Regeling vervallen per 01-01-2017

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest houdende regels omtrent het fietsenplan voor medewerkers van de gemeente Regeling fietsenplan gemeente Oegstgeest

Geldend van 05-11-2016 t/m 31-12-2016 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest houdende regels omtrent het fietsenplan voor medewerkers van de gemeente Regeling fietsenplan gemeente Oegstgeest

Burgemeester en wethouders van de Gemeente Oegstgeest;

Gelet op artikel 160, eerste lid, sub c, van de Gemeentewet;

Gelet op de bereikte overeenstemming in het Georganiseerd Overleg;

Gelet op het bepaalde in Hoofdstuk 3 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) voor de sector gemeenten;

BESLUITEN:

vast te stellen de navolgende Regeling fietsenplan gemeente Oegstgeest.

1. Relatie met CAR/overige regelingen

De rechtspositionele grondslag voor de regeling wordt gevonden in de bepalingen in artikel 4a:3 1e en 2e lid van de CAR/UWO.

2. Doelgroep regeling

De bij de gemeente aangestelde medewerkers waarvoor de gemeente optreedt als inhoudingsplichtige voor de loonbelasting.

3. Doel van de regeling

Bieden van gunstige secundaire arbeidsvoorwaarden voor huidige en toekomstige medewerkers.

Bevordering gebruik milieuvriendelijk vervoer ten behoeve van woon-werkverkeer en dienstreizen.

4. Inhoud regeling

  • Er kan eens per drie jaren een fiets worden aangeschaft.

  • De fiets dient voor eigen gebruik te zijn bestemd.

  • De fiets dient meer dan de helft van de dagen waarop naar het werk wordt gereisd te worden gebruikt voor woon – werkverkeer; een gedeeltelijke reis, bijvoorbeeld van huis naar station v.v., past in het criterium woon – werkverkeer.

  • De cataloguswaarde van de aan te schaffen fiets mag maximaal € 749.-- inclusief BTW bedragen; meerkosten worden niet meegefinancierd en komen volledig voor rekening van de medewerker.

  • Meegefinancierd kunnen worden de kosten van fietsaccessoires en eenmalig de kosten van verzekering. De werkgever mag aan de werknemer bij elkaar voor maximaal € 82,-- per kalenderjaar onbelast vergoeden voor de fietsaccessoires na overlegging van een gespecificeerde rekening.

  • De aanschaffingen die in dit kader gedaan worden, worden door de gemeente voorgefinancierd.

  • Na het indienen van de aanvraag wordt het gehele bedrag via het salaris uitbetaald.

  • Aflossing van de schuld die als zodanig ontstaat, geschiedt door een inhouding op het bruto inkomen van de medewerker. Dit kan zijn het bruto maandloon maar ook het vanaf het moment van deelname op te bouwen vakantiegeld, eindejaarsuitkering en of andere incidentele bruto-betalingen.

  • Uitgangspunt is dat de schuld in een periode van 12 maanden door de medewerker wordt ingelost.

  • Bij tussentijdse beëindiging van het dienstverband wordt de resterende schuld in eens op het nettosalaris ingehouden.

  • Een medewerker die in het kader van deze regeling een fiets wenst aan te schaffen, dient met betrekking tot het eigen gebruik en het gebruik maken ten behoeve van het woon – werkverkeer, een eigen verklaring in te vullen; indien de Belastingdienst zich bij een controle op het standpunt mocht stellen dat het zakelijk gebruik niet, of niet voldoende aannemelijk is, is de gemeente gerechtigd om de daaruit voortvloeiende kosten op de medewerker te verhalen.

  • De gemeente maakt in het kader van deze regelingen geen afspraken met leveranciers; er worden dan ook geen kijkdagen of iets dergelijks georganiseerd; een medewerker dient zelf een leverancier in de arm te nemen en daarmee afspraken te maken.

  • De gemeente aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid met betrekking tot levering, deugdelijkheid, garantiebepalingen, enzovoort, van de in het kader van deze regeling aangeschafte zaken.

  • Medewerkers die van de regeling gebruik maken, dienen zich er van bewust te zijn dat hun bruto salaris tijdelijk wordt verlaagd en daarmee dus ook hun aanspraken op vakantiegeld, eindejaarsuitkering en in voorkomende gevallen de hoogte van een uitkering als ambtsjubileumgratificatie. Deze verlaging kan gevolgen hebben voor de pensioenverzekering, en voor een ww/wachtgeld- of arbeidsongeschiktheidsuitkering, indien zulks tijdens de periode van aflossing aan de orde zou zijn; in dat kader aanvaardt de gemeente geen enkele aansprakelijkheid; medewerkers worden daaromtrent geïnformeerd en zij dienen te verklaren dat zij van een en ander op de hoogte zijn gesteld.

5. Uitzonderingen

Voor medewerkers die gebruikmaken van de Regeling Fietsenplan geldt dat zij mogelijk eveneens rechthebbende zijn voor een vergoeding op grond van de regeling reiskosten woon-werkverkeer (zie verder aldaar).

6. Wie voert de regeling uit?

Servicepunt71 Service-eenheid HRM.

7. Wie beslist in onvoorziene gevallen?

Het college kan daar waar de regeling niet voorziet of kennelijk onredelijk uitwerkt afwijkend besluiten. Uitgangspunt daarbij zal steeds zijn dat e.e.a. geschiedt binnen de mogelijkheden zoals geboden worden in de Belastingwetgeving.

8. Ingangsdatum

Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2016.

Ondertekening

Aldus vastgesteld te Oegstgeest, op 18 oktober 2016.

Burgemeester en wethouders van Oegstgeest,

H.A. Leegstra E.R. Jaensch

secretaris burgemeester