Regeling vervallen per 31-12-2016

Regeling subsidie basisstructuur gemeente Oisterwijk 2016

Geldend van 01-10-2015 t/m 30-12-2016

Intitulé

Regeling subsidie basisstructuur gemeente Oisterwijk 2016

Regelingsubsidie

basisstructuur

gemeente Oisterwijk 2016

Datum vaststelling

15 september 2015

Datum publicatie

Datum inwerkingtreding

1 oktober 2015

Geldigheidsduur

Kalenderjaar 2016

Juridische grondslag

Algemene subsidieverordening gemeente Oisterwijk 2014

Type subsidie

Artikel 2, lid 2 onder a, activiteitensubsidie

Gerelateerde stukken / beleid

beleidsnota ‘Vertrouwen en Verbinden’

Kostenplaats

6620150

Kenmerk

GC15-02673 – 2015I10539

Informatie

013 – 529 13 11

WAT WILLEN WE BEREIKEN?

Wij willen dat inwoners van de gemeente Oisterwijk zelfstandige burgers zijn, die actief deel uitmaken van de samenleving en zowel sociaal als economisch zelfredzaam zijn. Wij gaan daarbij uit van eigen kracht van de inwoners, hun netwerk en de omgeving. Waar nodig willen we activiteiten die gericht zijn op het versterken van de eigen kracht van de inwoners en hun netwerk stimuleren. Ook de actieve burgers worden uitgenodigd om hier een rol in te spelen. Uitgangspunt is dat iedere burger een talent heeft en iets zou kunnen betekenen voor een ander.

Op 29 september 2011 ging de raad akkoord met de Wmo nota 2012 – 2015 ‘Vertrouwen en Verbinden’ en de daarin gestelde doelstellingen en speerpunten.

Met ingang van 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor jeugdhulp, zorg, begeleiding en voor de participatie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dit betekent dat de ondersteuning en zorg anders georganiseerd wordt. Voor organisaties die bij de uitvoering van activiteiten daarmee te maken krijgen bevat deze regeling specifieke criteria.

Inwoners zullen, doordat ze meer op zoek zullen gaan naar antwoorden op hun ondersteuningsvragen in hun eigen, directe omgeving, een zwaarder beroep gaan doen op de voorzieningen en diensten in de basisstructuur. De extramuralisering van de zorg, waarbij ouderen en mensen met een beperking langer thuis blijven wonen voordat zij naar een intramurale zorgvoorziening kunnen, versterkt dit effect nog meer.

Op grond van deze regeling worden middelen beschikbaar gesteld voor het ondersteunen en uitvoeren van activiteiten voor mensen met een beperking, ouderen, vrijwilligers, mantelzorgers en groepen bewoners in buurten en wijken. Ook worden middelen beschikbaar gesteld voor het versterken van de basisstructuur.

Artikel 1

Wie kan subsidie aanvragen?

  • a.

    Een subsidie kan worden aangevraagd door een natuurlijk persoon of een rechtspersoon. Een subsidie op grond van deze regeling kan alleen worden aangevraagd door een rechtspersoon.

  • b.

    In deze regeling wordt onder een rechtspersoon verstaan:

    • 1.

      een organisatie die binnen de gemeente activiteiten aanbiedt of uitvoert op het terrein van het welzijnswerk, vrijwilligerswerk, zorg, participatie, opbouwwerk en maatschappelijke ondersteuning

Artikel 2

Waarvoor wordt een subsidie verleend?

1

Tijdvak subsidie

Een subsidie kan worden aangevraagd voor een kalenderjaar, een boekjaar of voor een incidentele activiteit. Een subsidie op grond van deze regeling kan alleen worden aangevraagd voor een kalenderjaar en/of voor een incidentele activiteit.

2

Activiteiten

Subsidie wordt verleend voor:

  • a.

    laagdrempelige sociale, culturele en sportieve activiteiten gericht op ontmoeting, ondersteuning en toeleiding naar vrijetijdsaanbieders voor mensen met een verstandelijke, lichamelijke, psychosociale of psychiatrische beperking

  • b.

    activiteiten gericht op het voorkomen van overbelasting van mantelzorgers, door middel van:

    • a.

      het aanbieden van respijtzorg

    • b.

      het bieden van beleidsmatige ondersteuning en afstemming van netwerken

    • c.

      het bieden van complexere (systeem) begeleiding

    • d.

      het uitvoeren van een Steunpunt Mantelzorg

    • e.

      het uitvoeren van de Dag van de mantelzorg

    • f.

      het uitvoeren van mantelzorgactiviteiten

  • c.

    activiteiten gericht op het ondersteunen van mensen met dementie en hun cliëntsysteem

  • d.

    activiteiten gericht op het ondersteunen van kwetsbare ouderen en vrijwilligers, door middel van:

    • a.

      ondersteuning van de pilot “Buurtgenoten” en het “Platform kwetsbare burgers” en werkgroepen die daar onder vallen

    • b.

      ondersteuning aan ouderenorganisaties en vrijwilligers en hun netwerken

    • c.

      het bijdragen aan het ontwikkelen van voorlichtingsmateriaal over wonen, welzijn en zorg in de gemeente Oisterwijk

    • d.

      beleidsmatige ondersteuning op het gebied van ouderenwerk, preventie en Dementievriendelijke gemeente Oisterwijk

    • e.

      het geven van informatie en doorverwijzen bij verzoeken om individuele verzoeken van ouderen om ondersteuning

    • f.

      het stimuleren van wijk- en/of buurtgerichte activiteiten voor (kwetsbare) ouderen gericht op ontmoeting

    • g.

      het coördineren van activiteiten van gekwalificeerde vrijwilligers die bij kwetsbare ouderen huisbezoeken afleggen (bv. buurtgenoten, welzijnsbezoekers, netwerkcoaches)

  • e.

    activiteiten gericht op het werven en begeleiden van vrijwilligers en het ontwikkelen van ondersteuningsstructuren voor vrijwilligers, door middel van het uitvoeren van:

    • a.

      het project “Oisterwijk DOET”, inhoudende het bemiddelen van bijstandsgerechtigden naar vrijwilligerswerk, het coördineren en stimuleren van deelname van organisaties aan “NL Doet”, het ondersteunen van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties alsmede het verzorgen van informatie

    • b.

      het project “KLUS&DIENST” inhoudende het bijeen brengen van vraag en aanbod van klussen ten behoeve van inwoners in de gemeente van 65 jaar en ouder of mensen met een beperking door het werven van bijstandsgerechtigden en vrijwilligers en daarnaast het verstrekken van vouchers

    • c.

      het project “thuisadministratie”, inhoudende het met behulp van vrijwilligers ondersteunen inwoners bij het onderhouden van hun thuisadministratie en hulp bij een juist en optimaal gebruik van wet- en regelgeving

  • f.

    activiteiten in het kader van opbouwwerk door middel van:

    • a.

      het ondersteunen van kwetsbare groepen bij het opzetten of onderhouden van netwerken en/of het organiseren van activiteiten

    • b.

      het uitvoeren van initiatieven “Buurt aan Z!”, “Buurt aan Z+!”, “Oisterwijk aan Z” en “Groen en schoon” en het daarvoor actief benaderen van inwoners uit de wijk of buurt

    • c.

      het waar nodig deelnemen aan en uitvoeren van activiteiten van de brede schoolnetwerken

    • d.

      ondersteunen van besturen en vrijwilligers van wijkcentra

  • g.

    activiteiten op het gebied van kort- en langdurige vormen van hulp, informatie en advies op het gebied van relaties, wonen, werk, geld, onderwijs, anti-discriminatie, gezondheid en verslaving aan jeugdigen, volwassen, ouderen en gezinnen in de gemeente Oisterwijk.

  • h.

    impuls activiteiten gericht op het versterken van de basisstructuur door middel van:

    • a.

      het versterken van de eigen kracht, het sociaal netwerk of onderlinge steunsystemen van inwoners

    • b.

      het bijdragen aan een laagdrempelige daginvulling van (kwetsbare) inwoners, waardoor zij meer in staat zijn om zelf oplossingen voor hun ondersteuningsvraag te vinden

    • c.

      wijk- en/of buurtinitiatieven die de leefbaarheid en sociale samenhang in de wijken en/of buurten versterken

3

Subsidieplafond

Voor het subsidie is een plafond vastgesteld van € 600.310.

4

Opbouw van het subsidieplafond

a.Het subsidie voor incidentele activiteiten is als volgt opgebouwd:

Activiteit

Subsidiebedrag in €

Artikel 2, lid 2, onder h

Impuls versterken basisstructuur

met een maximum van € 25.075 per activiteit

100.600

b.Het subsidie voor een kalenderjaar is als volgt opgebouwd:

Activiteit

Subsidiebedrag in €

Artikel 2, lid 2,onder a

Ondersteunen mensen met beperking

6.635

Artikel 2, lid 2,onder b, a

Respijtzorg

78.785

Artikel 2, lid 2,onder b, b

Ondersteuning, afstemming en begeleiding

8.165

Artikel 2, lid 2,onder b, c, f

Steunpunt mantelzorg

50.080

Artikel 2, lid 2, onder c

Dementieconsulent

77.795

Artikel 2, lid 2,onder d

Ouderenwerk

42.390

Artikel 2, lid 2,onder e

Vrijwilligerswerk

52.125

Artikel 2, lid 2,onder f

Opbouwwerk

45.775

Artikel 2, lid 2,onder g

Juridische ehbo

3.880

Artikel 2, lid 2,onder g

Slachtofferhulp

3.525

Artikel 2, lid 2,onder g

Preventieve verslavingszorg

11.230

Artikel 2, lid 2,onder g

Ondersteuning van huurders

4.595

Artikel 2, lid 2,onder g

Maatschappelijke begeleiding van vluchtelingen

97.400

Artikel 2, lid 2,onder g

Instandhouden netwerk AED

7.655

Artikel 2, lid 2,onder g

Voorziening anti-discriminatie

8.675

5

Wat zijn de verdelingsregels?

  • a.

    Verlening van subsidie van aanvragen die daarvoor in aanmerking komen en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van een rangschikking, totdat het voor de uitvoering van de activiteiten vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • b.

    Bij de rangschikking van de aanvragen worden punten toegekend aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal:

1

De mate waarin de uit te voeren activiteiten bijdragen aan de doelstellingen van het subsidie

40

2

De mate waarin de uit te voeren activiteiten bijdragen aan het vergroten van de eigen kracht en de maatschappelijke participatie van burgers en de kracht van de samenleving versterken

30

3

De mate waarin een organisatie met beroepskrachten meewerkt aan de uitvoering van het inrichtingsplan voor het sociaal team en gebruik maakt van het door de gemeente beschikbaar te stellen instrumentarium

30

4

De mate waarin een organisatie met vrijwilligers de deelname van vrijwilligers aan trainingen bevordert om ondersteuningsvragen van burgers te herkennen en door te verwijzen

30

6

Begrotingsvoorbehoud

Een subsidie ten laste van de gemeentelijke begroting die nog niet door de gemeenteraad is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende geld ter beschikking wordt gesteld.

7

Indexering

Het bedrag van het subsidieplafond is geïndexeerd volgens de indexering van de algemene uitkering uit het gemeentefonds, die de gemeente over het betreffende subsidietijdvak ontvangt van het rijk. De indexering wordt toegepast met inachtneming van het in het vorige lid gemaakte voorbehoud.

Artikel 3

Wat zijn de criteria voor subsidieverlening?

1

Wanneer een aanvraag om subsidieverlening indienen?

  • a.

    Een aanvraag om subsidieverlening die betrekking heeft op een kalenderjaar moet worden ingediend vóór 1 november voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • b.

    Een aanvraag om subsidieverlening die betrekking heeft op een boekjaar moet worden ingediend 12 weken voorafgaand aan het boekjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • c.

    Een overige aanvrage om subsidieverlening moet worden ingediend 12 weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteit(en) waarvoor het subsidie wordt aangevraagd.

2

Hoe een aanvraag om subsidieverlening indienen?

  • a.

    Voor het indienen van een aanvraag om subsidieverlening moet gebruik worden gemaakt van het subsidieportaal mét e-Herkenning.

  • b.

    Een aanvraag om subsidieverlening die is ingediend op of ná de in artikel 3, lid 1 genoemde termijnen wordt niet in behandeling genomen.

3

Wat zijn de algemene criteria voor subsidieverlening?

  • a.

    Bij het indienen van een aanvraag om subsidieverlening dient een activiteitenplan te worden overgelegd, in welk activiteitenplan de aanvrager in elk geval beschrijft:

  • 1.

    De activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd

  • 2.

    De doelen en resultaten en hoe deze bijdragen aan het vergroten en behouden van zelfredzaamheid en participatie van burgers volgens de treden van zelfredzaamheid in de resultaatgebieden zoals beschreven in de bijlage van deze regeling

  • b.

    Bij het indienen van een aanvraag om subsidieverlening dient een begroting te worden overgelegd, in welke begroting de aanvrager in elk geval beschrijft:

  • 1.

    De begroting van en dekkingsplan voor de kosten van deze activiteiten

  • 2.

    Bij derden aangevraagde subsidies en/of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten

  • c.

    Het subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijke kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van in artikel 2 genoemde activiteiten die resteren ná aftrek van bijdragen van derden.

4

Wat zijn de specifieke criteria voor subsidieverlening?

In het activiteitenplan wordt tevens beschreven hoe wordt voldaan aan de navolgende specifieke criteria voor het subsidie:

  • a.

    de activiteiten van de organisatie zijn er op gericht dat de eigen kracht en de maatschappelijke participatie van (kwetsbare) burgers wordt vergroot, de kracht van de samenleving wordt versterkt en de vraag naar specialistische zorg en/of ondersteuning wordt voorkomen of verminderd

  • b.

    bij de uitvoering van de activiteiten werkt de organisatie samen met andere organisaties, netwerken en burgerinitiatieven waardoor een impuls wordt gegeven aan de samenwerking in de meest brede zin van het woord tussen burgers, organisaties, netwerken, bedrijfsleven en/of gemeente

  • c.

    de organisatie verleent medewerking aan een gemeentelijke monitor en verstrekt daartoe de gevraagde informatie

  • d.

    de organisatie draagt zorg voor een proactieve houding van zijn medewerkers en de vrijwilligers die zij inzetten. De medewerkers beschikken over de nodige competenties om ondersteuningsvragen van burgers op een vraaggerichte integrale manier op te pakken, stemmen af met het informele netwerk en/of met het sociaal team en maken hiervan gebruik van het regionaal ontwikkeld instrumentarium

  • e.

    van de organisatie die voor de uitvoering van de activiteiten vrijwilligers inzet, wordt verwacht dat zij de deelname van vrijwilligers aan trainingen bevordert om ondersteuningsvragen van burgers te herkennen en actief op te nemen

  • f.

    de organisatie voert zijn activiteiten uit met inachtneming van de geldende gedragsregels, werkwijzen en/of wettelijke vereisten

  • g.

    de activiteiten van de organisatie zijn algemeen toegankelijk en worden laagdrempelig en via meerdere kanalen aangeboden

  • h.

    voor het subsidie van incidentele activiteiten impuls versterken van de basisstructuur geldt verder:

    a.de activiteiten hebben een vernieuwend karakter en komen niet reeds op grond van een andere subsidieregeling door of vanwege de gemeente voor subsidie in aanmerking

5

Wanneer wordt op een aanvraag om subsidieverlening beslist?

  • a.

    Op een volledig ingediende aanvraag om subsidieverlening als genoemd in artikel 3, lid 1 onder a wordt uiterlijk beslist op 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend.

  • b.

    Op een volledig ingediende aanvraag om subsidieverlening als genoemd in artikel 3, lid 1 onder b en c wordt uiterlijk beslist binnen 12 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

6

Wat houdt het besluit tot subsidieverlening in?

  • a.

    De beslissing tot subsidieverlening houdt in:

  • 1.

    de hoogte van het bedrag van subsidieverlening

  • 2.

    de activiteit(en) waarvoor de subsidieverlening plaatsvindt

  • 3.

    de periode gedurende welke subsidie wordt verleend

  • 4.

    de eventueel aan de subsidieverlening te verbinden verplichtingen

  • b.

    De beslissing tot subsidieverlening kan tevens inhouden de beslissing tot subsidievaststelling, indien het bedrag van de subsidieverlening niet méér bedraagt dan € 5.000.

  • c.

    De beslissing tot subsidieverlening houdt tevens de beslissing in tot het betaalbaar stellen van een voorschot tot maximaal het bedrag van de subsidieverlening. Indien de beslissing tot subsidieverlening tevens inhoudt de beslissing tot subsidievaststelling is het bedrag van het voorschot gelijk aan het bedrag van de subsidieverlening.

Artikel 4

Wat zijn de criteria voor subsidievaststelling?

1

Wanneer een aanvraag om subsidievaststelling indienen?

  • a.

    Een aanvraag om subsidievaststelling die betrekking heeft op een kalenderjaar moet worden ingediend vóór 1 april volgend op het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • b.

    Een aanvraag om subsidievaststelling die betrekking heeft op een boekjaar moet worden ingediend binnen 12 weken na afloop van het boekjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • c.

    Een overige aanvrage om subsidievaststelling moet worden ingediend binnen 12 weken nadat de activiteit(en) waarvoor de subsidie is verleend is (zijn) uitgevoerd.

  • d.

    Indien de beslissing tot subsidieverlening tevens de beslissing tot subsidievaststelling inhoudt dient met inachtneming van de in lid a, b en c genoemde termijnen, de uitvoering van de activiteit te worden gemeld.

2

Hoe een aanvraag om subsidievaststelling indienen?

Voor het indienen van een aanvraag om subsidievaststelling of een melding moet gebruik worden gemaakt van het subsidieportaal mét e-Herkenning.

3

Waar wordt een aanvraag om subsidievaststelling aan getoetst?

  • a.

    Een aanvraag om subsidievaststelling wordt, bij bedragen van subsidieverlening tot en met € 5.000, getoetst aan:

  • 1.

    in hoeverre de activiteit(en) waarvoor subsidie is verleend is (zijn) uitgevoerd en

  • 2.

    indien van toepassing, is voldaan aan de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen

  • b.

    Een aanvraag om subsidievaststelling wordt, bij bedragen van subsidieverlening van € 5.001 tot en met € 50.000, getoetst aan:

  • 1.

    een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de activiteit(en) waarvoor subsidie is verleend is (zijn) uitgevoerd en

  • 2.

    indien van toepassing, is voldaan aan de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen

  • c.

    Een aanvraag om subsidievaststelling wordt, bij bedragen van subsidieverlening van méér dan € 50.000, getoetst aan:

  • 1.

    een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de activiteit(en) waarvoor subsidie is verleend is (zijn) uitgevoerd

  • 2.

    een financieel verslag of jaarrekening van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten

  • 3.

    een balans en toelichting van het betreffende tijdvak waarover subsidieverlening heeft plaatsgevonden

  • 4.

    een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijk accountant en

  • 5.

    indien van toepassing, is voldaan aan de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen

4

Wanneer wordt op een aanvraag om subsidievaststelling beslist?

Op een volledig ingediende aanvraag om subsidievaststelling wordt uiterlijk beslist binnen 12 weken nadat de aanvraag is ingediend.

5

Wat houdt het besluit tot subsidievaststelling in?

Een besluit tot subsidievaststelling houdt in:

  • 1.

    indien de beslissing tot subsidieverlening tevens de beslissing tot subsidievaststelling inhoudt en is aangetoond dat is voldaan aan de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen, dat het subsidie ambtshalve wordt vastgesteld op het bedrag van de subsidieverlening

  • 2.

    indien uit de aanvraag om subsidievaststelling blijkt dat is voldaan aan de in artikel 4, lid 3 onder a, b of c, gestelde voorwaarden

  • 1.

    de hoogte van het bedrag van subsidievaststelling

  • 2.

    het bedrag en de termijn van het te verrekenen voorschot

Bijlage als genoemd in artikel 3, lid 3, a onder 2 bij Regeling subsidie basisstructuur gemeente Oisterwijk 2016

Resultaatgebied

Trede 1:

acute problematiek

Trede 2:

niet zelfredzaam

Trede 3:

beperkt zelfredzaam

Trede 4:

voldoende zelfredzaam

Trede 5:

volledig zelfredzaam

Sociaal netwerk

Geen (noodzakelijke steun van het) netwerk

Door een blijvende in de burger gelegen oorzaak niet in staat om zelfstandig een sociaal netwerk te onderhouden dat ondersteunend is bij maatschappelijke participatie.

Door een op te lossen omstandigheid en/of in een burger gelegen oorzaak tijdelijk niet in staat om zelfstandig een sociaal netwerk te onderhouden dat ondersteunend is bij maatschappelijke participatie. Er is enige steun vanuit ondersteunend netwerk.

In staat om een sociaal netwerk op te bouwen en te onderhouden dat voldoende steun biedt om in trede 5 te komen.

Burger heeft een sociaal netwerk, dat ondersteunend is bij maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid, en kan dit onderhouden.

Huisvesting

Dakloos

Burger heeft wel huisvesting maar die huisvesting is onveilig, vervuild, ongezond en/of past niet bij de beperking die iemand heeft. Burger kan de woning niet betalen. Uithuiszetting dreigt. Burger heeft huisvesting op een plaats waar deze persoon niet gewenst is.

Veilige en stabiele huisvesting maar slechts beperkt toereikend, in onderhuur en/of geen autonome huisvesting. In staat om met ondersteuning het huishouden op orde te houden.

Veilige en toereikende huisvestiging, regulier (huur)contract gedeeltelijke autonome huisvesting. Het huishouden wordt zelfstandig op orde gehouden.

Veilige en toereikende huisvestiging, regulier (huur)contract en autonome huisvesting.

Financiële situatie

Geen inkomsten (ook niet vanuit systeem), hoge en groeiende schulden.

Onvoldoende inkomsten en ongepast uitgavepatroon. Groeiende schulden.

Inkomen komt aan basisbehoeften tegemoet, en/of er is een gepast uitgavepatroon, eventuele schulden zijn stabiel, en/of er is bewindvoering/inkomens-beheer.

Inkomen komt aan basisbehoeften tegemoet zonder uitkering. Schulden worden zelf beheerd en deze verminderen.

Inkomen ruim voldoende, goed financieel beheer, mogelijkheid om te sparen.

Thuissituatie (zonder kinderen)

Sprake van huiselijk geweld, seksueel of verbaal geweld of verwaarlozing. Huisgenoten worden bedreigd in hun welzijn of ontwikkeling.

Dreiging van onveilige situatie, zoals huiselijk geweld of verbaal geweld.

Huisgenoten erkennen problemen en proberen negatief gedrag te veranderen. Huisgenoten hebben ondersteuning nodig om dit te doen.

Relationele problemen tussen huisgenoten zijn niet (meer) aanwezig.

Communicatie tussen huisgenoten is consistent open. Huisgenoten ondersteunen elkaar. Er wordt geleefd in een gezonde leefomgeving.

Opvoed- en opgroeisituatie vanuit perspectief ouders/verzorgers (in aanvulling op thuissituatie).

In aanvulling op ‘thuissituatie’: sprake van kindermishandeling. Ouders zijn niet in staat te zorgen voor een veilige situatie voor hun kinderen. Kinderen worden bedreigd in hun welzijn en/of ontwikkeling.

Door een blijvende in de burger gelegen oorzaak niet in staat om zelfstandig een klimaat te scheppen waarin kinderen zichzelf veilig kunnen ontwikkelen en ontplooien. Dreiging van kindermishandeling.

Door een op te lossen omstandigheid en/of in een burger gelegen oorzaak tijdelijk niet in staat om zelfstandig een klimaat te scheppen waarin kinderen zichzelf veilig kunnen ontwikkelen en ontplooien.

In staat om een veilig klimaat te kunnen scheppen waarin kinderen zichzelf kunnen ontwikkelen en ontplooien.

Er is een veilig klimaat waarin kinderen zichzelf kunnen ontwikkelen en ontplooien.

Opvoed- en opgroeisituatie vanuit perspectief kind (in aanvulling op thuissituatie).

Vormt een gevaar vorm zichzelf en/of anderen.

Door een blijvende in het kind gelegen oorzaak niet in staat om zich zelfstandig te kunnen ontwikkelen en ontplooien.

Door een op te lossen omstandigheid en/of in een klant gelegen oorzaak tijdelijk niet in staat om zich te zelfstandig kunnen ontplooien en ontwikkelen.

In staat om zich te kunnen ontplooien en ontwikkelen.

Kind ontplooit en ontwikkelt zich op een gezonde manier.

Mantelzorgonder-steuning (vanuit perspectief mantelzorger)

Overbelast en daardoor niet in staat om mantelzorg te verlenen

Niet in staat om balans aan te brengen in draaglast en draagkracht

Door een op te lossen omstandigheid en/of in mantelzorger gelegen oorzaak tijdelijk niet in staat om balans aan te brengen in draaglast en draagkracht.

Burger is in staat om balans aan te brengen maar loopt risico op overbelasting.

De draaglast staat in de juiste verhouding tot de draagkracht.

Daginvulling (de wijze waarop iemand zijn dagen invult zoals (vrijwilligers)werk, school) en participeert in de samenleving.

Combinatie van geen zinvolle daginvulling en veroorzaken overlast. Geen participatie door crisissituatie in overlevingsmodus.

Geen daginvulling maar geen overlast. Gebrek aan motivatie om te kunnen deelnemen. Gebrek aan vaardigheden om te kunnen deelnemen.

Niet in staat om zelfstandig te komen tot een zinvolle en passende daginvulling. Door een op te lossen omstandigheid en/of in een klant gelegen oorzaak tijdelijk niet in staat om te participeren.

In staat om zelfstandig te komen tot een zinvolle en passende daginvulling.

Iemand heeft een zinvolle daginvulling