Regeling vervallen per 08-01-2019

Verordening commissie bezwaarschriften

Geldend van 18-03-2016 t/m 07-01-2019

Intitulé

Verordening commissie bezwaarschriften

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: de vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften;

  • c.

    wet: de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester.

  • 2. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken.

  • 3. De commissie fungeert tevens als klachtadviescommissie als bedoeld in artikel 1.3, eerste lid, aanhef en onder d, van de Verordening klachtbehandeling gemeente Noordwijkerhout.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit ten minste drie leden.

  • 2. De leden worden benoemd, geschorst en ontslagen door de raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester, ieder voor zover het de eigen bevoegdheden betreft.

  • 3. Het voorzitterschap van de commissie wordt bij toerbeurt door de leden vervuld.

  • 4. Degenen die deel uitmaken van de commissie, mogen op geen enkele wijze binding hebben met het bestuur van de gemeente Noordwijkerhout.

Artikel 4 Secretaris

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders voegen, in overleg met de raad en de burgemeester, aan de commissie een ambtenaar van de gemeente als secretaris toe.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders wijst, in overleg met de raad en de burgemeester, tevens één of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1. De leden van de commissie worden benoemd voor een termijn van vier jaar. Het is mogelijk één keer herbenoemd te worden.

  • 2. De leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen.

  • 3. De aftredende of ontslag nemende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

  • 4. Het bepaalde in het eerste lid is van toepassing op de leden van de commissie die vanaf 2016 in de commissie worden benoemd en niet eerder in de commissie zitting hadden.

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken en alle verder op de zaak betrekking hebbende stukken worden zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • a.

    2:1, tweede lid;

  • b.

    6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • c.

    6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;

  • d.

    7:4, tweede lid;

  • e.

    7:6, vierde lid.

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen.

Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college van burgemeester en wethouders vereist, voor zover het budget, dat in de gemeentebegroting aan de commissie voor de bezwaarschriften is toegekend voor het inwinnen van advies of inlichtingen, niet toereikend is.

Artikel 9 Hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • De voorzitter draagt zorg voor de oproeping van de leden onder mededeling van de voor de vergadering vastgestelde agenda. Indien het een openbare vergadering betreft, draagt de voorzitter er tevens zorg voor dat plaats en tijdstip van de vergadering ter openbare kennis worden gebracht.

  • 2.

    De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

  • 3.

    Indien de voorzitter op grond van het derde lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 10 Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter van de commissie nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met derde lid.

Artikel 11 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat ten minste twee leden van de commissie aanwezig zijn, zomede de secretaris of zijn plaatsvervanger.

Artikel 12 Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13 Openbaarheid zitting

  • 1. De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2. De deuren worden gesloten, indien de voorzitter van de commissie of één van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en hetgeen verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden, niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 15 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter van de commissie uit eigen beweging of op verlangen van de commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op een dergelijk verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 17 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de wet ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij/zij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 18 Verantwoording

De commissie verstrekt jaarlijks een overzicht van de door haar krachtens deze verordening uitgebrachte adviezen.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van zes weken na de datum van haar bekendmaking. Terzelfder tijd wordt de Verordening behandeling beroep- en bezwaarschriften 1998 ingetrokken.

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening commissie bezwaarschriften. (doorlopende tekst na 3e wijziging)