Regeling vervallen per 20-03-2018

Algemeen aanwijzingsbesluit APV Nuenen c.a. 2014

Geldend van 17-01-2014 t/m 19-03-2018

Intitulé

Algemeen aanwijzingsbesluit APV Nuenen c.a. 2014

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nuenen c.a. en de burgemeester van de gemeente Nuenen c.a., ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

overwegende:

dat op 19 december 2013 de ‘Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Nuenen c.a. 2014’ (hierna te noemen APV) wordt vastgesteld door de gemeenteraad;

dat zij met het oog op de uitvoering van de APV nadere voorschriften dienen vast te stellen;

gelet op de hierna te noemen artikelen van de APV;

b e s l u i t e n:

vast te stellen het volgende

 

‘Algemeen aanwijzingsbesluit APV Nuenen c.a. 2014’.

Artikel 2:6

Lid 1: Het is verboden gedrukte of geschreven stukken of afbeeldingen onder publiek te (laten) verspreiden, dan wel openlijk aan te bieden in:

- gebieden, begrensd door de bebouwde kommen van de kernen Nuenen, Gerwen en Nederwetten, zoals deze zijn vastgesteld in de Wegenverkeerswet

Lid 2:

- Het in het eerste lid gestelde verbod te beperken tot: van maandag tot en met zondag tussen 06.00 uur tot 22.00 uur

Artikel 2:9

Lid 1: Het is verboden ten behoeve van publiek als straatartiest, straatmuzikant, straatfotograaf, tekenaar, filmoperateur of gids op te treden binnen:

- bebouwde kommen van de kernen Nuenen, Gerwen, en Nederwetten, zoals deze zijn vastgesteld op grond van de Wegenverkeerswet.

Lid 2: De burgemeester beperkt het in het eerste lid gestelde verbod: het verbod is van kracht op:

- alle dagen van de week gedurende de openingstijden van de winkels, zoals bedoeld in de Winkeltijdenwet.

Artikel 2:10

Lid 3: De nadere regels in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving ten aanzien van terrassen, uitstallingen en reclameborden houden in:

- voor een terras blijft de vergunningplicht in stand: deze kunnen niet aan algemene regels worden onderworpen en moeten per individueel geval worden getoetst.

- voor uitstallingen en reclameborden geldt dat wanneer deze voldoen aan de regels van de Reclamenota, deze vergunningvrij zijn.

Voor de regeling van reclame-uitingen wordt verder verwezen naar artikel 4:15 (lex specialis).

Artikel 2:18

Roken in een bosgebied is verboden:

- van april tot en met oktober.

Artikel 2:52

De terreinen waarop verboden is zich te bevinden met een fiets of bromfiets zijn:

- de wekelijkse markt, kermis en evenemententerreinen, allen tijdens opbouw, duur en afbraak van de markt, kermis en het evenement.

Artikel 2:57

Lid 1 onder b: Een hond mag niet verblijven of lopen

- schoolterreinen en sportvelden.

Lid 2: Het in het eerste lid gestelde verbod onder sub a geldt niet op

- de door het college vastgestelde hondenlosloopwegen en –terreinen. (beleid niet inhoudelijk gewijzigd).

Artikel 2:58

Lid 1 sub c:

Een hond mag zich ook niet van uitwerpselen ontdoen op:

- schoolterreinen en sportvelden.

Lid 2:

De opruimplicht geldt niet voor:

- hondenlosloopwegen, tenzij ter plaatse anders is vermeld.

Artikel 2:60

Lid 1: plaats waar het verboden is, ter voorkoming of opheffing van overlast of schade aan de openbare gezondheid verboden is om (meer dan) de aangeduide dieren aanwezig te hebben:

- binnen de bebouwde kom van de gemeente Nuenen c.a.. 

Diersoorten

Eerste lid

Aantal

maximaal

Bijzonderheden**: het maximum aantal mag indien wordt voldaan aan deze voorschriften

Sub a:

Sub b:

Sub c:

Honden

X

X

2*

- indien ouder dan 6 maanden (onder de 6 maanden zijn meer honden toegestaan indien sprake is van nestje of indien sprake is van opvoeding geleidehond)

- indien de honden goed worden verzorgd en onderhouden

- veroorzaken van overlast voor omwonenden/omgeving is niet toegestaan

Katten

X

X

2*

- indien ouder dan 6 maanden (onder de 6 maanden zijn meer katten toegestaan indien sprake is van nestje)

- indien de katten goed worden verzorgd en onderhouden

- veroorzaken van overlast voor omwonenden/ omgeving is niet toegestaan

Hanen

X

- veroorzaken van overlast voor omwonende/ omgeving is niet toegestaan

Ganzen

X

- veroorzaken van overlast voor omwonenden/ omgeving is niet toegestaan

* Van het in de tabel aangegeven maximale aantal kan een ontheffing worden verleend.

** Aanvulling op schema: indien niet wordt voldaan aan de regels zoals wordt gesteld in de tabel onder bijzonderheden kan het maximum aantal dieren worden teruggebracht naar 0.

Artikel 2:73

Lid 1: het is verboden om consumentenvuurwerk te bezigen:

- nabij en op het terrein van de bejaardencentra de Akkers, Weverkeshof, Jo van Dijk-hof, in/op/aan/onder abri’s, bruggen, overkappingen, tunnels, telefooncellen, vuilnisbakken en brievenbussen, in en nabij winkelcentra (semi-overdekt).

Artikel 3:3

Nadere regels over de uitoefening en bevoegdheden ten behoeve van seksinrichtingen:

§ 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    seksinrichting: de seksinrichting zoals bedoeld in artikel 3:1, onder c, van de Algemene Plaatselijke Verordening;

  • b.

    exploitant: de exploitant zoals bedoeld in artikel 3:, onder f, van de Algemene Plaatselijke Verordening;

  • c.

    beheerder: de beheerder zoals bedoeld in artikel 3:1, onder g, van de Algemene Plaatselijke Verordening;

  • d.

    bouwwerk: een bouwwerk zoals bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Bouwverordening;

  • e.

    verblijfsruimte: een ruimte zoals bedoeld in artikel 1.1 van het Bouwbesluit 2003;

  • f.

    werkruimte: een verblijfsruimte waarin de seksuele handelingen worden verricht als bedoeld in artikel 3:1 van de Algemene Plaatselijke Verordening;

  • g.

    vitrine: de ruimte met één of meer ramen van waarachter de prostituee tracht de aandacht van passanten op zich te vestigen;

  • h.

    Bouwbesluit 2003: het besluit houdende technische voorschriften omtrent het bouwen van bouwwerken en de staat van bestaande bouwwerken, zoals dit besluit is gewijzigde bij diverse besluiten.

§ 2. Geschiktheidverklaring

Artikel 2 Geschiktheidverklaring

Het is verboden om zonder of in afwijking van een geschiktheidverklaring van burgemeester en wethouders een gebouw als seksinrichting in gebruik te nemen, te hebben of te houden.

Artikel 3 Aanvraag geschiktheidverklaring

Een aanvraag voor een geschiktheidverklaring moet de volgende gegevens en bescheiden bevatten:

  • a.

    de naam en het correspondentieadres in Nederland van de aanvrager;

  • b.

    indien een gemachtigde is aangewezen, diens naam en adres en een door de aanvrager ondertekende machtiging;

  • c.

    een duidelijke omschrijving van de plaats van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

  • d.

    een situatietekening waarop tenminste 2 straten staan aangegeven met een schaal van elk 1:1000, vermeldende de kadastrale aanduiding en het adres van het bouwwerk;

  • e.

    bouwkundige plattegrondstekening(en) van het bouwwerk van tenminste 1:100, aangevende de indeling, de bestemming van de verschillende ruimten en de inrichting van deze ruimte zoals plaatsing van bed(den), kast(en), wastafel(s), veiligheidsinstallatie(s), vrije ruimte(n) ten behoeve van vluchten bij brand etc.

  • f.

    deze tekeningen moeten worden opgesteld overeenkomstig de eisen die zijn gesteld aan omgevingsvergunningtekeningen voor bouwen.

 

Artikel 4 Beslissingstermijn

  • 1.

    Het college beslist op een aanvraag om een geschiktheidverklaring binnen twaalf weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen

  • 2.

    Het college kan hun beslissing éénmaal voor ten hoogste twaalf weken verdagen. Van het besluit tot wordt voor de afloop van de in het eerste lid bedoelde termijn schriftelijk mededeling gedaan aan de aanvrager.

  • 3.

    In afwijking van het eerste en tweede lid houdt het college de beslissing op aanvraag aan indien:

    a. voor dezelfde seksinrichting een omgevingsvergunning is vereist en op deze aanvraag nog niet is beslist;

    b. op dezelfde seksinrichting een aanschrijving rust wegens strijd met de voorschriften van het bouwbesluit en/of de bouwverordening en aan die aanschrijving (nog) niet is voldaan.

  • 4.

    De in het vorige lid bedoelde aanhouding eindigt zes weken nadat op de aanvraag om een omgevingsvergunning is beslist of nadat is voldaan aan de aanschrijving.

Artikel 5 Weigering geschiktheidverklaring

Een geschiktheidverklaring wordt geweigerd indien:

  • a.

    de omgevingsvergunning wordt geweigerd; en/of

  • b.

    de seksinrichting voldoet niet of niet meer aan het bepaalde in deze nadere regels.

Artikel 6 Intrekken of wijzigen geschiktheidverklaring

Het college kan een geschiktheidverklaring intrekken of wijzigen indien:

  • a.

    blijkt dat zij de geschiktheidverklaring ten gevolgde van onjuiste of onvolledige gegevens hebben afgegeven;

  • b.

    blijkt dat de exploitant van de geschiktheidverklaring niet of niet binnen de gestelde termijn(en) heeft voldaan aan een aan deze verklaring verbonden voorwaarde;

  • c.

    het belang op grond waarvan de geschiktheidverklaring is afgegeven dit vereist op grond van een verandering van de inzichten met betrekking tot de bescherming van de prostituees en de verbetering van hun positie, opgetreden na het afgeven van de verklaring.

§ 3. Inrichtingseisen seksinrichtingen

Artikel 7 Inrichtingseisen seksinrichtingen (met uitzondering van seksautomatenhallen)

  • 1.

    In de seksinrichting mogen geen vitrines aanwezig zijn.

  • 2.

    Tot een dergelijke seksinrichting moeten ten minste behoren:

    a. Een verblijfsruimte ingericht als keuken;

    b. Een verblijfsruimte ingericht als kleedkamer met afsluitbare hang/legkasten;

    c. Een verblijfsruimte ingericht als dagverblijf met een oppervlakte van ten minste 3,6 m x 3,6 m;

  • 3.

    Het bepaalde onder b. en c. van het vorige lid is niet van toepassing op een bedrijf met meer dan vijf werkruimten. Wanneer sprake is van meer dan vijf werkruimten dient iedere werkruimte te zijn voorzien van een afsluitbare hang/legkast.

  • 4.

    Samenvoeging van keuken en dagverblijf, dan wel kleedkamer en dagverblijf is toegestaan als daarmee naar oordeel van het college een gelijkwaardige situatie wordt bereikt.

  • 5.

    De in lid 2 genoemde verblijven mogen niet worden gebruikt voor prostitutiedoeleinden.

  • 6.

    Elke werkruimte moet zijn voorzien van een wasbak met warm en koud stromend water en de mogelijkheid dient aanwezig te zijn tot het inschakelen van witte elektrische verlichting.

  • 7.

    In een seksinrichting moet ten minste één toiletruimte en één badruimte aanwezig zijn, met dien verstande:

    a. per bouwlaag ten minste één toiletruimte en één badruimte;

    b. per vijf werkruimten ten minste één toiletruimte en per tien werkruimten ten minste één badruimte.

Artikel 8 Inrichtingseisen seksautomatenhal

  • 1.

    Iedere cabine dient voorzien te zijn van een alarmknop.

  • 2.

    De toegangsdeur van iedere cabine mag alleen van binnenuit afsluitbaar zijn met een cilinderknop.

  • 3.

    Iedere cabine moet een oppervlakte hebben van ten minste 3 m2 en een breedte van 1.50 meter.

  • 4.

    Iedere cabine dient te beschikken over een afvalemmer, voorzien van een plastic zak.

Artikel 9 Veiligheidsvoorzieningen prostituee

  • 1.

    Iedere werkruimte dient voorzien te zijn van een zogenaamd stil alarm.

  • 2.

    De toegangsdeur van een werkruimte mag slechts afsluitbaar zijn als in de seksinrichting een, voor de overige aanwezige prostituees goed bereikbare op die deur passende moedersleutel aanwezig is.

  • 3.

    Indien de toegangsdeur van de werkruimte is gelegen in een gevel en de werkruimte niet beschikt over een besloten verbinding naar andere verblijfsruimten, dienen ten genoegen van het college maatregelen te zijn getroffen met het oog op de veiligheid van de in de werkruimte verblijvende prostituees.

  • 4.

    Ruimten in de seksinrichting waarin zich één of meer prostituees zich bevinden, moeten zijn voorzien van duidelijk kenbare gelegenheid tot ontvluchting indien de normale uitgangen daartoe onvoldoende zijn. Deze moeten, mede gelet op het aantal andere personen dat zich in die ruimte bevindt, in aantal, in ligging en in grootte toereikend zijn om de prostituees op een zo veilig mogelijk wijze een zo veilig mogelijke plaats te doen bereiken. Vorenbedoelde gelegenheid tot ontvluchting moet zijn vrijgehouden van obstakels.

  • 5.

    De toegangsdeur(en) van een werkruimte mag/mogen allen van binnen af afsluitbaar zijn met een cilinderknop.

  • 6.

    Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing indien een toegangsdeur van een werkruimte gelegen is aan de weg.

  • 7.

    Een werkruimte waarvan de toegangsdeur is gelegen aan de weg, moet in open verbinding staan met andere ruimten.

  • 8.

    Indien het bepaalde in het vorige lid niet mogelijk is of niet kan worden gevergd, dienen maatregelen te worden getroffen waardoor de veiligheid van de prostituees anderszins wordt gewaarborgd.

  • 9.

    De seksinrichting moet, mede ten behoeve van de prostituees, aangesloten zijn op het telefoonnet tenzij dat redelijkerwijs niet mogelijk is.

§ 4. Gebruiks- en gezondheidsvoorschriften

 

Artikel 10 Maatregelen

  • 1.

    De exploitant en de beheerder zijn verplicht maatregelen te treffen in het belang van de veiligheid, de hygiëne en de bescherming van de gezondheid van de in de seksinrichting werkzame prostituees alsmede de bescherming van de volksgezondheid.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde verplichting houdt in dat:

    a. de prostituee zelf zijn/haar klantkeuze en werktijden kan bepalen;

    b. de prostituee niet verplicht mag worden alcoholhoudende dranken en/of drugs te gebruiken;

    c. in de seksinrichting te allen tijde voldoende wettelijk goedgekeurde condooms voor gebruik beschikbaar zijn;

    d. de prostituee niet verplicht is om, als daarom wordt verzocht, zonder condoom te werken;

    e. de exploitant en de beheerder overigens alle overige maatregelen nemen die in het kader van de in het eerste genoemde belangen noodzakelijk zijn en waarbij de toepassing van veilige sekstechnieken en het zelfbeschikkingsrecht van de prostituee centraal staan.

  • 3.

    De exploitant en de beheerder zijn verplicht een lijst met hulpverleninginstanties en belangenverenigingen van prostituees in de seksinrichting aanwezig te hebben.

Artikel 11 Gezondheidsvoorlichting

De exploitant en de beheerder zijn verplicht:

  • a.

    medewerkers van de GGD toegang te verlenen tot de seksinrichting om voorlichtings- en preventieactiviteiten uit te voeren en voorlichtingsmateriaal te verstrekken gericht op de bevordering en instandhouding van de gezondheidssituatie van de in de seksinrichting werkzame prostituees;

  • b.

    er zorg voor te dragen dat de onder de in de seksinrichting werkzame prostituees voldoende informatie- en voorlichtingsmateriaal in verschillende talen wordt verspreid over de aan de prostitutie verbonden gezondheidsrisico’s en over de aanwezigheid en bereikbaarheid van instellingen op het gebied van de gezondheidszorg en de hulpverlening;

  • c.

    er zorg voor te dragen dat op een voor de klant duidelijk zichtbare plaats voldoende informatie- en voorlichtingsmateriaal aanwezig is over veilige sekstechnieken en seksueel overdraagbare aandoeningen.

Artikel 12 Geneeskundig onderzoek

  • 1.

    De exploitant en de beheerder zijn verplicht de in de seksinrichting werkzame prostituees in de gelegenheid te stellen zich regelmatig geneeskundig op seksueel overdraagbare aandoeningen en overige aan het beroep gerelateerde klachten door een arts naar eigen keuze te laten onderzoeken.

  • 2.

    Indien aan de seksinrichting een vaste arts is verbonden, worden naam en adres van deze arts aan de GGD bekend gemaakt. De prostituee mag niet worden gedwongen gebruik te maken van deze arts.

  • 3.

    Het college kan nadere regels stellen voor punten waaraan specifiek aandacht moet worden besteed bij het geneeskundig onderzoek zoals bedoeld in het eerste lid.

  • 4.

    Van het geneeskundig onderzoek mogen uitsluitend niet op personen herleidbare gegevens worden vastgelegd voor wetenschappelijk of epidemiologisch onderzoek.

  • 5.

    De Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst wordt op het bepaalde in dit artikel van toepassing verklaard.

§ 5. Overige verplichtingen van exploitanten en beheerder

 

Artikel 13 Bewoningsverbod

  • 1.

    Het is verboden om een gebouw dat geheel of gedeeltelijk bestemd is als seksinrichting als woonruimte te gebruiken of in gebruik te nemen.

  • 2.

    De exploitant en de beheerder zijn verplicht op het bepaalde in het vorige lid toezicht uit te oefenen.

  • 3.

    Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

Artikel 14 Verboden reclame

Het is verboden voor een seksinrichting reclame te maken, waarbij garanties worden gegeven, of op andere wijze wordt aangegeven dat de in de seksinrichting werkzame prostituees vrij zijn van seksueel overdraagbare aandoeningen.

§ 6. Slotbepaling

 

Artikel 15 Slotbepaling

Deze nadere regels zijn een aanwijzingsbesluit conform artikel 3.3 van de Algemene plaatselijke verordening en treden in werking op het moment dat de APV 2014 in werking treedt.

Artikel 4:2

Lid 1: De dagen waarop de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit niet gelden zijn:

- de dagen die per kalenderjaar worden vastgesteld door een bevoegd persoon binnen de gemeente Nuenen en worden gepubliceerd in het daarvoor bestemde huis-aan-huisblad

Artikel 4:13

Lid 1: Het is verboden om bromfietsen, motorvoertuigen, caravans, afvalstoffen, mest, omgekuilde landbouwproducten en dergelijke op te slaan:

- in de gehele gemeente Nuenen c.a., tenzij:

  • dit past binnen de bestemming van het perceel en de daarbij behorende feitelijke situatie; en/of

  • kan worden aangetoond dat de voorwerpen benodigd zijn voor een specifiek doel waarbij de voorwerpen niet langer op het perceel aanwezig zijn dan één week per kalenderjaar; én

  • de voorwerpen niet in strijd zijn met overige wetgeving.

Artikel 4:15

Lid 2 onder a: In afwijking van het bepaalde in lid 1 is voor reclame-uitingen op grond van deze verordening geen vergunning nodig indien de reclame-uiting past binnen het door het college vastgestelde beleid omtrent reclame-uitingen.

Het beleid waaraan wordt getoetst is het beleid zoals vervat in de Reclamenota.

Artikel 4:18

Lid 1: Het is verboden ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het bestemmingsplan is bestemd of mede bestemd.

Lid 3: Het college kan ontheffing verlenen van het verbod als bedoeld in het eerste lid.

 

Het college verleent ontheffing voor het parkeerterrein aan de Pastoorsmast (sportpark Oude Landen), het perceel kadastraal bekend sectie C, nr. 4166.

Artikel 5:6

Lid 1 sub a:

Het is verboden een kampeervoertuig e.a. recreatief voertuig langer dan vijf achtereenvolgende dagen te plaatsen:

- op alle wegen (inclusief parkeerplaatsen) binnen de gemeente Nuenen c.a., met uitzondering van De Pinckart, Berkenbosch (m.u.v. uitbreiding), Eeneind I en Eeneind II.

Lid 1 sub b:

Het is verboden een kampeervoertuig e.a. recreatief voertuig te parkeren:

- langer dan vijf achtereenvolgende dagen op een plaats die zichtbaar is vanaf een openbare plaats.

Artikel 5:8

Lid 1 en 2:

Het is verboden een groot voertuig te parkeren in verband met het uiterlijk aanzien/ in verband met de aanwezige parkeerplaatsen:

- op alle wegen (inclusief parkeerplaatsen) binnen de gemeente Nuenen c.a., met uitzondering van De Pinckart, Berkenbosch (m.u.v. uitbreiding), Eeneind I en Eeneind II.

Artikel 5:32

Lid 2:

Terreinen waar mag worden gecrost binnen Nuenen c.a.:

- geen

Artikel 5:33

Lid 1:

Het is verboden zich te bevinden met een motorvoertuig, als bedoeld in artikel 1, onder z, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, of een bromfiets, als bedoeld in artikel 1, onder i, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, of met een fiets of met een paard in de volgende voor publiek toegankelijke natuurgebieden:

- Broek en Heerendonk

Lid 2:

- geen uitzonderingen zijn er voor het in het lid 1 gestelde verbod

Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Algemeen aanwijzingsbesluit APV Nuenen c.a. 2014’.

  • 2.

    Eerdere aanwijzingsbesluiten op basis van de APV 2011 worden ingetrokken.

  • 3.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking.

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nuenen c.a. van 19 november 2013.

 

Burgemeester en wethouders van Nuenen,

de secretaris, de burgemeester,

 

 

 

 

drs. P.T.O. van Laarhoven-Rovers M.J. Houben MBA