Besluit van het algemeen bestuur van OVER-gemeenten houdende regels omtrent het financiën (Treasurystatuut 2019)

Geldend van 29-10-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Besluit van het algemeen bestuur van OVER-gemeenten houdende regels omtrent het financiën (Treasurystatuut 2019)

I Inhoudsopgave:

[Deze inhoudsopgave is in verband met het verspringen van de pagina’s in dit publicatieblad niet gepubliceerd.]

II. Begrippenkader

Artikel 1 Verklaring begrippen

In dit statuut wordt verstaan onder:

Agentschap

Het Agentschap van de Generale Thesaurie is een onderdeel van het Ministerie van Financiën, onder meer verantwoordelijk voor het beleid en de uitvoering van het schatkistbankieren. In dit statuut: het Agentschap.

Administratieve organisatie

Het stelsel van organisatorische maatregelen dat gericht is op het tot stand brengen en in stand houden van de goede werking van de informatieverzorging in en over de organisatie, waaronder het invoeren van functiescheiding en interne controle.

Beheer van geldstromen

       

Commercial Paper (CP)

Alle activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren, zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer).

Ongedekte verhandelbare schuldtitels met een vastgestelde looptijd (maximaal twee jaar) die zijn uitgegeven door een niet-kredietinstelling.

Deposito

Het creditbedrag op een aan de rekening-courant bij ’s Rijksschatkist gekoppelde rekening, waarover een vooraf vastgestelde rente wordt vergoed en waarover gedurende een vooraf vastgestelde periode door de gemeenschappelijke regeling niet vrij kan worden beschikt.

Derivaten

Financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan bepaalde onderliggende waarden. Deze onderliggende waarden kunnen financiële producten zijn, zoals leningen of obligaties. Derivaten worden onder andere gebruikt om renterisico's te sturen en financieringskosten te minimaliseren.

Drempelbedrag schatkistbankieren

Het bedrag dat de gemeenschappelijke regeling over een heel kwartaal bezien gemiddeld buiten de schatkist mag aanhouden. De wijze waarop deze wordt bepaald is vastgelegd in de ‘Regeling schatkistbankieren decentrale overheden’.

Financieringsparagraaf

In de financieringsparagraaf bij begroting en jaarrekening wordt een nadere concretisering opgenomen van algemene doelstellingen voor de komende verslagperiode. Deze doelstellingen worden voor deze verslagperiode vertaald in heldere meetbare targets.

Financiering

Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor de dekking van de vermogensbehoefte. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen.

Intern liquiditeitsrisico

De risico's van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjaren investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen.

Interne controle

Het geheel van controlemaatregelen gericht op het waarborgen van rechtmatigheid, juistheid, volledigheid en tijdigheid van gegevensverstrekking.

Kasgeld

Leningen met een looptijd korter dan één jaar.

Kasgeldlimiet

Een bedrag dat de omvang van de kortlopende schuldpositie begrenst. De wijze waarop deze wordt bepaald is vastgelegd in de ‘Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden’.

Koersrisico

Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen.

Kredietrisico

De risico's op een waardedaling van een vordering als gevolg van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij.

Liquiditeitenbeheer

Het financieren en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar.

Liquiditeitenplanning

Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld per tijdseenheid.

Liquiditeitspositie

   

Medium Term Note (MTN)

De mate waarin op korte termijn aan de opeisbare verplichtingen kan worden voldaan.

Een instrument voor de gemeenschappelijke regeling om financiering met een looptijd van minimaal twee en maximaal dertig jaar aan te trekken. Een MTN is een verhandelbare schuldbekentenis aan toonder met gestandaardiseerde voorwaarden.

Onderhandse lening

Een lening waarbij een geldnemer rechtstreeks geld leent van een geldgever, de voorwaarden van de lening (w.o. rente, looptijd, aflossing) worden in onderling overleg vastgesteld.

Rente

     

Renterisico

De vergoeding die in rekening wordt gebracht voor het tijdelijk beschikbaar stellen van liquiditeiten (het lenen).

Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeenschappelijke regeling door rentewijzigingen.

Renterisiconorm

De renterisiconorm is de som van de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen. De wijze waarop deze wordt bepaald is vastgelegd in de ‘Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden’.

Saldobeheer

     

Schatkistbankieren

Het beheer van de dagelijkse saldi op de bankrekeningen.

 

Het uitzetten van gelden bij het ministerie van financiën.

Treasury activiteiten

       

Treasuryfunctie

De financieringsactiviteiten, het bijbehorende risicobeheer en alle activiteiten die erop gericht zijn huidige en toekomstige financiële risico’s in kaart te brengen en te beheersen.

Alle activiteiten voor het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's.

De treasuryfunctie wordt uitgevoerd door de treasurer.

Treasurer

De financieel consulent die aangewezen is om de treasuryfunctie uit te voeren.

Uitzetting

Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen.

Kortlopende uitzettingen lopen tot één jaar en langlopende uitzettingen lopen één jaar of langer. Uitzettingen worden onderverdeeld in uitzettingen uit hoofde van de publieke taak en uitzettingen uit hoofde van de treasuryfunctie

III. Doelstellingen van de treasuryfunctie

Artikel 2 Treasuryfunctie

De treasuryfunctie van de gemeenschappelijke regeling:

  • 1.

    verzekert de duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities.

  • 2.

    beschermt de gemeenschappelijke regeling vermogens- en (rente)resultaten tegen ongewenste financiële risico's zoals renterisico's, koersrisico's, kredietrisico's en liquiditeitenrisico's.

  • 3.

    streeft, binnen de kaders van de Wet fido, de bijbehorende ministeriële regelingen en dit treasurystatuut, naar een optimale financieringsstructuur tegen zo laag mogelijke kosten.

  • 4.

    ondersteunt en adviseert alle onderdelen binnen de organisatie bij financieringsvraagstukken.

  • 5.

    waarborgt dat de taken en verantwoordelijkheden van de treasuryfunctie duidelijk worden geregeld.

IV. Wet- en regelgeving voor de treasury activiteiten

Artikel 3 Wet fido

V. Kasbeheer

Artikel 4 Rekeningbeheer

  • 1. Het aantal bankrekeningen en het aantal bankrelaties voor rekeningbeheer wordt tot een minimum beperkt.

  • 2. Daar waar mogelijk zijn de bankrekeningen per bankrelatie ondergebracht in een compensabel stelsel. Hierbij zijn de debet- en creditsaldi van alle rekeningen samengevoegd tot één gecombineerd saldo. De bankrelatie berekent de te betalen/ontvangen rente over dit gecombineerde saldo.

  • 3. De rekeningvoorwaarden, waaronder de rentetarieven, kredietfaciliteit en indien van toepassing de provisie, zijn tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden schriftelijk overeengekomen met de bankrelaties.

  • 4. De bankrekeningen die primair gebruikt worden en dagelijks saldi hebben van materieel belang zijn gekoppeld aan een tussenrekening die speciaal is ingericht voor het schatkistbankieren. De tussenrekening is gekoppeld aan een rekening-courant van de gemeenschappelijke regeling bij de schatkist.

Artikel 5 Saldo- en liquiditeitenbeheer

  • 1. De treasurer streeft voor het renteresultaat naar een optimale positie van de (gecombineerde) rekening-courant saldi. De optimale positie is een marginaal positief saldo, waarbij rekening is gehouden met de komende inkomsten/uitgaven binnen één á enkele dagen.

  • 2. Om het liquiditeitsrisico te beperken is een efficiënte interne en externe informatievoorziening georganiseerd om tijdig de valutaire saldi van de komende dag(en) tot een maand te bepalen en beheren.

  • 3. Er is een globale liquiditeitsplanning opgesteld waarbij de structurele inkomsten/uitgaven in beeld zijn gebracht en er actieve afstemming plaatsvindt met voornamelijk projectleiders van (grote) investeringsprojecten, het grondbedrijf en planning en control.

Artikel 6 Schatkistbankieren

  • 1. Overtollige middelen worden overgeboekt naar de schatkist en zijn daarmee dagelijks opneembaar en zichtbaar via de internetfaciliteit Schatkistbankieren.

  • 2. De gemeenschappelijke regeling kan de gelden uitzetten in deposito’s bij het Agentschap met looptijden van 2 dagen tot 30 jaar.

  • 3. De treasurer is bevoegd om gelden tot een looptijd van 1 jaar uit te zetten in deposito’s, zoals genoemd in lid 2.

  • 4. Het dagelijks bestuur besluit vooraf over uitzettingen van één jaar en langer.

  • 5. In afwijking van lid 1 mag de gemeenschappelijke regeling gelden tot aan het drempelbedrag (gemiddeld per kwartaal) buiten de schatkist aanhouden. Voor de berekening van het drempelbedrag geldt het in de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden opgenomen percentage en minimumbedrag.

Artikel 7 Onderling lenen

  • 1. De gemeenschappelijke regeling mag geen overtollige middelen uitzetten bij andere partijen dan bij de schatkist.

  • 2. Uitzondering op het eerste lid is het onderling lenen. De gemeenschappelijke regeling mag gelden aantrekken van en uitzetten bij andere decentrale overheden, mits er geen sprake is van een toezichtrelatie.

Artikel 8 Geldmarkt en kasgeldleningen

  • 1. Als de gemeenschappelijke regeling een tekort aan liquide middelen verwacht, kan zij geld lenen op de geldmarkt. Op de geldmarkt kunnen leningen met een looptijd van één dag (callgeld) tot één jaar (kasgeld) worden aangetrokken. Daarnaast kan een kredietfaciliteit bij de bankrelaties worden gebruikt.

  • 2. De gemeenschappelijke regeling mag de kasgeldlimiet, zoals beschreven in de Wet fido, wettelijk maximaal twee achtereenvolgende kwartalen overschrijden. Het daaropvolgende derde kwartaal mag dat niet meer. Dit beperkt de renterisico’s.

  • 3. Voor de berekening van de kaslimiet geldt het in de Ufdo opgenomen percentage en minimumbedrag.

  • 4. Als niet wordt voldaan aan de kasgeldlimiet en de kasgeldlimiet wordt voor het derde achtereenvolgende kwartaal overschreden, dan informeert de gemeenschappelijke regeling de toezichthouder. De kwartaalrapportage en een plan van aanpak om onder de kasgeldlimiet te komen wordt aan de toezichthouder toegezonden. Aanvullende aanwijzingen van de toezichthouder worden opgevolgd.

VI. Portefeuillebeheer en kapitaalmarkt

Artikel 9 Opgenomen gelden (O/G) portefeuille

Bij het aantrekken van financiering voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Financiering wordt uitsluitend aangetrokken voor de uitoefening van de publieke taak.

  • 2.

    Langlopende leningen op de kapitaalmarkt worden pas aangetrokken als de eigen financieringsmiddelen van de gemeenschappelijke regeling te kort schieten.

  • 3.

    Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financiering zijn: onderhandse leningen, commercial paper (CP) en medium term notes (MTN).

  • 4.

    Er worden bij voorkeur offertes opgevraagd bij minimaal twee instellingen voordat een financiering wordt aangetrokken. De treasurer beoordeelt de offertes op de betrouwbaarheid van de partij, het rentepercentage en de leningsvoorwaarden. De treasurer informeert het afdelingshoofd bedrijfsvoering en de portefeuillehouder financiën schriftelijk, voordat een langlopende geldlening wordt aangetrokken.

  • 5.

    Het dagelijks bestuur accordeert aangetrokken langlopende geldleningen achteraf en de burgemeester ondertekent de lening overeenkomst. Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur per brief, wanneer de totale hoogte van de lening(en) in dat jaar uitkomt boven de in de paragraaf Financiering genoemde verwachte hoogte voor aan te trekken leningen

  • 6.

    De renterisiconorm, zoals beschreven in de Wet fido en vastgesteld in de Ufdo, wordt niet overschreden.

Artikel 10 Derivaten

  • 1. Het gebruik van derivaten is uitsluitend toegestaan ter afdekking van financiële renterisico's.

  • 2. Niet-effectieve posities van derivaten zijn niet toegestaan. Van een niet-effectieve positie is sprake in het geval de onderliggende waarde en de looptijd van financiële derivaten niet overeenkomen met de financieringsbehoefte waar zij betrekking op hebben.

  • 3. Voordat een derivatentransactie wordt afgesloten, moet deze goedgekeurd worden door het dagelijks bestuur.

Artikel 11 Uitgezette gelden (U/G) en verstrekte borgstellingen

  • 1. Uitzetten van gelden in het kader van de treasuryfunctie is uitsluitend mogelijk in ’s Rijksschatkist (conform artikel 6) of bij overige decentrale overheden waarmee de gemeenschappelijke regeling geen directe toezichtrelatie heeft (conform artikel 7).

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het onder de in lid 3 tot en met 8 genoemde voorwaarden toegestaan om gelden uit te zetten aan derden en/of garanties te verstrekken aan banken voor derden. Op grond van artikel 160 lid 1 sub e Gemeentewet is het dagelijks bestuur bevoegd om tot privaatrechtelijke rechtshandelingen, o.a. het verstrekken van geldleningen en garanties, te besluiten. Het dagelijks bestuur geeft het algemeen bestuur vooraf inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheden indien het algemeen bestuur daarom verzoekt, of indien de uitoefening ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeenschappelijke regeling. Het dagelijks bestuur neemt in het laatste geval geen besluit dan nadat het algemeen bestuur in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het dagelijks bestuur te brengen (artikel 169 lid 4 GW).

  • 3. De gemeenschappelijke regeling verstrekt geen leningen en garanties aan het personeel en politieke ambtsdragers van openbare lichamen, zoals beschreven in de wet fido.

  • 4. De te financieren activiteit waarvoor een gemeentelening of garantie wordt aangevraagd moet passen binnen het beleid van de gemeenschappelijke regeling en voldoende bijdragen aan het maatschappelijk belang. Dit beoordeelt het dagelijks bestuur.

  • 5. Er moet vastgesteld te zijn dat de te financieren activiteit zonder gemeentelening of gemeentegarantie niet of niet exploitabel tot stand komt.

  • 6. Indien er landelijk opererende instellingen, andere overheidsinstanties of waarborgfondsen zijn die bereid zijn onder overzienbare en aanvaardbare voorwaarden garanties of leningen te verstrekken dan garandeert de gemeenschappelijke regeling niet of slechts gedeeltelijk.

  • 7. Het risico voor de gemeenschappelijke regeling moet overzienbaar en aanvaardbaar zijn en zoveel mogelijk worden beperkt. Hiertoe bedingt de gemeenschappelijke regeling zoveel mogelijk zekerheden.

  • 8. Een gemeentelening of garantie moet passen binnen de hiervoor geldende nationale en internationale kaders, waaronder de wet fido, bijbehorende ministeriele regelingen en de bepalingen die van toepassing zijn op staatsteun.

  • 9. Leningen of garanties die op grond van eerder door het algemeen bestuur vastgestelde regelingen zijn verstrekt, worden door dit Treasurystatuut niet aangetast.

VII. Administratieve organisatie en interne controle

Artikel 12 Algemene uitgangspunten AO/IC

De volgende uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle gelden voor de treasuryfunctie:

  • 1.

    De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van treasuryactiviteiten zijn in de tabellen van de artikelen 13 en 14 vastgelegd.

  • 2.

    De administratieve organisatie en interne controle waarborgen dat:

    • de uitvoering rechtmatig en doelmatig is.

    • de treasuryactiviteiten adequaat kunnen worden uitgevoerd en bijgestuurd.

    • de risico’s worden beheerst.

    • de juistheid, tijdigheid en volledigheid van de informatie verzekerd is.

  • 3.

    Bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:

    • iedere transactie wordt zichtbaar door minimaal twee functionarissen geautoriseerd (twee paar ogen-principe);

    • de uitvoering, controle en registratie in de financiële administratie gebeurt door afzonderlijke functionarissen.

  • 4.

    Tegenpartijen krijgen de opdracht de bevestigingen van iedere transactie te versturen naar de boekhouding zonder tussenkomst van de personen die bevoegd zijn tot het sluiten van de transacties.

  • 5.

    De afgesloten transacties op de geldmarkt en de kapitaalmarkt zijn centraal geadministreerd waarbij een actueel direct opvraagbaar overzicht is van de huidige posities.

  • 6.

    In de begroting is een financieringsparagraaf opgenomen. Daarin wordt een prognose gegeven van de volgende onderwerpen (niet limitatief):

    • a.

      de toepassing van de kasgeldlimiet (volumes, mogelijke over- of onderschrijdingen),

    • b.

      de renterisiconorm,

    • c.

      relevante algemene liquiditeitsontwikkelingen,

    • d.

      de financieringsbehoefte,

    • e.

      het risicobeheer,

    • f.

      gebruik van derivaten,

    • g.

      ontwikkeling van de schuldpositie van de gemeenschappelijke regeling.

  • 7.

    In de jaarrekening is een financieringsparagraaf opgenomen waarin de onderwerpen uit het vorige lid worden verantwoord.

  • 8.

    Het algemeen bestuur controleert het treasurybeleid en -beheer door de financieringsparagraaf in de begroting en jaarrekening.

VIII. Verantwoordelijkheden

Artikel 13 Verdeling verantwoordelijkheden

In de volgende tabel staan de verantwoordelijkheden voor de treasuryorganisatie van OVER-gemeenten beschreven:

Functie

Verantwoordelijkheden

Algemeen bestuur

  • vaststellen van doelstellingen, de kaders en het beleid voor treasury;

  • toezicht houden op de kaders en het treasurybeleid, door het vaststellen van de financieringsparagraaf in de Programmabegroting en -rekening;

  • uitvoeren van eventueel niet aan het dagelijks bestuur overgedragen, uitvoerende, treasuryactiviteiten.

 

Dagelijks bestuur

  • uitvoering van het treasurybeleid;

  • beslissen over bijzondere transacties;

  • het mandateren voor het afsluiten van transacties (voor zover niet voorbehouden aan het algemeen bestuur);

  • (achteraf) bekrachtigen van de afgesloten langlopende geldleningen;

  • vooraf accorderen van derivatencontracten en uitzettingen van één jaar en langer;

  • rapporteren aan het algemeen bestuur over de uitvoering van het treasurybeleid.

 

Portefeuillehouder financiën

  • politiek verantwoordelijk voor het uitvoeren van het treasurybeleid.

Alle afdelingshoofden

  • het zorgdragen voor een goede kwaliteit van de informatie die hun afdeling aanlevert aan financiën met betrekking tot toekomstige uitgaven en inkomsten.

Afdelingshoofd bedrijfsvoering

  • zorgen voor de juiste (verantwoording van de) uitvoering van de treasuryactiviteiten;

  • opzetten en bewaken van de kwaliteit van de treasuryprocessen;

  • het controleren van de volledigheid en betrouwbaarheid van de informatievoorziening van de treasuryfuncties en hierover rapporteren aan het dagelijks bestuur;

  • bewaken van administratieve richtlijnen op het gebied van treasury;

  • zorgen voor voldoende functiescheiding bij de boekhouding en tussen de boekhouding en de treasurer;

  • het uitvoeren van de aan hem/haar gemandateerde treasuryactiviteiten conform de treasuryparagraaf.

Financiële consulenten

  • bevorderen dat budgetbeheerders c.q. projectleiders tijdig gegevens van een goede kwaliteit aanleveren bij de treasurer over toekomstige substantiële uitgaven, ontvangsten en grotere mutaties daarin en signaleren als dit niet gebeurt.

 

Budgethouders en budgetbeheerders

  • tijdig aanleveren bij de treasurer van betrouwbare operationele informatie over toekomstige inkomende en uitgaande geldstromen (bijvoorbeeld een betalingsschema bij substantiële aankopen, subsidiebeschikkingen)

  • het fiatteren van betalingen en ontvangsten, ten laste c.q. ten gunste van hun budgetten

 

Financiën

  • juist en volledig vastleggen van de bezittingen, schulden, rechten, verplichtingen, inkomsten, uitgaven, ontvangsten en betalingen in de verplichtingen- en financiële administratie

  • beheren van de debiteuren en crediteuren

  • controleren van de door de treasurer verstrekte opdrachten

  • uitvoeren van gecontroleerde en akkoord verklaarde opdrachten

  • registreren en bewaren van de transactiebevestigingen van derden

  • tweede controle via saldobeheer op opdrachten

  • maandrentenota controleren, registreren en betalen

  • vaste geldleningen registreren in de financiële administratie.

 

Concerncontroller

  • het jaarlijks uitvoeren van een deelwaarneming op de uitgevoerde treasurytransacties

  • het periodiek toetsen van opzet, bestaan en werking van de AO/IC rondom treasury

  • het rapporteren aan het afdelingshoofd bedrijfsvoering, de directie en de accountant over geconstateerde afwijkingen

Treasurer

  • uitvoeren van de activiteiten van de volgende deelfuncties: het (rente)risicobeheer, gemeentefinanciering (financiering, uitzetting en relatiebeheer) en kasbeheer.

  • dagelijks uitvoeren van de cashmanagementactiviteiten binnen het vastgestelde treasurybeleid en financieringsparagrafen in begroting en rekening

  • beheren van de geldstromen, dagelijkse saldi en liquiditeitsposities

  • onderhouden van contacten met banken, geldmakelaars en overige financiële instellingen

  • afsluiten van financiële contracten voortvloeiend uit de hiervoor genoemde deelfuncties

  • schriftelijk vastleggen van de treasurytransacties

  • actualiseren van treasurybeleid en treasurystatuut

  • voorbereiden van beleidsvoorstellen op treasurygebied

  • adviseren van betrokken organisatieonderdelen over de organisatie van het betalingsverkeer, het leveren van informatie over toekomstige uitgaven en ontvangsten, betalingstermijnen en de te gebruiken krediettermijn

  • in samenwerking met de teams adviseren over en toetsen van verzoeken van derden voor geldleningen en garanties

  • aanleveren van tijdige, volledige en betrouwbare gegevens aan de boekhouding

  • rapporteren aan het afdelingshoofd bedrijfsvoering over de uitvoering van het treasurybeleid en het gevoerde treasurybeheer

  • controleren van de leningencontracten op juistheid

  • dossiervorming call- en kasgeldleningen

 

IX. Bevoegdheden

Artikel 14 Verdeling bevoegdheden

Binnen de gemeenschappelijke regeling OVER-gemeenten gelden de volgende bevoegdheden binnen de treasuryorganisatie:

Treasuryactiviteit

Bevoegd functionaris

Autorisatie door

Uitzetten en opnemen van gelden naar/van de rekening-courant bij het Rijk (schatkistbankieren)

Treasurer

Financieel consulent

Uitzetten van gelden in deposito via schatkistbankieren met een looptijd tot 1 jaar

Treasurer

Afdelingshoofd bedrijfsvoering

Aantrekken van geld via daggeld of kasgeld

Treasurer

Afdelingshoofd bedrijfsvoering

Betalingsopdrachten voorbereiden en versturen

Medewerker financiële administratie

Financieel consulent

Bankrekeningen openen/sluiten/wijzigen

Financieel consulent

Afdelingshoofd bedrijfsvoering

Bankcondities en tarieven afspreken

Financieel consulent

Afdelingshoofd bedrijfsvoering

Uitzettingen van gelden in deposito via schatkistbankieren met een looptijd van 1 jaar en langer

Treasurer

Dagelijks bestuur (voorafgaand aan de transactie)

Opnemen van geldleningen met een looptijd tot 1 jaar

Treasurer

Afdelingshoofd bedrijfsvoering

Uitzetten van geldleningen met een looptijd tot 1 jaar

Treasurer

Afdelingshoofd bedrijfsvoering

Opnemen van geldleningen met een looptijd van 1 jaar of langer (voor bedrag > paragraaf financiering)

Treasurer

Dagelijks bestuur

Het beleggen in garantieproducten

Treasurer

Afdelingshoofd bedrijfsvoering

Uitzetten van geldleningen met een looptijd van 1 jaar of langer

Treasurer

Dagelijks bestuur

Derivatencontracten

Treasurer

Dagelijks bestuur

Lenen of garant staan voor derden met een maatschappelijk belang =< € 20.000

Financieel consulent

Dagelijks bestuur

Lenen of garant staan voor derden met een maatschappelijk belang > € 20.000

Financieel consulent

Algemeen bestuur

Het garanderen van gelden uit hoofde van de publieke taak =< 20.000

Financieel consulent

Dagelijks bestuur

Het garanderen van gelden uit hoofde van de publieke taak > 20.000

Financieel consulent

Algemeen bestuur

X. Informatievoorziening

Artikel 15 Uitwisseling van informatie

Voor de treasuryactiviteiten moeten de in de onderstaande tabel genoemde functionarissen de volgende informatie verstrekken:

Informatie

Frequentie

Informatieverstrekker

Informatieontvanger

Gegevens over toekomstige uitgaven en inkomsten voor de liquiditeitenplanning

Continu

Treasurer, gevoed door informatie van budgethouders/beheerders, projectleiders, financieel consulent

Algemeen bestuur indien noodzakelijk.

Beleidsplannen treasury in de financieringsparagraaf van de programmabegroting

Jaarlijks

Treasurer, gevoed door informatie van budgethouders/beheerders, projectleiders, financieel consulent

Algemeen bestuur

Verslag van treasuryactiviteiten, evalueren en formuleren van verbetervoorstellen in de financieringsparagraaf van jaarstukken

Jaarlijks

Treasurer, gevoed door informatie van budgethouders/beheerders, projectleiders, financieel consulent

Algemeen bestuur

Informatie aan derden (toezichthouder) zoals genoemd in artikel 8 Wet fido

Indien vereist

Financieel consulent, gevoed door informatie van budgethouders/beheerders, projectleiders, financieel consulent

Derden, waaronder de provincie

XI. Inwerkingtreding

Artikel 16 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze regeling treedt in werking de dag na publicatie en werkt terug tot 1 januari 2019

  • 2. Deze regeling wordt aangehaald als: Treasurystatuut 2019

  • 3. Het Treasurystatuut 2010 wordt gelijktijdig met de inwerkingtreding van dit besluit ingetrokken met dien verstande dat de juridische gevolgen van Treasurystatuut 2010 in stand blijven voor de beslissingen die onder de werking van dat treasurystatuut tot stand zijn gekomen.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering

van het algemeen bestuur van OVER-gemeenten,

gehouden op 21 januari 2019

de griffier,

E. van Wattingen

de voorzitter,

R. Meerhof