Regeling vervallen per 01-04-2018

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest houdende regels omtrent een eenmalige tegemoetkoming bij stapeling zorgkosten Beleidsregels eenmalige tegemoetkoming stapeling zorgkosten Oegstgeest 2017

Geldend van 01-12-2017 t/m 31-03-2018

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest houdende regels omtrent een eenmalige tegemoetkoming bij stapeling zorgkosten Beleidsregels eenmalige tegemoetkoming stapeling zorgkosten Oegstgeest 2017

Het college van de gemeente Oegstgeest;

besluit:

Beleidsregels eenmalige tegemoetkoming stapeling zorgkosten Oegstgeest 2017

Artikel 1 Doelgroep

  • 1. Klanten met een inkomen tot 150% van de bijstandsnorm die in 2017 gebruik maken van de algemene voorziening huishoudelijke ondersteuning en niet vallen onder de categorie als bedoeld in het tweede lid.

  • 2. Deze regeling is niet van toepassing op klanten die op grond van de Beleidsregels inkomensondersteuning Participatiewet reeds bijzondere bijstand hebben ontvangen en het bedrag van de bijzondere bijstand hoger is dan de tegemoetkoming in artikel 2.

  • 3. Voor zover klanten als bedoeld in het tweede lid slechts gedeeltelijk in aanmerking zijn gekomen voor bijzondere bijstand en het bedrag lager is dan de tegemoetkoming in artikel 2, worden deze klanten gecompenseerd tot het bedrag in artikel 2.

Artikel 2 Hoogte tegemoetkoming

  • 1. De hoogte van de tegemoetkoming bedraagt maximaal € 360 per persoon of huishouden.

  • 2. Voor zover slechts een gedeelte van het jaar 2017 gebruik is gemaakt van de algemene voorziening huishoudelijke hulp, ontvangt de klant een tegemoetkoming naar rato, gerekend vanaf de eerste dag van de maand van ingang van de voorziening tot en met de laatste dag van de maand van einde van de voorziening.

  • 3. De tegemoetkoming wordt niet aangemerkt als inkomen en wordt dus niet gerekend tot de middelen bedoeld in artikel 31 van de Participatiewet.

Artikel 3 Peilmaand inkomen

De peilmaand voor de bepaling van de hoogte van het inkomen is in beginsel november 2017 of de maand voor de afloop van het gebruik van de algemene voorziening in 2017.

Artikel 4: Aanvraag en aanvraagtermijn

  • 1. Klanten kunnen een schriftelijke aanvraag indienen met het door de gemeente Oegstgeest beschikbaar gestelde aanvraagformulier.

  • 2. De aanvraagtermijn loopt tot 31 januari 2018. Aanvragen na die datum worden niet in behandeling genomen.

Artikel 5 Beoordeling

  • 1. De gemeente beoordeelt de aanvraag en stelt de belanghebbende zonodig in de gelegenheid om binnen twee weken aanvullende gegevens aan te leveren.

  • 2. De belanghebbende ontvangt een besluit met daarin de (gedeeltelijke) toekenning of afwijzing van de aanvraag.

Artikel 6 Uitbetaling

De tegemoetkoming wordt eenmalig en uiterlijk op 31 maart 2018 uitbetaald op de rekening van de klant.

Artikel 7 inwerkingtreding en intrekking

Deze beleidsregels treden in werking op 1 december 2017 en vervallen per 1 april 2018.

Artikel 8 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels eenmalige tegemoetkoming stapeling zorgkosten Oegstgeest 2017’.

Ondertekening

Deze beleidsregels treden in werking op 1 december 2017 en vervallen per 1 april 2018.

Aldus besloten in de vergadering van 31 oktober 2017,

Het College van Burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest,

De secretaris, H. Leegstra

De burgemeester, E.R. Jaensch

Algemene toelichting

Naar aanleiding van de aangenomen motie ‘eenmalige compensatie stapeling zorgkosten 2017’ is voorgesteld om eenmalig een compensatieregeling te treffen voor cliënten die in 2017 gebruik maken of hebben gemaakt van de algemene voorziening huishoudelijke ondersteuning. Uit regionaal onderzoek is gebleken dat met name klanten met een inkomen tussen 110-150% van de bijstandsnorm en die zowel gebruik maken van de algemene voorziening huishoudelijke ondersteuning als een maatwerkvoorziening onevenredig veel zorgkosten hebben. Zij betalen immers zowel een vaste eigen bijdrage voor de algemene voorziening als een op het inkomen gebaseerde eigen bijdrage voor de maatwerkvoorziening (stapeling van zorgkosten).

Klanten met een bijstandsuitkering of klanten die een beroep hebben gedaan op bijzondere bijstand krijgen al een (gedeeltelijke) compensatie aangeboden voor de eigen bijdrage voor de algemene voorziening. Mensen met een inkomen boven 150% worden in staat geacht om uit eigen middelen de hogere kosten te kunnen dragen.

Het college heeft naar aanleiding van de aangenomen motie besloten om met deze regeling eenmalig de bovengenoemde cliëntengroep in 2017 te compenseren. De regeling heeft een eenmalig karakter, aangezien met het besluit tot afschaffing van de algemene voorziening op 1 januari 2018 de extra zorgkosten komen te vervallen. Vanaf 1 januari 2018 wordt dan voor de huishoudelijke ondersteuning als maatwerkvoorziening via het CAK een eigen bijdrage geheven die afhankelijk is van het inkomen.

Artikelsgewijze toelichting

artikel 1

Voor de bepaling van de inkomensgrenzen wordt aangesloten bij de bijstandsnorm in 2017 als omschreven in de Participatiewet. In het kader van deze regeling gelden de volgende inkomensgrenzen (netto maandinkomen excl. vakantietoeslag), toegespitst op de woon- en leefsituatie. Om in aanmerking te komen voor de compensatieregeling dient het inkomen onder de inkomensgrens van 150% van de bijstandsnorm te zijn. Het vermogen wordt in deze regeling niet meegeteld.

Tot 150% van de bijstandsnorm

Leeftijd

Netto inkomensgrens

alleenstaande

tot AOW-leeftijd

€ 1.406

alleenstaande ouder

tot AOW-leeftijd

€ 1.406

gezin

tot AOW-leeftijd

€ 2.008

alleenstaande

vanaf AOW-leeftijd

€ 1.580

alleenstaande ouder

vanaf AOW-leeftijd

€ 1.580

gezin

vanaf AOW-leeftijd

€ 2.159

Het kan voorkomen dat een klant een beroep heeft gedaan op bijzondere bijstand, maar dat uit de draagkrachtberekening volgt dat de bijzondere bijstand lager is dan de tegemoetkoming in deze eenmalige regeling. Om die reden is in het derde lid opgenomen dat deze klanten worden gecompenseerd tot het vastgestelde bedrag in deze eenmalige regeling.

Artikel 2:

De tegemoetkoming is vastgesteld op € 360,-. Dit bedrag is gebaseerd op de volgende realistische aannames:

  • -

    op een tariefsbijdrage per klant met een algemene voorziening huishoudelijke ondersteuning per jaar van € 1260,- (op basis van een gemiddeld gebruik van 2 uur per week (=100 uur per jaar);

  • -

    indien sprake zou zijn geweest van een door het CAK berekende eigen bijdrage zoals van toepassing bij een maatwerkvoorziening, de eigen bijdrage per jaar minimaal €228,- bedraagt;

  • -

    daarmee het verschil tussen de tariefsbijdrage bij gemiddeld gebruik van de algemene voorziening en de minimale eigen bijdrage € 1032,- bedraagt;

  • -

    de voormalige Wtcg-korting op de eigen bijdrage 33% betrof;

  • -

    het toepassen van de voormalige Wtcg-korting op het bovengenoemde verschil in kosten bij gemiddeld gebruik ongeveer € 340,- bedraagt.

Het college heeft derhalve besloten om het bedrag vast te stellen op eenmalig €360,- per persoon/huishouden bij een gebruik van 12 maanden dan wel naar rato een gedeelte, gerekend vanaf de eerste dag van de maand van ingang van de voorziening tot en met de laatste dag van de maand van einde van de voorziening.

Om te voorkomen dat klanten met deze extra inkomsten onevenredig kunnen worden benadeeld voor eventuele voorzieningen vanuit de participatiewet, is de bepaling in het derde lid opgenomen.

Artikel 3:

Voor de peilmaand wordt in beginsel gebruikgemaakt van de maand november 2017. Mocht de voorziening reeds geëindigd zijn voor november 2017, kan hiervan worden afgeweken.

Artikel 4 en 5:

Gelet op de bekendmaking van deze regeling in het laatste kwartaal van 2017 en klanten in de gelegenheid moeten worden gesteld om de juiste gegevens aan te leveren, is gekozen om de aanvraagtermijn vast te stellen op 31 december 2017. Klanten kunnen dus tot 31 december 2017 gegevens aanleveren middels een door de gemeente beschikbaar gesteld formulier. Aangezien de klanten met een algemene voorziening in beeld zijn, ontvangen alle klanten persoonlijk een brief met een formulier. Mochten gegevens niet volledig zijn, dan krijgen klanten nog twee weken de gelegenheid om nadere gegevens aan te leveren.

Gelet op het feit dat de gemeente slechts een beperkte inkomenstoets verricht en uitvoeringslasten voor deze eenmalige regeling zoveel als mogelijk moeten worden beperkt, worden slechts de volgende verplichte bewijsstukken gehanteerd:

  • -

    Persoonsgegevens (naam, adres, telefoonnummer en rekeningnummer)

  • -

    Leefsituatie (ter bepaling van de inkomensgrens)

  • -

    Inkomen (loon, uitkering, evt. alimentatie)

  • -

    Verklaring dat formulier naar waarheid is ingevuld en ondertekening.

  • -

    Bewijsstukken (recente netto inkomensgegevens).

Artikel 6 t/m 8

Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.