Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Nunspeet 2015

Geldend van 01-08-2015 t/m heden

Intitulé

Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Nunspeet 2015

De raad van de gemeente Nunspeet;

gelezen het voorstel van het college van      , nummer      ;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 140 en 141 van de Wet op het primair onderwijs (WPO), artikel 134 en 135 van de Wet op de expertisecentra (WEC) en artikel 96g en 96 h van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) en hoofdstuk 4 van de Algemene wet bestuursrecht (AWB);

gezien:

- het gevoerde overleg met de vertegenwoordigers van de schoolbesturen;

-het advies van de commissie Maatschappij en Middelen;

overwegende dat het noodzakelijk is het toekennen van voorzieningen in het kader van aanvullend gemeentelijk beleid voor het onderwijs bij verordening te regelen;

besluit vast te stellen de:

Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Nunspeet 2015.

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN.

Artikel 1 – Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet;

  • b.

    schoolbestuur: bevoegd gezag van een volgens de WPO, de WEC en de WVO bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bijzondere school, of, voor zover in deze verordening is bepaald, van een nevenvestiging waarvan de hoofdvestiging lis gelegen in een andere gemeente;

  • c.

    school: school voor basisonderwijs, voortgezet onderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs, of school/instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs:

    • -

      school voor basisonderwijs: een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs zoals bedoeld in artikel 1 van de WPO;

    • -

      school voor (voortgezet) speciaal onderwijs: een school voor speciaal onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs zoals bedoeld in artikel 1 van de WEC, een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs zoals bedoeld in artikel 8 van de WEC en een school voor voortgezet speciaal onderwijs zoals bedoeld in artikel 1 van de WEC;

    • -

      school voor voortgezet onderwijs: school of scholengemeenschap voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, voor hoger en middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, voor voorbereidend beroepsonderwijs en voor praktijkonderwijs.

      • d.

        voorziening: een voorziening zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening;

      • e.

        aanvullende voorziening: een door het college vastgestelde nieuwe voorziening waarmee de verordening tijdelijk wordt aangevuld

      • f.

        datum indienen/indieningsdatum: uiterste moment zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening waarvoor een aanvraag voor een voorziening voor het eerste daaropvolgende tijdvak moet zijn ingediend;

      • g.

        toekenningscriteria: de omstandigheden zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening of een aanvullende voorziening;

      • h.

        tijdvak: periode zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een voorziening wordt toegekend;

      • i.

        subsidieplafond: een bedrag zoals bedoeld in artikel 4:22 van de wet, dat beschikbaar is voor een voorziening of een aanvullende voorziening;

      • j.

        feitelijke beschikbaarstelling: de beschikking van het college waarbij een voorziening of aanvullende voorziening in natura beschikbaar wordt gesteld;

      • k.

        subsidieverlening: de beschikking van het college waarbij een voorwaardelijke financiële aanspraak ontstaat op het subsidiebedrag voor een voorziening of aanvullende voorziening;

      • l.

        subsidievaststelling: de beschikking zoals bedoeld in artikel 4:42 van de wet;

      • m.

        wet: de Algemene wet bestuursrecht

Artikel 2 – Subsidieplafonds en verdelingsregels

  • 1. De raad kan voor een voorziening een subsidieplafond vaststellen. Hierbij bepaalt de raad hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 2. De raad kan voor een voorziening het gestelde in het eerste lid overdragen aan het college. Het college neemt daarbij de productbegroting in acht.

  • 3. Het college maakt het subsidieplafond en de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag, uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum aan de schoolbesturen bekend.

Artikel 3 – Aanvullende voorziening

  • 1. Het college kan bepalen dat de verordening tijdelijk wordt aangevuld met een voorziening.

  • 2. Het college stelt de toekenningcriteria vast waaronder aanspraak bestaat op de aanvullende voorziening.

Artikel 4 – Jaarlijks overzicht

Jaarlijks voor 1 juli zendt het college aan de schoolbesturen een overzicht van de op basis van deze verordening toegekende voorzieningen. Het overzicht omvat de periode van 1 juni van het voorafgaande jaar tot en met 31 mei van het jaar van toezending.

HOOFDSTUK 2 PROCEDURES

Paragraaf 2.1. – Aanvraag voorzieningen en weigeringsgronden

Artikel 5 – Toevoegen, wijzigen en intrekken

Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van een voorziening, wordt uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum bekendgemaakt door het college.

Artikel 6 – Indienen aanvraag

  • 1. Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste daaropvolgende tijdvak wenst, dient voor de indieningsdatum een aanvraag in bij het college. De indieningsdatum is niet van toepassing als voor de voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet is voorgeschreven. Als de aanvraag niet voor de indieningsdatum is ingediend, besluit het college om de aanvraag niet te behandelen.

  • 2. Op de aanvraag moet worden vermeld:

    • a.

      de naam en het adres van het schoolbestuur;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      de gewenste voorziening;

    • d.

      de naam van de school en de onderwijssoort als de voorziening bestemd is voor een school;

    • e.

      een motivering van het verzoek waarbij duidelijk wordt dat de aanvraag voldoet aan de toekenningcriteria.

  • 3. Bij het ontbreken vaneen of meer gegevens deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, beslist het college de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 7 – Beslissingstermijn

  • 1. Het college beslist binnen twaalf weken na de indieningsdatum op een aanvraag. Als voor deze voorziening geen indieningsdatum is voorgeschreven, beslist het college binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Het college kan de termijn van twaalf weken met vier weken verlengen. Bij het verlengen van de termijn wordt dit uiterlijk twee weken voor het einde van de termijn van twaalf weken door het college aan de aanvrager schriftelijk meegedeeld.

  • 3. Het college stelt binnen twee na de datum van de beschikking op de aanvraag het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis

Artikel 8 – Weigeringsgronden

Het college weigert de voorziening als:

  • a.

    de gewenste voorziening geen voorziening is in de zin van deze verordening;

  • b.

    niet is voldaan aan een van de toekenningcriteria;

  • c.

    door het verstrekken van de subsidie het subsidieplafond wordt overschreden.

Paragraaf 2.2 – Aanvraag aanvullende voorzieningen; weigeringsgronden

Artikel 9 – Indiening aanvraag

  • 1. Het schoolbestuur dat een aanvullende voorziening wenst, dient een aanvraag in bij het college.

  • 2. Op de aanvraag is artikel 6, tweede en derde lid van toepassing.

Artikel 10 – Weigeringsgronden

Het college weigert de aanvullende voorziening in ieder geval als:

  • a.

    de gevraagde voorziening geen aanvullende voorziening is, zoals bedoeld in artikel 3;

  • b.

    niet is voldaan aan een van de toekenningcriteria.

Paragraaf 2.3 – Toekennen, intrekken of wijzigen, verbod vervreemden

Artikel 11 – Inhoud beschikking tot toekenning; betaling

  • 1. De beschikking van het college tot het toekennen van een voorziening of een aanvullende voorziening kan inhouden:

    • a.

      het feitelijk beschikbaar stellen van de voorziening; of

    • b.

      het beschikbaar stellen van een subsidiebedrag; of

    • c.

      het vaststellen van het subsidiebedrag.

  • 2. De beschikking bevat:

  • a. het tijdvak en het doel waarvoor de voorziening is toegekend;

  • b. de wijze waarop het schoolbestuur de voorziening moet uitvoeren.

  • 3. De beschikking tot het beschikbaar stellen van het subsidiebedrag bevat verder het bedrag dat maximaal als subsidie wordt vastgesteld.

  • 4. De beschikking tot het vaststellen van het subsidiebedrag bevat verder:

  • a. het bedrag van de subsidie;

  • b. de wijze waarop het subsidiebedrag wordt uitbetaald; en

  • c. voor zover van belang de wijze waarop het schoolbestuur rekening en verantwoording moet afleggen aan het college;

  • d. de bepaling dat de wet van toepassing is en voor zover van belang welke afzonderlijke bepalingen of afwijkingen hierop van kracht zijn.

  • 5. De betaling van het subsidiebedrag vindt plaats binnen zes weken na dagtekening van de subsidiebeschikking.

Artikel 12 – Uitvoering beschikking tot het verlenen van subsidie

  • 1. Na een beschikking tot subsidie verlening dient het schoolbestuur uiterlijk acht weken na afloop van het tijdvak waarvoor de voorziening is toegekend een aanvraag tot subsidievaststelling in. Het college stelt de subsidie ambtshalve vast indien de aanvraag achterwege blijft.

  • 2. Bij de aanvraag toont het schoolbestuur aan dat de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen, zoals genoemd in artikel 11, zijn voldaan.

  • 3. Als het schoolbestuur niet of onvoldoende kan aantonen dat aan de verplichtingen is voldaan, deelt het college die schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Het schoolbestuur ontvangt gelegenheid om binnen drie weken na ontvangst van de mededeling van het college de door de gemeente gevraagde aanvullende informatie schriftelijk te verschaffen.

  • 4. Het college beslist binnen acht weken nadat het verzoek, zoals bedoeld in lid 1, is ontvangen of binnen acht weken nadat de in lid 3 bedoelde aanvullende informatie is ontvangen of de gestelde termijn is verstreken.

  • 5. Het college stelt de subsidie ambtshalve vast als:

  • 1. het onder lid 1 bedoelde verzoek achterwege blijft; en

  • 2. als het schoolbestuur de onder lid 3 bedoelde informatie niet binnen de gestelde termijn verstrekt.

Artikel 13 – Intrekken of wijzigen beschikking; terugvordering

Voor het beleid tot intrekking, wijziging, stopzetting of verlaging van de afgegeven subsidiebeschikking of terugvordering van gegeven subsidie is titel 4.2 van de wet van toepassing.

  • 1.

    Zolang de subsidie niet is vastgesteld, kan het college een beschikking tot subsidieverlening intrekken of ten nadele van het schoolbestuur wijzigen, als:

    • a.

      het bepaalde in artikel 11, eerste lid, onder b en c van toepassing is;

    • b.

      de voorziening niet of niet geheel heeft plaatsgevonden of zal plaatsvinden;

    • c.

      het schoolbestuur onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking zou hebben geleid.

  • 2.

    De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip van toekenning van de voorziening tenzij bij intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 14 – Verbod tot vervreemden

Het vervreemden door het schoolbestuur van een op basis van deze verordening toegekende voorziening is niet toegestaan zonder toestemming van het college tenzij er sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.

HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 15 – Informatieverstrekking

Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het college nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 16 – Beslissing van burgemeester en wethouders in gevallen waarin deze verordening niet voorziet

In gevallen die betrekking hebben op het uitvoeren van de verordening en waarin de verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 17 – Citeertitel, ingangsdatum

  • 1.

    De verordening kan worden aangehaald als Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Nunspeet 2015.

  • 2.

    De verordening treedt in werking met ingang van 1 augustus 2015.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van   30 april 2015,
De griffier, de voorzitter,

A. VOORZIENING SCHOOLZWEMMEN

1.Aanduiding van de voorziening

Deelname aan het schoolzwemmen.

2.Datum indienen aanvraag

Het indienen van een aanvraag is niet van toepassing.

3.Periode waarvoor de voorziening wordt toegekend

De voorziening wordt per schooljaar vastgesteld.

  • 4.

    Criteria voor het vaststellen van een voorziening

  • 1.

    De voorziening wordt toegekend aan:

    • a.

      de scholen voor basisonderwijs voor de leerlingen van groep 5 of 6 (met de toevoeging dat afwijkingen hiervan in overleg bespreekbaar zijn);

    • b.

      de school voor speciaal basisonderwijs;

    • c.

      de school voor speciaal onderwijs en;

    • d.

      de school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs.

  • 2.

    Leerlingen in groep 5 of 6 (afwijkingen hiervan zijn in overleg bespreekbaar) ontvangen schoolzwemmen gedurende één schooljaar en bij combinatiegroepen wordt de voorziening één keer per twee schooljaren toegekend.

  • 5.

    Wijze waarop de voorziening wordt toegekend

De voorziening wordt door de gemeente berekend en vastgesteld, uitgaande van een zwemles van 45 minuten.

6.Subsidieplafond

De kosten zijn opgenomen op beheersproduct 04.201. Er geldt geen subsidieplafond.

7.Verantwoording

Verantwoording is niet van toepassing.

B. VOORZIENING VERVOER SCHOOLZWEMMEN

1.Aanduiding van de voorziening

Vervoer van leerlingen naar de accommodatie voor zwemonderwijs.

2.Datum indienen aanvraag

Het indienen van een aanvraag is niet van toepassing.

3.Periode waarvoor de voorziening wordt toegekend

De voorziening wordt per schooljaar toegekend.

4.Criteria voor het vaststellen van een voorziening.

De voorziening wordt als volgt toegekend:

  • 1.

    voor basisscholen als de afstand tussen de basisschool en de accommodatie meer bedraagt dan 500 meter langs de voor de leerling veilig begaanbare weg en

  • 2.

    voor de school voor speciaal basisonderwijs, de school voor speciaal onderwijs en de school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs ongeacht de afstand tussen de school en de accommodatie.

  • 5.

    Wijze waarop de voorziening wordt toegekend

De voorziening wordt door de gemeente berekend en vastgesteld.

6.Subsidieplafond

De kosten zijn opgenomen op beheersproduct 04.201. Er geldt geen subsidieplafond.

7.Verantwoording

Verantwoording is niet van toepassing.

C. VOORZIENING VERVOER BEWEGINGSONDERWIJS

1.Aanduiding van de voorziening

Vervoer naar een accommodatie voor bewegingsonderwijs.

2.Datum indienen aanvraag

Het indienen van een aanvraag is niet van toepassing.

3.Periode waarvoor de voorziening wordt toegekend

De voorziening wordt voor één schooljaar toegekend.

4.Criteria voor het vaststellen van een voorziening

Criteria voor het vaststellen van een voorziening:

  • 1.

    voor een school voor basisonderwijs voor de groepen 3 en 4 als de afstand tussen de school en de accommodatie bewegingsonderwijs meer bedraagt dan 500 meter langs de voor de leerling veilig begaanbare weg; en

  • 2.

    de school voor speciaal basisonderwijs, de school voor speciaal onderwijs, de school voor voortgezet speciaal onderwijs, de school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als het aantal klokuren gebruik niet in het eigen lokaal voor bewegingsonderwijs kan worden ingeroosterd en gebruik moet worden gemaakt van een lokaal voor bewegingsonderwijs waarvan de afstand met de school meer bedraagt van 500 meter langs de voor de leerling veilig begaanbare weg.

  • 5.

    Wijze waarop de voorziening wordt toegekend

De voorziening wordt door de gemeente berekend en vastgesteld.

6.Subsidieplafond

De kosten zijn opgenomen op beheersproduct 04.301. De definitieve kosten zijn afhankelijk van het totaal aantal lesuren, zodoende geldt geen subsidieplafond.

7.Verantwoording

Verantwoording is niet van toepassing.

D. Voorziening haalbaarheidsonderzoek

1.Aanduiding van de voorziening

Onderzoek naar de mogelijkheden om te komen tot het realiseren van een van de volgende voorzieningen huisvesting onderwijs:

  • a.

    nieuwbouw en

  • b.

    vervangende nieuwbouw.

  • 2.

    Datum indienen aanvraag

  • 1.

    De aanvraag voor de bekostiging van deze voorziening moet jaarlijks worden ingediend voor 1 februari van het jaar waarin het programma voorzieningen huisvesting onderwijs voor het daaropvolgende jaar wordt vastgesteld.

  • 2.

    Aanvragen die na de in het eerste lid genoemde datum worden ingediend, worden door het college niet in behandeling genomen.

  • 3.

    Periode waarvoor de voorziening wordt toegekend

De voorziening wordt toegekend voor het kalenderjaar waarop het vastgestelde programma voorzieningen huisvesting onderwijs van toepassing is.

4.Criteria voor het vaststellen van een voorziening

Aanspraak op deze voorziening ontstaat op het moment dat het voornemen bestaat te komen tot het realiseren van een uitbreidingsgebied of een herstructurering van een wijk/buurt, waarbij onderzoek moet uitwijzen of een van de onder 1 genoemde voorzieningen moet worden gerealiseerd. Het onderzoek moet uitwijzen:

  • a.

    dat een voorziening noodzakelijk is;

  • b.

    de omvang van deze voorziening, mogelijk in relatie met het realiseren van een multifunctionele accommodatie, en

  • c.

    de locatie van de voorziening in relatie met herschikking van de schoolgebouwen respectievelijk met herstructurering van een wijk/buurt.

  • 5.

    Wijze waarop de voorziening wordt toegekend

  • 1.

    De omvang van de voorziening wordt door het college berekend in relatie met het ontwikkelen van:

  • a.

    een meerjarenperspectief voor de omvang en spreiding van de voorzieningen huisvesting onderwijs, en

  • b.

    een projectplan in relatie met de herstructurering van een wijk/buurt.

  • 2.

    De voorziening wordt beschikbaar gesteld aan of het schoolbestuur tenzij het college besluit de opdracht te verstrekken voor het haalbaarheidsonderzoek.

  • 6.

    Subsidieplafond

De kosten maken onderdeel uit van de totale kosten van de planontwikkeling en worden per afzonderlijk krediet beschikbaar gesteld. Er geldt geen bekostigingsplafond.

7.Verantwoording

Na het afronden van de werkzaamheden wordt door het bevoegd gezag of het college inzicht gegeven in de gemaakte kosten. Daarbij wordt vermeld of tot de kosten ook behoren de kosten van het maken van een (schets) ontwerp voor de te realiseren accommodatie. Wordt besloten het project te realiseren conform het projectplan opgenomen (schets)ontwerp, dan worden de kosten van het maken van het (schets)ontwerp in mindering gebracht op het investeringsbedrag dat voor het realiseren van deze voorziening is opgenomen op het programma voorziening huisvesting onderwijs.

E. Voorzieningen lokaal bewegingsonderwijs (artikel 136 Wpo en artikel 130 WEC)

1.Criteria schoolbestuur dat in aanmerking komt voor een voorziening

Het bevoegd gezag van een school of nevenvestiging voor:

  • a.

    basisonderwijs of speciaal basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, en

  • b.

    speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra,

dat juridisch eigenaar is van een school voor basisonderwijs, school voor speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs die zich bevindt op het grondgebied van de gemeente en juridisch eigenaar is van lokaalbewegingsonderwijs dat zich bevindt op het grondgebied van de gemeente.

2.Aanduiding van de voorziening

Onderscheid wordt gemaakt in de voorziening:

  • a.Aanpassing, bestaande uit:

  • 1)

    Het maken van voldoende wasgelegenheid waar deze bij het lokaal bewegingsonderwijs ontbreekt en dit belemmerend werkt op het effectief gebruik, dan wel de mogelijkheden tot medegebruik, van het lokaal bewegingsonderwijs

  • 2)

    Wijzigingen bij ingebruikneming van een gebouw als het gebouw anders niet geschikt is voor het primair onderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal of voortzet speciaal onderwijs, omdat:

  • A.

    De netto vloeroppervlakte van een lokaal bewegingsonderwijs niet minstens 252 vierkante meter nette is en hoogte niet minstens 5 meter bedraagt, en

  • B.

    Het lokaal bewegingsonderwijs niet voorzien is van minstens twee kleedruimten met een was- of douchegelegenheid;

  • 3)

    Voorzieningen voor eisen voorkomende uit wet- en regelgeving;

    b.onderhoud, bestaande uit:

  • 1)

    vervangen dakbedekking, hemelwaterafvoer, dakrand, daklichten;

  • 2)

    vervangen brandtrap

  • 3)

    vervangen erfafscheiding

  • 4)

    vervangen of herstellen riolering

  • 5)

    vervangen binnenkozijnen en –deuren, inclusief hang- en sluitwerk

  • 6)

    vervangen buitenkozijnen en- deuren, inclusief vervangen hang- en sluitwerk

  • 7)

    vervangen radiatoren, convectoren of leidingen voor centrale verwarming

  • 8)

    vervangen dakbedekking, inclusief houtwerk, dakrand en goten

  • 9)

    vervangen boeiboorden.

  • 3.

    Criteria voor het toekennen van een voorziening

    • 1.De noodzaak van de voorziening

    • a.

      maken van voldoende wasgelegenheid is aanwezig als bij het lokaal bewegingsonderwijs geen twee wasgelegenheden zijn en de school geen mogelijkheden heeft gebruik te maken van een andere voorziening die wel aan de eisen voldoet;

    • b.

      maken van voldoende kleedgelegenheid is aanwezig als blijkt dat er geen twee kleedruimten zijn en de school geen mogelijkheden heeft gebruik te maken van een andere voorziening die wel aan de eisen voldoet;

    • c.

      ingebruikneming blijkt uit het feit dat het desbetreffende gebouw niet voldoet aan de inrichtingseisen voor lokalen bewegingsonderwijs voor het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs en speciaal voortgezet onderwijs en het geschikt maken van het gebouw met redelijke kosten, zulks ter beoordeling van het college, te verwezenlijken is;

    • d.

      eisen die voorkomend uit wet- en regelgeving blijkt als wordt vastgesteld dat het gebouw niet voldoet aan de geldende wet- en regelgeving, terwijl onontkoombaar is dat dit verschil op korte termijn moet worden opgeheven;

    • e.

      onderhoud blijkt uit het feit dat het gevraagde gebouwelement of een gedeelte daarvan:

      • 1)

        ten minste in een matig conditie verkeert volgens de bouwkundige opname op grond van NEN 2767, en

      • 2)

        regulier onderdoor door het bevoegd gezag niet langer volstaat.

        2.Bovenstaande voorzieningen komen voor bekostiging in aanmerking als op basis van een prognose, die voldoet aan de in bijlage II van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Nunspeet 2015 gestelde vereisten, het gebouw nog ten minste vier jaar voor het bewegingsonderwijs noodzakelijk is, tenzij er een andere, goedkopere voorziening mogelijk is. Dit ter beoordeling van het college.

,

4.Datum indienen aanvraag

De aanvraag voor de bekostiging van de voorziening moet uiterlijk 1 februari voorafgaand aan het jaar van bekostiging bij het college worden ingediend. Bij de aanvraag moet worden overgelegd:

    • a.

      een leerlingenprognose

    • b.

      een rapportage waaruit de noodzaak blijkt van de voorzieningen, of

    • c.

      een bouwkundige rapportage die voldoet aan NEN 2767 en aantoont dat het gevraagd onderhoud noodzakelijk is, en

    • d.

      een offerte van de kosten.

  • 5.

    Tijdvak waarvoor de voorziening wordt toegekend

De voorziening wordt toegekend voor het jaar volgend op het jaar waarop de aanvraag is ingediend. Is het niet mogelijk om de voorziening in het toegekend jaar te realiseren dan moet het bevoegd gezag voor 1 september van het toegekende jaar van uitvoering bij het college een gemotiveerd verzoek indienen om uitstel van de uitvoering van de voorziening. Het college beslist voor 1 november daaropvolgend.

  • 6.

    Wijze waarop de voorziening wordt toegekend

    • a.

      De voorziening wordt voorlopig toegekend op basis van de door het bevoegd gezag bij de ingediende aanvraag overgelegde offerte;

    • b.

      Het definitieve bedrag wordt vastgesteld op basis van de offertes die zijn aangevraagd nadat de voorziening is toegekend.

    • c.

      Bij het opvragen van de definitieve offertes is het bevoegd gezag gehouden aan de gemeentelijke richtlijnen voor het opvragen van offertes.

  • 7.

    Subsidieplafond

Voor deze voorziening wordt geen subsidieplafond gehanteerd.

F. Onderwijshuisvesting in monumentale panden

1.Criteria schoolbestuur dat in aanmerking komt voor een voorziening

Een schoolbestuur komt in aanmerking voor deze voorziening indien het gebouw is ingeschreven in het monumentenregister in de zin van artikel 6 van de Monumentenwet of beschikt over een aanwijzing als beschermd stads- en dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35 van de Monumentenwet of aangewezen is als gemeentelijk monument.

Uit de onderhoudsplanning van het gebouw blijkt dat andere en duurdere activiteiten noodzakelijk zijn om het gebouw in stand te houden dan waarmee in de genormeerde rijksvergoeding voor het onderhoud rekening wordt gehouden. Uitsluitende meerkosten van deze voorzieningen ten opzichte van de genormeerde rijksvergoeding zijn subsidiabel. De kosten voor het opstellen van een bouwkundige rapportage zijn niet subsidiabel.

2.Datum indienen aanvraag

De aanvraag voor de bekostiging van de voorziening moet uiterlijk 1 februari voorafgaand aan het jaar van bekostiging bij het college worden ingediend. Bij de aanvraag moet worden overgelegd:

  • a.

    een leerlingenprognose

  • b.

    een rapportage waaruit de noodzaak blijkt van de voorzieningen, of

  • c.

    een bouwkundige rapportage die voldoet aan NEN 2767 en aantoont dat het gevraagd onderhoud noodzakelijk is, en

  • d.

    een offerte van de kosten;

  • e.

    het bedrag voor de voorziening in de lumpsum bekostiging groot onderhoud gerelateerd aan de afschrijvingstermijn van de voorziening waarvoor bekostiging wordt gevraagd.

    3.Tijdvak waarvoor de voorziening wordt toegekend

De voorziening wordt toegekend voor het jaar volgend op het jaar waarop de aanvraag is ingediend. Is het niet mogelijk om de voorziening in het toegekend jaar te realiseren dan moet het bevoegd gezag voor 1 september van het toegekende jaar van uitvoering bij het college een gemotiveerd verzoek indienen om uitstel van de uitvoering van de voorziening. Het college beslist voor 1 november daaropvolgend.

4. Wijze waarop de voorziening wordt toegekend

  • a.

    De voorziening wordt voorlopig toegekend op basis van de door het bevoegd gezag bij de ingediende aanvraag overgelegde offerte;

  • b.

    Het definitieve bedrag wordt vastgesteld op basis van de offertes die zijn aangevraagd nadat de voorziening is toegekend.

  • c.

    Bij het opvragen van de definitieve offertes is het bevoegd gezag gehouden aan de gemeentelijke richtlijnen voor het opvragen van offertes.

  • 5.

    Subsidieplafond

Voor deze voorziening wordt geen subsidieplafond gehanteerd.