Regeling vervallen per 16-07-2015

Verordening leerlingenvervoer Gemeente Oegstgeest 2008

Geldend van 16-07-2015 t/m 15-07-2015

Intitulé

VERORDENING LEERLINGENVERVOER GEMEENTE OEGSTGEEST 2008

De raad van de gemeente Oegstgeest;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2007, nr. 131/07;

gelet op de artikelen 4 van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs;

b e s l u i t :

vast te stellen de

VERORDENING LEERLINGENVERVOER GEMEENTE OEGSTGEEST 2008

Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.school :

Øeen basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs (Stbl. 1998, 495);

Øeen school voor speciaal onderwijs of speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra (Stbl. 1998, 496);

Øeen school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs (Stbl. 1998,512);

b.ouders :

de ouders, voogden of verzorgers van de leerling;

c. :

een leerling van een school als bedoeld onder a;

d.woning :

de plaats waar de leerling feitelijk zijn hoofdverblijf heeft;

e.afstand :

de afstand tussen de woning en de school, gemeten langs de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg;

f.vervoer :

openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens het schoolplan, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;

g.openbaar vervoer :

voor eenieder openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling per trein, metro, tram, bus, veerdienst of auto;

h.aangepast vervoer :

vervoer per besloten (school)busvervoer, taxi, treintaxi of bustaxi;

i.eigen vervoer :

vervoer per eigen motorvoertuig, bromfiets of fiets;

j.reistijd :

de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens het schoolplan, minus maximaal 10 minuten indien en voor zover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan het schoolplan aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens het schoolplan en de aankomst bij de woning;

k.toegankelijke school :

Øvoor wat betreft basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs: de basisschool van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting, dan wel de openbare school of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting, dan wel de openbare school;

Øvoor wat betreft scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en de scholen voor speciaal voortgezet onderwijs: de school van de soort waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting, dan wel de openbare school van de soort waarop de leerling is aangewezen;

l.inkomen :

het ingevolge de Wet op de inkomstenbelasting 2001 (Stbl. 2000, 215) vastgestelde gecorrigeerde verzame l inkomen van de ouders in het tweede kalenderjaar voorafgaande aan het schooljaar waarvoor bekostiging van de vervoerskosten wordt gevraagd;

m.opstapplaats :

plaats aangewezen door het college, vanaf waar de leerling gebruik kan maken van het vervoer;

n.commissie voor de :

begeleiding

de commissie die is ingesteld door het bevoegd gezag van een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde een instelling, of de bevoegde gezagsorganen van twee of meer scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde instellingen, die hetzelfde expertisecentrum in stand houden;

o.vervoersvoorziening :

een gehele of gedeeltelijke vergoeding van de door het college noodzakelijk geachte vervoerskosten van de leerling en zo nodig diens begeleider;

Øde vergoeding van een abonnement of strippenkaart voor de leerling en zo nodig diens begeleider, of

Øaanbieding van aangepast vervoer dat de gemeente verzorgt of doet verzorgen;

p.permanente commissie :

leerlingenzorg

de commissie als bedoeld in artikel 23 van de Wet op het primair onderwijs;

q.samenwerkingsverband :

het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18 van de Wet op het primair onderwijs;

r.regionale :

verwijzingscommissie

de commissie als bedoeld in artikel 10 g van de Wet op het voortgezet onderwijs

s.opdc :

Orthopedagogisch en –didactisch centrum als bedoeld in artikel 10 h, derde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs.

t.ambulante begeleiding :

de begeleiding van een personeelslid van de school of instelling als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra van leerlingen die zijn geplaatst op een basisschool of leerlingen die zijn geplaatst op een school voor voortgezet onderwijs en naar die naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zouden zijn aangewezen op het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs.

u.commissie voor de :

indicatiestelling

de commissie als bedoeld in artikel 28 c van de Wet op de expertisecentra.

Artikel 2

Bekostiging van de door het college noodzakelijk te achten vervoerskosten

  • 1.

    Ten behoeve van het schoolbezoek kent het college aan de ouders van in de gemeente verblijvende leerlingen op aanvraag een vervoersvoorziening toe met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.

  • 2.

    Indien het college toepassing geeft aan het eerste lid, verlangen zij dat de ouders aan wie slechts een gedeeltelijke bekostiging van de vervoerskosten toekomt, hun kinderen van het aldus verzorgende vervoer gebruik te laten maken tegen betaling van een bijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders ingevolge het bepaalde in deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer. Weigering tot of nalatigheid in de betaling van de in de vorige volzin bedoelde bijdrage doet de aanspraak op bekostiging vervallen.

  • 3.

    Het college kan een leerling aan wie een vervoersvoorziening in de vorm van een aangepast vervoer is verstrekt, tijdelijk of voor de rest van het schooljaar de toegang tot dit vervoer ontzeggen, indien bij herhaling is gebleken dat de leerling door agressief gedrag of anderszins de orde verstoort of de veiligheid van de vervoersvoorziening en inzittenden ervan en/of het overige verkeer in gevaar brengt.

  • 4.

    De bepalingen in deze verordening laten onverlet de verantwoordelijkheid van de ouders voor het schoolbezoek van hun kinderen.

  • 5.

    Indien de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, wordt de bekostiging op aanvraag verstrekt aan de leerling.

Artikel 3

Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school

  • 1.

    Bekostiging van de vervoerskosten wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan wel opstapplaats van de leerling en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weg gelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.

  • 2.

    Indien ouders bekostiging van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van een school die op grotere afstand van de woning is gelegen dan in artikel 10 of 14 is bepaald, terwijl één of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de woning zijn gelegen, ontstaat slechts aanspraak op bekostiging naar eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs, dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.

  • 3.

    Voor de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs uit cluster 4 bezoekt geldt als dichtstbijzijnde toegankelijke school, de school die door de commissie voor de indicatiestelling is geadviseerd. Dit is van toepassing zolang de leerling zijn woonplaats heeft in het gebied van het regionaal expertisecentrum waaraan voornoemde commissie is verbonden.

Artikel 4

Uitbetaling van de bekostiging

Het college bepaalt bij het verstrekken van de vervoerskosten de wijze en het tijdstip van de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de verstrekte bekostiging.

Artikel 5

Aanvraagprocedure

  • 1.

    Een aanvraag voor bekostiging van de vervoerskosten wordt gedaan door indiening bij het college van een volledig ingevuld en door de ouders ondertekend formulier, dan wel de instelling waar een leerling tijdelijk feitelijk verblijft, voorzien van de op het formulier vermelde gegevens.

  • 2.

    De aanvraag wordt, indien het een aanvraag voor het eerstvolgende schooljaar betreft, voor 1 juni voorafgaand aan dat schooljaar ingediend.

  • 3.

    Indien dit voor een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is, kan het college de ouders verzoeken aanvullende gegevens te verstrekken.

  • 4.

    Het college besluit over de aanvraag binnen 8 weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 5.

    Het college kan het in het voorgaande lid bedoelde besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het stelt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

  • 6.

    Indien een vervoersvoorziening wordt toegekend wordt deze getroffen:

    • a.

      met ingang van het nieuwe schooljaar indien de aanvraag voor 1 juni is ingediend;

    • b.

      met ingang van de door de ouders verzochte datum als het een aanvraag gedurende het schooljaar betreft, met dien verstande dat de datum waarop bekostiging wordt verstrekt niet ligt voor de datum van ontvangst van de aanvraag door het college. Bij deze aanvragen gelden de termijnen zoals genoemd in lid 4 en lid 5 van dit artikel.

Artikel 6

Doorgeven van wijzigingen

  • 1.

    De ouders zijn verplicht wijzigingen, die van invloed kunnen zijn op de verstrekte bekostiging van de vervoerskosten, onder vermelding van de datum van de wijziging, onverwijld schriftelijk mede te delen aan het college.

  • 2.

    Indien sprake is van een wijziging die van invloed is op de verstrekte bekostiging, vervalt de aanspraak op bekostiging en verstrekt het college al dan niet opnieuw bekostiging van de vervoerskosten.

  • 3.

    Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststellen, waardoor blijkt dat ten onrechte bekostiging is verstrekt, vervalt de aanspraak op bekostiging van de vervoerskosten terstond en verstrekt het college al dan niet opnieuw bekostiging van de vervoerskosten.

  • 4.

    Het college deelt zijn besluit schriftelijk mee aan de ouders. Ten onrechte genoten bekostiging kan van de ouders worden teruggevorderd, dan wel worden verrekend bij een eventuele nieuwe verstrekking van bekostiging.

Artikel 7

Peildatum leeftijd leerling

Voor de toekenning van een vergoeding op basis van artikel 11 is bepalend de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de vergoeding betrekking heeft.

Titel 2 BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN DE LEERLINGEN VAN SCHOLEN EN VOOR PRIMAIR ONDERWIJS (basisonderwijs en speciaal basisonderwijs)

Artikel 8

Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke speciale schoolvoor basisonderwijs in het samenwerkingsverband

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 wordt bekostiging verstrekt van de kosten van het vervoer over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en:

  • 1.

    de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is, of

  • 2.

    een andere speciale school voor basisonderwijs in het onder a. bedoelde samenwerkingsverband, indien het vervoer naar die school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen dan het vervoer naar de speciale school voor basisonderwijs, bedoeld onder a.

Artikel 9

Permanente commissie leerlingenzorg

  • 1.

    Het college neemt bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer de beslissing in acht van de permanente commissie leerlingenzorg over de toelating van de leerling op een speciale school voor basisonderwijs.

  • 2.

    Het college betrekt bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer eventuele adviezen van de permanente commissie leerlingenzorg en eventueel door het college gevraagde adviezen van andere deskundigen, die voor de beoordeling van de aanvraag van belang zijn.

Artikel 10

Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets

  • 1.

    Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan 6 km bedraagt.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Artikel 11

Permanente commissie leerlingenzorg

  • 1.

    Het college neemt bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer de beslissing in acht van de permanente commissie leerlingenzorg over de toelating van de leerling op een speciale school voor basisonderwijs.

  • 2.

    Het college betrekt bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer eventuele adviezen van de permanente commissie leerlingenzorg en eventueel door het college gevraagde adviezen van andere deskundigen, die voor de beoordeling van de aanvraag van belang zijn.

Artikel 10

Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets

  • 1.

    Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan 6 km bedraagt.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Artikel 11

Bekostiging van de kosten van vervoer ten behoeve van een begeleider

  • 1.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 10, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van één begeleider indien de leerling jonger dan 10 jaar is.

  • 2.

    Als de leerling de leeftijd van 10 jaar heeft bereikt dient door de ouders te worden aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig aan het openbaar vervoer deel te nemen of van de fiets gebruik te maken. Bij twijfel kan het college advies inwinnen van een onafhankelijk deskundige.

  • 3.

    Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 12

Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 10 en

  • a.

    de leerling met gebruikmaking van het openbaar vervoer naar school of terug meer dan een uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of

  • b.

    het openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Artikel 13

Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2.

    Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die één leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het derde lid;

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer.

  • 3.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

TITEL 3 BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN DE LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR (VOORGEZET) SPECIAAL ONDERWIJS,

Artikel 14

Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets

  • 1.

    Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school meer dan 6 km bedraagt.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets of bromfiets indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

Artikel 15

Commissie voor de begeleiding / Advies door deskundigen

  • 1.

    Indien het college de gevraagde voorziening ten behoeve van een leerling op een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of eventueel door het college gevraagde adviezen van andere deskundigen te betrekken. Het college kan daartoe zelf informatie inwinnen bij een onafhankelijk deskundige.

  • 2.

    Als de commissie voor de begeleiding binnen vier schoolweken na verzending van de adviesaanvraag geen advies heeft uitgebracht, wordt door het college het besluit genomen zonder het advies van de commissie voor de begeleiding.

Artikel 16

Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider

  • 1.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 14, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider indien door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling, gelet op zijn verstandelijke, zintuiglijke of lichamelijke handicap of leeftijd, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.

  • 2.

    Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van eventueel door het college gevraagde andere deskundigen te betrekken.

  • 3.

    Als de commissie voor de begeleiding binnen vier schoolweken na verzending van de adviesaanvraag geen advies heeft uitgebracht, wordt door het college het besluit genomen zonder het advies van de commissie voor de begeleiding.

  • 4.

    Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 17

Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

  • 1.

    Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 14, en:

    • a.

      de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap, niet in staat is - ook niet onder begeleiding - van het openbaar vervoer gebruik te maken, of:

    • b.

      de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug meer dan één uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of

    • c.

      het openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

  • 2.

    Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slecht gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie van onderzoek en eventueel het advies van andere deskundigen te betrekken.

  • 3.

    Als de commissie voor de begeleiding binnen vier schoolweken na verzending van de adviesaanvraag geen advies heeft uitgebracht, wordt door het college het besluit genomen zonder het advies van de commissie voor de begeleiding.

Artikel 18

Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2.

    Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die een leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien aanspraak zou bestaan op een vergoeding op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het derde lid;

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afge­leid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op een vergoeding van de kosten van aangepast vervoer.

  • 3.
    • Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets dan wel bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

Artikel 19

Bekostiging vervoerskosten

  • 1.

    Het college verstrekt eveneens bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, in het geval de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 14, indien het college van oordeel is dat de lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke handicap van de leerling dat vereist.

  • 2.

    Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het eventueel door het college gevraagde adviezen van andere deskundigen te betrekken.

TITEL 4 BEPALINGEN OMTRENT WEEKEINDE- EN VAKANTIEVERVOER

Artikel 20

Bekostiging kosten weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders

Het college bekostigt desgewenst de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze Titel.

Artikel 21

Bekostiging kosten weekeinde- en vakantievervoer

  • 1.

    Het college verstrekt aan de ouders bekostiging van de kosten van het weekeindevervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.

  • 2.

    Het college bekostigt de kosten van het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in het schoolplan van de school die de leerling bezoekt.

  • 3.

    Titel 3 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 15, artikel 16, tweede lid, artikel 17, eerste lid onder b, artikel 17, tweede lid, en artikel 19.

TITEL 5 EIGEN BIJDRAGE EN BEKOSTIGING NAAR FINANCIËLE DRAAGKRACHT

Artikel 22

Drempelbedrag

  • 1.

    Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan € 17.700, wordt slechts bekostiging verstrekt voor zover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over 6 kilometer te boven gaan.

  • 2.

    Ingeval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer doet verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over 6 kilometer, indien het inkomen van de ouders meer bedraagt van € 17.700.

  • 3.

    De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die op grond van de zone-indeling in de regeling die is gebaseerd op artikel 30, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000, voor de afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan.

  • 4.

    Het bedrag van € 17.700, genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1 januari 1999 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar, en afgerond op een veelvoud van € 450. Het aangepaste bedrag treedt in de plaats van het in het eerste lid en tweede lid genoemde bedrag van € 17.700.

  • 5.

    Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge Titel 6 een vervoersvoorziening is verstrekt.

Artikel 23

Financiële draagkracht

  • 1.

    Indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs of een school voor speciaal voortgezet onderwijs meer dan 20 km bedraagt, wordt de vastgestelde bekostiging verminderd met een van de financiële draagkracht van de ouders afhankelijk bedrag.

  • 2.

    Ingeval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs meer dan 20 km bedraagt, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.

  • 3.

    De hoogte van het bedrag als bedoeld in het eerste lid en de bijdrage als bedoeld in het tweede lid zijn afhankelijk van de hoogte van het gecorrigeerd verzamelinkomen van de ouders in de zijn van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 en bedragen:

  • 4.

    De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 1998 jaarlijks aangepast aan de wijzigingen die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 500.

  • 5.

    De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 1998 jaarlijks aangepast aan de wijzigingen die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 5.

  • 6.

    Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge Titel 6 een vervoersvoorziening is verstrekt.

Inkomen in € 

Eigen bijdrage in € 

0 – 28.500

Nihil

28.500 – 34.500

110

34.500 – 40.000

450

40.000 – 45.500

845

45.500 – 52.000

1.230

52.000 – 57.500

1.625

57.500 en verder

per elke extra 4.500: 395 erbij

TITEL 6 BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN GEHANDICAPTE LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR PRIMAIR ONDERWIJS EN VOORTGEZET ONDERWIJS

Artikel 24

Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding

  • 1.

    Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt en vanwege een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 8 in acht.

  • 2.

    Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen te betrekken. Als de permanente commissie leerlingenzorg of ambulant begeleider binnen vier schoolweken na verzending van de adviesaanvraag geen advies heeft uitgebracht, wordt door het college het besluit genomen zonder deze adviezen.

  • 3.

    Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

  • 4.

    In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

Artikel 25

Bekostiging op basis van kosten van aangepast vervoer

  • 1.

    Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt, indien:

  • a.

    de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is ook niet onder begeleiding van openbaar vervoer gebruik te maken. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 8 in acht, of:

  • b.

    aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 24 en de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan één uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:

  • c.

    aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 24 en openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

  • 2.

    Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen te betrekken.

  • 3.

    Als de permanente commissie leerlingenzorg binnen vier schoolweken na verzending van de adviesaanvraag geen adviesaanvraag heeft uitgebracht, wordt door het college het besluit genomen zonder de adviezen.

Artikel 26

Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2.

    Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die één leerling zelf vervoeren of laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het derde lid;

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometer vergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer.

  • 3.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets dan wel bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

Hoofdstuk TITEL 7   SLOTBEPALINGEN

Artikel 27

Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet

In gevallen die de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffen en waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 28

Afwijken van bepalingen

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zo nodig na advies te hebben gevraagd aan de commissie van onderzoek, de commissie voor de begeleiding, de regionale verwijzingscommissie of andere deskundigen.

Artikel 29

Intrekken oude regeling

De Verordening leerlingenvervoer gemeente Oegstgeest van 25 februari 2003 wordt ingetrokken.

Artikel 30

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2008 en wordt na vaststelling door de gemeenteraad gepubliceerd in de Oegstgeester Courant.

Artikel 31

Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening leerlingenvervoer gemeente Oegstgeest 2008.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 17 december 2008.
, voorzitter
, griffier