Regeling vervallen per 01-01-2016

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgelijke stand 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2015

Intitulé

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand van de gemeente Oisterwijk 2015

Het college,

gelet op het reglement houdende bepalingen ten aanzien van de ambtenaren van de burgerlijke stand, de buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand en de openstelling van het bureau van de burgerlijke stand, kortweg “Reglement op de burgerlijke stand” genoemd, zoals vastgesteld in de vergadering van het college d.d. 18 november 2008;

gelet op de instemming van de Ondernemingsraad d.d. 12 januari 2015;

besluit

vast te stellen de:

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand van de gemeente Oisterwijk 2015

Artikel 1 - Begrippen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    buitengewoon ambtenaar: de bezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, zoals bedoeld in het Reglement op de burgerlijke stand

  • b.

    CAR/UWO: de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Oisterwijk

Artikel 2 – Aanstelling

  • 1. Aanstelling geschiedt in vaste dienst of in tijdelijke dienst voor bepaalde tijd.

  • 2. Een aanstelling voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege.

  • 3. Het dienstverband eindigt op de dag waarop de AOW-leeftijd wordt bereikt.

  • 4. Bij goed functioneren kan de buitengewoon ambtenaar, na het bereiken van de AOW-leeftijd, steeds worden benoemd in tijdelijke dienst voor de bepaalde tijd van één jaar.

Artikel 3 – Bezoldiging

  • 1. De buitengewoon ambtenaar ontvangt een bezoldiging in de vorm van een vergoeding per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap, gelijk aan 3,75 maal het uurloon behorende bij het maximum van salarisschaal 8 van de Bezoldigingsregeling genoemd in hoofdstuk 3 van de CAR/UWO. Voor het voltrekken van een administratief huwelijk of geregistreerd partnerschap bedraagt de vergoeding 2 maal het uurloon behorende bij het maximum van schaal 8.

  • 2. De vergoeding bedoeld in het eerste lid wordt opgehoogd met het percentage van de

    • a.

      vakantietoelage van artikel 6:3, tweede lid van de CAR/UWO

    • b.

      eindejaarsuitkering van artikel 3:6 van de CAR/UWO.

  • 3. Voor het niet genieten van het verlof als bedoeld in hoofdstuk 6 van de CAR/UWO, wordt een vergoeding toegekend van 11,3% van de vergoeding, genoemd in het eerste lid.

  • 4. Voor huwelijken op zaterdag of zondag wordt een toelage toegekend van respectievelijk 12 en 19% van de vergoeding, genoemd in het eerste lid.

Artikel 4 – Aanspraken bij ziekte

  • 1. Bij ziekte van de buitengewoon ambtenaar jonger dan 65 jaar zijn de artikelen 7:1 tot en met 7:3 (definities, begeleiding en recht op bezoldiging bij ziekte), 7:9 tot en met 7:14 (verplichtingen en sancties) en 7:19 tot en met 7:21 (samenloop doorbetaling bezoldiging en uitkering) van de CAR/UWO van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Voor toepassing van dit artikel wordt onder bezoldiging verstaan: het gemiddelde van het totaal aan vergoedingen bedoeld in artikel 3, over de 12 maanden onmiddellijk voorafgaande aan de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar. Voor zover de ambtenaar op deze datum zijn betrekking nog geen 12 maanden heeft vervuld, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand is toegekend over de periode waarin hij in dienst is.

  • 3. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar verstaan: de dag waarop de ambtenaar is aangewezen om een huwelijk of geregistreerd partnerschap te voltrekken, waarvoor hij wegens ziekte is verhinderd.

  • 4. Het college kan nadere regels stellen.

Artikel 5 – Ontslag en schorsing

  • 1. Ontslag kan worden verleend overeenkomstig de artikelen 8:1 (op verzoek), 8:2 en 8:2a (na ouderdomspensioen), 8:3 (reorganisatie), 8:4 (arbeidsongeschiktheid), 8:6 (onbekwaamheid of ongeschiktheid), 8:7 en 8:8 (overige ontslaggronden), 8:11 (FPU), 8:12 en 8:12:1 (van rechtswege en tussentijds ontslag uit tijdelijke aanstelling) en 8:13 (disciplinaire straf) van de CAR/UWO.

  • 2. Schorsing van de buitengewoon ambtenaar vindt plaats overeenkomstig artikel 8:15:1 en 8:15:2 van de CAR/UWO.

Artikel 6 – Overige rechten en verplichtingen

De artikelen 15:1, 15:1b tot en met 15:1g (verplichtingen rond integriteit), 15:1:12 (vergoeding schade), 15:1:15 (beoordeling), 15:1:16 (dienstkleding), 15:1:19 (verbod betreden arbeidsterrein), 15:1:20 (infectieziekten), 15:1:22 (reis- en verblijfskosten), 15:1:23 tot en met 15:1:25 (vergoeding schade) en 15:2 (klokkenluiders) van de CAR/UWO zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 – Plichtsverzuim

De buitengewoon ambtenaar die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens schuldig maakt aan plichtsverzuim, kan disciplinair worden gestraft, overeenkomstig hoofdstuk 16 van de CAR/UWO.

Artikel 8 - Onvoorzien

Het college kan, voor zover nodig in individuele gevallen, in afwijking van de bij of krachtens deze regeling gestelde regels besluiten, indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven.

Artikel 9 – Inwerkingtreding regeling

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Rechtspositieregeling van de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand van de gemeente Oisterwijk 2015” en treedt in werking op 1 januari 2015 onder gelijktijdige intrekking van de “Rechtspositieregeling van de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Oisterwijk 2011” zoals vastgesteld op 1 november 2011.

Oisterwijk, 27 januari 2015

het college,

de secretaris, de burgemeester,

Ineke Depmann, Hans Janssen