Regeling vervallen per 13-06-2016

Verordening Burgerinitiatief gemeente Oisterwijk 2007

Geldend van 10-01-2008 t/m 12-06-2016

Intitulé

Verordening Burgerinitiatief gemeente Oisterwijk 2007

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    een burgerinitiatiefvoorstel: een voorstel van een initiatiefgerechtigde ter plaatsing op de agenda van de vergadering van de raad.

  • b.

    jeugdigen: initiatiefgerechtigden die op de dag van het indienen van een burgerinitiatiefvoorstel de leeftijd hebben van 16 tot en met 20 jaar.

  • c.

    kernen: Oisterwijk, Moergestel en Heukelom.

Artikel 2

  • 1.

    De raad plaatst een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van zijn vergadering, indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

  • 2.

    Ongeldig is het verzoek dat:

    • a)

      niet door ten minste 30 jeugdigen wordt ondersteund indien het burgerinitiatiefvoorstel uitsluitend betrekking heeft op jeugdigen, niet door tenminste 50 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund indien het burgerinitiatiefvoorstel uitsluitend betrekking heeft op één van de drie kernen en niet door tenminste 75 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund indien het burgerinitiatiefvoorstel betrekking heeft op andere dan de hiervoor bedoelde onderwerpen;

    • b)

      een onderwerp als bedoeld in artikel 4 van deze verordening bevat, of

    • c)

      niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5 van deze verordening.

Artikel 3

  • 1.

    Initiatiefgerechtigd zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, alsmede ingezetenen van de gemeente van zestien jaar en ouder die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad.

  • 2.

    Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

Artikel 4

Een burgerinitiatiefvoorstel heeft geen betrekking op:

  • a.

    een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

  • b.

    een vraag over het gemeentelijk beleid;

  • c.

    een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedragingvan de raad, het college of de burgemeester

  • d.

    een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van de raad, het college of de burgemeester,

  • e.

    een voorstel waarover tijdens de raadsperiode waarin indiening van het voorstel plaatsvindt door de raad een besluit is genomen, tenzij sprake is van omstandigheden die tot een ander besluit zouden hebben geleid, indien zij eerder bekend waren geweest.

Artikel 5

  • 1.

    Het verzoek ter plaatsing van een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad.

  • 2.

    Het verzoek bevat ten minste:

  • a.

    een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatiefvoorstel;

  • b.

    een toelichting op het burgerinitiatiefvoorstel;

  • c.

    de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de initiatiefgerechtigde die het verzoek indient en zijn plaatsvervanger, en

  • d.

    een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

  • 3.

    Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van een door de raad vastgesteld formulier.

Artikel 6

  • 1.

    De raad beslist in de eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het verzoek of het burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt geplaatst, met dien verstande dat ten minste twee weken is gelegen tussen de dag van indiening van het verzoek en de dag van de vergadering waarin de raad op het verzoek beslist.

  • 2.

    Indien de raad het verzoek afwijst wegens strijd met artikel 4, aanhef en onder a, van deze verordening, kan de raad het voorstel doorzenden aan het college.

  • 3.

    Indien de raad het verzoek toewijst, dan agendeert de voorzitter van de raad het burgerinitiatiefvoorstel voor de eerstvolgende vergadering van de raad.

  • 4.

    De voorzitter van de gemeenteraad nodigt de initiatiefgerechtigde die het verzoek heeft ingediend schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatiefvoorstel is geagendeerd. Deze initiatiefgerechtigde of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatiefvoorstel mondeling nader toe te lichten.

  • 5.

    Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatiefvoorstel een besluit heeft genomen, wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze.

  • 6.

    Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan de initiatiefgerechtigde die het verzoek heeft ingediend.

Artikel 7

De Raad brengt via het raadsjaarverslageen verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.

Artikel 8

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Burgerinitiatief gemeente Oisterwijk 2007’. Zij treedt in werking op 10 januari 2008.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oisterwijk op

20 december 2007

de griffier, de voorzitter,

mevr. P.G. van Wijk, drs. Y.C.Th.J. Kortmann.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

In deze verordening wordt gesproken over een “burgerinitiatiefvoorstel” voor de aanduiding van het voorstel dat door een burger bij de gemeenteraad kan worden ingediend. Burgers dienen daartoe een concreet voorstel op schrift te stellen. Om burgers te ondersteunen bij het op schrift stellen van een burgerinitiatiefvoorstel wordt door de raad een formulier vastgesteld dat digitaal beschikbaar is.

Omdat tijdens de meepraatavond op 27 september 2007 het wenselijk werd geacht verschillen aan te brengen in groepen burgers zijn in dit artikel omschrijvingen opgenomen van wat onder jeugdigden wordt verstaan en welke definitie wordt gehanteerd voor het begrip “kernen”.

Artikel 2

Uit dit artikel volgt dat de gemeenteraad een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van een raadsvergadering moet plaatsen, indien er sprake is van een geldig verzoek, ingediend door een initiatiefgerechtigde. De gemeenteraad zal in geval van een burgerinitiatief dus over het voorstel beraadslagen en vervolgens (eventueel gewijzigd) toe- of afwijzen.

Van een geldig verzoek is sprake als (a) het verzoek door ten minste 30 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund indien het een groep jeugdigen betreft die op de dag van indienen van het burgerinitiatiefvoorstel de leeftijd hebben van 16 tot en met 20 jaar; 50 initiatiefgerechtigden betreft die een voorstel indienen dat één van de kernen betreft en 75 initiatiefgerechtigden indien het een voorstel voor de gehele gemeente betreft;

(b) het onderwerp van het burgerinitiatiefvoorstel niet in artikel 4 is uitgezonderd en (c) aan de in artikel 5 gestelde procedurele voorwaarden wordt voldaan. In artikel 3 (zie hierna) wordt nader omschreven wanneer een persoon initiatiefgerechtigd is.

Over het vereiste dat het verzoek door ten minste 30 – 75 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund kan het volgende worden opgemerkt. Het burgerinitiatief biedt burgers de mogelijkheid om direct invloed uit te oefenen op de agenda van de gemeenteraad. Het is daarom een inbreuk op het uitgangspunt dat de raad zijn eigen agenda vaststelt. Dit is alleen gerechtvaardigd als het burgerinitiatiefvoorstel ook daadwerkelijk door een bepaald gedeelte van de bevolking wordt gedragen. De hoogte van de benodigde steun is zo gekozen dat – zonder verhinderend te zijn – toch een zekere garantie wordt geboden dat het desbetreffende verzoek gedragen wordt door een gedeelte van de bevolking. Ter wille van de duidelijkheid wordt hier niet gesproken over een percentage, maar van een absoluut minimum aantal initiatiefgerechtigden die het verzoek moeten ondersteunen.

Artikel 3

Vanuit de gedachte dat het burgerinitiatief een instrument is om burgers bij de besluitvorming van de raad te betrekken en die te beïnvloeden, ligt het voor de hand het initiatiefrecht toe te kennen aan kiesgerechtigden voor de gemeenteraadsverkiezingen. Wie kiesgerechtigd is, is vastgelegd in artikel B 3 van de Kieswet. Om ook uitdrukkelijk jongeren op deze wijze bij de politiek te betrekken wordt hier de categorie initiatiefgerechtigden uitgebreid door de leeftijd ten opzichte van de kiesgerechtigde leeftijd te verlagen naar zestien jaar. Voor de toetsing of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, lijkt het moment van indiening van het verzoek aangewezen. Het verzoek vindt immers formeel op dit moment plaats. Om te kunnen onderzoeken of op dat moment wordt voldaan aan de vereisten, zijn verschillende gegevens nodig. Welke dat zijn wordt geregeld in artikel 5 van de verordening.

Artikel 4

De beperkingen die dit artikel stelt aan de inhoud van een burgerinitiatiefvoorstel vloeien vooral voort uit doelmatigheidsoverwegingen. Het is bijvoorbeeld weinig efficiënt om de raad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover de raad uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft. Een ander argument voor deze uitzondering is, dat de afstand tussen burger en bestuur alleen maar zou worden vergroot als de burger na het doorlopen van de burgerinitiatiefprocedure te horen krijgt dat de raad niets met het burgerinitiatiefvoorstel kan doen, omdat hij er niet over gaat.

Een vraag over gemeentelijk beleid kan ook geen onderwerp van een burgerinitiatief zijn. Voor dit soort vragen staan de burger andere wegen open, zoals het spreekrecht in een commissie- of raadsvergadering of een spreekuur van een wethouder.

Om te voorkomen dat het burgerinitiatief andere procedures zoals de bezwaar- of de klacht-procedure doorkruist, wordt met het oog hierop bepaald dat het burgerinitiatiefvoorstel geen bezwaar tegen een genomen besluit of een klacht over een gedraging van de raad, het college en de burgemeester kan inhouden. Hiervoor heeft de burger andere wegen.

Het is evenmin de bedoeling dat voorstellen die eerder in de raad aan de orde zijn geweest binnen de raadperiode opnieuw onderwerp van bespreking worden als gevolg van een burgerinitiatief. Dit zou de besluitvorming in de raad te zeer kunnen frustreren. Alleen wanneer er sprake is van omstandigheden die tot een ander besluit zouden hebben geleid, indien zij eerder bekend waren geweest, is een burgerinitiatiefvoorstel mogelijk. In dat geval dient het burgerinitiatiefvoorstel aan te geven welke “onbekende” omstandigheden het indienen van het voorstel rechtvaardigen.

Artikel 5

Omdat de burgemeester de voorzitter van de raad is, ligt het voor de hand om het burger-initiatiefvoorstel bij hem te laten indienen. Aan het verzoek zal een aantal minimumvereisten gesteld moeten worden. Het is uit praktische overwegingen zoals uniformiteit, overzichtelijkheid en duidelijkheid raadzaam indiening van een burgerinitiatiefvoorstel plaats te laten vinden door een door de raad vastgesteld standaardformulier. Op dit formulier zal de initiatiefgerechtigde die het verzoek indient naast het voorstel plus toelichting, in ieder geval zijn personalia en die van zijn plaatsvervanger moeten aangeven. Ook de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen zullen uiteraard vermeld moeten worden. Om fraude met namen te voorkomen kan naar personalia gevraagd worden als adressen en geboortedata. Met name dat laatste gegeven kan niet aan openbare bronnen als telefoonboeken worden ontleend. De lijst met namen wordt daarom vergeleken met het GBA bestand.

Op grond van deze gegevens kan de gemeente onderzoeken of het verzoek de steun van voldoende daartoe gerechtigde personen heeft.

Artikel 6

De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de raad zijn voorstel spoedig toetst aan de vereisten en een besluit neemt over de behandeling. Hierin voorziet het eerste lid. Het gaat erom een termijn te kiezen die niet te lang is, maar ook niet zo kort dat ze onvoldoende is om het voorstel te kunnen controleren. Verzoeken waarover de raad niet bevoegd is, kan de raad doorzenden naar het college. Dat zal met name gebeuren als het college wel bevoegd is.

Met het vierde tot en met zesde lid worden vooral waarborgen gecreëerd voor transparantie bij de afhandeling van een burgerinitiatiefvoorstel door de raad. Op grond van het zesde lid wordt de initiatiefgerechtigde die het verzoek heeft ingediend altijd schriftelijk meegedeeld wat er met het ingediende voorstel gebeurt. Dat kan dus een mededeling dat het verzoek wordt afgewezen of een inhoudelijk besluit zijn. Wordt het verzoek tot plaatsing van het burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad door de raad afgewezen, dan is er sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) waartegen bezwaar en beroep openstaan. Besluit de raad het burgerinitiatiefvoorstel te agenderen, dan is er sprake van een voorbereidingsbeslissing die niet vatbaar is voor bezwaar of beroep (artikel 6:3 Awb). Afhankelijk van de inhoud van de beslissing op het initiatiefvoorstel zelf, zal er sprake zijn van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht die vatbaar is voor bezwaar en beroep. Zo zal bijvoorbeeld bezwaar en beroep openstaan indien de raad naar aanleiding van het burgerinitiatiefvoorstel besluit een subsidie toe te kennen voor een bepaald project. Een ander voorbeeld is het besluit om een verordening op bepaalde punten aan te passen. Tegen een dergelijk besluit staan geen bezwaar en beroep bij de rechter open (artikel 8:2 Awb).

Er is in deze bepalingen voor gekozen in het midden te laten hoe de raad verder met het burgerinitiatiefvoorstel omgaat. Het ligt wel voor de hand dat de raad beslist over het te volgen traject, maar dat een besluit over een burgerinitiatiefvoorstel in een raadscommissie inhoudelijk wordt voorbereid. Ook kan de raad van mening zijn dat nader onderzoek moet worden gedaan.

Artikel 7

In deze bepaling wordt de Raad verplicht om jaarlijks een verslag uit te brengen over het burgerinitiatief. Hierbij valt te denken aan getalsmatige gegevens (aantal ingediende, aantal toegewezen en aantal afgewezen burgerinitiatiefvoorstellen), alsmede aan een beknopt overzicht van de inhoud van de burgerinitiatiefvoorstellen, de besluiten van de raad op de burgerinitiatiefvoorstellen en de motivatie op grond waarvan de raad tot deze besluiten is gekomen.

Artikel 8

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Formulier: Verzoek burgerinitiatiefvoorstel

Ondergetekende verzoekt hierbij het volgende voorstel/onderwerp op de agenda van de gemeenteraad te plaatsen:

.......................................................................................................................................................

.......................................................................................................................................................

.......................................................................................................................................................

.......................................................................................................................................................

.......................................................................................................................................................

.......................................................................................................................................................

Toelichting op voorstel/onderwerp:

.......................................................................................................................................................

.......................................................................................................................................................

.......................................................................................................................................................

.......................................................................................................................................................

.......................................................................................................................................................

.......................................................................................................................................................

.......................................................................................................................................................

.......................................................................................................................................................

Naam: .......................................................................................................................................................

Eerste voornaam en verdere voorletters: ....................................................................................................

Geboortedatum: ..........................................................................................................................................

Adres: ..........................................................................................................................................................

Postcode: ................................... Woonplaats: ...........................................................................................

Handtekening:

Plaatsvervanger:

Naam: .......................................................................................................................................................

Eerste voornaam en verdere voorletters: ....................................................................................................

Geboortedatum: ..........................................................................................................................................

Adres: .......................................................................................................................................................

Postcode: ................................... Woonplaats:..........................................................................................

Handtekening:

Het verzoek gaat vergezeld van een lijst met de namen, adressen, geboortedata en handtekeningen van .............. initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

Bijlage : Ondersteuningsverklaringen burgerinitiatiefvoorstel

Ondergetekenden verklaren hierbij het verzoek tot het plaatsen van het volgende onderwerp/voorstel op de agenda van de gemeenteraad te ondersteunen:

.......................................................................................................................................................

.......................................................................................................................................................

.......................................................................................................................................................

.......................................................................................................................................................

.......................................................................................................................................................

.......................................................................................................................................................

Naam, eerste voornaam en voorletters

Adres

Geboortedatum

Handtekening

enz.

Toelichting

Boven aan de lijst dient het voorstel/onderwerp van het burgerinitiatief dat wordt ondersteund te worden opgenomen in dezelfde bewoordingen als op het verzoek tot indiening van een initiatiefvoorstel. Indien meer dan één vel nodig is voor gegevens van ondersteuners van het burgerinitiatief dient boven aan elk vel het voorstel/onderwerp te worden herhaald in dezelfde bewoordingen.

Bevoegd tot ondersteuning van een burgerinitiatief zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de gemeenteraad en inwoners van de gemeente van zestien en zeventien jaar die vanaf hun achttiende jaar aan de gemeenteraadsverkiezingen zullen mogen deelnemen als ze dan nog in de gemeente wonen.

Toelichting voor de verzoeker

Iedereen die kiesgerechtigd is voor de verkiezing van de gemeenteraad en inwoners van de gemeente van zestien en zeventien jaar die vanaf hun achttiende jaar aan de gemeenteraadsverkiezingen zullen mogen deelnemen als ze dan nog in de gemeente wonen, kunnen een verzoek doen om een voorstel/onderwerp op de agenda van de raadsvergadering te plaatsen. Zij zijn initiatiefgerechtigd.

Het zogenaamde burgerinitiatiefvoorstel moet worden ondersteund door ten minste .... initiatiefgerechtigden. Hiervoor is een fomrulier vastgesteld. Het op het formulier voor het verzoek opgenomen voorstel wordt in dezelfde bewoordingen opgenomen boven aan het formulier met ondersteuningsverklaringen.

Het burgerinitiatiefvoorstel mag niet inhouden:

  • a.

    een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

  • b.

    een vraag over het gemeentelijk beleid;

  • c.

    een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van de raad, het college of de burgemeester;

  • d.

    een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van de raad, het college of de burgemeester, of

  • e.

    een voorstel waarover tijdens de raadsperiode waarin indiening van het voorstel plaatsvindt door de raad een besluit is genomen, tenzij sprake is van omstandigheden die tot een ander besluit zouden hebben geleid, indien zij eerder bekend waren geweest.

  • e.

    een onderwerp waarover minder dan … voor indiening van het burgerinitiatiefvoorstel door de raad een besluit is genomen.