Regeling vervallen per 06-03-2015

MARKTREGLEMENT OEGSTGEEST 2003

Geldend van 06-03-2015 t/m 05-03-2015

Intitulé

MARKTREGLEMENT OEGSTGEEST 2003

Burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest;

gelet op artikel 160 van de Gemeentewet;

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de markt;

b e s l u i t e n :

vast te stellen het

MARKTREGLEMENT OEGSTGEEST 2003

laatstelijk gewijzigd bij collegebesluit d.d. 10aug04

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit marktreglement wordt verstaan onder:

1.markt :

een door de gemeenteraad ingestelde en door de gemeente beheerde warenmarkt;

2.marktterrein :

de grond die gedurende door het college bij besluit te bepalen tijden is bestemd voor het houden van een warenmarkt;

3.het college :

het college van burgemeester en wethouders;

4.verkoopplaats :

een door het college aangewezen plaats op een marktterrein;

5.vaste standplaats :

een verkoopplaats die voor onbepaalde tijd aan een bepaalde marktvergunninghouder is toegewezen;

6.tijdelijke standplaats :

een verkoopplaats die nog niet (opnieuw) als vaste standplaats is toegewezen dan wel op een marktdag niet door de marktvergunninghouder wordt ingenomen en die per marktdag wordt toegewezen;

7.standwerkerplaats :

een verkoopplaats die per marktdag wordt uitgegeven om daarop te standwerken;

8.standwerken :

de wijze van verkopen waarbij de marktvergunninghouder door welsprekendheid de aandacht van het publiek op zich richt;

9.marktmeester :

door het college aangewezen persoon belast met het toezicht op de markt;

10.branche :

een door het college te bepalen soort of assortiment van goederen of waren;

11.kernpakket :

door burgemeester en wethouders vastgestelde lijst van branches die op de betreffende markt aanwezig zouden moeten zijn om een optimaal aantrekkelijke warenmarkt te realiseren;

12.marktvergunning :

de vergunning als bedoeld in artikel 4 lid 1 van dit marktreglement;

13.toewijzing :

de beschikking waarbij de marktvergunninghouder een (of een andere) standplaats toegewezen krijgt;

R007.TW

14.marktvergunninghouder :

de natuurlijke persoon die óf een vaste standplaats heeft óf middels een dagvergunning een tijdelijke standplaats of een standwerkerplaats toegewezen heeft gekregen;

15.afval :

waren of goederen die geheel of gedeeltelijk of in belangrijke mate ongeschikt zijn om te verhandelen;

16.thema/bijzondere markten:

niet reguliere weekmarkt voor specifieke gelegenheid of doel ingesteld bij collegebesluit.

Artikel 2 Marktdagen en marktplaatsen

  • 1. De markten worden, behoudens het bepaalde in het tweede en derde lid van dit artikel, gehouden op de volgende dag, tijdstip en plaats:

    • a.

      dinsdag van 09.00 uur tot 16.00 uur, met aansluitend een tijd van 16.00 tot 17.00 uur voor het afhelpen en inpakken, worden gehouden op de Irislaan tussen de Lange Voort en Floralaan en een gedeelte van het trottoir tegenover de winkels aan de Irislaan;

    • b.

      bijzondere of themamarkt, op een nader door het college aangewezen dag, tijd en locatie.

  • 2. Op de algemeen erkende christelijke feestdagen, op nieuwjaarsdag wordt geen markt gehouden.

  • 3. Het college kan:

    • a.

      bepalen dat om dwingende redenen of bijzondere gelegenheid geen markt wordt gehouden;

    • b.

      bepalen dat een markt tijdelijk geheel of gedeeltelijk wordt gehouden op een andere locatie;

    • c.

      een niet gehouden markt op een andere werkdag stellen.

      4.Bijzondere markten en/of braderieën waar voor het gebruik van gemeentegrond op grond van privaatrecht door het college een overeenkomst is afgesloten, vallen niet onder de werking van dit marktreglement.

Artikel 3 Marktterreinen

  • 1. Het college geeft bij afzonderlijk besluit aan welke grond tot het marktterrein behoort. Hij geeft in dit besluit tevens aan de te voeren maten van de standplaatsen, de starttijd van de opbouw van de markten en het tijdstip van de ontruiming van de markt.

  • 2. Het is zonder vergunning van het college verboden op het marktterrein tussen het onder lid 1 bepaalde tijdstip van opbouw en het tijdstip van ontruiming ruimte in te nemen met een voertuig, goederen of anderszins.

  • 3. Het college is bevoegd over het marktterrein geheel of gedeeltelijk te beschikken zo dikwijls en zo lang hij dat in het openbaar belang of ter uitvoering van werken nodig acht.

  • 4. Het college kan een marktterrein indelen in afdelingen en deze bestemmen voor het verhandelen van nader door hem te bepalen waren.

  • 5. Degene die op grond van de bepalingen van dit marktreglement een standplaats op de markt heeft toegewezen gekregen, heeft geen recht op vergoeding van schade die het gevolg mocht zijn van maatregelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van dit marktreglement.

Artikel 4 Marktvergunning

  • 1. Het is verboden zonder vergunning en zonder toewijzing van het college een verkoopplaats op een markt in te nemen.

  • 2. Als marktvergunninghouder op een markt worden toegelaten: natuurlijke personen die in het bezit zijn van een door het college aan hen voor de desbetreffende markt verleende marktvergunning.

  • 3. De marktvergunninghouder dient persoonlijk te voldoen aan de publiekrechtelijke voorschriften die ten aanzien van de markthandel in de door hem te verkopen waren zijn gesteld.

  • 4. Een marktvergunning voor één van de in artikel 2 genoemde markten wordt verleend zodra een vaste of tijdelijke standplaats op de desbetreffende markt kan worden toegewezen.

  • 5. Vergunninghouders van een vaste standplaats worden ingeschreven op een doorlopende genummerde lijst en wel op basis van de datum waarop zij voor de eerste maal een vaste standplaats hebben gekregen (de anciënniteitlijst).

  • 6. Tot de lotingen voor een standwerkerplaats wordt slechts toegelaten hij die voldoet aan de gestelde eisen voor het verkrijgen van een marktvergunning

  • 7. Degene die in het bezit is van een in het zesde lid genoemde vergunning komt niet in aanmerking voor een andere dan een standwerkerplaats.

  • 8. Het college kan in bijzondere gevallen van het gestelde in lid 7 afwijken.

Artikel 5 Plicht tot ingebruikneming verkoopplaats

De marktvergunninghouder die een vaste standplaats heeft is verplicht deze persoonlijk en gedurende de voor de betrokken markt vastgestelde uren in te nemen.

Artikel 6 Plicht tot tonen van marktvergunning

Iedere marktvergunninghouder op een markt is verplicht die marktvergunning op eerste vordering van de marktmeester te tonen en desgevraagd ter inzage of ter wijziging af te geven.

Artikel 7 Nadere regels marktvergunning

Het college stelt nadere regels ten aanzien van het aanvragen, verlenen, weigeren, intrekken, wijzigen, buiten werking stellen of vervallen van de in artikel 4 genoemde marktvergunningen.

Artikel 8 Branchebesluit

Het college stelt een lijst van branches vast die op de markt aanwezig zouden moeten zijn om een optimaal aantrekkelijke warenmarkt te realiseren.

Artikel 9 Toewijzen en beëindigen recht verkoopplaats

Het college stelt nadere regels ten aanzien van het toewijzen en het beëindigen van het recht op een verkoopplaats.

Artikel 10 Kramen

  • 1. Op door het college aan te wijzen gedeelten van een marktterrein is de marktvergunninghouder verplicht bij de uitoefening van de verkoop gebruik te maken van een kraam en/of elektriciteit.

  • 2. Het college kan in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van de in het eerste lid genoemde verplichting.

  • 3. Aan een ontheffing bedoeld in het tweede lid stelt het college nadere voorschriften ten aanzien van het te gebruiken materiaal.

  • 4. De marktvergunninghouder kan een kraam huren van de door het college voor de desbetreffende markt vergunde kramenexploitant tegen de door hem goedgekeurde tarieven.

  • 5. Het college kan aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzing als kramenexploitant nadere voorwaarden verbinden.

Artikel 11 Gebruik marktterrein en verkoopplaats

  • Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van het gebruik van marktterrein en verkoopplaatsen.

Artikel 12 Beperkingen vergunninghouder

  • Het is de marktvergunninghouder verboden waren, goederen of vervoermiddelen in strijd met de bepalingen bij of krachtens dit marktreglement op het marktterrein te hebben, te laten staan of voorhanden te hebben.

    Verder is het de marktvergunninghouder verboden door middel van geluidsapparatuur of hard stemgeluid de aandacht van het publiek te trekken of te doen trekken, met uitzondering van de door het college aangewezen standwerkerplaatsen.

Artikel 13 Regels van artikelen 7, 9 en 11 in voorschriften

  • Het college legt de in de artikelen 7, 9 en 11 bedoelde regels vast in voorschriften.

Artikel 14 Marktcommissie

  • Het college stelt een commissie van advies aan het college in, genaamd "Marktcommissie".

Artikel 15 Administratieve sancties

  • 1. Het college kan de marktvergunninghouder, die handelt in strijd met het bepaalde bij of krachtens dit marktreglement:

    • a.

      de verkoopplaats onmiddellijk doen verlaten en hem het gebruik daarvan gedurende dezelfde dag ontzeggen;

    • b.

      het gebruik van een verkoopplaats voor bepaalde of onbepaalde tijd ontzeggen;

    • c.

      de in artikel 4 eerste en tweede lid bedoelde vergunning intrekken.

  • 2. Het ontzeggen van een verkoopplaats kan geheel of gedeeltelijk voorwaardelijk worden opgelegd met vaststelling van een proeftijd van ten hoogste één jaar.

Artikel 16 Betaalplicht

  • Aan wie ingevolge een op grond van artikel 15, eerste lid, aanhef en de onderdelen a of b, genomen maatregel het gebruik van een verkoopplaats is ontzegd, is niettemin gehouden tot stipte voldoening van het door hem verschuldigde marktgeld.

Artikel 17 Wanbetaler

  • Het college kan degene die binnen de daarvoor vastgestelde of door het college nader vast te stellen termijn niet betaalt hetgeen hij ingevolge het bepaalde in de geldende Verordening Marktgeld aan de gemeente is verschuldigd, het gebruik van een verkoopplaats ontzeggen gedurende de tijd, dat de nalatige in gebreke blijft.

Artikel 18 Gevolgen van artikel 15 lid 1 sub a en artikel 17

  • Aan wie ingevolge een op grond van het bepaalde in artikel 15, eerst lid, aanhef en onderdeel a, en artikel 17 opgenomen maatregel het gebruik van zijn verkoopplaats is ontzegd, kan worden verplicht de daarop aanwezige goederen, waren, opslag- en vervoermiddelen die hem toebehoren en op het marktterrein aanwezig zijn van het marktterrein te verwijderen.

Artikel 19 Hardheidsclausule

  • Indien toepassing van dit marktreglement leidt tot een bijzondere hardheid kan het college, gehoord de marktcommissie, besluiten tot het buiten toepassing verklaren van de regels.

Artikel 20 Strafbepalingen

  • Overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 4, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13 en 16 van dit marktreglement wordt gestraft met een geldboete van ten hoogste € 500,00 of een hechtenis van ten hoogste twee maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 21 Handhaving en opsporingsbevoegdheid

  • Met het handhaven van de orde op de markt en het opsporen van overtredingen van dit marktreglement zijn belast - behalve de opsporingsambtenaren genoemd in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering - de daartoe door het college aangewezen ambtenaren.

Artikel 22 Overgangsbepalingen

  • 1. Vergunningen, verleend op grond van de Marktverordening Oegstgeest, blijven van kracht voor de duur waarvoor zij zijn verleend, dan wel totdat zij zijn ingetrokken of door nieuwe vervangen.

  • 2. Gegadigden die vóór inwerkingtreding van dit marktreglement op de lijst van gegadigden ingeschreven stonden en nog niet voldoen aan het gestelde in artikel 7 tweede lid van de Voorschriften Warenmarkt 2003 dienen binnen één kwartaal na inwerkingtreding van het marktreglement de bedrijfsvoering aan te passen om aan deze eis te kunnen voldoen.

Artikel 23 Citeer- en slotbepalingen

  • 1. Dit marktreglement kan worden aangehaald onder de naam "Marktreglement Oegstgeest 2003".

  • 2. Dit marktreglement treedt in werking op 1 april 2003.

Ondertekening

Oegstgeest, 11 februari 2003.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
de secretaris, de burgemeester,