Reglement Dorps- en wijkraden gemeente Nuenen c.a. 2014

Geldend van 20-03-2014 t/m heden

Intitulé

Reglement Dorps- en wijkraden gemeente Nuenen c.a. 2014

Afdeling I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit reglement verstaat onder:

  • ·

    dorps- of wijkraad: adviescommissie op basis van artikel 84 Gemeentewet;

  • ·

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nuenen c.a.

  • ·

    gemeenteraad: de gemeenteraad van de gemeente Nuenen c.a.;

  • ·

    gebiedsdeel: het voor de dorps- of wijkraad geldende gebiedsdeel, zoals aangegeven in artikel 2

  • ·

    participatieladder: geeft de mate van interactief beleid op een schematische wijze weer.

Artikel 2 Gebiedsdelen

Dit reglement is van toepassing op de hierna te noemen gebiedsdelen (zie ook bijgevoegde kaart, bijlage 1):

  • 1.

    Wijkraad Eeneind: Het gebied omsloten door de A270 (Helmondweg) en de Zuidelijke gemeentegrens.

  • 2.

    Dorpsraad Nederwetten: Het gebied ten Noorden van het kruispunt Soeterbeekseweg-Blekerdijk en verder omsloten door de Noord-westelijke gemeentegrens en de Oostelijke hoogspanningsleiding.

  • 3.

    Dorpsraad Gerwen: Het gebied ten noorden van de Hooidonkse beek, ten oosten van de Broekdijk, ten oosten van de hoogspanningsmast zuid-noord, ten zuiden Wilhelminakanaal tot aan gemeentegrens, ten westen van de gemeentegrens tot aan Smits van Oyenlaan-Stiphoutseweg.

Afdeling II Taken en bevoegdheden

Artikel 3 Behartigen belangen

  • 1. De dorps- of wijkraad behartigt de collectieve belangen van de inwoners van zijn gebiedsdeel op de wijze in dit hoofdstuk omschreven. Daartoe heeft hij de bevoegdheden en de taak omschreven in de volgende artikelen.

  • 2. De dorps- of wijkraad is een adviescommissie van het college en heeft uit dien hoofde geen eigen zelfstandige belangen, zoals bijvoorbeeld bestuursorganen of als zelfstandige rechtspersonen. Zij kan dan ook niet in bezwaar- of beroepsprocedures als belanghebbende worden aangemerkt in de zin van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Indien zij een bezwaar- of beroepschrift indient zal zij niet-ontvankelijk worden verklaard. Alleen een belanghebbende kan ingevolge artikel 8:1 Awb beroep instellen bij de bestuursrechter en daaraan voorafgaand bezwaar maken (artikel 7:1 Awb). De dorps- of wijkraad heeft ook geen zelfstandig recht op het geven van een toelichting op adviezen in een bezwarencommissie. Iets anders is dat in voorkomende gevallen de bezwarencommissie zelf kan overgaan toelichting te vragen aan een of meer betrokkenen, zoals een dorps- of wijkraad.

  • 3. Het staat de dorps- of wijkraad vrij om gebruik te maken van de reglementaire mogelijkheden om het woord te voeren tijdens de behandeling van agendapunten van de gemeenteraad. Omdat de dorps- of wijkraad als adviescommissie van het college geen eigen zelfstandig belang heeft, maar hun bestaansrecht enkel baseren op het geven van adviezen aan het college, niet aan de raad, dient de adviescommissie en de leden van de adviescommissie zich bewust te zijn van de grenzen van hun mogelijkheden om zich rechtstreeks te adresseren aan de raad, ook tegen de achtergrond van de noodzaak tot integer handelen. Ook indien individuele leden van de adviescommissie niet uit hoofde van hun lidmaatschap van de commissie maar op persoonlijke titel wensen in te spreken bij de raad, komen de grenzen van integriteit snel in zicht. Uit oogpunt van transparantie is het daarom noodzakelijk te weten of een inspreker niet spreekt uit naam van een dorps- of wijkraad maar als individueel betrokken burger.

Artikel 4 Onderwerpen

  • 1. Onderwerpen waarover de dorps- of wijkraad gevraagd en ongevraagd advies aan het college kan uitbrengen:

    • a.

      de voorbereiding, vaststelling, wijziging en uitvoering van de structuur- en bestemmingsplannen voor het grondgebied van het gebiedsdeel;

    • b.

      de bouw van woningen en de vestiging van bedrijven in het gebiedsdeel;

    • c.

      het onderhoud, de verbetering en de aanschaf van eigendommen, die specifiek voor het gebiedsdeel bestemd zijn, zoals straatverlichting, riolering en wegen.

    • d.

      verkeersmaatregelen in het gebiedsdeel;

    • e.

      de verbetering, het onderhoud, het schoonhouden van straten, wegen, groenstroken en plantsoenen binnen het gebiedsdeel;

    • f.

      de dorps- of wijkraad wordt betrokken door de commissie straatnaamgeving ten aanzien van straatnamen voor het gebiedsdeel;

  • 2. De Adviesraad Sociaal beleid heeft als adviescommissie van het college als taak gevraagd en ongevraagd advies geven over alle aspecten van het gemeentelijk sociaal beleid en alle hieraan gerelateerde onderwerpen. Dat betekent dat onderwerpen, zoals opgenomen in artikel 1 sub k van het Reglement Adviesraad Sociaal beleid Nuenen, niet worden voorgelegd aan dorps- en wijkraden.

Artikel 5 Jaaroverzicht

  • 1. De verwachte onderwerpen worden in een jaaroverzicht, in de maand januari, aan de dorps- of wijkraad door het college overgelegd.

  • 2. Het jaaroverzicht wordt gedurende het jaar continue geactualiseerd aan de hand van actuele ontwikkelingen.

  • 3. In overleg bepalen de dorps- of wijkraad en het college het participatieniveau van elk onderwerp.

  • 4. Het college onderscheidt de volgende participatieniveaus:

    afbeelding binnen de regeling

Artikel 6 Wijze van advisering

  • 1. Als een advies een afwijking van een voorstel van burgemeester en wethouders inhoudt, motiveert de dorps- of wijkraad zijn advies.

  • 2. Het college legt (indien van toepassing) het advies van de dorps- of wijkraad tegelijk met het voorstel voor aan de gemeenteraad.

  • 3. Als van het gevraagde of ongevraagde advies van de dorps- of wijkraad wordt afgeweken, wordt hiervan gemotiveerd mededeling gedaan aan de dorps- of wijkraad en, indien van toepassing, aan de gemeenteraad.

  • 4. Voor wat betreft onderwerpen die niet op het jaaroverzicht staan, staat het de dorps- of wijkraad vrij om een ongevraagd advies aan het college uit te brengen. Als er in een situatie geen advies wordt gevraagd, kan dit niet betekenen dat een besluit van het college ongeldig is of er sprake zal zijn van een sanctie.

  • 5. Het college kan de dorps- of wijkraad een termijn stellen waarbinnen deze zijn advies aan het college moet meedelen. Daarbij wordt een termijn van 6 weken in acht genomen zodat de dorps- of wijkraad in staat is om zich te beraden, waarnodig de inwoners te polsen en waar nodig ter zake kundigen ter ondersteuning te raadplegen. Deze 6 weken is een termijn van orde waar in wederzijds overleg van af kan worden geweken. Als sprake is van een spoedadvies aan de dorps- of wijkraad kan het college een andere termijn stellen.

  • 6. Op vragen van de dorps- of wijkraad en op door de dorps- of wijkraad uitgebrachte adviezen wordt door het college schriftelijk gereageerd binnen 6 weken na de datum van ontvangst van deze vragen of adviezen. Een reactie van het college aan dorps- of wijkraad kan ook betreffen het informeren over de voortgang van een besluit.

Artikel 7 Openbaarheid vergaderingen

  • 1. De vergaderingen van de dorps- en wijkraad zijn openbaar, tenzij de voorzitter, gesteund door een meerderheid van de aanwezige leden van de dorps- of wijkraad besluit de vergadering in beslotenheid voort te zetten.

  • 2. De dorps- of wijkraad belegt minimaal twee keer per jaar vergaderingen met de inwoners van zijn gebiedsdeel ter bespreking van onderwerpen, die voor het gebiedsdeel van belang zijn. Deze vergaderingen zijn openbaar.

  • 3. Het college of een of meer leden daarvan kunnen vergaderingen van de dorps- of wijkraad bijwonen. Zij kunnen in adviserende zin aan de beraadslagingen deelnemen.

Afdeling III Structuur en samenstelling

Artikel 8 Samenstelling en benoeming

  • 1. Leden van de dorps- of wijkraad kunnen alleen zijn ingezetenen van het gebiedsdeel, die de leeftijd van 18 jaren hebben bereikt en niet van de verkiesbaarheid zijn ontzet.

  • 2. De dorps- of wijkraad bestaat uit ten minste 5 en ten hoogste 7 leden.

  • 3. De leden van de dorps- of wijkraad worden door het college benoemd voor een periode van vier jaar aan de hand van de te houden verkiezingen.

Artikel 9 Verkiezingen

  • 1. De dorps- of wijkraad is verantwoordelijk voor het organiseren van de verkiezing van de leden van de dorps- of wijkraad.

  • 2. De verkiezing van de leden van de dorps- of wijkraad vindt gelijktijdig plaats met de gemeenteraadsverkiezingen.

  • 3. De volgorde van de kandidaten voor de verkiezingen op de kieslijst wordt door loting bepaald.

  • 4. Bij het ontstaan van een vacature in de dorps- of wijkraad wordt deze zo mogelijk vervuld door de kandidaat waarop bij de verkiezing van de leden van het bestuur na de gekozenen de meeste stemmen zijn uitgebracht. Deze kandidaat wordt voor de eerstvolgende openbare vergadering benaderd door de zittende bestuursleden met het verzoek om plaats te nemen in de dorps- of wijkraad.

    Als de kandidatenlijst uit niet meer personen bestaat dan er gekozen zijn of als de kandidaten geen interesse hebben in een bestuursfunctie, dan dient er naar een vervangend lid gezocht te worden door het zittende bestuur.

  • 5. Mochten in het bestuur één of meerdere leden ontbreken dan vormen de overblijvende bestuursleden een wettig bestuur, mits het aantal van vijf bestuursleden niet wordt onderschreden.

  • 6. De gebruikte stembiljetten worden door het college, in één of meer gesloten enveloppen, drie maanden bewaard nadat de nieuw gekozen leden van de dorps- of wijkraad zijn benoemd door het college. Vervolgens worden de gebruikte stembiljetten vernietigd.

  • 7. Indien bij de gehouden verkiezingen het aantal opgekomen kiezers minder bedraagt dan 35% van het aantal kiesgerechtigden, wordt de betreffende dorps- of wijkraad beëindigd.

Artikel 10 Beëindiging lidmaatschap

  • 1. Het lidmaatschap van de dorps- of wijkraad eindigt door:

    • a.

      het aflopen van de zittingsperiode;

    • b.

      overlijden;

    • c.

      aftreden op eigen schriftelijk verzoek;

    • d.

      het niet langer voldoen aan het vereiste van artikel 8 lid 1;

    • e.

      onder curatele stelling of;

    • f.

      door het verlies van de hoedanigheid waarin werd benoemd.

  • 2. Bij ernstig disfunctioneren van een lid van de dorps- of wijkraad kan de dorps- of wijkraad besluiten het college te verzoeken om het desbetreffende lid uit zijn lidmaatschap van de dorps- of wijkraad te ontslaan. Voor dit besluit is een meerderheid van tweederde van het aantal stemgerechtigde leden van de dorps- of wijkraad vereist.

  • 3. Een dorps- of wijkraad heeft 60 werkdagen tijd om na beëindiging van een lidmaatschap te voldoen aan artikel 8, lid 2.

  • 4. Een raadslid, burgerraadslid, collegelid en ambtenaar van de gemeente Nuenen kan geen lid van de dorps- of wijkraad zijn.

Artikel 11 Dagelijks bestuur

  • 1. De dorps- of wijkraad kiest in zijn eerste vergadering, onder leiding van het oudste lid in jaren, uit zijn leden een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter en een secretaris. Deze vormen samen het dagelijks bestuur.

  • 2. De voorzitter van de dorps- of wijkraad is tevens voorzitter van het dagelijks bestuur van de dorps- of wijkraad.

Artikel 12 Deskundigen

Als een dorps- of wijkraad behoefte heeft aan een deskundig advies kan het college besluiten een of meer deskundigen vanuit het ambtelijk apparaat aan te wijzen om de dorps- of wijkraad ‘om niet’ van advies te voorzien.

Artikel 13 Opheffing

  • 1. Het college beslist tot buiten werking stellen van een dorps- of wijkraad als:

    • a.

      de dorps- of wijkraad daarom vraagt;

    • b.

      bijzondere omstandigheden aanwezig zijn, waardoor het bestaan van een dorps- of wijkraad niet langer nodig of gewenst is.

  • 2. Het college is verplicht om voorafgaande aan het doen van een voorstel, als in dit artikel onder lid 1b, bedoeld, de betreffende dorps- of wijkraad te horen.

Artikel 14 Tot stand komen van een dorps- of wijkraad (eerste maal)

  • 1. Uiterlijk op 1 oktober voorafgaande aan het jaar waarin gemeenteraadsverkiezingen worden gehouden, kan een verzoek worden ingediend tot het tot stand komen van een dorps- of wijkraad door inwoners van een representatief gebiedsdeel van enige omvang.

  • 2. Het college bepaalt binnen 2 weken of het verzoek ontvankelijk is.

  • 3. Het college stelt binnen 8 weken na het ontvankelijk verklaren van het verzoek het gebiedsdeel vast en geeft de initiatiefgroep opdracht tot het organiseren van de vereiste verkiezing.

  • 4. Uiterlijk 6 weken na het besluit tot het organiseren van de verkiezing dient een kandidatenlijst, bevattende uitsluitend kiesgerechtigde inwoners van het gebiedsdeel, bij het college bekend te zijn.

  • 5. De verkiezing vindt gelijktijdig plaats met de gemeenteraadsverkiezingen.

  • 6. Het college benoemt de leden van de dorps- of wijkraad in overeenstemming met de uitslag van de verkiezing in het gebiedsdeel uiterlijk 8 weken na de verkiezingsdatum, tenzij artikel 14, lid 7 van toepassing is.

  • 7. Indien bij de gehouden verkiezingen het aantal opgekomen kiezers minder bedraagt dan 35% van het aantal kiesgerechtigden, dan wordt de dorps- of wijkraad niet benoemd.

Afdeling IV Organisatie

Artikel 15 Agenda

De voorzitter stelt de agenda vast, mede aan de hand van de door de leden van de dorps- of wijkraad voorgestelde onderwerpen.

Artikel 16 Oproeping

De voorzitter roept de leden, spoedeisende gevallen uitgezonderd, tenminste drie dagen tevoren schriftelijk ter vergadering op, met toezending van de agenda en bijbehorende stukken.

Artikel 17 Vergaderquorum

  • 1. De dorps- of wijkraad mag niet beraadslagen of besluiten, indien, blijkens de presentielijst, niet tenminste de helft van het aantal leden ter vergadering aanwezig is.

  • 2. Indien het vereiste aantal leden niet is opgekomen, belegt de voorzitter met inachtneming van een termijn van tenminste drie dagen een nieuwe vergadering. Deze vergadering wordt gehouden ongeacht het aantal leden dat is opgekomen.

  • 3. In de onder lid 2. bedoelde vergadering kunnen alleen besluiten worden genomen over zaken, die op de oorspronkelijke agenda stonden.

Artikel 18 Ondertekening

Alle stukken, die van de dorps- of wijkraad uitgaan, worden getekend door de voorzitter en de secretaris.

Artikel 19 Adviezen aan gemeentebestuur

De adviezen van de dorps- of wijkraad raad worden schriftelijk gegeven en behelzen slechts het standpunt van de meerderheid, tenzij de minderheid verlangt dat ook haar standpunt wordt vermeld.

Artikel 20 Notulen

  • 1. De notulen van de vergadering worden opgemaakt door de secretaris, dan wel onder verantwoordelijkheid van de secretaris, door een door de dorps- of wijkraad aan te wijzen notulist(e) uit de plaatselijke bevolking.

  • 2. De secretaris draagt voorts zorg voor het ontwerpen van de van de voorzitter van het dagelijks bestuur en van de dorps- of wijkraad uitgaande stukken.

  • 3. De notulen van de vergaderingen van de dorps- of wijkraad worden in de eerstvolgende vergadering definitief vastgesteld en toegezonden aan het college.

  • 4. Jaarlijks voor 1 april zendt de dorps- of wijkraad aan het college een verslag van zijn werkzaamheden over het voorgaande kalenderjaar. Het college brengt het verslag -voor zoveel nodig voorzien van hun commentaar- ter kennis van de gemeenteraad.

Artikel 21 Intern reglement

De dorps- of wijkraad kan voor het nader detailleren van zijn interne organisatie een reglement opstellen. De besluitvorming over dat reglement geschiedt in de dorps- of wijkraad.

Artikel 22 Commissies

De dorps- of wijkraad kan een of meer commissies, taakgroepen of werkgroepen instellen waarvan ook anderen dan de leden van de dorps- of wijkraad deel kunnen uitmaken.

Artikel 23 Contacten dorps- en wijkraden met gemeente

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders brengt, indien gewenst, jaarlijks een werkbezoek aan het dorp of de wijk.

  • 2. De portefeuillehouder ontvangt twee maal per jaar de leden van de dorps- of wijkraad om de stand van zaken te bespreken en het actuele jaaroverzicht.

  • 3. Het college wijst een contactpersoon aan ten behoeve van de dorps- en wijkraden. Deze is aangesteld ter verbetering van de samenwerking en communicatie tussen de dorps- en wijkraden en de gemeente. Deze functionaris heeft een stimulerende, ondersteunende en adviserende taak maar geen beslissingsbevoegdheid.

Afdeling V Geldmiddelen

Artikel 24 Budget

  • 1. Op de gemeentebegroting wordt jaarlijks een bedrag geraamd tot dekking van de kosten die de uitoefening van de bij dit reglement aan de dorps- en wijkraad toegekende bevoegdheden en taak met zich brengt. Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast op basis van de CBS consumentenprijsindex (totaal bestedingen), jaar 2003 = 100.

  • 2. De door de gemeente ter beschikking gestelde middelen, die niet zijn benut, worden na afloop van een kalenderjaar door de dorps- of wijkraad in de gemeentekas teruggestort. In overleg met het college kan van deze regel worden afgeweken.

Afdeling VI Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 25 Interpretatie

In gevallen, waarin dit reglement niet voorziet of in geval enige bepaling voor verschillende uitleg vatbaar is, hoort het college de dorps- of wijkraad. Daarna neemt het college gemotiveerd een beslissing.

Artikel 26 Wijzigingen/aanvullingen

Wijzigingen en aanvullingen van dit reglement kunnen slechts plaatshebben nadat daarover de dorps- of wijkraad is gehoord.

Artikel 27 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking nadat de Verordening op de Dorps- en wijkraden gemeente Nuenen c.a. 2007 door de gemeenteraad is ingetrokken.

Artikel 28 Titel

Dit reglement kan worden aangehaald als ‘Reglement Dorps- en wijkraden gemeente Nuenen c.a. 2014’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in zijn vergadering van 18 maart 2014.

HET COLLEGE VOORNOEMD,

de secretaris,
N.J.H. Scheltens
de burgemeester,
M.J. Houben MBA

BIJLAGE 1 KAART VAN GEBIEDSDELEN (corsanummer 2013.17518)

afbeelding binnen de regeling