Subsidieregeling bevordering arbeidsinschakeling doelgroep Participatiewet Gemeente Nuenen

Geldend van 15-09-2015 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling bevordering arbeidsinschakeling doelgroep ParticipatiewetGemeente Nuenen

Artikel 1:Begripsomschrijvingen

  • 1.

    • a.

      Alle begrippen die in deze Subsidieregeling worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet.

    • b.

      De bepalingen in artikel 2.1 en artikel 3.1 lid a van de Algemene subsidieverordening gemeente Nuenenca. 2008 zijn voor de subsidieregeling van toepassing.

    • c.

      Daarnaast zijn de algemene bepalingen van de Algemene subsidieverordening gemeente Nuenen 2008 zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing, tenzij in deze regeling nadrukkelijk anders is weergegeven.

  • 2. In deze Subsidieregeling wordt verstaan onder:

    • a.

      ASV: De Algemene Subsidieverordening van de gemeente Nuenen (Algemene subsidieverordening gemeente Nuenen ca. 2008 ).

    • b.

      de wet: de Participatiewet

    • c.

      jobcoaching: aanvullende persoonlijke ondersteuning en/of begeleiding van een werknemer op de werkplek, tot het moment dat de werknemer zelfstandig werkzaamheden kan uitvoeren dan wel reguliere ondersteuning en/of begeleiding van de werkgever voldoende is.

    • d.

      werkgever: iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die een onderneming in stand houdt in de zin van de Handelsregisterwet. Hieronder wordt ook verstaan de uitzendorganisatie die een detacheringsovereenkomst met loondoorbetalingsverplichting aanbiedt.

    • e.

      werkplekaanpassing: instrumenten die personen met structureel functionele beperkingen in staat stellen om te werken in een reguliere werkomgeving.

Artikel 2:Doel(groepen)

  • 1. Met deze subsidieregeling wordt beoogd de bevordering van de deelname aan het arbeidsproces van personen:

    • a.

      behorende tot de doelgroep loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 6, eerste lid onder e van de wet en artikel 7 lid 1 Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Nuenen van wie is vastgesteld dat zij met voltijdse arbeid niet in staat zijn tot het verdienen van het wettelijk minimumloon, doch wel mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben;

    • b.

      als bedoeld in artikel 7 lid 1 onder a van de wet en niet behorende tot de doelgroep loonkostensubsidie als bedoeld onder a, van wie het college heeft vastgesteld dat:

      • I.

        zij een arbeidsbeperking hebben en

      • II.

        op basis van een individueel ontwikkelingsplan, in het kader van arbeidsinschakeling, de subsidie noodzakelijk is.

    • c.

      als bedoeld in artikel 7 lid 1 sub a onder 7° van de wet (niet uitkeringsgerechtigden). Voor hen geldt dat zij in aanmerking komen voor ondersteuning als:

      • I.

        ze niet meer inkomsten uit arbeid hebben dan 13 uur per week, en

      • II.

        beschikbaar zijn voor minimaal 12 uur per week.

      • III.

        Daarnaast geldt een draagkracht van 100% voor de subsidie als bedoeld in artikel 4 lid 2. De draagkracht wordt gerekend voor de duur van één jaar over het meerinkomen boven de 130% van het netto minimumloon op jaarbasis van het gezinsinkomen. Bovendien mag het vermogen niet meer bedragen dan het vrij te laten vermogen in het kader van de Participatiewet.

Artikel 3:Subsidieaanvrager

Voor subsidie komt in aanmerking de werkgever die een dienstbetrekking aangaat met de persoon van wie het college heeft vastgesteld dat deze behoort tot de doelgroep als bedoeld in artikel 2.

Artikel 4:De te subsidiëren activiteiten

  • 1. Een subsidie als bedoeld in artikel 2 onder a en c wordt verleend voor loonkosten als bedoeld in artikel 10d, vierde lid van de wet.

  • 2. Een subsidie, als bedoeld in artikel 2 onder a, b en c, kan worden verleend: voor kosten voor scholing, opleiding, jobcoaching en werkplekaanpassing die de werkgever maakt ten behoeve van de werknemer en waarvan het college heeft vastgesteld dat deze noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling en functioneren van de werknemer in het kader van arbeidsinschakeling.

Artikel 5: Subsidievereisten

  • 1. Om in aanmerking te komen voor subsidie wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      Er mag niet reeds een subsidie voor loonkosten aan de werkgever zijn verstrekt ten behoeve van arbeidsinschakeling van de persoon behorende tot de doelgroep.

    • b.

      Er mag geen strijd zijn met de doelstelling van deze regeling.

    • c.

      De som van alle subsidies, fiscale maatregelen zoals afdrachtskortingen en andere middelen mag niet hoger zijn dan de totale loonkosten inclusief werkgeverslasten die de werkgever heeft voor een persoon behorende tot de doelgroep.

    • d.

      De subsidie mag de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord beïnvloeden en regulier werk verdringen.

    • e.

      De werkgever dient zich, conform artikel 7:611 Burgerlijk Wetboek, als een goed werkgever te gedragen.

    • f.

      Het subsidiebedrag wordt naar rato van het aantal uren per week van de arbeidsovereenkomst/overeenkomst dienstbetrekking naar beneden bijgesteld, waarbij een werkweek van 36 uur als volledige werkweek geldt.

    • g.

      Per werkgever kan voor een persoon behorende tot de doelgroep als bedoeld in artikel 2 onder a en c slechts eenmaal subsidie worden verleend voor de duur van de dienstbetrekking, met een maximum van 1 jaar in verband met het opnieuw bepalen van de loonwaarde van deze persoon.

    • h.

      Per werkgever kan voor een persoon behorende tot de doelgroep als bedoeld onder artikel 2 onder a en c slechts subsidie worden verleend gedurende een ononderbroken dienstbetrekking.

  • 2. Indien de werkgever afspraken met de gemeente, in het verleden, niet is nagekomen en door gemeente is vastgesteld dat de niet-nakoming verwijtbaar is, kan de subsidie worden geweigerd.

  • 3. De subsidie zoals genoemd in artikel 4 lid 2 wordt in beginsel alleen verstrekt voor een werknemer met een loonwaarde van 50% tot 80% en waarbij de loonkostensubsidie op jaarbasis niet hoger is dan de kosten van een bijstandsuitkering van de werknemer. 

  • 4. In bijzondere gevallen kan de subsidie zoals genoemd in artikel 4 lid 2 ook worden verstrekt voor een werknemer met een loonwaarde tot 50%. Voorwaarde is wel dat het vooruitzicht is dat de loonwaarde van deze persoon gaat groeien en de maatschappelijke kosten samen met de kosten van een bijstandsuitkering, aantoonbaar lager zullen worden.

  • 5. Voorafgaand aan de arbeidsovereenkomst/overeenkomst dienstbetrekking wordt tijdens de inzet van een proefplek de loonwaarde op de werkplek door het college vastgesteld.

  • 6. De werkgever draagt de ontvangen loonkostensubsidie niet over aan een derde. De werkgever is verplicht de juiste informatie te verstrekken, ofwel wijzigingen ten opzichte van eerder verstrekte informatie aan de subsidieverstrekker tijdig door te geven.

Artikel 6: Subsidieplafond

  • 1. Jaarlijks stelt het college voor het subsidiëren van activiteiten, zoals bedoeld in artikel 4 lid 2 een subsidieplafond vast.

  • 2. De volgorde van binnenkomst van aanvragen is bepalend voor de verdeelmaatstaf.

Artikel 7: Subsidiehoogte

  • 1. De hoogte van de subsidie zoals genoemd in artikel 4 lid 1, wordt vastgesteld conform de berekening van artikel 10d, vierde lid, van de wet.

  • 2. De hoogte van de subsidie zoals genoemd in artikel 4 lid 2, bepaalt het college na overleg met de werkgever, op basis van maatwerk.

  • 3. Het college gaat voor een subsidie zoals genoemd in artikel 4 lid 2, uit van de goedkoopst adequate voorziening, die noodzakelijk is ten behoeve van arbeidsinschakeling.

Artikel 8: Bij aanvraag in te dienen gegevens

  • 1. In afwijking van het bepaalde in de ASV met betrekking tot de bij de aanvraag in te dienen gegevens worden de volgende gegevens overgelegd:

    • a.

      een door de werkgever en werknemer ondertekend, door het college ter beschikking gesteld aanvraagformulier waarin is opgenomen voor welke activiteiten subsidie wordt gevraagd;

    • b.

      een recent en (elektronisch) gewaarmerkt uittreksel uit het Handelsregister;

    • c.

      een kopie van de ondertekende arbeidsovereenkomst/overeenkomst dienstbetrekking, waarin in ieder geval is opgenomen de ingangsdatum van de dienstbetrekking, de duur van de dienstbetrekking, de arbeidsduur per week, de naam van de werkgever en de naam, geboortedatum en BSN-nummer van de werknemer en het bruto salaris;

  • 2. Het college kan de werkgever om meerdere gegevens vragen indien dit noodzakelijk is voor de beoordeling van de aanvraag.

Artikel 9: Aanvraagtermijn

  • 1. In afwijking vanhet bepaalde in de ASV met betrekking tot de aanvraagtermijn moet een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 4 lid 1 en artikel 4 lid 2, ingediend worden binnen 4 weken, nadat de verplichtingen uit hoofde van de arbeidsovereenkomst waarvoor subsidie wordt aangevraagd, zijn ingegaan.

  • 2. De datum dat de aanvraag door het college is ontvangen geldt als de datum van indiening van de aanvraag.

Artikel 10: Beslistermijn

In afwijking vanhet bepaalde in de ASV met betrekking tot de beslistermijn, beslist het college binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 11: Bevoorschotting

  • 1. In afwijking vanhet bepaalde in de ASV met betrekking tot de bevoorschotting, wordt de subsidie, als bedoeld in artikel 4 lid 1 en artikel 4 lid 2 driemaandelijks bevoorschot.

  • 2. De subsidieontvanger dient binnen vier weken, na afloop van de bevoorschottingsperiode, de loonspecificaties van de werknemer voor wie de subsidie is verstrekt over de betreffende periode, aan het college te verstrekken.

Artikel 12: Vaststelling subsidie

  • 1. In afwijking op het bepaalde in de ASV met betrekking tot de verantwoording en vaststelling van subsidies, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling van de subsidie als bedoeld in artikel 4 lid 1 en artikel 4 lid 2, in binnen 13 weken, nadat de dienstbetrekking met de persoon, voor wie subsidie is verleend, is beëindigd, de maximale periode van subsidieverlening is verstreken, indien de werknemer ziek is dan wel de activiteit(en) en/of de loonkostensubsidie, waarvoor de subsidie is toegekend is beëindigd.

  • 2. Bij de aanvraag als bedoeld in het eerste lid worden de volgende gegevens overgelegd:

    • a.

      betaalbewijzen van de loonkosten als bedoeld in artikel 4 lid 1, over de periode waarvoor subsidie is verleend

    • b.

      betaalbewijzen van de kosten als bedoeld in artikel 4 lid 2, over de periode waarvoor subsidie is verleend.

  • 3. Bij de aanvraag van de werknemer die ziek is wordt een bewijs van de ziekteperiode van de werknemer overgelegd.

  • 4. Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 5. Het college kan vorderingen op de subsidieontvanger, ontstaan op grond van deze subsidieregeling, verrekenen met nog aan hem uit te keren subsidie op grond van deze subsidieregeling.

Artikel 13: Hardheidsclausule

Van het bepaalde in deze regeling kan worden afgeweken als onverkorte toepassing in een concreet geval wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zou zijn in verhouding tot de met deze beleidsregels te dienen doelen, een en ander ter beoordeling door het college.

Artikel 14: Inwerkingtreding(en duur regeling)

Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van 15 september 2015.

Nuenen, 8 september 2015,

Burgemeester en wethouders van Nuenen,

de secretaris,

de burgemeester,

N.J.H. Scheltens

M.J. Houben MBA