Regeling vervallen per 01-03-2011

Verordening op het benoemen van openbare ruimte en het nummeren van bouwwer­ken, gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen

Geldend van 01-03-2011 t/m 28-02-2011

Intitulé

Verordening op het benoemen van openbare ruimte en het nummeren van bouwwer­ken, gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen

De Raad van de gemeente Nuth,

gezien het advies van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten van 18 november 1994, Lbr. 94/287;

gelezen het voorstel van Burgemeester en wethouders van 7 april 1995, nr. VR/BGR/856a;

gelezen het advies van de Commissie Algemeen Bestuurlijke Zaken van 6 april 1995;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende:

Verordening op het benoemen van openbare ruimte en het nummeren van bouwwer­ken, gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    openbare ruimte: alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, pleinen, plaatsen, plantsoenen en alle wateren die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevatbaar of anderszins toegankelijk zijn, alsmede daarin begrepen alle bouw- en kunstwerken die daar onderdeel van uitmaken;

  • b.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond en bedoeld om ter plaatse te functioneren;

  • c.

    gebouw: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

  • d.

    complex: een afgebakend samengesteld geheel van onroerende zaken (industriecomplex, ziekenhuiscomplex, complex van vakantiehuisjes enzovoort);

  • e.

    afgebakend terrein: een terrein, waarop zich geen bouwwerken bevinden en dat afzonderlijk wordt gebruikt;

  • f.

    niet vastgesteld.

  • g.

    standplaats: een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, van andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten;

  • h.

    burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders;

  • i.

    nummer: een nummer bestaande uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter of een cijfercombinatie;

  • j.

    object: een bouwwerk, gebouw, complex, afgebakend terrein of standplaats;

  • k.

    rechthebbende: ieder, die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht zodanig beschik­king heeft over een onroerende zaak, dat hij naar burgerlijk recht bevoegd is met betrekking tot die zaak te handelen als in de verordening is voorgeschreven, zomede de beheerder;

  • l.

    uitvoeringsvoorschriften: nadere bepalingen van technische en administratieve aard.

Hoofdstuk 2. Het benoemen van openbare ruimte en het nummeren van bouwwerken, gebouwen complexen, afgebakende terreinen en van standplaatsen

Artikel 2

  • 1. Burgemeester en wethouders verdelen de gemeente, al dan niet op basis van bouwblokken, in wijken en buurten en duiden deze aan met nummers, zo nodig aangevuld met letters of namen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de openbare ruimte en gemeentelijke bouwwerken benoemen met inachtneming van de volgende bepalingen:

    • a.

      hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij historische en kadastrale benamingen indien dit redactioneel en taalkundig verantwoord is en

    • b.

      slechts namen van reeds overleden personen komen hierbij in aanmerking.

  • 3. De besluiten op grond van het tweede lid worden ter kennis gebracht van de gemeenteraad.

Artikel 3

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen aan een object of aan een te onderscheiden deel daarvan een nummer toekennen.

  • 2. Aan een object dat een nummer heeft gekregen moet het nummer op een doeltreffende wijze zijn aangebracht.

Artikel 4

  • 1. De door burgemeester en wethouders aan delen van de openbare ruimte en aan gemeentelijke bouwwerken toegekende namen worden zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse aangebracht.

  • 2. Het is een ieder, die daartoe niet bevoegd is, verboden aan delen van de openbare ruimte, aan de daaraan liggende gemeentelijke bouwwerken en aan standplaatsen namen of nummers toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen.

  • 3. Het is een ieder, die daartoe niet bevoegd is, verboden aan zijn onroerende zaak nummers toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen

Hoofdstuk 3. Plaatsen van naam- en nummerborden

Artikel 5

  • 1. Indien burgemeester en wethouders het nodig oordelen dat borden met een wijk-of buurtaan­duiding, borden met straatnamen, huisnummer-verzamelborden en verwijsaanduidingen aan een bouwwerk, een gebouw, een muur, paal, schutting of andere soort terreinafscheiding worden aangebracht of de rechthebbende verplicht toe te laten dat de hier bedoelde borden vanwege of op verzoek en overeenkomstig de aanwijzingen van burgemeester en wethouders worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.

  • 2. De rechthebbende dient er zorg voor te dragen dat naamborden vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar blijven.

Artikel 6

  • 1. Tenzij door burgemeester en wethouders anders is besloten, is de rechthebbende van een object verplicht het nummer, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, aan te brengen op een wijze zoals in artikel 7, eerste lid, is bepaald.

  • 2. De rechthebbende is verplicht het in het eerste lid genoemde nummer binnen vier weken na kennisgeving van het besluit van burgemeester en wethouders aan te brengen.

  • 3. Indien een object nog niet is voltooid, wordt het nummer binnen vier weken na de voltooiing aangebracht.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen de in het tweede en derde lid genoemde termijn verlengen.

Hoofdstuk 4 Uitvoeringsvoorschriften

Artikel 7

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen nadere technische uitvoeringsvoorschriften vast voor de wijze van nummeren en voor het aanbrengen van nummerborden.

  • 2. Burgemeester en wethouders stellen met oog op het interbestuurlijk en maatschappelijk belang van een systematische registratie van door hen uitgegeven namen en nummers, nadere registratieve voorschriften.

Hoofdstuk 5 Straf-, en overgangs- en slotbepalingen

Artikel 8 Strafbepaling

  • 1. Overtreding van artikel 4, tweede en derde lid, of het niet voldoen aan de bepalingen in de artikel 5 en 6, eerste en tweede lid, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2. De opsporing van de in het eerste lid strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 mei 1995.

Artikel 10 Vervallen oude regels

Met de inwerkingtreding van deze verordening vervallen:

  • a.

    Afdeling 6 straatnaamborden, huisnummers e.d. (artikelen 5.6.1. en 5.6.2.) van Hoofdstuk 5 van de Algemene Plaatselijke verordening Nuth 1989;

  • b.

    onderdeel II.8 van het Delegatiebesluit 1992, vastgesteld door de raad op 12 mei 1992, nr. VR/BGR/4812a (delegatie van de raad m.b.t. straatnaamgeving en huisnummering);

  • c.

    alle eerdere andere gemeentelijke regels en voorschriften voor het benoemen van delen van de openbare ruimte en het nummeren van de daaraan liggende objecten.

Artikel 11 Overgangsbepaling

  • 1. Namen en nummers, die op grond van de in artikel 10 genoemde regels en voorschriften aan objecten zijn toegekend, blijven na het inwerking treden van deze verordening bestaan.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het eerste lid besluiten dat de op grond van de in het eerste lid genoemde regels en voorschriften aangebrachte namen en nummers binnen een door hen te bepalen termijn moeten worden vervangen door namen en nummers die voldoen aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.

  • 3. Bij het wijzigen van een naam of nummer, bedoelde in het eerste en tweede lid, zullen zowel de oude en de nieuwe naam als het oude en het nieuwe nummer gedurende een jaar mogen worden gebracht op de wijze bepaald in de uitvoeringsvoorschriften bedoeld in artikel 7, eerste lid.,

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening straatnaamgeving en huisnummering Nuth 1995.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Nuth in de openbare vergadering van 18 april 1995.
de secretaris, de voorzitter

Technische uitvoeringsvoorschriften voor het doeltreffend aanbrengen van borden, het te gebruiken materiaal en de methodiek wijze van nummeren.

​Burgemeester en Wethouders van Nuth;

Gelet op artikel 7, eerste lid van de Verordening Straatnaamgeving en Huisnummering Nuth 1995, hierna te noemen de Verordening;

besluiten vast te stellen:

Technische uitvoeringsvoorschriften voor het doeltreffend aanbrengen van borden, het te gebruiken materiaal en de methodiek wijze van nummeren.

1. Aanbrengen van huisnummerbordjes.

Een bouwwerk, gebouw, complex, afgebakend terrein of standplaats moet, ingevolge artikel 3, derde lid, van de Verordening het door burgemeester en wethouders toegekende nummer dragen. Voor zover burgemeester en wethouders niet anders hebben bepaald, wordt geacht aan de eis van doeltreffendheid te zijn voldaan indien: -de aanduiding voldoet aan NEN 1773; -het bordje voldoet aan NEN 1774; -het bord is geplaatst conform NEN 1771 en de aanvullende eisen van het Postbesluit;

2. Afmetingen, aanduidingen, plaatsing en uitvoering van borden.

In aansluiting op artikel 4, eerste lid, van de verordening wordt bepaald dat ten aanzien van de afmetingen, aanduidingen, plaatsing en uitvoering van straatnaamborden dienen te voldoen aan NEN 1772.

3. Materiaalkeuze.

Het materiaal, waaruit straatnaam- en huisnummerbordjes wordt vervaardigd moet bestand zijn tegen weersinvloeden of afdoende en duurzaam beschermd zijn tegen weersinvloeden.

4. Methode van nummeren.

De wijze van nummeren moet geschieden volgens de nummering zoals vervat in paragraaf 3 van NEN 1773.

Nuth, 18 april 1995.

Burgemeester en Wethouders van Nuth,

de secretaris, de burgemeester