Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening op de heffing en invordering van een baatbelasting voor het Industrieterrein Berkenbos

Geldend van 29-12-2006 t/m 31-12-2020 met terugwerkende kracht vanaf 29-03-1991

Intitulé

Onderwerp:BaatbelastingIndustrieterrein Berkenbos.

De Raad van de gemeente Nuenen ca.;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 maart 1991;

gelet op het bepaalde in artikel 273a van de gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende "Verordening op de heffing en invordering van een baatbelasting voor het Industrieterrein Berkenbos".

Artikel 1

Onder de naam "Baatbelasting Industrieterrein Berkenbos" wordt in de vorm van een jaarlijkse belasting een directe belasting geheven van de binnen het op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart in rode kleur omlijnde gebied gelegen onroerende goederen, die gebaat zijn door de door of met medewerking van de gemeente aangelegde rotonde aan de Europalaan ter hoogte van het Industrieterrein Berkenbos.

De desbetreffende onroerende goederen zijn gelegen in het bestemmingsplan "Duivendijk" en in het ten westen van de Opwettenseweg gelegen gedeelte van het bestemmingsplan "Berkenbos".

Artikel 2

Deze belasting wordt behoudens in geval van voldoening ineens overeenkomstig het bepaalde in artikel 8, jaarlijks geheven en wel gedurende dertig achtereenvolgende jaren, te rekenen van het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 3

Belastingplichtig is hij, die krachtens een zakelijk recht bij het begin van het belastingjaar het genot heeft van een in artikel 1 bedoeld onroerend goed.

Artikel 4

De grondslag waarnaar de in artikel 1 bedoelde belasting wordt geheven is het aantal m2 dat gelegen is binnen het in artikel 1 aangegeven gebied.

Artikel 5

  • 1.

    De belasting bedraagt ƒ 0,36 per m2 per jaar.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, bedraagt de belasting voor de onroerende goederen welke reeds een rechtstreekse ontsluiting op de Europalaan hebben, ƒ 0,18 per m2 per jaar.

Artikel 6

De aanslag wordt verminderd met het reeds op privaatrechtelijke wijze betaalde bedrag.

Artikel 7

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8

  • 1.

    Op verzoek van de belastingplichtige wordt de belasting ineens geheven naar een bedrag, gelijk aan de contante waarde van de belastingbedragen die geheven zouden zijn -beoordeeld naar de omstandigheden bij het begin van het belastingjaar waarin het verzoek wordt ingediend- voor elk van de nog niet aangevangen belastingjaren.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde contante waarde wordt berekend naar een rentevoet van 9,5%.

  • 3.

    Een verzoek als bedoeld in het eerste lid wordt voor 1 mei van het belastingjaar bij burgemeester en wethouders ingediend.

Artikel 9

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 10

De belastingaanslagen zijn invorderbaar in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand, volgende op die waarin het aanslagbiljet is gedagtekend. De volgende termijn vervalt een maand later.

Artikel 11

Burgemeester en wethouders kunnen een of meer gemeenteambtenaren aanwijzen die in hun plaats treden met betrekking tot de uitvoering van enig wettelijke bepaling betreffende de heffing van de in artikel 1 bedoelde belasting.

Artikel 12

De verplichtingen als bedoeld in de artikelen 47, 50 en 51 van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen en in de artikelen 58 en 61 van de Invorderingswet 1990, gelden mede jegens de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren van de gemeentelijke belastingen.

Artikel 13

  • 1.

    De belasting wordt geheven met ingang van 1 januari 1992.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Baatbelasting Industrieterrein Berkenbos".

Aldus vastgesteld in zijn openbarevergadering van 28 maart 1991

DE RAAD VOORNOEMD,

 

secretaris,

voorzitter.