Regeling vervallen per 02-11-2013

GEDRAGSCODE BESTUURLIJKE INTEGRITEIT VOOR DE BESTUURDERS DER GEMEENTE OEGSTGEEST

Geldend van 02-11-2013 t/m 01-11-2013

Intitulé

GEDRAGSCODE BESTUURLIJKE INTEGRITEIT VOOR DE BESTUURDERS DER GEMEENTE OEGSTGEEST

De raad van de gemeente Oegstgeest;

overwegende dat het bestuurlijk handelen door bestuurders der gemeente Oegstgeest van rechtswege nader gereglementeerd dient te worden, naast het reeds daaromtrent in de Gemeentewet bepaalde;

voorts overwegende dat de raad de mening is toegedaan dat separate gedragscodes voor raadsleden / commissieleden niet-raadsleden en bestuurders (burgemeester en wethouders) de verschillende rollen in het duaal bestuur beter tot hun recht laten komen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 27 april 2004, nr. 74/04;

gelet op de artikels 41 c tweede lid en 69 tweede lid van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de

GEDRAGSCODE BESTUURLIJKE INTEGRITEIT VOOR DE

BESTUURDERS DER GEMEENTE OEGSTGEEST

DEEL IFUNCTIONEREN IN ALGEMENE ZIN

Dienstbaarheid

Het handelen van een collegelid is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.

Functionaliteit

Het handelen van een collegelid heeft een herkenbaar verband met de functie die het lid vervult in het bestuur.

Onafhankelijkheid

Het handelen van een collegelid wordt gekenmerkt door onafhankelijkheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

Openheid

Het handelen van een collegelid is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van een collegelid en zijn of haar beweegredenen daarbij.

Betrouwbaarheid

Op een collegelid moet men kunnen rekenen. Een collegelid houdt zich aan afspraken. Kennis, informatie en invloed, waarover uit hoofde van de functie wordt beschikt, wordt aangewend voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

Zorgvuldigheid

Het handelen van een collegelid is zodanig, dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.

IZ-T32

Belangenverstrengeling

Een collegelid voorkomt dat er door het verrichten van nevenwerkzaamheden vermenging optreedt van het publieke belang met het persoonlijk belang van het collegelid of dat van derden waarmee het collegelid banden heeft, waardoor een zuiver en objectief besluiten of handelen in het publieke belang niet langer is gewaarborgd.

DEEL II GEDRAGSCODE BESTUURLIJKE INTEGRITEIT

Artikel 1 Algemene bepalingen

  • 1. Onder collegelid wordt verstaan: een lid van het college van burgemeester en wethouders der gemeente Oegstgeest.

  • 2. Deze gedragscode geldt voor de burgemeester, alsmede de wethouders.

  • 3. In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in het college. Betreft het de burgemeester dan vindt bespreking plaats in het college dan wel de raad, een en ander afhankelijk van de vraag of de rol van de burgemeester in het kader van zijn werkzaamheden voor het college dan wel voor de raad in het geding is.

  • 4. De code is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 5. Een collegelid ontvangt bij het aantreden een exemplaar van de code.

Artikel 2 Belangenverstrengeling en aanbesteding

  • 1. Een collegelid doet opgave van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 2. Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt een collegelid (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

  • 3. Een oud-collegelid wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente. Van deze werkzaamheden zijn uitgezonderd werkzaamheden als volksvertegenwoordiger of bestuurder (i.e. collegelid) van de gemeente Oegstgeest.

  • 4. Een collegelid dat familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 5. Een collegelid neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kunnen beïnvloeden.

Artikel 3 Belangenverstrengeling en nevenfuncties

  • 1. Een collegelid vervult geen nevenfuncties (al dan niet uit hoofde van het ambt), waarbij sprake is of kan zijn van strijdigheid met het belang van de gemeente.

  • 2. Een collegelid maakt melding van al zijn nevenfuncties, waarbij tevens wordt aangegeven of de functie wel of niet bezoldigd is. Deze gegevens worden openbaar gemaakt.

  • 3. Een collegelid geniet geen vergoedingen, in welke vorm ook, voor werkzaam-heden, verricht in nevenfuncties die zij vervullen uit hoofde van het ambt, ongeacht of die vergoedingen ten laste van de gemeente komen of niet. Indien deze vergoedingen worden uitgekeerd, worden zij gestort in de gemeentekas.

  • 4. De kosten die een collegelid maakt in verband met een nevenfunctie uit hoofde van het ambt (q.q. –nevenfunctie), worden vergoed door de instantie waar de nevenfunctie wordt uitgeoefend

Artikel 4 Informatie

  • 1. Een collegelid gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover uit hoofde van het ambt wordt beschikt. Een collegelid verstrekt geen geheime informatie.

  • 2. Een collegelid houdt geen informatie achter, tenzij deze geheim is en het niet geven van informatie mogelijk is op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur of wegens strijdigheid met het openbaar belang. Een collegelid behandelt vertrouwelijke informatie als zodanig, dat wil zeggen laat deze niet bewust of onbewust uitlekken, bewaart de informatie zorgvuldig en voorkomt dat onbevoegde derden er kennis van kunnen nemen.

  • 3. Een collegelid maakt niet ten eigen bate of ten bate van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

Artikel 5 Aannemen van geld of geschenken

  • 1. Geschenken en giften die een collegelid uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden gemeld en geregistreerd en zijn eigendom van de gemeente. De registratie omvat de datum van de ontvangst, een omschrijving van geschenk of gift, de naam van de schenker en de geschatte waarde. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht. Uiteraard geldt een en ander niet voor een attentie als een bosje bloemen of een flesje wijn voor een spreekbeurt, opening en dergelijke.

  • 2. Indien een collegelid één keer per jaar per relatie geschenken of giften ontvangt die een waarde van minder dan € 50 vertegenwoordigen, kunnen deze in afwijking van het gestelde in het eerste lid worden behouden en behoeven ze niet te worden gemeld en geregistreerd. Geschenken en giften met een bijzonder karakter of ter gelegenheid van een bijzondere gebeurtenis, die genoemd(e) bedrag en/of frequentie te boven gaan, mogen worden aanvaard met instemming van het college.

  • 3. Geschenken en giften als bedoeld onder 5.1 worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, wordt dit gemeld in het college waar een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen. Geschenken en giften als bedoeld onder 5.2 worden bij voorkeur niet ontvangen op het huisadres.

  • 4. Indien evident is dat een concrete tegenprestatie wordt verwacht tegenover geschenken en giften, aanvaardt een collegelid deze niet.

Artikel 6 Bestuurlijke uitgaven

  • 1. Uitgaven die niet worden gedekt door de vaste onkostenvergoeding voor het collegelid, worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond.

  • 2. Ter bepaling van de functionaliteit van bestuurlijke uitgaven worden de volgende criteria gehanteerd:

    • a.

      met de uitgave is het belang van de gemeente gediend, en

    • b.

      de uitgave vloeit voort uit de functie.

Artikel 7 Declaraties

  • 1. Een collegelid declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 2. Declaraties worden afgewikkeld volgens de daartoe vastgestelde administratieve procedure.

  • 3. Een declaratie wordt ingediend door middel van een daartoe vastgesteld formulier. Bij het formulier wordt een betalingsbewijs gevoegd en op het formulier wordt de functionaliteit van de uitgave vermeld.

  • 4. Gemaakte kosten worden binnen een maand gedeclareerd. Eventuele voorschotten worden voorzover mogelijk binnen een maand afgerekend.

  • 5. De gemeentesecretaris is verantwoordelijk voor een deugdelijke administratieve afhandeling en registratie van declaraties. Declaraties van een collegelid worden administratief afgehandeld door een daartoe aangewezen ambtenaar.

  • 6. In geval van twijfel omtrent een declaratie, wordt deze ter besluitvorming aan het college respectievelijk de gemeenteraad voorgelegd.

Artikel 8 Gebruik van gemeentelijke voorzieningen

Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privé-doeleinden is niet toegestaan.

Artikel 9 Reizen binnen- en buitenland

  • 1. Indien een collegelid in het kader van de uitoefening van het ambt het voornemen heeft een buitenlandse reis te maken, is daartoe toestemming nodig van het college. De gemeenteraad wordt van het besluit op de hoogte gesteld. Het gemeentelijk belang van de reis (functionaliteit) is doorslaggevend voor de besluitvorming.

  • 2. Bij het melden van het voornemen van een reis verschaft het collegelid informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap en de geraamde kosten.

  • 3. Indien het evident is dat tegenover de uitnodiging voor een reis, werkbezoek, excursie e.d. (in binnen- en buitenland) op kosten van derden een concrete tegenprestatie wordt verwacht of dat het collegelid door in te gaan op de uitnodiging bij de werkzaamheden ten behoeve van de gemeente wordt beïnvloed, aanvaardt het collegelid de uitnodiging niet.

  • 4. Uitnodigingen voor reizen, werkbezoeken, excursies e.d. (in binnen- en buitenland) op kosten van derden worden altijd besproken in de vergadering van het college en o.m. getoetst op het risico van belangenverstrengeling. Het gemeentelijk belang van de reis (functionaliteit) is doorslaggevend voor de besluitvorming.

  • 5. Van de reis wordt een verslag opgesteld. Buitenlandse reizen worden vermeld in een jaarverslag.

  • 6. Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een collegelid is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming van het college betrokken.

  • 7. Het anderszins meereizen van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is toegestaan en wordt in dat geval bij de besluitvorming van het college betrokken.

  • 8. Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privé-doeleinden is toegestaan, mits dit is betrokken bij de besluitvorming van het college. De extra reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van het collegelid.

  • 9. De in verband met de buitenlandse dienstreis gedane functionele uitgaven worden vergoed conform de geldende regelingen. Uitgaven worden vergoed voorzover zij redelijk en verantwoord worden geacht. Artikel 6 van deze gedragscode is hierbij onverkort van kracht.

Artikel 10 Lunch, diner en voorstelling

Uitnodigingen voor lunch, diner of voorstelling op kosten van derden kunnen worden aanvaard, indien en voorzover:

  • a.

    zij redelijkerwijs zijn te beschouwen als functioneel;

  • b.

    het aanvaarden van de uitnodiging niet geacht kan worden het collegelid bij de werkzaamheden ten behoeve van de gemeente te beïnvloeden.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze gedragscode treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

Artikel 12 Citeertitel

Deze gedragscode kan worden aangehaald als “Gedragscode bestuurlijke integriteit voor de bestuurders der gemeente Oegstgeest”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oegstgeest, gehouden op 27 mei 2004.
De raad voornoemd,
, voorzitter.
, griffier.