  • 2. Na het overlijden van degene aan wie het ereburgerschap is toegekend gaat de erering weer over in eigendom van de gemeente.

Artikel 7.

  • 1. Aan personen die zich jegens de Noordoostpoldergemeenschap bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt kan, bij wijze van onderscheiding, worden toegekend de erepenning.

  • 2. In bijzondere gevallen kan de erepenning aan andere dan de in lid 1, bedoelde personen worden toegekend.

  • 3. De erepenning wordt geslagen in goud. Zij draagt aan de ene zijde het wapen der gemeente en aan de andere zijn een toepasselijke inscriptie.

Artikel 8.

De raad beslist over de toekenning van de erepenning.

Artikel 9.

  • 1. Aan personen of instellingen in of buiten de gemeente, die voor de Noordoostpoldergemeenschap algemeen erkende verdiensten hebben verworven, kan ter gelegenheid van jubilea of andere bijzondere gebeurtenissen, als blijk van bijzondere erkentelijkheid een oorkonde worden uitgereikt.

  • 2. De oorkonde, waarvan het model door het bestuursorgaan wordt vastgesteld, vermeldt de reden van uitreiking en de naam van de persoon of instelling aan wie zij wordt uitgereikt.

  • 3. Het bestuursorgaan beslist over de uitreiking van de oorkonde. Elke uitreiking wordt medegedeeld aan de raad en het bestuursorgaan houdt hiervan aantekening in een speciaal oorkonderegister.

Artikel 10.

  • 1. Het bestuursorgaan houdt aantekening van elke toekenning van de erepenning in het "ereboek der gemeente", door daarin te vermelden de naam, voornamen, datum en plaats van geboorte, beroep en woonplaats van de begiftigde alsmede de redenen welke tot de toekenning hebben geleid.

  • 2. De uitreiking van de erepenning geschiedt in een vergadering van de raad.

  • 3. De begiftigde ontvangt bij die gelegenheid tevens een afschrift van de inschrijving in het "ereboek der gemeente".

Artikel 11.

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening voor het ereburgerschap en onderscheidingen".

Artikel 12.

De verordening treedt in werking op 1 januari 1995.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergade-
ring van 21 december 1994.
De secretaris, de voorzitter,