Regeling vervallen per 09-11-2018

Verordening raadplegend referendum voorgenomen samenvoeging Nuenen c.a. en Eindhoven 2018

Geldend van 12-07-2018 t/m 08-11-2018

Intitulé

Verordening raadplegend referendum voorgenomen samenvoeging Nuenen c.a. en Eindhoven 2018

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. Referendumonderwerp: de voorgenomen samenvoeging van de gemeenten Nuenen c.a. en Eindhoven;

b: Referendum: stemming waarbij de kiesgerechtigden zich uitspreken over het referendumonderwerp;

c. Kiesgerechtigden: diegenen die op de drieënveertigste dag voorafgaande aan de dag waarop het referendum wordt gehouden overeenkomstig artikel B3 Kieswet kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente

d: Gewone meerderheid: meer dan de helft (tenminste de helft plus 1) van het totale aantal uitgebrachte stemmen

Artikel 2 Referendabele besluiten

Het onderwerp van het referendum is het besluit van de gemeenteraad van Nuenen c.a. om zich al dan niet neer te leggen bij de door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant voorgenomen samenvoeging van de gemeenten Nuenen c.a. en Eindhoven.

Artikel 3 Datum

Het referendum wordt gehouden op woensdag 10 oktober 2018.

Artikel 4 Vraagstelling

Aan de kiesgerechtigden wordt de vraag voorgelegd of zij vóór of tegen de samenvoeging zijn van de gemeenten Nuenen c.a. en Eindhoven.

Ter toelichting van deze vraag zal worden verwezen naar het herindelingsontwerp van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van 15 mei 2018.

Artikel 5 Uitvoering

Het college van burgemeester en wethouders is belast met de organisatie en de uitvoering van het referendum.

Artikel 6 Procedure stemming

De bepalingen van de Kieswet en het Kiesbesluit zijn op de gang van zaken bij het referendum van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Geldigheid van de uitslag

1. Het referendum is geldig indien het aantal geldig uitgebrachte stemmen meer bedraagt dan 35 % van het aantal kiesgerechtigden.

2. De uitslag van het referendum wordt berekend op basis van de gewone meerderheid van het totaal uitgebrachte stemmen.

3. De uitslag van het referendum wordt vastgesteld door het hoofdstembureau voor de verkiezing van de gemeenteraad.

4. De uitspraak van het referendum wordt doorgezonden naar de gemeenteraad. De gemeenteraad is niet gebonden aan de uitslag van het referendum of de referendumuitspraak van het hoofdstembureau.

Artikel 8 Privacybescherming

Onder verwijzing naar de artikelen 6.1 onder e en 6.3 van de Algemene verordening gegevensbescherming is het toegestaan de gegevens uit de Basisregistratie personen her te gebruiken voor het houden van het referendum zoals in deze verordening bedoeld.

Artikel 9 Strafbepalingen

Met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie wordt gestraft degene die:

a. stembiljetten, volmachtbewijzen of stempassen namaakt of vervalst met het oogmerk deze als echt en onvervalst te gebruiken door anderen te doen gebruiken;

b. stembiljetten, volmachtbewijzen of stempassen die hij zelf heeft nagemaakt of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing hem, toen hij deze ontving, bekend was, opzettelijk als echt en onvervalst gebruikt of door anderen doet gebruiken, dan wel deze met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, in voorraad heeft met het oogmerk deze wederrechtelijk te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

c. als gemachtigde stemt voor een persoon, wetende dat deze is overleden;

d. bij een verkiezing door gift of belofte een kiezer omkoopt om volmacht te geven tot het uitbrengen van zijn stem;

e. stelselmatig personen aanspreekt of anderszins persoonlijk benadert ten einde hen te bewegen het formulier op hun oproepingskaart, bestemd voor het stemmen bij volmacht, te ondertekenen en deze af te geven.

Artikel 10 Inwerkingtreden en vervallen van de verordening

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van de bekendmaking van de vaststelling daarvan en vervalt op 1 januari 2019 of, indien dat eerder het geval is, op de dag volgende op die waarop door de gemeenteraad een besluit is genomen om zich al dan niet neer te leggen bij de door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant voorgenomen samenvoeging van de gemeenten Nuenen c.a. en Eindhoven.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening raadplegend referendum voorgenomen samenvoeging Nuenen c.a. en Eindhoven 2018’.

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 28 juni 2018

DE RAAD VOORNOEMD,

de voorzitter, M.J. Houben MBA

de griffier, M.C.P. Laurenssen Msc

Artikelsgewijze toelichting behorende bij Verordening raadplegend referendum voorgenomen samenvoeging Nuenen c.a. en Eindhoven 2018

Artikel 1. Begripsbepalingen

Wat betreft de kiesgerechtigden is aangesloten bij degenen gerechtigd zijn deel te nemen aan de raadsverkiezingen. Dit is geregeld in artikel B3 en artikel J1 van de Kieswet. In de Kieswet wordt uitgegaan van de datum van kandidaatstelling voor het bepalen van de dag waarop iemand kiesgerechtigd moet zijn. Bij het referendum is van een kandidaatstelling echter geen sprake. Om die reden is voor het begrip “kiesgerechtigden” gekozen voor hen die op de drieënveertigste dag voorafgaande aan de dag waarop het referendum wordt gehouden, kiesgerechtigd zijn. Een referendum is alleen mogelijk binnen het grondgebied van de eigen gemeente.

Artikel 2. Referendabele besluiten

Alleen concept besluiten van de raad kunnen onderwerp van een referendum zijn. In dit geval is dat het besluit dat de raad aan de hand van de referendumuitslag wil gaan nemen om zich al dan niet neer te leggen bij de door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant voorgenomen samenvoeging van de gemeenten Nuenen c.a. en Eindhoven. Het houden van een raadplegend referendum met een bepaalde vraagstelling heeft alleen zin als de raad voornemens is een bepaald besluit te nemen. Indien de raad niet voornemens is een besluit te nemen is het houden van een referendum zinledig. Omdat het bij deze referendumverordening om een specifiek raadsbesluit gaat, is het ook mogelijk om dat specifieke raadsbesluit in de verordening te benoemen. Het kan bij dit referendum niet gaan om het besluit van de raad om een zienswijze vast te stellen in verband met het herindelingsontwerp van GS. De uitslag van het referendum is daarvoor ook niet op tijd beschikbaar. Het staat de raad vrij om zich op een later moment, bijvoorbeeld op een moment nadat hij zijn zienswijze heeft vastgesteld maar voordat door Provinciale Staten het herindelingsadvies (onderdeel van de Arhi-procedure) is vastgesteld, aan de hand van de referendumuitslag opnieuw te beraden over de vraag of hij zich al dan niet wenst neer te leggen bij de voorgenomen samenvoeging door Gedeputeerde Staten van de gemeenten Nuenen c.a. en Eindhoven. Dat besluit is dan ook het onderwerp van het referendum. De uitslag van het referendum met de geformuleerde vraagstelling is de input voor de besluitvorming van de raad.

Artikel 3. Datum

Het vaststellen van de datum waarop het referendum zal worden gehouden is voorbehouden aan de raad. Van belang is dat er voldoende tijd is om het referendum te organiseren (stemlokalen huren, bemensing stembureaus, drukwerk etc.) en dat er enige ruimte is om vakantie perioden (juli/augustus, december/januari) te overbruggen omdat deze niet geschikt zijn voor het houden van een referendum.

De datum van woensdag 10 oktober 2018 is gekozen omdat op die dag zo spoedig mogelijk na de besluitvorming door de gemeenteraad op 28 juni 2018 over de verordening, inclusief de vraagstelling van het referendum, door ons op ordentelijke wijze een referendum kan worden georganiseerd. Indien op die dag het referendum wordt gehouden, kan de raad in zijn vergadering van 8 november 2018 of op een nader in die maand te bepalen datum een besluit nemen zoals in artikel 2 is bedoeld. Provinciale Staten zullen naar verwachting in december 2018 het herindelingsadvies vaststellen.

Artikel 4. Vraagstelling

Omdat het hier om een verordening gaat betreffende het houden van één specifiek referendum is er voor worden gekozen om de vraagstelling in de verordening zelf op te nemen. De vraagstelling houdt verband met het onderwerp van de verordening (zie artikel 2). Waar de gemeenteraad nog een besluit zal nemen of hij zich al dan niet zal neerleggen bij de door Gedeputeerde Staten voorgenomen samenvoeging, is het interessant van de kiesgerechtigden te vernemen of zij vóór of tegen deze voorgenomen samenvoeging zijn. Getracht is de vraagstelling zo eenvoudig mogelijk te houden.

Artikel 5. Uitvoering

Het feit dat het college is belast met de uitvoering, volgt uit de Gemeentewet (artikel 160, eerste lid onder b). Tot de organisatie behoren diverse taken, zowel de voorlichting over het onderwerp waarop het referendum ziet, als de inrichting en bemensing van de stemlokalen en het drukken van de stembiljetten en oproepkaarten/stempassen.

Artikel 6. Procedure stemming

Het ligt voor de hand om voor de procedures rond de stemming aan te sluiten bij de gang van zaken bij de raadsverkiezingen en dit niet allemaal opnieuw per verordening te regelen. Vandaar dat de Kieswet en het Kiesbesluit van overeenkomstige toepassing zijn. Dit omvat het hele proces van de termijn waarop bij de kiesgerechtigden de oproepkaart/stempas voor het referendum bezorgd dient te zijn als de werkwijze in het stembureau en de vaststelling en bekendmaking van de uitslag.

Artikel 7. Geldigheid van de uitslag

Wanneer 35 procent van de kiesgerechtigden zijn stem heeft uitgebracht, wordt de uitslag van het referendum geacht geldig te zijn. Het percentage kan lager zijn dan het gemiddelde opkomstpercentage bij de raadsverkiezingen, maar moet hoog genoeg zijn om een drempel op te werpen.

Artikel 8. Privacybescherming

Met de recente inwerkingtreding van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) is de vraag aan de orde geweest of het mogelijk is om de gegevens uit de Basisregistratie personen (BRP) te gebruiken voor het houden van een referendum. Na overleg met onder meer de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is besloten in de verordening een bepaling op te nemen over het gebruik van de gegevens van de BRP. Daarmee is er een wettelijke grondslag voor het gebruik van de persoonsgegevens.

Artikel 9. Strafbepalingen

Op grond van artikel 154 van de Gemeentewet kan de raad op overtreding van een verordening straf stellen. Voor het bepalen van wat strafbaar is, is aangesloten bij de Kieswet, hoofdstuk Z.

Artikel 10. Inwerkingtreding en vervallen van de verordening.

Omdat het gaat om het eenmalig houden van een referendum voor een specifiek onderwerp, kan in de verordening ook worden geregeld dat de verordening vervalt nadat de raad een besluit heeft genomen als bedoeld in artikel 2 (het onderwerp van de verordening)

Artikel 11. Citeertitel

Dit artikel spreekt voor zich.