Gemeentelijk Rioleringsplan Nuenen 2019-2023

Geldend van 01-01-2019 t/m heden

Intitulé

Gemeentelijk Rioleringsplan Nuenen 2019-2023

De raad van de gemeente Nuenen c.a.;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op de desbetreffende bepalingen in de gemeentewet;

B E S L U I T :

1. Het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 2019 – 2023 (vGRP) vast te stellen;

2. De rioolheffing in 2019 eenmalig met 10% te verlagen. Voor de jaren daarna de rioolheffing enkel te verhogen met het inflatiepercentage;

3. De 1e wijzigingsverordening op de Verordening rioolheffing 2019 vast te stellen;

4. De afschrijvingstermijn voor drukriolering (leidingen) en drainage vast te stellen op 40 jaar;

5. Een geplande investering van € 271.000,- te laten vervallen en in plaats daarvan een krediet toe te kennen, van € 225.000,- exclusief BTW, voor levensduur verlengende maatregelen voor 2019;

6. In te stemmen met het opnemen van de motie “Rioolheffing” d.d. 10 november 2016 in de planning conform het vGRP;

7. De financiële gevolgen van dit voorstel te verwerken in de 4de begrotingswijziging 2019.

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 13 december 2018

DE RAAD VOORNOEMD,

de voorzitter, M.J. Houben MBA

de griffier, M.C.P. Laurenssen Msc

Samenvatting

Inleiding

De Wet milieubeheer (Wm) verplicht gemeenten een verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) op te stellen. Het huidige Gemeentelijk Rioleringsplan kende een looptijd tot en met 2015. De looptijd van dit vGRP is inmiddels ruimschoots verstreken. In de afgelopen jaren is het vGRP geactualiseerd.

Het vGRP 2018–2023 is een beleidsplan dat op hoofdlijnen de invulling van de gemeentelijke watertaken weergeeft, met daarop volgend een doorkijk (visie) voor de langere termijn. Naast beleidsdoelstellingen en -kaders legt de gemeente in dit document vast hoe zij zorg draag voor behoud en verbetering van de riolering in brede zin. Verder zijn in het vGRP kosten en risico’s weergegeven.

Daarnaast wordt aangegeven hoe financiële en personele middelen worden benut en wat hierbij de rol van de particulier en andere overheden is. Ook draagt dit vGRP bij aan de interne afstemming van de gemeentelijke zorgplichten met overige gemeentelijke beleidsvelden en taken. Het vGRP is een document dat dient voor een goede invulling van de gemeentelijke (water)zorgplichten in het algemeen en de voortgang- en kostenbewaking in het bijzonder.

Terugblik

Het dagelijks beheer heeft de afgelopen jaren gewoon doorgang kunnen vinden. Daarnaast zijn diverse maatregelen en verbeterslagen uitgevoerd. Enkel beleidsmatig is een pas op de plaats gemaakt.

Door het uitvoeren van diverse maatregelen zijn de volgende duurzaamheidseffecten bereikt:

  • -

    De afvoer van huishoudelijk afvalwater is gegarandeerd door vernieuwing van bestaande riolering;

  • -

    Het water wordt in het gebied gehouden: in de regenwaterstructuur wordt het regenwater van daken en wegen opgevangen en in de bodem geïnfiltreerd. Pas als die capaciteit onvoldoende is wordt schoon water afgevoerd;

  • -

    De grondwaterstand wordt gereguleerd: in droge perioden kan water vanuit de regenwaterstructuur in de bodem infiltreren, in natte perioden kan grondwater in het stelsel infiltreren;

  • -

    De rioolwaterzuivering in Eindhoven functioneert beter: er wordt minder regenwater afgevoerd naar de zuivering;

  • -

    Bij hevige regenbuien kan overtollig water gemakkelijker worden afgevoerd, dus is er minder kans op hinder of overlast;

  • -

    Doordat het gemengde stelsel minder wordt belast is de kans kleiner, dat bij hevige regenbuien verontreinigd rioolwater op straat komt.

Op 12 december 2012 hebben Waterschap De Dommel en elf regiogemeenten een samenwerkingsovereenkomst gesloten: Waterportaal Zuidoost Brabant (WZOB). Inmiddels is het aantal gemeenten binnen de overeenkomst uitgebreid naar dertien.

Taken en taakopvatting

De gemeente Nuenen heeft doelen geformuleerd waarmee invulling wordt gegeven aan de wettelijk opgelegde watertaken. Deze doelen zijn als volgt geformuleerd:

  • 1.

    Een goede inzameling en transport van stedelijk afvalwater;

  • 2.

    Inzameling, transport en of verwerking van afvloeiend hemelwater, voor zover dit redelijkerwijs niet kan door particulieren;

  • 3.

    Voorkomen van structureel nadelige gevolgen van te hoge of te lage grondwaterstanden, voor zover dit onder de gemeentelijke zorgplicht valt.

Het bereiken van deze doelen staat voorop. Bij het bereiken van deze doelen verliest de gemeente de volgende aspecten echter niet uit het oog:

  • -

    doelmatigheid;

  • -

    zo min mogelijk overlast voor de omgeving;

  • -

    zo min mogelijk nadelige gevolgen voor het milieu;

  • -

    waar mogelijk toepassen van duurzame oplossingen en technieken;

  • -

    rekening houdend met de klimaatveranderingen.

De gemeente draagt zorg voor het inzamelen en transporteren van al het stedelijk afvalwater dat vrijkomt binnen het grondgebied van Nuenen. Dit omvat al het huishoudelijk afvalwater, of een mengsel daarvan met bedrijfswater. Concreet betekent dit dat de gemeente zorgt voor de afvoer van dit water vanaf de erfgrens. Hiertoe houdt de gemeente een rioolstelsel in stand. Het afvalwater wordt door de gemeente overgedragen aan het waterschap. Het waterschap zorgt voor de verdere afvoer naar de rioolwaterzuivering alwaar het water wordt gezuiverd. De gemeente hecht waarde aan de grootte van de afvalwaterstroom te beperken door afvalwater en regenwater gescheiden in te zamelen. Ook stelt zij zich tot doel foutieve aansluitingen op te sporen en op te heffen.

De gemeente zorgt voor het inzamelen en verwerken van afvloeiend hemelwater, als dit doelmatig is en redelijkerwijs niet van particulieren kan worden verwacht dat zij het hemelwater zelf verwerken. In landelijk gebied zijn voldoende mogelijkheden voor particulieren om het hemelwater in de bodem of naar oppervlaktewater te brengen. De gemeente verwacht dit ook van bewoners.

De gemeente ziet het als haar taak maatregelen te nemen tegen grondwateroverlast als er sprake is van structureel nadelige gevolgen en deze maatregelen doelmatig zijn. De gemeente vindt het daarbij van belang dat er in ieder geval sprake is van gezondheidsklachten, schade, waardedaling en of aanzienlijke beperking van het woongenot.

Het beheer en onderhoud van het stedelijk oppervlaktewater is in de afgelopen planperiode overgedragen aan het waterschap. Naast permanent zichtbaar water onderhoudt de gemeente de sloten, wadi’s en greppels. De sloten hebben een waterafvoerende functie. Wadi’s hebben als doel neerslag afkomstig van de gescheiden rioolstelsel tijdelijk te bergen en vertraagd af te voeren naar oppervlaktewater of in de bodem. De greppels, feitelijk droogvallende watergangen, spelen naast de sloten een belangrijke rol in de afvoer van overtollige neerslag. Sloten die van groot belang zijn voor de waterafvoer zijn in beheer en onderhoud bij het waterschap.

De gemeente beschouwt een goede communicatie als een wezenlijk onderdeel van haar zorgtaak. Zij maakt daarbij onderscheid in communicatie met burgers (waaronder bedrijven), communicatie met de waterpartners en communicatie met betrekking tot calamiteiten. Aan communicatie wordt op verschillende manieren vormgegeven.

Maatregelen

Om de gestelde taken goed te kunnen uitvoeren worden voortdurend werkzaamheden uitgevoerd. Deze werkzaamheden vallen uiteen in de volgende drie typen:

  • -

    Verbeteringsmaatregelen: investeringsmaatregelen om de gewenste verbeteringen te realiseren om aan het beleid te voldoen;

  • -

    Vervangings-, reparatie- en renovatiemaatregelen: investeringsmaatregelen om de bestaande onderdelen tijdig te vervangen zodat het systeem aan zijn taak kan blijven voldoen;

  • -

    Exploitatiemaatregelen: maatregelen voor het in stand houden van de voorzieningen, voor onderzoek en voor monitoren.

Personeel

Het dagelijks beheer heeft de afgelopen jaren gewoon doorgang kunnen vinden. Daarnaast en zijn diverse maatregelen en verbeterslagen uitgevoerd. Enkel beleidsmatig is een pas op de plaats gemaakt.

De komende planperiode is beleidsmatig zeer belangrijk in verband met de geplande projecten en de ontwikkelingen op het gebied van klimaatveranderingen en –adaptatie. Wat betreft het klimaat worden veel zaken regionaal opgepakt via het WZOB. Hierbij zal wel enige inzet van eigen personeel gevraagd worden.

Kostendekking

In artikel 229b Gemeentewet is bepaald dat het riooltarief maximaal kostendekkend is. De jurisprudentie rondom dit artikel laat zien dat het bij de besteding van de opbrengsten uit rioolheffingen om een verplichte gebonden bestedingsrichting gaat, en dus voor het rioolstelsel moet worden aangewend. Om dit te bewerkstelligen gebruikt de gemeente Nuenen een voorziening riolering. De geschatte voorziening eind 2018 bedraagt € 3.491.000,-.

Een belangrijke keuze in dit vGRP is, hoe de gemeente Nuenen om wil gaan met de voorziening. daarvoor zijn enkele scenario’s bekeken. Insteek in dit vGRP is om de voorziening middels tariefsverlaging over een periode van 20 tot 25 jaar uit te putten.

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

De Wet milieubeheer (Wm) verplicht gemeenten een verbreed Gemeentelijke Rioleringsplan (vGRP) op te stellen. Het voorgaande (verbrede) GRP had een looptijd van 2011 t/m 2015. Voorliggend plan betreft het verbrede gemeentelijk Rioleringsplan van de gemeente Nuenen, voor de periode 2019 tot en met 2023.

1.2 Doelstelling

Op basis van de Wet milieubeheer en het Bestuursakkoord Water is de gemeente verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de openbare ruimte en het woon- en leefmilieu van de gemeente. Daaruit vloeit voort dat de gemeenten de zorgplicht hebben voor afvalwater, regenwater en grondwater. Een goede invulling van deze zorgplichten draagt bij aan maatschappelijke belangen zoals ‘Bescherming van de volksgezondheid’, ‘Het voorkomen van wateroverlast en -schade’ en het ‘Waarborgen van schoon water en een schone waterbodem’.

Dit vGRP is een beleidsplan dat op hoofdlijnen de invulling van de gemeentelijke watertaken voor de vastgestelde planperiode t/m 2023 weergeeft, met daarop volgend een doorkijk (visie) voor de langere termijn. In dit vGRP legt de gemeente Nuenen vast:

  • -

    waar zij nu staat,

  • -

    wat zij (uiteindelijk) wil bereiken,

  • -

    welke beleidskaders hierbij maatgevend zijn,

  • -

    welke maatregelen er uitgevoerd moeten worden,

  • -

    welke risico’s en kosten hieraan zijn gekoppeld,

  • -

    wat de doorkijk naar de toekomst is,

  • -

    de samenwerking met de partners binnen Waterportaal Zuidoost Brabant.

Daarnaast wordt aangegeven hoe financiële en personele middelen worden benut en wat hierbij de rol van de particulier en andere overheden is. Ook draagt dit vGRP bij aan de interne afstemming van de gemeentelijke zorgplichten met overige beleidsvelden en taken.

Het vGRP is een document dat dient voor een goede invulling van de gemeentelijke (water)zorgplichten in het algemeen en de voortgang- en kostenbewaking in het bijzonder.

1.3 Doelgroep

Het vGRP Nuenen is in de eerste plaats een gemeentelijk beleidsdocument. Daarnaast is het vGRP opgesteld voor alle overheidsorganen, bedrijven en inwoners van de gemeente die direct en/of indirect met het waterbeleid van de gemeente te maken krijgen.

1.4 Geldigheidsduur

De periode waarvoor het vGRP geldig is, moet worden vastgelegd in dit document. In de Wet milieubeheer is geen voorschrift over de te hanteren geldigheidsduur opgenomen. Als looptijd wordt voorgesteld de periode van 2019 t/m 2023. Alle bedragen in dit vGRP zijn gebaseerd op prijspeil 2018.

1.5 Besluitvormingsproces

In artikel 4.23 van de Wet milieubeheer is aangegeven op welke wijze het vGRP tot stand dient te komen. Deze procedure is eveneens bij het opstellen van dit document gevolgd.

Het vGRP wordt vastgesteld door de gemeenteraad. De voorbereidingen zijn gedaan door het college van burgemeester en wethouders (B&W). Hierbij is in een vroeg stadium contact gezocht met waterschap De Dommel. Voor het opstellen (inhoudelijk uitwerken) van dit vGRP is een projectgroep gevormd bestaande uit medewerkers van de Gemeente Nuenen, Waterschap ‘De Dommel’ en Roelofs Advies en Ontwerp B.V.

Na de formele vaststelling van het plan door de gemeenteraad wordt het plan toegezonden aan de in de Wet milieubeheer (Wm) genoemde instanties:

  • -

    Provincie Noord-Brabant;

  • -

    Waterschap De Dommel.

De vaststelling van het vGRP wordt bekendgemaakt in het digitale gemeenteblad op overheid.nl waardoor het in werking treedt. Ook zal het plan dan te raadplegen zijn bij lokale regelingen van de gemeente Nuenen op overheid.nl.

Gedeputeerde staten kunnen, nadat B&W in de gelegenheid zijn gesteld hierop te reageren, hun zienswijze naar voren te brengen en aan de gemeenteraad aanwijzingen geven over de inhoud van het gemeentelijk rioleringsplan. Bij een aanwijzing wordt een termijn gesteld, binnen welke het plan in overeenstemming met de aanwijzing moet zijn gebracht.

1.6 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 zijn de watertaken van de afgelopen planperiode geëvalueerd. Hierbij zijn de strategie, middelen en kostendekking en de maatregelen van verleden tot heden beschouwd.

In hoofdstuk 3 zijn het beleid van en de ontwikkelingen in de gemeente Nuenen verwoord.

Hoofdstuk 4 gaat in op de klimaatontwikkelingen: wat heeft de gemeente Nuenen in de afgelopen jaren al gedaan en wat gaat de gemeente de komende jaren doen om de klimaatontwikkelingen het hoofd te kunnen bieden.

Hoofdstuk 5 geeft een omschrijving weer van doeltreffende maatregelen om de opgestelde ambitie te kunnen realiseren c.q. volbrengen (planvorming).

In hoofdstuk 6 is een overzicht weergeven van de benodigde personele en financiële middelen om de voorgestelde maatregelen (kostendekkend) te kunnen uitvoeren.

De volgende bijlagen zijn opgenomen (in een aparte rapportage):

  • -

    Evaluatie afkoppelen

  • -

    Evaluatie beheer voorzieningen

  • -

    Wettelijke Kaders

  • -

    Doelen, functionele eisen, maatstaven, meetmethoden

  • -

    Overzicht voorzieningen

  • -

    Taakopvatting zorgplichten

  • -

    Overzicht investeringen 2019-2023

  • -

    Berekening rioolheffing

2 Evaluatie GRP 2011-2015 en jaren 2016-2018

2.1 Algemeen

De gemeente Nuenen heeft in 1998 het eerste GRP opgesteld. Dit GRP is geactualiseerd, hetgeen heeft geleid tot het GRP 2005 – 2009. Vervolgens is het verbrede GRP 2011-2015 opgesteld. Het is een goede gewoonte aan het einde van de looptijd van een GRP een evaluatie uit te voeren van het beleid, de maatregelen en de kosten en baten. In de volgende paragrafen wordt daarop ingegaan.

De evaluatie sluit aan bij de opbouw van het vGRP 2011–2015. Dat betekent dat onderscheid wordt gemaakt in:

  • -

    Strategie

  • -

    Middelen en kostendekking

2.2 Strategie

Aanleg van riolering bij bestaande bebouwing

In de afgelopen planperiode zijn in het buitengebied incidenteel nog panden aangesloten op de riolering. Voor zover bekend zijn alle panden in het buitengebied nu aangesloten op de riolering.

Binnen de bebouwde kom zijn diverse grootschalige vervangingsprojecten uitgevoerd. Hierbij is telkens ook een regenwaterriool aangebracht. De verharding in het openbare gebied is hierop aangesloten. Op basis van vrijwilligheid zijn ook verharde oppervlakken op particulier terrein (vooral dakvlakken) aangesloten op het regenwaterriool. In het nu voorliggende vGRP wordt deze werkwijze voortgezet.

Aanleg van riolering bij nieuwbouw

Bij nieuwbouw is de eis dat hydrologisch neutraal wordt gebouwd. Dit houdt in, dat regenwater zo veel mogelijk binnen of in de nabijheid van het plangebied moet worden vastgehouden. Hiertoe wordt een regenwaterriool aangelegd met zo nodig aanvullende voorzieningen.

Het huishoudelijk afvalwater wordt via een apart stelsel afgevoerd.

Meten

Gemeente Nuenen en waterschap De Dommel hebben in de afgelopen jaren gemeten in de riolering. Met deze metingen zijn nog geen verdergaande acties uitgevoerd. In de komende planperiode wordt een vergelijking uitgevoerd van de verkregen meetdata met het rioleringsmodel. Er zijn verschillende doelen:

  • -

    Snappen we de werking van het rioolstelsel, functioneert het zoals verwacht?

  • -

    Hebben de uitgevoerde verbeteringsmaatregelen effect?

  • -

    Wordt er op de goede locaties gemeten, zijn de metingen betrouwbaar, zijn er metingen die overbodig zijn of missen we locaties waar meetpunten bij moeten komen?

Watercontactpersoon

Gemeente Nuenen heeft in overleg met waterschap de Dommel besloten een watercontactpersoon aan te stellen voor het watertoetsproces bij ruimtelijke ontwikkelingen en de doorvertaling van de inhoud van watertoetsen naar waterhuishoudkundige plannen, ontwerpen en eventueel bouwvergunningaanvragen. Achterliggende gedachte hierbij is het eenduidig optreden als overheid, het reduceren van de kwetsbaarheid en het verbeteren van de kwaliteit van het werk.

In de praktijk is een werknemer van Waterschap De Dommel met de benodigde expertise een dagdeel per week werkzaam in het gemeentehuis van Nuenen. De watercontactpersoon behartigt zowel de belangen van de gemeente als die van het waterschap.

Waterportaal Zuidoost Brabant (WZOB)

Op 12 december 2012 hebben waterschap De Dommel en elf regiogemeenten een samenwerkingsovereenkomst gesloten. Hiermee is een al langer bestaand initiatief geformaliseerd. Inmiddels is het aantal gemeenten binnen de overeenkomst uitgebreid naar dertien.

De overeenkomst heeft tot doel om doelmatige samenwerking tussen partners te bevorderen met als oogmerk het verhogen van de kwaliteit van de dienstverlening aan inwoners en bedrijven tegen de maatschappelijk laagste kosten.

Verder wordt hiermee voldaan aan het landelijke Bestuursakkoord Water. Op grond hiervan moeten de diverse partijen in de waterketen onder andere gezamenlijk werken aan besparingen in de waterketen. Dit houdt in dat de kosten minder stijgen dan wanneer alle partijen zelfstandig maatregelen nemen.

Aanvullend daarop zijn de samenwerkende partijen tot de conclusie gekomen dat de enige mogelijkheid om te voldoen aan de eisen in Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is, om gezamenlijk een maatregelenpakket uit te voeren, te beheren en te betalen.

Kallisto

De belangrijkste maatregelen om te kunnen voldoen aan de KRW komen voort uit Kallisto. Dit is een meetprogramma dat is opgezet door waterschap de Dommel om inzicht te krijgen in het effect van de afvalwaterketen op de kwaliteit van het oppervlaktewater. Hieruit zijn de KRW-maatregelen bepaald. Met het Kallisto-programma is veel ervaring en kennis opgedaan over het meten in de (afval)waterketen. Deze ervaring en kennis moeten behouden blijven. Door te blijven meten worden de benodigde investeringen onderbouwd en is het mogelijk de voortgang te monitoren.

Binnen WZOB zijn afspraken gemaakt over de financiering van de aanleg en het beheer van de maatregelen die voortvloeien uit het Kallisto-programma. Op grond daarvan betaalt de gemeente mee aan de aanleg en het beheer en onderhoud van maatregelen op het grondgebied van het waterschap. Voor het grondgebied van de gemeente Nuenen zijn uit het Kallisto-programma geen aanvullende maatregelen naar voren gekomen.

2.3 Verbeteringsmaatregelen uit vGRP 2011-2015 en jaren 2016 - 2018

Vanaf 2011 zijn onderstaande verbeteringsmaatregelen uitgevoerd. Deze komen enerzijds voort uit het vGRP 2011 – 2015 en anderzijds vanuit nieuwe ontwikkelingen.

Regenwaterstructuren

  • -

    Eikenlaan Beukenlaan: uitgevoerd

  • -

    Berg: uitgevoerd

  • -

    Kerkstraat: uitgevoerd

  • -

    Beatrixstraat en omgeving: uitgevoerd

  • -

    Europalaan: uitgevoerd

  • -

    Kernkwartier: nog niet uitgevoerd

  • -

    Het Puyven: uitgevoerd

  • -

    Eeneind: uitgevoerd

Hydraulische maatregel

  • -

    Sportlaan, aanleg regenwaterstructuur Kerkstraat en afkoppelen Zwembad: uitgevoerd

  • -

    Sportlaan, aanleg regenwaterstructuur Kerkstraat en afkoppelen Brouwerhof: uitgevoerd

  • -

    Afkoppelen rioolstrengen Beekstraat: uitgevoerd

  • -

    Vergroten rioolstreng Eeneind: overbodig

  • -

    Afkoppelen Vredehof: uitgevoerd

Milieutechnische maatregelen

  • -

    Verhogen drempels overstorten in Nuenen-Oost: uitgevoerd

  • -

    Bergbezinkbassin Eeneind: vervallen

  • -

    Ombouwen industrieterrein Eeneind II tot verbeterd gescheiden systeem: nog niet uitgevoerd

  • -

    verwijderen baggerslib waterpartijen: uitgevoerd

Duurzaamheid

Bovenstaande maatregelen hebben de volgende duurzaamheidseffecten:

  • -

    De afvoer van huishoudelijk afvalwater is gegarandeerd door vernieuwing van de bestaande riolering;

  • -

    Het water wordt in het gebied gehouden: in de regenwaterstructuur wordt het regenwater van daken en wegen opgevangen en in de bodem geïnfiltreerd. Pas als die capaciteit onvoldoende is wordt schoon water afgevoerd;

  • -

    De grondwaterstand wordt gereguleerd: in droge perioden kan water vanuit de regenwaterstructuur in de bodem infiltreren, in natte perioden kan grondwater in het stelsel infiltreren;

  • -

    De rioolwaterzuivering in Eindhoven functioneert beter: er wordt minder regenwater afgevoerd naar de zuivering;

  • -

    Bij hevige regenbuien kan overtollig water gemakkelijker worden afgevoerd, dus is er minder kans op hinder of overlast;

  • -

    Doordat het gemengde stelsel minder wordt belast is de kans kleiner, dat bij hevige regenbuien verontreinigd rioolwater op straat komt.

2.4 Beheer van bestaande voorzieningen

Vrijverval riolering

Er is een verbeterslag uitgevoerd bij het reguliere onderhoud. Waar het kan, zijn meerjarige contracten aanbesteed en wordt het werk structureel uitgevoerd.

Daarnaast wordt elke twee of drie jaar reparatiewerk uitgevoerd op basis van gebreken. Deze gebreken komen naar voren uit de reguliere rioolreiniging en –inspectie.

Pompen, gemalen en drukriolering

De elektromechanische installaties van de bergbezinkbassins zijn in de afgelopen planperiode vernieuwd. Ook de hoofdpost (bewaking van het functioneren van de installaties) is vernieuwd; deze wordt nu extern beheerd. Daarnaast vervangt de gemeente Nuenen jaarlijks gemiddeld 10 tot 15 delen van de drukrioleringsgemalen in het buitengebied. Daarnaast zijn nagenoeg alle elektromechanische voorzieningen in het buitengebied vernieuwd.

Watergangen

Gedurende de looptijd van het vGRP is het onderhoud van watergangen aan de rioolheffing toegevoegd. Dit mag, omdat de watergangen een belangrijke functie vervullen bij het droog houden van de straten en de afvoer van overtollig water. De watergangen worden daarom één tot twee keer per jaar opgeschoond.

Daarnaast hebben de watergangen een functie wat betreft peilregulering voor met name landbouwgebieden.

Het onderhoud aan de watergangen is beter gestructureerd. Onderhoud vindt plaats op basis van meerjarige contracten. Daarnaast is een deel van het achterstallig onderhoud aan watergangen en duikers uitgevoerd. Het restant wordt in de komende jaren weggewerkt.

2.5 Middelen en kostendekking

Personele middelen

De afgelopen jaren heeft de beleidsmatige taak onder druk gestaan. Dit komt vooral om dat de beleidsmedewerker regelmatig op andere taakgebieden is ingezet. Desondanks heeft het dagelijks beheer gewoon doorgang kunnen vinden en zijn diverse verbeterslagen uitgevoerd. Nu is de gemeente ook zo ver dat een geactualiseerd vGRP voorgelegd kan worden.

Een deel van de expertise die benodigd is voor riolering is intern niet beschikbaar. Hiervoor is externe ondersteuning gezocht. In de rioolheffingsberekening is daarmee rekening gehouden.

Financiële middelen

Gemeente Nuenen, gemeente Son en Breugel en gemeente Geldrop-Mierlo werken samen op gebied van financiën en ICT. Dit is ondergebracht bij Dienst Dommelvallei. Ook voor het vGRP wordt gezocht naar afstemming.

De rioolheffingsberekening is jaarlijks tegen het licht gehouden en verwerkt in de begroting. Ook tussentijdse wijzigingen in beleid (diverse toerekeningen, regionale afspraken) zijn daarin meegenomen. Daardoor is de rioolheffing in 2018 € 1,78 per m³ verbruikt leidingwater.

De stand van de voorziening riolering op 1 januari 2018 bedraagt € 3.491.000,-. Dit bedrag is het uitgangspunt voor de vernieuwde rioolheffingsberekening die behoort bij dit vGRP.

3 Waterbeleid gemeente Nuenen

3.1 Inleiding

De gemeente heeft de keuzevrijheid om haar taken op vele manieren in te vullen. De gemeente Nuenen wil haar drie zorgplichten op onderstaande wijze invullen. In bijlage III is het wettelijk kader opgenomen, waarin een kort overzicht wordt gegevens van de wet- en regelgeving.

3.2 Klimaatgericht beleid

Het klimaat verandert. Ook de gemeente Nuenen moet daar op inspelen. Vanwege de omvang van de problematiek wordt hieraan in dit vGRP een apart hoofdstuk gewijd. Zie hiervoor hoofdstuk 4.

3.3 Doelen

In het Gemeentelijk Waterplan Nuenen 2008 zijn doelen geformuleerd waarmee invulling wordt gegeven aan de wettelijk opgelegde watertaken. Deze doelen zijn als volgt geformuleerd:

  • 1.

    Een goede inzameling en transport van stedelijk afvalwater;

  • 2.

    Inzameling, transport en of verwerking van afvloeiend hemelwater, voor zover dit redelijkerwijs niet kan door particulieren;

  • 3.

    Voorkomen van structureel nadelige gevolgen van te hoge of te lage grondwaterstanden, voor zover dit onder de gemeentelijke zorgplicht valt.

Op basis van deze doelen zijn functionele eisen, maatstaven en meetmethoden gedefinieerd. Deze zijn opgenomen in bijlage IV.

Het bereiken van deze doelen staat voorop. Bij het bereiken van deze doelen verliest de gemeente de volgende aspecten echter niet uit het oog:

  • -

    doelmatigheid;

  • -

    zo min mogelijk overlast voor de omgeving;

  • -

    zo min mogelijk nadelige gevolgen voor het milieu;

  • -

    waar mogelijk toepassen van duurzame oplossingen en technieken;

  • -

    rekening houdend met de klimaatveranderingen.

Onder duurzame oplossingen en technieken wordt onder anderen verstaan het volgen van de principes voor duurzaam stedelijk waterbeheer zoals:

  • -

    vasthouden > bergen > afvoeren;

  • -

    schoon houden > scheiden > zuiveren;

  • -

    vergroten van de gebruikswaarde en de belevingswaarde.

De taken van een gemeente zijn beperkt tot doelmatige zorg voor afvalwater, hemelwater en grondwater. De gemeente heeft die zorg niet alleen. Een deel van de zorg valt onder de taken van het waterschap en de provincie. Voor particulieren is het belangrijk om te weten wat zij van de gemeente kunnen verwachten en waar zij zelf verantwoordelijk voor zijn. De gemeente heeft ten aanzien van het voorgaande taakopvattingen over de volgende gebieden:

  • -

    afvalwater;

  • -

    hemelwater;

  • -

    grondwater;

  • -

    zichtbaar water.

De taakopvattingen zijn uitgebreid weergegeven in bijlage VI. Samengevat moeten deze taakopvattingen er voor zorgen dat de inwoners van de gemeente Nuenen hun afvalwater probleemloos kwijt kunnen en zo min mogelijk overlast ondervinden van regenwater of grondwater.

Gezien de huidige klimaatveranderingen moeten de inwoners er wel rekening mee houden dat water op straat niet altijd voorkomen kan worden.

3.4 Communicatie

De gemeente beschouwt een goede communicatie als een wezenlijk onderdeel van haar zorgtaak. Zij maakt daarbij onderscheid in communicatie met inwoners (waaronder bedrijven), communicatie met de waterpartners en communicatie met betrekking tot calamiteiten.

Met de inwoners

De communicatie met inwoners vindt tweezijdig plaats. De gemeente informeert inwoners en bedrijven bij projecten over waterbeleid, over plannen en over de uitvoering van (riolerings)werken. De gemeente organiseert onder anderen bewonersbijeenkomsten voorafgaand aan infrastructurele werken waarbij de openbare ruimte benut wordt.

Inwoners en bedrijven kunnen met vragen terecht bij het klantencontactcentrum (KCC). Het KCC kan informeren, kan vragen doorzetten, en meldingen in behandeling nemen. De eindverantwoordelijkheid voor de terugkoppeling van meldingen ligt bij de taakverantwoordelijke ambtenaar.

Het aanvragen van een vergunning in het kader van de Waterwet loopt via waterschap De Dommel

Waterpartners

Waterschap de Dommel is de belangrijkste waterpartner. Met het waterschap wordt op diverse niveaus overlegd. Op ambtelijk niveau participeren waterschap en gemeente in de volgende overleggen:

  • -

    Waterportaal Zuidoost Brabant;

  • -

    Watertoets-overleg (watercontactpersoon Waterschap De Dommel);

  • -

    Projectgebonden overleg.

Bestuurlijk overleg met bestuurders van het waterschap vindt jaarlijks plaats.

Overleg met provincie en Brabant Water vindt naar behoefte plaats. Hierover zijn geen vaste afspraken gemaakt.

Bij calamiteiten

Onder calamiteiten worden verstaan:

  • -

    Onderlopen van woningen, winkels of bedrijven;

  • -

    Een ongewenste lozing op het riool of het oppervlaktewater;

  • -

    Brand en bijbehorende lozing van bluswater.

In diverse calamiteitenplannen is hierover al veel geregeld. In de komende periode wordt onderzocht of er nog toevoegingen op de bestaande plannen nodig zijn. Hierbij wordt Waterschap De Dommel nauw betrokken.

4 Klimaatadaptatie

4.1 Inleiding

Klimaatadaptatie betekent het integraal nemen van maatregelen om de veranderingen in het klimaat zo veel mogelijk op te vangen. Dit is een van de belangrijkste speerpunten voor de komende jaren.

Het klimaat verandert. In de klimaatscenario’s van het KNMI (2014) zijn vier scenario’s geschetst, waarbinnen het klimaat zich de komende decennia lijkt te gaan ontwikkelen. In alle scenario’s nemen perioden van droogte en hitte toe. Ook de intensiteit van buien neemt toe. Bovendien wordt de kans groter dat extreme buien voorkomen.

afbeelding binnen de regeling

Afbeelding 4.1: Samenvatting effecten klimaatverandering op basis van KNMI klimaatscenario’s (2014)

De uitdaging is om de bebouwde omgeving zodanig in te richten dat de gevolgen (schade) van de effecten van klimaatverandering beperkt blijven. Het “ontharden” van de stad via groene en blauwe netwerken speelt hierbij een belangrijke rol. Hierbij gaat het niet alleen om de openbare ruimte, maar ook om particulier terrein. Er is een trend waarneembaar van het verharden van tuinen. Als gevolg hiervan zullen de effecten van klimaatverandering toenemen bij het optreden van intensieve buien en/of hoge temperaturen.

Buien zijn heviger en perioden van droogte duren langer. Hier wordt rekening mee gehouden, door te anticiperen op deze verandering.

4.2 Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie

Voor gemeenten is het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie het meest van belang. Hierin worden perspectieven gegeven over de klimaatbestendige aanpak van stedelijk waterbeheer. In de bestuursovereenkomst Deltaprogramma uit 2014 hebben Rijk, IPO, UvW en VNG afgesproken waterveiligheid en klimaatbestendigheid integraal mee te gaan wegen bij ruimtelijke ontwikkelingen. De ambitie daarbij is dat in 2020 klimaatbestendig handelen en waterrobuust inrichten een integraal onderdeel van hun beleid en handelen is, zodat Nederland in 2050 ook daadwerkelijk klimaatbestendig is ingericht.

Gemeenten hebben specifieke kennis van integrale gebiedsontwikkeling en stedelijk waterbeheer. Ze spelen hierdoor een belangrijke rol in het verbeteren van de relatie tussen water, klimaat en ruimtelijke ordening. Als geen ander zijn zij in staat samenhang in verschillende opgaven te onderkennen, in beeld te brengen en te benutten.

De verwachting is dat het nemen van klimaatmaatregelen de komende jaren zorgt voor een toename van de uitgaven. Door deze zo veel mogelijk te combineren met andere maatregelen in de openbare ruimte leidt dit naar verwachting niet tot een stijging van de benodigde rioolheffing.

De stappen die in de komende periode gezet moeten worden zijn:

Uitvoeren stresstesten (kwetsbaarheden in beeld brengen):

Een stresstest voor wateroverlast is uitgevoerd in de voorbereiding van dit nieuwe vGRP. Voor kwetsbare plekken in de gemeentelijke riolering zijn maatregelen voorbereid en in het kostendekkingsplan opgenomen. De stresstesten voor de andere items (te weten hitte, droogte en overstroming) worden in het samenwerkingsverband WZOB uitgewerkt (tot nu toe enkel de stresstest ‘light’). De eventueel daaruit voortvloeiende maatregelen worden meegenomen in de Duurzaamheidsnotitie danwel de begroting;

• Globale maatregelen bepalen:

Op basis van Provinciale klimaateffectatlas zijn/worden globaal de effecten per item (hitte, droogte en overstromingen) bepaald en een voorstel voor maatregelen gedaan. Op onderdelen zal, waar meer diepgaand kennis van effecten nodig is, nader onderzoek worden gedaan;

• Uitkomsten delen (risicodialoog):

De aanpak van de risicodialoog wordt eveneens opgepakt. Daarbij zal per item een voorstel worden gedaan. Immers niet alle onderwerpen (b.v. overstromingen) spelen bij alle gemeenten;

• Bewustzijn vergroten:

Landelijk is er momenteel al veel aandacht voor de klimaatveranderingen. Daar lift de gemeente voor een deel op mee. Daarnaast zal het onderwerp breed worden meegenomen bij het opstellen van de gemeentelijke Omgevingsvisie en bij de herijking van het Uitvoeringsprogramma Duurzaamheid 2017 – 2018. Verdere plannen om het bewustzijn te vergroten moeten nog worden uitgewerkt;

• Uitvoeringsagenda opstellen:

Op basis van de resultaten van de stresstesten en de risicodialoog zullen maatregelen worden voorbereid en opgenomen in de uitvoeringsagenda;

• Meekoppelkansen benutten (werk met werk maken):

Daar waar mogelijk wordt ‘werk-met-werk’ gemaakt. Daarom is er in dit vGRP bijvoorbeeld voor gekozen om daar waar vervangingen van de riolering nodig zijn direct ook de effecten van de klimaatverandering (onderdeel wateroverlast) op te pakken;

• Nieuw beleid formuleren:

Waar nodig wordt nieuw beleid geformuleerd. Zoveel mogelijk zal worden aangesloten bij de ontwikkelingen rondom de Omgevingswet en omgevingsgericht werken.

afbeelding binnen de regeling

Afbeelding 4.2 Ambities waterrobuuste en klimaatbestendige inrichting

4.3 Wat heeft gemeente Nuenen in de afgelopen jaren al gedaan?

In de afgelopen jaren is op basis van het Waterplan en de Ruimtebalans al ingespeeld op de toenemende kans op zwaardere buien en het voorkómen van wateroverlast door:

  • -

    afkoppelen van het regenwater bij nieuwbouwprojecten;

  • -

    aanleg van regenwaterstructuren bij bestaande bebouwing;

  • -

    diverse aanpassingen in het rioolstelsel om bekende knelpunten op te lossen;

  • -

    aanpassingen in oppervlaktewateren om de waterkwaliteit te verbeteren.

4.4 Wat gaat de gemeente Nuenen de komende planperiode doen?

Wateroverlast

Om wateroverlast zo veel mogelijk te voorkomen wordt ingezet op de volgende aspecten:

  • -

    Bij nieuwbouw klimaatbestendig ontwerpen: bij de dimensionering van de riolering wordt gerekend met extremere buien. Daarnaast wordt ingezet op voldoende ruimte voor water en zo mogelijk zorgen dat het regenwater bij overbelasting van het rioolstelsel over het maaiveld kan afstromen naar oppervlaktewater en nergens kelders of laaggelegen woningen en winkels kan instromen. Vloerpeilen van woningen en bedrijven liggen voldoende hoog boven het peil van de weg.

  • -

    Aanleg van regenwaterstructuren op het moment dat in het bestaande stelsel de riolering vervangen moet worden. Kan dit niet, dan wordt ingezet op het vervangen van buizen in bestaande rioolstelsels door grotere diameters om zwaardere buien beter op te vangen. Bij bestaande stelsels dienen knelpunten, waar nu al water-op-straat of wateroverlast optreedt bij hevige buien, te worden aangepakt. Bij voorkeur door het regenwater over het maaiveld naar lager gelegen delen te leiden waar het water geen schade aanricht.

  • -

    De aanvoer van afstromend hemelwater van percelen naar het gemeentelijke riool is groter wanneer tuinen volledig bestraat zijn. Door groen op eigen terrein kan water worden vastgehouden (sponswerking van de ondergrond) en wordt het gemeentelijke riool minder belast. Door voorlichting en communicatie wil de gemeente het afkoppelen van verhard oppervlak bij particulieren stimuleren en ook de steeds verdergaande verharding van tuinen tegengaan.

  • -

    Doorgaan met het afkoppelen van verhard oppervlak van gemengde rioolstelsels om zo de belasting van het rioolstelsel door zwaardere buien op te heffen, is ook een goed alternatief. Voorwaarde is wel dat de afkoppelsystemen klimaatbestendig worden ontworpen en niet zelf voor overbelasting en overlast zorgen.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 4.3 Wateroverlast Opwettenseweg Nuenen 7 juni 2018

Waterkwaliteit

Door het verdergaand afkoppelen van verharde oppervlakken van gemengde rioolstelsels en daarbij zoveel mogelijk gebruik te maken van infiltratie, wordt de afvoer van vervuild overstortwater naar oppervlaktewater tijdens hevige neerslag verminderd. Door de toename van hevige neerslag zal de vuiluitworp van de bestaande gemengde overstorten mogelijk weer toenemen. De gemeente Nuenen wil door het verdergaand afkoppelen van verhard oppervlak deze toename voorkomen. In overleg met het waterschap De Dommel wordt in de gaten gehouden of deze maatregelen in de pas lopen met de toename van de neerslag of dat verdergaande maatregelen nodig en doelmatig zijn.

Ten gevolge van langdurige droogte en hitte kan de waterkwaliteit in watergangen en vijvers verslechteren. Samen met het Waterschap De Dommel wordt onderzocht waar eventuele knelpunten kunnen ontstaan met de waterkwaliteit als gevolg van hitte en droogte.

Hittestress

Hitte is schadelijk voor de gezondheid. In de bebouwde omgeving kan het wel tot 8 gradenwarmer worden dan op het omliggende platteland (zelfs in kleine kernen als Nuenen). Door de klimaatveranderingen en verdergaande verstedelijking zullen de temperaturen in de stad een steeds grotere bedreiging gaan vormen voor de gezondheid. Hittestress is geen onderdeel van het gemeentelijk rioleringsplan. Echter de maatregelen die genomen kunnen worden om hittestress tegen te gaan, gaan in veel gevallen samen met andere maatregelen in de openbare ruimte, zoals maatregelen voor riool- en wegbeheer. Ook het aanleggen van meer groen (bomen, groenstroken, groene daken) en blauw (oppervlaktewater) zijn maatregelen die nuttig zijn om hittestress tegen te gaan en om wateroverlast te voorkomen. Het creëren van slimme oplossingen in stedelijk gebied en het toepassen van nieuwe technologieën biedt kansen voor het beter laten functioneren van watersystemen en het tegengaan van hittestress.

Waterveiligheid

In de deltabeslissing Waterveiligheid staan nieuwe normen voor de waterveiligheid centraal. Deze nieuwe normen zijn tot stand gekomen met de risicobenadering: de normen hangen niet alleen samen met de kans op een overstroming, maar ook met de gevolgen van een overstroming. De omvang van de gevolgen bepaalt daarbij de hoogte van de norm.

Voor gemeente Nuenen heeft waterveiligheid o.a. betrekking op de waterstanden in de Kleine Dommel. In de afgelopen planperiode is de Kleine Dommel bij hevige neerslag enkele keren buiten zijn oevers getreden waardoor wegen onbegaanbaar werden en ook oppervlaktewater via de overstorten het rioolstelsel in kon stromen.

afbeelding binnen de regeling

Afbeelding 4.4 Wateroverlast door hoogwater Kleine Dommel [foto Nuenen Centraal]

afbeelding binnen de regeling

Afbeelding 4.5. Hoogwater Kleine Dommel [Foto Nuenen Centraal]

Droogte

Bij stijging van de temperatuur in de stad neemt de verdamping toe. In de scenario´s van KNMI´14 wordt aangegeven dat in de zomer de verdampingstoename 3 tot 15% is. Als deze toenemende verdamping niet gecompenseerd wordt, leidt dit tot extra verdroging.

In de stad leidt toenemende droogte tot schade aan het groen. De meeste grassoorten zijn slecht bestand tegen langere droogteperioden. Bomen en struiken kunnen ernstig en zelfs onherstelbaar beschadigd raken door langere droge perioden. Om deze effecten op het stedelijk groen te beperken moet er besproeid worden. Als sproeien al mogelijk is, gaat dit ten koste van de toch al schaarse zoetwatervoorraad tijdens droogteperioden.

Als het langere tijd droog en warm is, wordt deze periode vaak afgewisseld met hevige regenbuien. De uitgedroogde bodem is vaak niet in staat om veel water op te nemen. Hierdoor vinden na droogteperioden vaker riooloverstorten plaats met relatief groot effect op de door de droogte toch al kwetsbare watersystemen. Ook neemt het risico op wateroverlast toe.

In een periode van droogte zal de bodem en het stedelijk groen door uitdroging minder of geen water verdampen. Hierdoor nemen de temperatuur en dus ook de overlast door de hitte verder toe.

Om verdroging tegen te gaan zijn er nog geen standaardoplossingen. Toch dient bij het nemen van maatregelen in de openbare ruimte steeds nagedacht te worden over de effecten van de maatregelen op verdroging. Het afkoppelen van verhard oppervlak en het infiltreren van het regenwater in de bodem helpt mee om verdroging tegen te gaan.

Communicatie over klimaat

Acceptatie van water-op-straat vergt draagvlak bij iedereen. Het is een opgave van alle overheden om met voorlichting hieraan voortdurend te werken. Gemeenten en waterschappen moeten maatregelen nemen. Dat geldt ook voor gebouweigenaren. Eigenaren van woningen en gebouwen kunnen bijdragen door de hoeveelheid verharding te beperken en te zorgen voor infiltratie van regenwater op eigen terrein. Bij het ontwerpen van nieuwe woningen en gebouwen moet meer gelet worden op zaken als: hoogte vloer begane grond (verschil met straatpeil), drempels, afvoervoorzieningen in kelders en het vasthouden van water op daken en op eigen terrein.

Daarnaast dienen eigenaren van woningen en gebouwen voorlichting te krijgen om verdergaande verharding van tuinen en percelen tegen te gaan en om het ontharden van tuinen te stimuleren. Dit ontharden van tuinen heeft niet alleen effect op het voorkomen van water-op-straat en wateroverlast, maar ook op aanvulling van het grondwater en het verlagen van de kans op hittestress door het weer aanbrengen van meer groen (verdamping en schaduw).

Naast communicatie en voorlichting over de toenemende kans op wateroverlast, dient ook aandacht gegeven te worden aan voorlichting over droogte en hitte.

5 Maatregelen

5.1 Algemeen

In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de maatregelen die voor de komende jaren zijn gepland. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in:

  • -

    Verbeteringsmaatregelen (5.3); investeringsmaatregelen om de gewenste verbeteringen te realiseren;

  • -

    Vervangings-, reparatie- en renovatiemaatregelen (5.4); investeringsmaatregelen om de bestaande onderdelen tijdig te vervangen zodat het systeem aan zijn taak kan blijven voldoen;

  • -

    Exploitatiemaatregelen (5.5); maatregelen voor het in stand houden van de voorzieningen, voor onderzoek en voor monitoren.

De kosten voor alle in dit hoofdstuk genoemde maatregelen zijn meegenomen in de berekening van de rioolheffing.

5.2 Strategie

De gemeente heeft als ambitie geformuleerd dat zij wil werken met doelmatig gebruik van duurzame oplossingen en technieken, met zo min mogelijk overlast voor de omgeving én met zo min mogelijk nadelige gevolgen voor het milieu.

In de praktijk betekent dit, dat bij vervangingsmaatregelen eerst gezocht wordt naar integrale afstemming. Dit kan gekoppeld zijn aan woningbouw en herinrichting van de openbare ruimte. Maar ook aan reconstructies van (delen van) woonwijken.

Bij urgente maatregelen geldt het integraal afstemmen niet. Urgente maatregelen zijn maatregelen die direct moeten worden uitgevoerd teneinde (letsel)schade en daarmee gepaard gaande grote kosten te voorkomen, als er sprake is van gezondheidsrisico’s en als er sprake kan zijn van imagoschade. Of maatregelen urgent zijn wordt per geval bekeken.

5.3 Verbeteringsmaatregelen

Momenteel zijn de volgende verbeteringsmaatregelen gepland en opgenomen in de berekening van de rioolheffing:

  • -

    Verbeteren riolering Papenvoort – Houtrijk in combinatie met afkoppelen en infiltratie 2020

  • -

    Regenwaterafvoer Nuenen-West zuidzijde/Dommeldelta 2020

  • -

    Oplossen wateroverlast Opwettenseweg 2021

  • -

    Verbeteren riolering Lyndakkers 2021

  • -

    Aanpassen Park, Parkstraat en omgeving 2021

  • -

    Regenwaterafvoer Nuenen-West noordzijde 2022

  • -

    Vernieuwen riolering Arendhof, inclusief afkoppelen openbare ruimte 2023

  • -

    Verbeteren regenwaterafvoer industrieterrein Eeneind 2 2023

5.4 Vervangings-, reparatie- en renovatie maatregelen

Waar tot en met het voorgaande vGRP werd uitgegaan van de standaard waarschuwings- en ingrijpmaatstaven uit het rioolbeheerprogramma voor het nemen van maatregelen, is met ingang van dit nieuwe vGRP voor een risicogestuurde aanpak gekozen. Dat betekent dat riolen met een groter risico van disfunctioneren sneller worden vervangen dan riolen met een kleiner risico. Een groot riool onder een drukke asfaltweg mag niet instorten, terwijl de gevolgen van instorten van een klein riool onder een grasveld veel kleiner zijn. Hierbij is gekeken naar de bovenliggende infrastructuur, maar ook naar de hydraulische belasting van alle riolen.

Met de risicoanalyse en risicobenadering is inzicht verkregen in:

  • -

    De huidige kwaliteit van de riolen;

  • -

    De mate van belangrijkheid van de riolen;

  • -

    De schadebeoordeling van de riolen;

  • -

    De toelaatbare schadepunten;

  • -

    De beschikbare en benodigde budgetten.

afbeelding binnen de regeling

Afbeelding 5.1. Reparatie en vernieuwingsadvies (blauw=reparatie, rood=vernieuwen)

Onder vervangings-, reparatie- en renovatiemaatregelen wordt verstaan:

  • -

    Vervanging van riolering bij einde levensduur;

  • -

    Levensduurverlengende maatregegelen zoals (deel-)relining;

  • -

    Vervangen van (delen van) pompen, gemalen en drukriolering.

Van bovenstaande maatregelen worden kleinschalige vervangingen meegenomen in het reguliere werk. Daarnaast zijn er in de rioolheffingsberekening investeringen opgenomen voor grootschaliger werkzaamheden.

5.5 Exploitatiemaatregelen

Maatregelen met betrekking tot de exploitatie worden onderscheiden in:

  • -

    Maatregelen die voorzien in het in stand houden van de voorzieningen;

  • -

    Onderzoek gericht op onderhoud;

  • -

    Onderzoek gericht op verbetering, vernieuwing en nieuwe ontwikkelingen;

  • -

    Monitoring, zowel gericht op de actuele situatie als ook als basis voor toekomstige ontwikkelingen.

5.6 Planvorming en onderzoek

In de komende planperiode staan de volgende onderzoeken gepland:

  • -

    Reiniging en inspectie jaarlijks

  • -

    onderzoeken in het kader van klimaatadaptatie (o.a. stresstest DPRA) 2019

  • -

    opstellen van een plan voor beheer en onderhoud van de drainagevoorzieningen 2020

  • -

    onderzoeken in het kader van grondwatermonitoring 2019

  • -

    Afkoppelen als gevolg van reconstructies jaarlijks

  • -

    Inventarisatie en inspectie ontwateringsmiddelen en drainage 2019

  • -

    Peilbuizenbestand actualiseren en automatiseren projectbudget

  • -

    Onderzoeken naar andere financiering van de rioolheffing, zoals heffingsgrondslag voor bedrijfskavels en staffeling van het waterverbruik 2020

6 Financiën

6.1 Algemeen

In de komende planperiode staan veel maatregelen gepland op alle aandachtsgebieden die genoemd zijn in dit vGRP. Daarnaast moet het reguliere werk ook doorgang vinden. De voor dit alles benodigde middelen, zowel financieel als personeel, worden in de rest van dit hoofdstuk benoemd.

De in dit hoofdstuk genoemde bedragen zijn op prijspeil 2018 en exclusief BTW, tenzij anders vermeld. De in dit hoofdstuk genoemde investeringen zijn inclusief kosten voor voorbereiding en directievoering.

Het doel van de kostendekking is een onderbouwde prognose te maken van het verloop van de rioolheffing in de toekomst, gebaseerd op de lasten, zoals deze in de volgende paragrafen zijn benoemd, met als uitgangspunt 100% kostendekkend. Hoewel een zo goed mogelijke benadering wordt nagestreefd van het toekomstige verloop van uitgaven en inkomsten, blijft dit vooral het bepalen van de trend naar de toekomst. Het verloop van de rioolheffing is afhankelijk van onder meer veranderende wetgeving, nieuw beleid of het gemeentelijke uitgavenpatroon. Daarom wordt de kostendekking jaarlijks geactualiseerd.

6.2 Rioolheffing

Rioolheffing

In artikel 228a Gemeentewet is bepaald dat onder de naam rioolheffing een belasting kan worden geheven ter bestrijding van kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

  • 1.

    de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater;

  • 2.

    de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde Hemelwater in brede zin;

  • 3.

    het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Het vGRP heeft een lange planningshorizon. De hardheid van de ramingen neemt daarbij af naarmate de te bekostigen maatregelen verder in de toekomst liggen. Voor het berekenen van het riooltarief is het daarom beter om uit te gaan van een middellange termijn. In dit vGRP wordt circa 20-25 jaar vooruit gekeken. Daarmee is het mogelijk met inachtneming van artikel 229b Gemeentewet tot een goede afweging te komen hoe hoog het riooltarief moet zijn en (desgewenst) welke stijgingsfactor daarin opgenomen moet worden.

Kostendekkendheid

In artikel 229b Gemeentewet is bepaald dat het riooltarief maximaal kostendekkend is. De jurisprudentie rondom dit artikel laat zien dat het bij de besteding van de opbrengsten uit rioolheffingen om een verplichte gebonden bestedingsrichting gaat, en dus voor het rioolstelsel moet worden aangewend. Om dit te bewerkstelligen gebruikt de gemeente Nuenen een voorziening riolering.

6.3 Exploitatie

Kosten van het stelsel

Voor een goede werking van het stelsel worden kosten gemaakt. De belangrijkste kosten zijn het onderhoud en het schoonmaken van het stelsel. Ook staan hier de kosten voor de regionale samenwerking benoemd. Een compleet overzicht van de kosten is opgenomen in bijlage VIII.

Personele middelen

Voor de invulling van de rioleringszorg heeft de gemeente Nuenen momenteel 2,56 FTE beschikbaar (0,17 FTE bij Belastingen en 2,39 FTE bij Openbare Werken).

De komende planperiode is beleidsmatig zeer belangrijk in verband met de geplande projecten en de ontwikkelingen op het gebied van klimaatveranderingen en –adaptatie. Wat betreft het klimaat worden veel zaken regionaal opgepakt via het WZOB. Hierbij zal wel enige inzet van eigen personeel gevraagd worden.

De geplande projecten worden in eigen beheer opgepakt, waarbij wel gebruik wordt gemaakt van externe ondersteuning. Hiermee is rekening gehouden bij de projectramingen.

Voor de reguliere werkzaamheden zijn en worden meerjarige contracten afgesloten met opdrachtnemers. Voorbereiding en toezicht hierop wordt uitgevoerd met eigen personeel en incidentele externe ondersteuning. Hiermee is rekening gehouden in de rioolheffingsberekening.

Voor riolering is veel expertise vereist. Het is niet wenselijk al deze expertise zelf in huis te hebben. In de rioolheffingsberekening is daarom rekening gehouden met externe kosten voor geplande onderzoeken en incidentele ondersteuning. Gedurende de planperiode is hiervoor gemiddeld circa € 54.500,- per jaar geraamd.

Toerekeningen

Btw

Artikel 228a lid 3 Gemeentewet bepaalt dat de btw die gemeenten op grond van het btw-compensatiefonds gecompenseerd krijgen in het tarief mogen worden meegenomen. In de gemeente Nuenen wordt de btw berekend over de exploitatiekosten en de investeringen. De totale toegerekende btw in de planperiode bedraagt 1.570.000,- om jaarlijkse fluctuaties te voorkomen wordt dit bedrag in de planperiode geëgaliseerd. Het jaarlijkse bedrag is € 314.000,- en zal gedurende de gehele planperiode gehandhaafd blijven tenzij er dermate belangrijke kostenontwikkelingen zijn dat dit bedrag aangepast moet worden.

Watergangen

De watergangen vormen een belangrijk onderdeel van het hemelwaterstelsel. Ze zorgen voor de afvoer van overtollig hemelwater. Afhankelijk van het belang voor de waterafvoer worden deze sloten beheerd en onderhouden door waterschap De Dommel of door de gemeente. De kosten voor beheer en onderhoud van de watergangen is ook financieel ondergebracht in de rioolheffingsberekening.

Straatreiniging

Voor een goede werking van het complete rioolstelsel is het van belang om vervuiling van het stelsel met zwerfafval/ blad te voorkomen. Ook is het, voor een goede afvoer van het hemelwater, van belang dat de goten en kolken (putten) in de straat onkruidvrij zijn.

Daarom wordt 50% van de kosten van straatreiniging inclusief onkruidbestrijding doorberekend in de rioolheffing. De 50% is bepaald door met de betrokken medewerkers te kijken naar de specifieke kosten, die in het kader van straatreiniging worden gemaakt, en dan per kostensoort te bepalen of deze wel/niet of gedeeltelijk aan riolering wordt toegerekend. Zo wordt bijvoorbeeld de machinale straatreiniging volledig toegerekend en de zwerfafvalbeheersing in het buitengebied niet. In het buitengebied liggen immers geen kolken.

Kwijtschelding

Kwijtschelding van de rioolheffing is een onderdeel van het minimabeleid van de gemeente. Deze kosten worden toegerekend aan de rioolheffing.

6.4 Investeringen

Uitgangspunten kapitaallasten

In de planperiode is een totale investering begroot van afgerond € 3.500.000,-

Investeringen in het riool moeten conform het BBV (artikel 59, lid 1 en 2) worden geactiveerd, omdat het gaat om investeringen met economisch nut. Bij de gemeente Nuenen wordt de afschrijving bepaald op basis van lineaire afschrijving. De volgende uitgangspunten worden gehanteerd:

  • -

    Vrijverval, pompputten en randvoorzieningen incl. relining 60 jaar

  • -

    Electro mechanisch (inclusief kasten en besturing en pompen) 15 jaar

  • -

    Drukriolering (leidingen) en drainage 40 jaar

  • -

    Riolering - Overig 60 jaar

  • -

    Geen activering van activa kleiner dan € 2.500,--

  • -

    Geen activering van onderzoek en ontwikkeling

  • -

    De rente bedraagt 2%

Een specifieke bijdrage van derden, die in directe relatie staat tot de investering wordt in mindering op de investering gebracht (BBV, artikel 62, lid 2). In dit vGRP zijn eventuele bijdragen (zoals de subsidie van het waterschap) verrekend met de investering. Alleen de netto investering is dus zichtbaar.

Een compleet overzicht van de investeringen in de komende 5 jaren is opgenomen in bijlage xx

6.5 Voorziening

Algemeen

In de gemeente Nuenen wordt de voorziening riolering gehanteerd voor nivellering van de lasten over de verschillende jaren. (Begrote) overschotten worden in de voorziening gestort (een voorziening door derden beklemde middelen) en (begrote) tekorten worden aangevuld uit deze voorziening. Het streven bij het bepalen van de heffing is een evenwichtig beeld tussen de stortingen in de voorzieningen en de onttrekkingen aan de voorziening voor een periode van 20-25 jaar. De voorziening mag in die periode niet negatief zijn. De geschatte voorziening eind 2018 bedraagt € 3.491.000,-.

Er wordt geen rente toegevoegd aan de voorziening.

6.6 Scenario’s

Het model, dat we hanteren voor de rioolheffingsberekening, biedt de mogelijkheden om verschillende scenario’s door te rekenen. De scenario’s zijn er op gericht om een doorkijk te geven in de tariefsontwikkeling in combinatie met de hoogte van de voorziening riolering. Het tarief in de scenario’s is altijd exclusief prijsindexatie. In de praktijk zal jaarlijks in de begrotingscyclus het tarief wel worden verhoogd met de reguliere prijsindexatie.

We gaan uit van een gemiddeld verbruik per persoon van afgerond 57 m3 water per inwoner. Gemiddeld genomen wonen er in elk huishouden 2,25 inwoners. Bij een tarief van € 1,78 per m3 water is de gemiddelde last € 227,-

Het basisscenario (scenario 1)

Dit scenario omvat de kosten zoals vermeld in dit vGRP en een startsaldo van de voorziening van € 3.491.000,-. Het tarief is gelijk aan het huidige tarief en dat bedraagt € 1,78 per m3. Wanneer we dit tarief ongewijzigd laten ontwikkelt de voorziening zich als volgt.

afbeelding binnen de regeling

Afbeelding 6.1. Stand voorziening volgens basisscenario

Uit de berekening blijkt dat de voorziening over 30 jaar is gegroeid naar 4,7 miljoen euro. Gedurende deze gehele periode komt de voorziening niet onder de 3,5 miljoen. Dit impliceert dat de heffing meer dan kostendekkend is. Dit is niet toegestaan. Scenario 1 valt daarmee af als optie.

Tariefsverlaging spreiden (scenario 2)

Op basis van scenario 1 wordt geconcludeerd dat de tarieven voor riolering omlaag gebracht dienen te worden. Met trial and error is bepaald dat de tariefsdaling ongeveer 10% moet zijn om over ongeveer 20-25 jaar de voorziening uitgeput te hebben.

In dit scenario wordt de komende 5 jaar het tarief jaarlijks met 2% verlaagd (exclusief prijsindexatie). De voorziening ontwikkelt zich dan als volgt.

afbeelding binnen de regeling

Afbeelding 6.2. Stand voorziening volgens senario 2

In dit scenario maakt de voorziening een gewenste ontwikkeling. In 2046 is de voorziening leeg. Tegen die tijd zal wel een extra tariefsverhoging nodig zijn om te voorkomen dat de voorziening negatief wordt. Ook is er binnen dit scenario ruimte om zonder grote gevolgen voor de middellange termijn extra kosten als gevolg van klimaatadaptatie op te vangen. De tariefsverhoging die nodig zou zijn om extra kosten op te vangen zou dan geleidelijk doorgevoerd kunnen worden.

Tariefsverlaging in 2019 (scenario 3)

In dit scenario wordt de tariefsverlaging van 10% (gemiddeld € 23,- per huishouden) niet uitgesmeerd over de komende 5 jaar maar gaat in per 2019. De jaren er na blijft het tarief dan gelijk, behoudens de eerder vermelde prijsindexatie. De voorziening ontwikkelt zich dan als volgt.

afbeelding binnen de regeling

Afbeelding 6.3. Stand voorziening volgens scenario 3

De voorziening vertoont de gewenste ontwikkeling. Doordat de tariefverlaging ineens wordt doorgevoerd is de voorziening iets eerder leeg dan in scenario 2 namelijk in 2043. Tegen die tijd zal een extra tariefsverhoging nodig zijn om te voorkomen dat de voorziening negatief wordt. Ook is er binnen dit scenario ruimte om zonder grote gevolgen voor de middellange termijn extra kosten als gevolg van klimaatadaptatie op te vangen. De tariefsverhoging die nodig zou zijn om extra kosten op te vangen zou dan geleidelijk doorgevoerd kunnen worden.

Tariefsverlaging in 2019 (scenario 4)

Er is ook een scenario bekeken waarbij een rigoureuze prijsverlaging in 2019 wordt doorgevoerd van 20% (€ 46,- per gemiddeld huishouden).

afbeelding binnen de regeling

Afbeelding 6.4. Stand voorziening volgens scenario 4

In dit scenario wordt de voorziening in ongeveer 10 jaar volledig leeg getrokken. Om te voorkomen dat de voorziening negatief wordt zal het over enkele jaren nodig zijn om extra tariefsverhogingen door te voeren. Wanneer gewacht wordt met tariefsverhogingen tot dat de voorziening leeg is zal dan de tariefsprong zeer hoog zijn (20% t.o.v. het dan geldende tarief). Dit scenario verdient mede daardoor niet de voorkeur. Omdat binnen een vrij kort tijdbestek (voor riolering) de voorziening leeg is uiten eventuele tegenvallers zich direct in tariefsverhoging. Mocht een tariefsverhoging niet mogelijk zijn dan moeten de kosten uit de algemene middelen bekostigd worden. In dit scenario is ook maar weinig ruimte om mogelijke extra kosten voor klimaatadaptatie op te vangen zonder direct de tarieven te verhogen.

Ondertekening