Regeling vervallen per 03-04-2012

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010

Geldend van 31-12-2010 t/m 02-04-2012

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010

Artikel 1

De raad van de gemeente Nuenen;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2010;gelet op het artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet en de artikelen 10.33 en 15.33 van de Wet milieubeheer;

B E S L U I T :

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2011 (Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2011)

Artikel 1. Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening wordt geheven:a. een afvalstoffenheffing;b. reinigingsrechten.

Artikel 2. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:1. container: de door de gemeente uitgezette ophaalbak met een bepaald volume;2. gft-afval: groente-, fruit- en tuinafval;3. restafval: huishoudelijke afval, niet zijnde gft-afval;4. grof huishoudelijk afval: huishoudelijke afvalstoffen die met enige regelmaat in een particulier huishouden vrijkomen, doch die te groot of te zwaar zijn om op dezelfde wijze als andere huishoudelijke afvalstoffen aan de periodieke inzameldienst te worden aangeboden;5. bedrijfsafval: afvalstoffen afkomstig van bedrijven en instellingen, die naar aard, omvang en samenstelling gelijk zijn te stellen aan huishoudelijke afvalstoffen, aan de periodieke inzameldienst in minicontainers worden aangeboden en tegelijkertijd met de inzameling van de huishoudelijke afvalstoffen kunnen worden meegenomen;6. Brabant Water N.V.: naamloze vennootschap Brabant Water, gevestigd te 's-Hertogenbosch;7. verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van de Brabant Water N.V. voor de levering van water betrekking heeft.

Afvalstoffenheffing

Artikel 3. Aard van de belasting en belastbaar feit

1. Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80).2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4. Belastingplicht

1. De afvalstoffenheffing wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:a. degene, die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van een perceel;b. ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan, degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief

De afvalstoffenheffing wordt geheven aan de hand van en naar de maatstaven en de tarieven van de in hoofdstuk 1 van de bijlage van deze verordening opgenomen tarieventabel.

Reinigingsrechten

Artikel 6. Belastbaar feit

Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 7. Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 8. Maatstaf van heffing en tarief

De reinigingsrechten worden geheven aan de hand van en naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Aanvullende bepalingen

Artikel 9. Belastingtijdvak

1. Het belastingtijdvak is in de gevallen waarin de heffing door middel van afrekeningen van Brabant Water N.V. plaatsvindt de verbruiksperiode zoals die voor de betrokken belastingplichtige voor het desbetreffende belastingobject geldt.2. In andere gevallen dan in het eerste lid bedoeld is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.Artikel 10. Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving.Deze kan worden gesteld op de afrekening van Brabant Water N.V. Als dagtekening van de kennisgeving geldt in dat geval de dagtekening van de afrekening. Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt aangemerkt de voorschotnota of de kennisgeving op andere wijze van betaling van voorschotbedragen.

In alle andere gevallen wordt de aanslag geheven bij wege van aanslag.

Artikel 11. Ontstaan van de belastingschuld voor de heffing ter zake van de niet met de periodieke inzameldienst ingezamelde afvalstoffen

De belasting bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 12. Termijnen van betaling

1. Ingeval het belastingtijdvak de verbruiksperiode is, moet het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag worden betaald gelijk met en op dezelfde wijze als die waarop het voorschotbedrag, onderscheidenlijk het definitieve bedrag van de afrekening van Brabant Water N.V. moet worden betaald.2. In andere gevallen dan bedoeld in het eerste lid moet, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag worden betaald op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van de kennisgeving is vermeld.3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het tweede lid gestelde termijn.

Artikel 13. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten.

Artikel 14. Overgangsbepaling

De 'Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010' van 10 december 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15 in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 15. Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 2. Indien het belastingtijdvak een verbruiksperiode is en deze niet gelijk is aan het kalenderjaar, vangt in afwijking in zoverre van artikel 9, eerste lid, het eerste belastingtijdvak waarvoor deze verordening geldt aan op 1 januari 2011 en eindigt dat belastingtijdvak op het moment dat de op 1 januari 2011 lopende verbruiksperiode eindigt.3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

Artikel 16. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2011'.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 december 2010.

DE RAAD VOORNOEMD,

De voorzitter,

 

 

De griffier,

 

Nieuwe Bijlage 1

Tarieventabel behorende bij de Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2011

 

Hoofdstuk 1. Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing voor het periodiek inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen

1.1 De belasting bedraagt per perceel per maand van het belastingjaar € 8,751.2 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1. bedraagt de belasting per lediging van een:container van 240 liter, bestemd voor gft-afval € 6,20container van 140 liter, bestemd voor gft-afval € 4,00container van 80 liter, bestemd voor gft-afval € 3,00container van 25 liter, bestemd voor gft-afval € 1,50container van 240 liter, bestemd voor restafval € 7,90container van 140 liter, bestemd voor restafval € 4,90container van 80 liter, bestemd voor restafval € 3,50container van 25 liter, bestemd voor restafval € 1,701.3 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1. bedraagt de belasting per keer gebruik:van een ondergrondse container voor restafval € 2,85

Hoofdstuk 2. Maatstaven en tarieven reinigingsrechten

2.1 Het recht bedraagt per belastingobject per maand van het belasting-tijdvak € 8,752.2 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.1 bedraagt het recht perlediging van een:container van 240 liter, bestemd voor gft-afval € 6,20container van 140 liter, bestemd voor gft-afval € 4,00container van 80 liter, bestemd voor gft-afval € 3,00container van 25 liter, bestemd voor gft-afval € 1,50container van 240 liter, bestemd voor restafval € 7,90container van 140 liter, bestemd voor restafval € 4,90container van 80 liter, bestemd voor restafval € 3,50container van 25 liter, bestemd voor restafval € 1,70container van 180 liter, bestemd voor oud papier en karton € 10,002.3 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.1 bedraagt het recht per keer gebruik:van een ondergrondse container voor restafval € 3,25

 

Hoofdstuk 3. Poorttarieven Milieustraat

Per 1-1-20101e t/m 4e aanbieding 5e t/m 8e aanbieding > 8 aanbiedingenper fiets(kar)/voetganger € 2,00 € 3,00 € 3,00

per auto / auto met aanhanger / bestelauto / busje voor snoeihout, blad/gras (tuinafval) € 5,00 € 10,00 € 10,00per auto / auto met aanhanger / bestelauto / busje voor grof huishoudelijk afval € 5,00 € 15,00 € 30,00per auto / auto met aanhanger / bestelauto / busje voor 0-1 m3 bouw- en sloopafval € 5,00 € 15,00 € 30,00per auto / auto met aanhanger / bestelauto / busje voor 1-2 m3 bouw- en sloopafval € 11,00 € 33,00 € 66,00

De retourstromen (kunststofflacons, luiers/incontinentiemateriaal, drankverpakkingen en blik), oud papier en karton, glas, textiel en schoeisel, KCA en afgewerkte olie (max. 5 liter), wit- en bruingoed, ferro/non-ferro, kadavers, asbest (max. 35 m2), kerstbomen en kringloopgoederen zijn gratis.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 december 2010.

DE RAAD VOORNOEMD,

 

De voorzitter,

 

 

De griffier,