Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordwijk houdende regels omtrent de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Geldend van 19-07-2019 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordwijk houdende regels omtrent de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Het bevoegd gezag van

Gemeente Noordwijk

Overwegende

  • -

    dat de gemeente Noordwijk verantwoordelijk is voor een goede kwaliteit van de maatschappelijke dienstverlening aan zijn cliënten en dat deze verantwoordelijkheid zeker ook aan de orde is in geval van dienstverlening aan cliënten die (vermoedelijk) te maken hebben met huiselijk geweld of kindermishandeling;

  • -

    dat van de medewerkers die werkzaam zijn bij de gemeente Noordwijk op basis van deze verantwoordelijkheid wordt verwacht dat zij in alle contacten met cliënten alert zijn op signalen die kunnen duiden op huiselijk geweld of kindermishandeling en dat zij effectief reageren op deze signalen;

  • -

    dat de gemeente Noordwijk een Meldcode wenst vast te stellen zodat de medewerkers die binnen de gemeente werkzaam zijn weten welke stappen van hen worden verwacht bij signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling;

  • -

    dat de gemeente Noordwijk in deze code ook vastlegt op welke wijze zij de medewerkers bij deze stappen ondersteunt;

  • -

    dat onder huiselijk geweld wordt verstaan: (dreigen met) geweld, op enigerlei locatie, door iemand uit de huiselijke kring, waarbij onder geweld wordt verstaan: de fysieke, seksuele of psychische aantasting van de persoonlijke integriteit van het slachtoffer, daaronder ook begrepen ouderenmishandeling en eergerelateerd geweld. Tot de huiselijke kring van het slachtoffer behoren: (ex) partners, gezinsleden, familieleden en huisgenoten;

  • -

    dat onder kindermishandeling wordt verstaan: iedere vorm van een voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend, of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel, daaronder ook begrepen eergerelateerd geweld en vrouwelijke genitale verminking;

  • -

    dat onder medewerker in deze code wordt verstaan: de medewerker die voor de gemeente Noordwijk werkzaam is en die in dit verband aan cliënten van de organisatie frequent en/of intensief maatschappelijke ondersteuning biedt zoals bedoeld in de wet Maatschappelijke Ondersteuning.

  • -

    dat onder cliënt in deze code wordt verstaan: iedere persoon aan wie de medewerker zijn professionele diensten verleent.

In aanmerking nemende

  • -

    de Wet bescherming persoonsgegevens;

  • -

    de Jeugdwet;

  • -

    de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015;

  • -

    de Wet verplichte Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling;

  • -

    Ambtseed.

Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

De Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling van de gemeente Noordwijk (Meldcode) is opgesteld aan de hand van het Meldcodeformat van de rijksoverheid.

Bij de Meldcode horen de volgende documenten:

  • Verantwoordelijkheden

  • Toelichting Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

  • Stappenplan

  • Afwegingskader en toelichting

  • Bijlage 1: Signaleringsformulier

  • Bijlage 2: Afspraken Verbinding! Afspraken over overdracht van Veilig Thuis naar Kwadraad en JGT

Verantwoordelijkheden van de gemeente Noordwijk voor het scheppen van randvoorwaarden voor een veilig werk- en meldklimaat

Om het voor medewerkers mogelijk te maken in een veilig werkklimaat huiselijk geweld en kindermishandeling te signaleren en de stappen van de Meldcode te doorlopen, draagt de gemeente Noordwijk er zorg voor dat:

  • binnen de organisatie bekendheid wordt gegeven aan het doel en de inhoud van de Meldcode;

  • regelmatig een aanbod wordt gedaan van trainingen en andere vormen van deskundigheidsbevordering. Zodat medewerkers voldoende kennis en vaardigheden ontwikkelen en op peil houden om huiselijk geweld en kindermishandeling te kunnen signaleren en de stappen van de code te kunnen doorlopen;

  • er voldoende deskundigen beschikbaar zijn die de betreffende medewerkers kunnen ondersteunen bij het signaleren en het zetten van de stappen van de Meldcode;

  • de Meldcode aansluit op de werkprocessen binnen de organisatie;

  • de werking van de Meldcode regelmatig wordt geëvalueerd en dat zo nodig acties in gang worden gezet om de toepassing van de Meldcode te optimaliseren;

  • afspraken worden gemaakt over de wijze waarop de gemeente Noordwijk zijn medewerkers zal ondersteunen als zij door cliënten in of buiten rechte worden aangesproken op de wijze waarop zij de Meldcode toepassen.

Toelichting op de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

Hieronder volgt een toelichting op onderdelen uit de Meldcode.

De wet verplichte Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

De Meldcode is opgesteld naar aanleiding van de wet verplichte Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, welke sinds 1 juli 2013 van kracht is.

Het doel van de wet is het signaleren en bespreekbaar maken van (vermoeden van) huiselijk geweld. Het beoogde resultaat is een effectieve aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Op basis van deze wet heeft de gemeente de verplichting om toezicht te houden op de uitvoering van de Meldcode. De gemeente Noordwijk is onderworpen aan deze Wet, omdat de gemeente uitvoerende afdelingen heeft die werkzaam zijn op het gebied van maatschappelijke ondersteuning.

Alle organisaties werkzaam op de gebieden kinderopvang, jeugdzorg, onderwijs, gezondheidszorg, justitie en maatschappelijke ondersteuning dienen een Meldcode te hanteren voor het omgaan met vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling. Daarbij dienen organisaties medewerkers te ondersteunen bij het toepassen van deze Meldcode. De verplichting die de Wet oplegt is nadrukkelijk niet van toepassing op werknemers, maar op organisaties.

Organisaties stellen zelf een eigen meldcode vast

Organisaties dienen zelf een eigen meldcode op te stellen. De algemene maatregel van bestuur (amvb) Verplichte meldcode noemt de minimumeisen waaraan een meldcode moet voldoen. Deze amvb is per 1 juli 2013 in werking getreden. Per 1 januari 2019 is de aangepaste meldcode in werking getreden, waarbij het gebruik van een afwegingskader wordt verplicht.

Stappenplan

Belangrijk onderdeel van de Meldcode is het stappenplan. In het stappenplan wordt uitgelegd wat te doen bij een vermoeden van HG en/of KM. In het stappenplan is opgenomen dat medewerkers van de afdeling Burgerzaken niet zelf het stappenplan hoeven te doorlopen. Dit wordt na stap twee overgenomen door de aandachtsfunctionaris. Medewerkers Wmo, ISD doorlopen wel zelf het hele stappenplan, zo nodig in samenspraak met de aandachtsfunctionaris.

De Meldcode bestaat kortweg uit de volgende stappen:

Stap 1: Het in kaart brengen van signalen

Stap 2: Het bespreken van de signalen met een deskundig collega en raadpleeg eventueel Veilig Thuis

Stap 3: Het bespreken van de signalen met de cliënt

Stap 4: Het wegen van de aard en de ernst van het huiselijk geweld of kindermishandeling

  • -

    Heb ik op basis van stap 1 tot en met 3 een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling?

  • -

    Heb ik een vermoeden van acute of structurele onveiligheid?

Stap 5: Beslissen:

  • -

    Is melden bij Veilig Thuis noodzakelijk?

  • -

    Is hulp verlenen of organiseren (ook) mogelijk?

Stap 6: Monitoring en evaluatie

Voor alle duidelijkheid: de Meldcode staat niet gelijk aan een meldplicht; niet alle

signaleringsgevallen hoeven te leiden tot een melding. Er is sprake van een meldrecht en een plicht

tot zorgvuldig handelen; het gaat erom dat zorgvuldig gehandeld wordt, volgens de afspraken.

Belang van de wet voor gemeenten

De Wet verplichte meldcode is op verschillende manieren van belang voor gemeenten. Zij moeten intern (alle medewerkers) en extern (medewerkers die intensief klantcontact hebben) een meldcode opstellen en gemeenten moeten toezicht houden op de naleving van de wet.

Externe meldcode

De Wet verplichte meldcode geldt binnen de gemeentelijke organisatie voor de medewerkers

die betrokken zijn bij de uitvoering van de Leerplichtwet 1969 (leerplichtambtenaren). Voor deze medewerkers moet het gemeentebestuur een meldcode opstellen die voldoet aan de wettelijke eisen. Daarnaast is het gemeentebestuur verplicht de kennis over en het gebruik van de meldcode bij deze medewerkers te bevorderen. De gemeente Noordwijk wil de meldcode ook van toepassing verklaren voor andere medewerkers van de gemeente die niet onder de wettelijke verplichting vallen. Het gaat in dit verband om medewerkers van de organisatie die frequent en/of intensief maatschappelijke ondersteuning bieden of intensief klantcontact hebben. Dit betreffen bij de gemeente Noordwijk de Wmo consulenten, de ISD consulenten en schulddienstverleners en de medewerkers van de afdeling Burgerzaken. De meldcode is alleen verplicht voor leerplichtambtenaren omdat ten tijde van het maken van de wet gedacht werd dat de Wmo/WWB/SHV alleen door externen uitgevoerd zou worden (niet in dienst van de gemeente).

De gemeente als toezichthouder

De landelijke inspecties oefenen toezicht uit op hun ‘eigen’ sectoren. De gemeenten oefenen het toezicht uit op organisaties die actief zijn op het terrein van de maatschappelijke ondersteuning en de kinderopvang. Bij de maatschappelijke ondersteuning gaat het om (wat in de huidige wet wordt omschreven als) de prestatievelden 2, 3, 5 , 6 en 7 zoals: jongerenwerk, maatschappelijke opvang, welzijnswerk, peuterspeelzaalwerk, maatschappelijk werk, huishoudelijke hulp, vrij toegankelijke opvoedondersteuning en jeugdhulp.

Vrijwilligersorganisaties die in deze prestatievelden actief zijn vallen niet onder de Wet verplichte meldcode. Gemeente Noordwijk stimuleert wil wel de eventueel signalerende rol van vrijwilligers(organisaties) door het geven van voorlichting.

Het toezicht van de gemeente is gericht op de volgende drie vragen:

  • -

    is er binnen de organisatie een meldcode beschikbaar?

  • -

    Voldoet deze meldcode aan de minimum eisen van de wet en de amvb?

  • -

    Wat doet de organisatie concreet om de kennis en het gebruik van de meldcode bij de medewerkers te bevorderen, bijvoorbeeld door voorlichting, scholing en training?

Signaleringsformulier

Het signaleringsformulier helpt medewerkers bij het concreet beschrijven van het wat en waarom van hun vermoeden van HG en/of KM. De signaleringslijst is voor intern gebruik. De medewerker blijft anoniem naar externen toe. Dit om te voorkomen dat een boze ouder bijvoorbeeld persoonlijk verhaal gaat halen bij medewerkers. Als een medewerker van de afdeling burgerzaken een vermoeden heeft van HG of KM, vult hij of zij het signaleringsformulier samen met de aandachtsfunctionaris in.

Privacy

Op 25 mei 2018 is de nieuwe privacywetgeving (AVG) van kracht geworden. De AVG is een algemeen kader dat niet inspeelt op specifieke situaties, zoals een vermoeden van kindermishandeling. Daarom geldt als algemene regel dat een specifieke wet voor een bepaalde sector prevaleert boven de algemene norm van de AVG. Dat geldt dus bijvoorbeeld voor de Wetten PO, VO, Leerplichtwet etc. De wet Meldcode gaat dus ook voor de AVG. Het recht om dossier aan te maken en te melden bij Veilig Thuis is dus onverminderd van toepassing.

Stappenplan bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Dit stappenplan is bedoeld voor vermoedens van huiselijk geweld. Indien er onomstotelijk sprake is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling en/of er direct om hulp wordt gevraagd met acuut gevaar voor de veiligheid, wordt direct 112 gebeld. Telefoonnummer politie voor niet acute zaken: 0900-8844.

afbeelding binnen de regeling

Stap 1:

Breng de signalen in kaart

  • Breng de signalen in kaart waarop je je vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling baseert en leg deze vast. Beschrijf de signalen zo feitelijk en concreet mogelijk. Als je twijfelt, geef dan aan waarom je twijfelt. Vermeld de bron als je informatie van derden vastlegt.

  • Heb je zelf geen contact met eventuele kinderen van je cliënt, dan kun je toch signalen vastleggen over de situatie waarin deze kinderen zich mogelijkerwijs bevinden.

  • Maak bij het signaleren van huiselijk geweld of kindermishandeling gebruik van het signaleringsformulier Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (bijlage 1).

  • Vraag zo nodig hulp aan de aandachtsfunctionaris of Veilig Thuis bij het in kaart brengen van de signalen.

Stap 2:

Bespreek de signalen met een collega of de aandachtsfunctionaris en raadpleeg zo nodig Veilig Thuis

  • Bespreek de signalen met een collega of de aandachtsfunctionaris.

  • De medewerker die signalen doorgeeft aan de aandachtsfunctionaris kan, als dat gewenst is, naar buiten toe anoniem blijven.

  • Vraag zo nodig ook advies aan Veilig Thuis.

Voor interne medewerkers van de gemeente Noordwijk geldt: na stap 2 wordt het stappenplan overgenomen door de aandachtsfunctionaris.

Stap 3:

Gesprek met de cliënt

In deze stap bespreek je de signalen met de cliënt. Heb je ondersteuning nodig bij het voorbereiden of het voeren van het gesprek met de cliënt, raadpleeg dan Veilig Thuis en/of de aandachtsfunctionaris.

  • Leg de cliënt het doel uit van het gesprek;

  • Beschrijf de feiten die je hebt geconstateerd en de waarnemingen die je hebt gedaan;

  • Nodig de cliënt uit om daarop een reactie te geven;

  • Kom pas na deze reactie zo nodig en zo mogelijk met een interpretatie van hetgeen je hebt gezien, gehoord en waargenomen;

  • Leg uit dat je het gesprek nabespreekt met een collega en vertel dat je eventuele vervolgstappen zal bespreken met cliënt.

Stap 4:

Weeg de aard en de ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling

Gebruik hierbij het afwegingskader op pagina 9.

  • Weeg op basis van de signalen, van het ingewonnen advies en van het gesprek met de cliënt het risico op huiselijk geweld of kindermishandeling. Weeg eveneens de aard en de ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling.

  • Bespreek je afweging met de aandachtsfunctionaris. Vraag zo nodig advies van Veilig Thuis. Als je in deze stap advies inwint van Veilig Thuis, zijn de cliëntgegevens anoniem.

  • Doe een melding als naar jouw oordeel de bescherming van de cliënt of een gezinslid de doorslag geeft.

  • Leg de volgende informatie vast: contact over de signalen, stappen die worden gezet en besluiten die worden genomen.

Vertel je cliënt (vanaf 12 jaar) en/of de ouder (als cliënt jonger is dan 16 jaar) vooraf dat je een melding gaat doen bij Veilig Thuis. Leg uit waarom je van plan bent een melding te gaan doen en wat het doel daarvan is.

Raadpleeg in geval van twijfel altijd (opnieuw) Veilig Thuis. De medewerkers van Veilig Thuis bieden ondersteuning bij het wegen van het geweld en van de risico’s op schade en zij kunnen adviseren over vervolgstappen.

De navolgende afwegingen 1 worden doorlopen. Indien nodig laat de beroepskracht zich hierin bijstaan door interne deskundigen 2 en/of vraagt advies aan Veilig Thuis.

Stap 5: Beslissen: zelf hulp organiseren of melden

  • Gebruik hiervoor het afwegingskader op pagina 9.

    Beslissing 1: Is melden noodzakelijk?

    Beslissing 2: Is zelf passende en toereikende hulp bieden of organiseren mogelijk?

  • Meld je vermoeden bij Veilig Thuis.

  • Sluit bij je melding zoveel mogelijk aan bij feiten en gebeurtenissen en geef duidelijk aan als informatie die je meldt (ook) van derden afkomstig is.

Het is van belang dat in stap 5 beide beslissingen en in de genoemde volgorde worden genomen. De betrokken persoon in het vraagt zich op basis van signalen en het gesprek met ouders af of melden noodzakelijk is aan de hand van vijf afwegingsvragen. Vervolgens besluit deze of het bieden of organiseren van hulp tot de mogelijkheden behoort. Als melden volgens het afwegingskader noodzakelijk is, moet de tweede beslissingsvraag over eventuele hulp in overleg met betrokkenen en Veilig Thuis beantwoord worden. Melden is niet verplicht en kan ook anoniem.

Het doen van een melding zonder dat de signalen zijn besproken met de cliënt, is alleen mogelijk als:

  • -

    de veiligheid van de cliënt, die van jezelf, of die van een ander in het geding is;

  • -

    als je goede redenen hebt om te veronderstellen dat de cliënt door dit gesprek het contact met je zal verbreken.

Stap 6:

Evaluatie en terugkoppeling

  • Evalueer elke melding samen met de aandachtsfunctionaris.

  • Vraag hiervoor (ook) informatie/terugkoppeling van Veilig Thuis.

  • Als het signaal afkomstig is van een interne medewerker van de gemeente, dan informeer je diegene altijd over wat er met het signaal is gedaan.

Aandachtsfunctionarissen gemeente Noordwijk

  • 1.

    Sonja Wolters

    071 36 60 000

    s.wolters@noordwijk.nl

  • 2

    (bij afwezigheid Sonja Wolters)

    Adry Beugelsdijk

    071 36 60 000

    a.beugelsdijk@noordwijk.nl

  • 3

    (Bij afwezigheid bovenstaande personen)

    Algemeen Maatschappelijk Werk Kwadraad

    088 900 4000

Waar meld ik?

Veilig Thuis Hollands Midden

Tel. 0800 2000

info@veiligthuishm.nl

Meldingsformulier voor professionals op de website: www.veiligthuishollandsmidden.nl

Afwegingskader: Uitwerking van de vijf afwegingsvragen en beslissingen in stappen 4 en 5 van de meldcode

  • 1.

    Vermoeden wegen

Ik heb de stappen 1 t/m 3 van de Meldcode doorlopen en

  • A.

    op basis van deze doorlopen stappen is er geen actie nodig: dossier vastleggen en sluiten

  • B.

    ik heb een sterk vermoeden van huiselijk geweld en/of kindermishandeling

Ga verder naar afweging 2.

  • 2.

    Veiligheid

Op basis van de stappen 1 t/m 4 van de Meldcode schatten wij dat er sprake is van acute en/of structurele onveiligheid:

  • A.

    NEE -> ga verder naar afweging 3

  • B.

    JA of twijfel -> direct (telefonisch) (anoniem) melding doen bij Veilig Thuis. De afwegingen hierna worden met Veilig Thuis doorlopen.

  • 3.

    Hulp

Ben ik, een collega of een ketenpartner3 in staat om effectieve hulp te bieden of te organiseren en kan de dreiging voor mogelijk huiselijk geweld of kindermishandeling afgewend worden?

  • A.

    NEE -> melden bij Veilig Thuis, die binnen 5 werkdagen een besluit neemt en terugkoppelt naar de melder

  • B.

    JA -> ga verder met afweging 4

  • 4.

    Hulp

Aanvaarden de betrokkenen de hulp zoals in afweging 3 is georganiseerd en zijn zij bereid zich actief in te zetten?

  • A.

    NEE -> melden bij Veilig Thuis

  • B.

    JA -> hulp in gang zetten, termijn afspreken waarop effect meetbaar of merkbaar moet zijn.

Zo concreet mogelijk maken en documenteren. Spreek af wie welke rol heeft en benoem casemanager. Spreek af welke taken alle betrokkenen en specifiek de casemanager heeft, zodat de verwachtingen voor iedereen helder zijn. Leg vast, voer uit en ga verder met afweging 5.

  • 5.

    Resultaat

Leidt de hulp binnen de afgesproken termijn tot de afgesproken resultaten ten aanzien van de veiligheid, het welzijn en/of het herstel van de direct betrokkenen?

  • A.

    NEE -> melden bij Veilig Thuis

  • B.

    JA -> hulp afsluiten met vastgelegde afspraken over het monitoren 3 van de veiligheid van alle betrokkenen.

5

Toelichting afwegingskader

Algemene meldnormen (leidende principes t.b.v. afwegingskaders)

Het doen van een melding bij Veilig Thuis van mogelijk huiselijk geweld of mogelijke kindermishandeling is een professionele norm en als zodanig noodzakelijk:

Meldnorm A

In ALLE gevallen van acute onveiligheid en/of structurele onveiligheid.

Meldnorm B

In alle ANDERE gevallen waarin de aandachtsfunctionaris/leerplichtambtenaar meent dat hij, gelet op zijn competenties, zijn verantwoordelijkheden en zijn professionele grenzen, in onvoldoende mate effectieve hulp kan bieden of kan organiseren bij (risico’s op) huiselijk geweld en/of kindermishandeling.

Meldnorm C

Als een aandachtsfunctionaris/leerplichtambtenaar die hulp biedt of organiseert om betrokkenen te beschermen tegen het risico op huiselijk geweld en/of kindermishandeling constateert dat de onveiligheid niet stopt of zich herhaalt

Acute onveiligheid, structurele onveiligheid en disclosure

Acute onveiligheid

Definitie

Een persoon is in direct fysiek gevaar, diens veiligheid is de komende dagen niet gegarandeerd en hij of zij heeft direct bescherming nodig.

Toelichting

Bij het afwegen van signalen van huiselijk geweld en/of kindermishandeling schat een beroepskracht allereerst en voortdurend in of een betrokkene acuut (levens)gevaar loopt. Dit betreft de aanwezigheid van fysiek of seksueel geweld (met of zonder letsel) of, in geval van zorgafhankelijke kinderen of (oudere) volwassenen, de áfwezigheid van de meest basale verzorging (waaronder eten, drinken, kleding en onderdak) maar bijvoorbeeld ook om het onnodig toedienen van medicijnen of het verrichten van onnodige zorg.

Voorbeelden

Door geweld toegebrachte verwonding die medische behandeling behoeft.

(Ernstig) letsel met een vermoeden dat dit is toegebracht, of een poging daartoe.

Poging tot verwurging.

Wapengebruik.

Geweld tijdens de zwangerschap.

(Vermoeden van) seksueel misbruik of seksueel geweld of seksuele exploitatie van kinderen jonger dan 18 jaar.

Acute bedreiging om zichzelf of een naaste (waaronder (ex)-partner, kinderen of familielid) te doden, ernstig letsel toe te brengen of hun vrijheid te benemen (familiedrama, eerwraak, vrouwelijke genitale verminking).

Onthouden van zorg die acuut de gezondheid bedreigt van -9 maanden tot + 100 jaar, waaronder het onthouden van voedsel.

Als een ouder/verzorger (medische) klachten/aandoeningen bij een kind verzint/aandikt, (medische) onderzoeksgegevens betreffende bij het kind bestaande klachten en afwijkingen vervalst of in het kader van een onderzoek selectief verstrek of (medische) klachten en afwijkingen bij het kind daadwerkelijk veroorzaakt.

Vrijheidbeperkende maatregel voor pleger loopt af zonder dat er afdoende veiligheidsmaatregelen genomen zijn.

Acuut onveilige situatie bestaat of zorg dreigt weg te vallen vanwege suïcidepoging, automutilatie, acuut psychiatrisch beeld, intoxicatie door alcohol of drugs.

Noodgedwongen vlucht van huis door (dreiging van) huiselijk geweld en/of kindermishandeling.

een minderjarig kind dat alleen gelaten wordt in huis zonder toezicht en verzorging van een volwassene

Minderjarigen die opgesloten worden in huis en onthouden worden van eten en drinken

Minderjarigen die met een alleenstaande ouder leven, waarbij deze ouder een acute psychose krijgt etc

Structurele onveiligheid

Definitie

Er is sprake van herhaling of voortduren van onveilige situaties of van geweld.

Toelichting

Een voorgeschiedenis van huiselijk geweld of kindermishandeling is de belangrijkste voorspeller voor voortduren van onveiligheid (plegerschap en slachtofferschap) in de toekomst.

Voorbeelden

Minderjarigen die opgroeien bij ouders met zodanig ernstige (psychosociale, relationele) problematiek ten gevolge van verstandelijke beperking, middelenverslaving, psychische problematiek dat de fysieke en emotionele veiligheid van het kind bij herhaling en/ of voortdurend wordt bedreigd en de ontwikkelmogelijkheden van deze minderjarigen structureel ingeperkt worden.

Vergelijkbare situaties met kwetsbare ouderen en een mantelzorger.

Ernstige verwaarlozing die voor jonge opgroeiende kinderen blijvende schade kan veroorzaken.

Escalerende vormen van stalking in partnerrelaties.

Minderjarige die geregeld getuige is van huiselijk geweld tussen ouders.

Minderjarigen die een hoog schoolverzuim hebben.

Minderjarigen die geregeld fysiek mishandel worden.

etc.

Disclosure

Definitie

Slachtoffers die uit zichzelf een beroepskracht om hulp vragen of zich uiten bij (mogelijk) huiselijk geweld en/of kindermishandeling.

Toelichting

Als een slachtoffer, kind of volwassene, uit zichzelf een beroepskracht om hulp vraagt bij huiselijk geweld en/of kindermishandeling of zich hierover uit zonder hulp te vragen, betekent dit veelal dat het (minderjarige) slachtoffer een acute crisis ervaart en vreest voor de veiligheid en/of het welzijn van zichzelf of gezinsleden.

Het met onvoldoende voorbereiding met de ouders/verzorgers bespreken van de (door het slachtoffer) geuite zorgen kan leiden tot (verergering van) situaties van acute of structurele onveiligheid. Dit geldt uitdrukkelijk ook voor specifieke vormen van huiselijk geweld zoals (ex)partnerstalking, huwelijksdwang, mensenhandel, eergerelateerd geweld en oudermishandeling.

Een professionelen norm tot melden betekent in dit geval zorgvuldige afstemming over de vervolgacties tussen de beroepskracht, Veilig Thuis en het slachtoffer.

Bij de keuze voor wel/niet melden staat de veiligheid van het slachtoffer altijd voorop.

Ondertekening

BIJLAGE 1: SIGNALERINGSFORMULIER VERMOEDEN HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

Dit signaleringsformulier is een instrument om signalen beter in kaart te brengen. De lijst is niet uitputtend en dient als hulpmiddel. Probeer de lijst zo feitelijk en concreet mogelijk in te vullen.

Naam medewerker 4:

Datum:

Cliëntgegevens

Naam:

Leeftijd:

Sekse:

Waarom heb je een vermoeden van Huiselijk Geweld en/of Kindermishandeling?

Beschrijf zo concreet mogelijk wat je hebt gezien en/of gehoord.

Datum voorval:

Wat is de relatie tussen cliënt en mogelijke pleger?

Wat is jouw relatie tot cliënt en of mogelijke pleger?

Heb je één van de onderstaande symptomen gezien?

  • o

    Cliënt heeft lichamelijk letsel zoals

    blauwe plekken,

    snij-, brand-, bijt of hoofdwonden

Ja, namelijk:

  • o

    Cliënt reageert vreemd, bijvoorbeeld

    moeite met oogcontact,

    dubieuze verklaring over verwondingen,

    is nerveus,

    is altijd vergezeld door partner of iemand anders

    is agressief

    is druk

Ja, namelijk:

  • o

    Cliënt vertoont psychische problemen, zoals

    verlies van besef van tijd, plaats of identiteit,

    concentratiestoornis

    laag zelfbeeld

Ja, namelijk:

  • o

    Cliënt vertoont psychosomatische klachten, zoals

    symptomen van angst zoals trillen, zweten, duizeligheid

    symptomen van machteloosheid zoals neerslachtigheid, moeheid, eetproblemen

    symptomen van spanning zoals hoofdpijn, buikpijn, slaapstoornissen

Ja, namelijk:

Is er verder nog iets wat je relevant acht?

Bijlage 2: Verbinding! Afspraken over overdracht van Veilig Thuis naar JGT en Kwadraad

Achtergrond

 

In drie bijeenkomsten (april-juni 2015) hebben medewerkers van Veilig Thuis, Kwadraad en JGT in Leiden met elkaar kennis gemaakt, ervaringen in de samenwerking uitgewisseld, knelpunten geïnventariseerd en afspraken gemaakt. De onderstaande afspraken hebben betrekking op de overdracht van Veilig Thuis naar Kwadraad of JGT. Het gaat om zaken waarbij Veilig Thuis in de triage heeft beoordeeld dat eigen onderzoek vooralsnog niet nodig is en de zaak kan worden overgedragen naar Kwadraad of JGT. Deze afspraken zijn bekrachtigd door alle betrokken instellingen. Voor Veilig Thuis is het alleen werkbaar als afspraken regio breed uniform zijn. In alle sub-regio’s worden bijeenkomsten belegd om dat voor elkaar te krijgen.

 

Samen werken aan veiligheid in gezinnen kan alleen in verbinding!

 

Gezamenlijke uitgangspunten:

  • Waarborgen veiligheid is een taak van ons allen, (VT, Kwadraad en JGT)

  • Casussen kunnen niet op de plank blijven liggen.

  • Veilig Thuis is geen hulpverlener. Hulp moet lokaal worden ingezet.

  • Een VT team bedient 19 gemeenten en gezamenlijke gemeenten hebben de beschikking over een veelvoud van teams (totaal 70 à 80 team) en kennen de wijk.

  • Er is bij JGT/Kwadraad professionaliteit om indien nodig een cliënt te motiveren voor zorg.

Gemaakte afspraken

  • 1.

    Gezin op de hoogte brengen van melding bij Veilig Thuis

    Bij overdracht aan Kwadraad/JGT na triage door Veilig Thuis wordt het gezin in kennis gesteld door Veilig Thuis. Dit gebeurt minimaal middels een brief. Dikwijls, maar niet standaard, zal Veilig Thuis ook contact hebben gehad met het gezin. In de brief staat: Waarom deze brief? Wie heeft gemeld? Wie vraagt Veilig Thuis om contact op te nemen (Kwadraad/JGT)?

  • 2.

    Keuze voor overdracht aan Kwadraad of JGT

    Bepaling van de route is onderdeel van de triage bij Veilig Thuis. Veilig Thuis maakt een keuze op basis van informatie over de zaak en op basis van kennis van Kwadraad/JGT. Bij twijfel overlegt VT met Kwadraad/JGT. De ontvangende partij accepteert, zonder onderhandelingen.

  • 3.

    Informatieoverdracht en termijn

    Veilig Thuis stuurt mee: NAW gegevens gezin; afschrift brief aan cliënt; inhoudelijke informatie (gemelde zorgen); eventueel: aanvullende informatie verkregen in triage;

    uitkomst triage; eventueel specifieke aandachtspunten en tips.

    Termijn: binnen drie werkdagen na triage verstuurt Veilig Thuis kennisgeving aan gezin en overdracht aan Kwadraad/JGT.

  • 4.

    Hulpvraag gezin?

    Er hoeft geen sprake te zijn van een hulpvraag in het gezin. De gemelde zorgen over mogelijke onveiligheid zijn reden om contact op te nemen. Inzet van Kwadraad/JGT is primair gericht op het met het gezin bespreken van de gemelde zorgen, het samen met gezin en netwerk in kaart brengen van de zorgen, maar ook van wat er goed gaat in het gezin, en samen te bepalen wat er nodig is om veiligheid in het gezin te vergroten.

    Termijn: Zo spoedig mogelijk maar in ieder geval binnen één week na ontvangst, neemt het Kwadraad/JGT contact op met het gezin.

    Als uit het huisbezoek van Kwadraad/JGT-er geen hulpvraag kan worden geformuleerd, maar de zorgen om de veiligheid blijven, overlegt de Kwadraad/JGT-er met Veilig Thuis over de meest effectieve aanpak. Dat kan overdracht naar Veilig Thuis zijn voor een (nader) onderzoek door Veilig Thuis zijn, een gezamenlijk gesprek of een andere interventie, bijvoorbeeld inzet jeugdbeschermingstafel, of specialistische ambulante hulp door Rosa Manus.

  • 5.

    Plan van aanpak en termijn eerste contact met gezin

    Ontvangende partij (Kwadraad/JGT) accepteert de overdracht en bepaalt: of samenwerking met (of eventueel overdracht aan) andere hulpverleners nodig is. Bij overdracht wordt Veilig Thuis verwittigd; of en zo ja welke ondersteuning vanuit Veilig Thuis nodig is; welke medewerker de zaak oppakt; wat het plan van aanpak is. Termijn: binnen een week na ontvangst neemt Kwadraad/JGT contact op met het gezin.

  • 6.

    Ondersteuning door Veilig Thuis

    De ondersteuningsvraag van Kwadraad/JGT is leidend. Veilig Thuis accepteert deze vraag. Ondersteuning kan bijvoorbeeld in de vorm van: overleg en meedenken op afstand; gezamenlijk eerste gesprek met ouders/kinderen; gezamenlijke risicotaxatie of opstellen veiligheidsplan. Kwadraad/JGT kunnen op elk moment is het traject overleggen met Veilig Thuis. Indien nodig kan weer ‘opgeschaald’ worden naar Veilig Thuis.


Noot
1

Afwegingen 1 en 2 in stap 4 en afwegingen 3 tot 5 in stap 5.

Noot
2

Integraal Veilig Hoger Onderwijs adviseert om in lijn met de procesgang rond Zorgwekkend Gedrag een multidisciplinair overleg in te zetten. https://www.integraalveilig-ho.nl/wp-content/uploads/Proces-zorgwekkend-gedrag.pdf

Noot
3

Betrokken functionarissen vanuit de gemeente. Hierbij valt te denken aan de leerplichtambtenaar of een medewerker van een buurt- of wijkteam dat betrokken is bij de school of een medewerker van de GGD/Jeugdgezondheidszorg.

Noot
4

Dit is een signaleringslijst voor intern gebruik binnen de gemeente Noordwijkerhout. De naam van de medewerker wordt niet met externen gecommuniceerd.