Regeling vervallen per 31-12-2016

Regeling subsidie leefbaarheid gemeente Oisterwijk 2016

Geldend van 01-10-2015 t/m 30-12-2016

Intitulé

Regeling subsidie leefbaarheid gemeente Oisterwijk 2016

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

Regeling subsidie

leefbaarheid

gemeente Oisterwijk 2016

Datum vaststelling

15 september 2015

Datum publicatie

Datum inwerkingtreding

1 oktober 2015

Geldigheidsduur

Kalenderjaar 2016

Juridische grondslag

Algemene subsidieverordening gemeente Oisterwijk 2014

Type subsidie

Artikel 2, lid 2 onder a, activiteitensubsidie

Gerelateerde stukken / beleid

Nota Vertrouwen en Verbinden

Oisterwijk aan Z!

Kostenplaatsen

6620130

Kenmerk

GC15-02673 – 2015I10548

Informatie

013 – 529 13 11

WAT WILLEN WE BEREIKEN?

Wij willen dat inwoners van de gemeente Oisterwijk zelfstandige burgers zijn, die actief deel uitmaken van de samenleving en zowel sociaal als economisch zelfredzaam zijn. Wij gaan daarbij uit van eigen kracht van de inwoners, hun netwerk en de omgeving. Waar nodig willen we activiteiten die gericht zijn op het versterken van de eigen kracht van de inwoners en hun netwerk stimuleren. Ook de actieve burgers worden uitgenodigd om hier een rol in te spelen. Uitgangspunt is dat iedere burger een talent heeft en iets zou kunnen betekenen voor een ander.

Op 29 september 2011 ging de raad akkoord met de Wmo nota 2012 – 2015 ‘Vertrouwen en Verbinden’ en de daarin gestelde doelstellingen en speerpunten.

Met ingang van 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor jeugdhulp, zorg, begeleiding en voor de participatie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dit betekent dat de ondersteuning en zorg anders georganiseerd wordt. Voor organisaties die bij de uitvoering van activiteiten daarmee te maken krijgen bevat deze regeling specifieke criteria.

Op grond van deze regeling worden middelen beschikbaar gesteld voor het uitvoeren van activiteiten voor het bevorderen van de leefbaarheid en sociale samenhang (de mate waarop mensen op elkaar betrokken zijn in wijken en buurten).

Artikel 1

Wie kan subsidie aanvragen?

  • a.

    Een subsidie kan worden aangevraagd door een natuurlijk persoon of een rechtspersoon. Een subsidie op grond van deze regeling kan alleen worden aangevraagd door een rechtspersoon.

  • b.

    In deze regeling wordt onder een rechtspersoon verstaan:

    • 1.

      in de gemeente gevestigde organisaties van dorps-, wijk- of buurt(advies)raden met wie de gemeente een convenant getekend heeft;

    • 2.

      in de gemeente gevestigde organisaties die door de gemeente gesubsidieerde wijkcentra of cultureel centrum den Bogaard beheren, Inlooppunt Oisterwijk, die voor hun activiteiten hiervan gebruik maken;

    • 3.

      in de gemeente gevestigde organisaties die specifieke “Buurt aan Z! en Buurt aan Z!+” activiteiten faciliteren.

Artikel 2

Waarvoor wordt een subsidie verleend?

1

Tijdvak subsidie

Een subsidie kan worden aangevraagd voor een kalenderjaar, een boekjaar of voor een incidentele activiteit. Een subsidie op grond van deze regeling kan worden aangevraagd voor een kalenderjaar en/of voor een incidentele activiteit.

2

Activiteiten

Subsidie wordt verleend voor het uitvoeren van activiteiten gericht op het verhogen van leefbaarheid in kernen, wijken en buurten die bijdragen aan het vergroten van sociale contacten in de kern, wijk en buurt.

3

Subsidieplafond

Voor het subsidie is een plafond vastgesteld van € 25.855.

4

Opbouw van het subsidieplafond

a.Het subsidie voor incidentele activiteiten is als volgt opgebouwd:

Organisatie

Activiteit

Subsidiebedrag in €

Artikel 1, onder b, 1 en 2

Activiteiten van dorps-, wijk-, buurt(advies)raad en wijkcentra met een maximum van € 500 per activiteit

11.850

b.Het subsidie voor een kalenderjaar is als volgt opgebouwd:

Organisatie

Activiteit

Subsidiebedrag in €

Artikel 1, onder b, 1

Organisatie van de dorps-, wijk-, buurt(advies)raad met een maximum van € 1.000 per organisatie

3.000

Artikel 1, onder b, 3

Activiteiten “Buurt aan Z!+”

11.005

5a

Wat zijn de verdelingsregels voor een activiteit?

  • a.

    Verlening van subsidie van aanvragen die daarvoor in aanmerking komen en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening, totdat het voor de uitvoering van de activiteiten vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • b.

    Indien de aanvrager de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvulling is ingediend.

5b

Wat zijn de verdelingsregels voor een kalenderjaar?

  • a.

    Verlening van subsidie van aanvragen die daarvoor in aanmerking komen en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van een rangschikking, totdat het voor de uitvoering van de activiteiten vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • b.

    Bij de rangschikking van de aanvragen worden punten toegekend aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal:

1

De mate waarin de uit te voeren activiteiten bijdragen aan de doelstellingen van het subsidie

40

2

De mate waarin de uit te voeren activiteiten bijdragen aan het vergroten van de eigen kracht en de maatschappelijke participatie van burgers en de kracht van de samenleving versterken

30

3

De mate waarin een organisatie met beroepskrachten meewerkt aan de uitvoering van het inrichtingsplan voor het sociaal team en gebruik maakt van het door de gemeente beschikbaar te stellen instrumentarium

30

4

De mate waarin een organisatie met vrijwilligers de deelname van vrijwilligers aan trainingen bevordert om ondersteuningsvragen van burgers te herkennen en door te verwijzen

30

6

Begrotingsvoorbehoud

Een subsidie ten laste van de gemeentelijke begroting die nog niet door de gemeenteraad is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende geld ter beschikking wordt gesteld.

7

Indexering

Het bedrag van het subsidieplafond is geïndexeerd volgens de indexering van de algemene uitkering uit het gemeentefonds, die de gemeente over het betreffende subsidietijdvak ontvangt van het rijk. De indexering wordt toegepast met inachtneming van het in het vorige lid gemaakte voorbehoud.

Artikel 3

Wat zijn de criteria voor subsidieverlening?

1

Wanneer een aanvraag om subsidieverlening indienen?

  • a.

    Een aanvraag om subsidieverlening die betrekking heeft op een kalenderjaar moet worden ingediend vóór 1 november voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • b.

    Een aanvraag om subsidieverlening die betrekking heeft op een boekjaar moet worden ingediend 12 weken voorafgaand aan het boekjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • c.

    Een overige aanvrage om subsidieverlening moet worden ingediend 12 weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteit(en) waarvoor het subsidie wordt aangevraagd.

2

Hoe een aanvraag om subsidieverlening indienen?

  • a.

    Voor het indienen van een aanvraag om subsidieverlening moet gebruik worden gemaakt van het subsidieportaal mét e-Herkenning.

  • b.

    Een aanvraag om subsidieverlening die is ingediend op of ná de in artikel 3, lid 1 genoemde termijnen wordt niet in behandeling genomen.

3

Wat zijn de algemene criteria voor subsidieverlening?

  • a.

    Bij het indienen van een aanvraag om subsidieverlening dient een activiteitenplan te worden overgelegd, in welk activiteitenplan de aanvrager in elk geval beschrijft:

    • 1.

      de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    • 2.

      de doelen en resultaten en hoe deze bijdragen aan het vergroten en behouden van zelfredzaamheid en participatie van burgers volgens de treden van zelfredzaamheid in de resultaatgebieden zoals beschreven in de bijlage van deze regeling

  • b.

    Bij het indienen van een aanvraag om subsidieverlening dient een begroting te worden overgelegd, in welke begroting de aanvrager in elk geval beschrijft:

    • 1.

      de begroting van en dekkingsplan voor de kosten van deze activiteiten;

    • 2.

      bij derden aangevraagde subsidies en/of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten.

  • c.

    Het subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijke kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van in artikel 2 genoemde activiteiten die resteren ná aftrek van bijdragen van derden.

  • d.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen de kosten van activiteiten met een éénmalig karakter en de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen en materiële investeringen

4

Wat zijn de specifieke criteria voor subsidieverlening?

In het activiteitenplan wordt tevens beschreven hoe wordt voldaan aan de navolgende specifieke criteria voor het subsidie:

  • a.

    de activiteiten van de organisatie zijn er op gericht dat de eigen kracht en de maatschappelijke participatie van (kwetsbare) burgers wordt vergroot, de kracht van de samenleving wordt versterkt en de vraag naar specialistische zorg en/of ondersteuning wordt voorkomen of verminderd

  • b.

    bij de uitvoering van de activiteiten werkt de organisatie samen met andere organisaties, netwerken en burgerinitiatieven waardoor een impuls wordt gegeven aan de samenwerking in de meest brede zin van het woord tussen burgers, organisaties, netwerken, bedrijfsleven en/of gemeente

  • c.

    de organisatie verleent medewerking aan een gemeentelijke monitor en verstrekt daartoe de gevraagde informatie

  • d.

    de organisatie draagt zorg voor een proactieve houding van zijn medewerkers en de vrijwilligers die zij inzetten. De medewerkers beschikken over de nodige competenties om ondersteuningsvragen van burgers op een vraaggerichte integrale manier op te pakken, stemmen af met het informele netwerk en/of met het sociaal team en maken hiervan gebruik van het regionaal ontwikkeld instrumentarium

  • e.

    van de organisatie die voor de uitvoering van de activiteiten vrijwilligers inzet, wordt verwacht dat zij de deelname van vrijwilligers aan trainingen bevordert om ondersteuningsvragen van burgers te herkennen en actief op te nemen

  • f.

    de organisatie voert zijn activiteiten uit met inachtneming van de geldende gedragsregels, werkwijzen en/of wettelijke vereisten

  • g.

    de activiteiten van de organisatie zijn algemeen toegankelijk en worden laagdrempelig en via meerdere kanalen aangeboden

  • h.

    de organisatie onderzoekt stelselmatig de behoeften die bij de bewoners leven. Indien de organisatie alleen maar faciliteert zijn de kosten van de activiteiten die daarmee verband houden niet subsidiabel.

  • i.

    voor het subsidie voor activiteiten van dorps-, wijk-, buurt(advies)raad geldt verder:

  • a.

    de organisatie organiseert minimaal 3 activiteiten per jaar voor alle wijk- of buurtbewoners

  • b.

    de organisatie maakt voor het bekend maken van zijn activiteiten gebruik van lokale communicatiekanalen

  • c.

    de organisatie maakt voor het uitvoeren van zijn activiteiten gebruik van één van de hierna te noemen accommodaties: Ontmoetingscentrum de Coppele, Wijkcentrum de Waterhoef, Wijkorganisatie Pannenschuur, Trefcentrum de Bunders of Cultureel centrum den Boogaard.

  • j.

    voor het subsidie voor activiteiten van wijkcentra en/of buurtverenigingen geldt verder:

  • a.

    de organisatie maakt voor het uitvoeren van zijn activiteiten gebruik van één van de hierna te noemen accommodaties: Ontmoetingscentrum de Coppele, Wijkcentrum de Waterhoef, Wijkorganisatie Pannenschuur, Trefcentrum de Bunders of Cultureel centrum den Boogaard.

  • b.

    voor het subsidie voor het kalenderjaar voor activiteiten “Buurt aan Z!” en “Buurt aan Z!+”geldt verder:

    1.“Buurt aan Z!”

wijk- en dorpsbewoners of andere organisaties kunnen een bedrag van maximaal € 250,- krijgen voor uitvoering van een zelfbedacht initiatief dat bijdraagt aan de vergroting van leefbaarheid of sociale samenhang in hun leefomgeving. Een aanvraag komt van een buurt met een aantal straten, waarbij de beoordeling per buurt plaats vindt. Het bedrag wordt jaarlijkse afgebouwd Het eerste jaar krijgt de buurt de maximale bijdrage van €250,-. Het tweede jaar krijgt de buurt de helft van de maximale bijdrage van €125,-. Vanaf de derde keer dat de buurt mee wilt doen, ontvangen zij geen bijdrage.

2.“Buurt aan Z!+”

Op grond van “Buurt aan Z!+” kan aan bewoners uit een aandachtsbuurt of een buurt met een lage sociale cohesie een bedrag van maximaal € 500 worden verleend voor de uitvoering van een initiatief dat bijdraagt aan de vergroting van leefbaarheid of sociale samenhang in hun leefomgeving.

5

Wanneer wordt op een aanvraag om subsidieverlening beslist?

  • a.

    Op een volledig ingediende aanvraag om subsidieverlening als genoemd in artikel 3, lid 1 onder a wordt uiterlijk beslist op 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend.

  • b.

    Op een volledig ingediende aanvraag om subsidieverlening als genoemd in artikel 3, lid 1 onder b en c wordt uiterlijk beslist binnen 12 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

6

Wat houdt het besluit tot subsidieverlening in?

  • a.

    De beslissing tot subsidieverlening houdt in:

    • 1.

      de hoogte van het bedrag van subsidieverlening

    • 2.

      de activiteit(en) waarvoor de subsidieverlening plaatsvindt

    • 3.

      de periode gedurende welke subsidie wordt verleend

    • 4.

      de eventueel aan de subsidieverlening te verbinden verplichtingen

  • b.

    De beslissing tot subsidieverlening kan tevens inhouden de beslissing tot subsidievaststelling, indien het bedrag van de subsidieverlening niet méér bedraagt dan € 5.000.

  • c.

    De beslissing tot subsidieverlening houdt tevens de beslissing in tot het betaalbaar stellen van een voorschot tot maximaal het bedrag van de subsidieverlening. Indien de beslissing tot subsidieverlening tevens inhoudt de beslissing tot subsidievaststelling is het bedrag van het voorschot gelijk aan het bedrag van de subsidieverlening.

Artikel 4

Wat zijn de criteria voor subsidievaststelling?

1

Wanneer een aanvraag om subsidievaststelling indienen?

  • a.

    Een aanvraag om subsidievaststelling die betrekking heeft op een kalenderjaar moet worden ingediend vóór 1 april volgend op het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • b.

    Een aanvraag om subsidievaststelling die betrekking heeft op een boekjaar moet worden ingediend binnen 12 weken na afloop van het boekjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • c.

    Een overige aanvrage om subsidievaststelling moet worden ingediend binnen 12 weken nadat de activiteit(en) waarvoor de subsidie is verleend is (zijn) uitgevoerd.

  • d.

    Indien de beslissing tot subsidieverlening tevens de beslissing tot subsidievaststelling inhoudt dient met inachtneming van de in lid a, b en c genoemde termijnen, de uitvoering van de activiteit te worden gemeld.

2

Hoe een aanvraag om subsidievaststelling indienen?

Voor het indienen van een aanvraag om subsidievaststelling of een melding moet gebruik worden gemaakt van het subsidieportaal mét e-Herkenning.

3

Waar wordt een aanvraag om subsidievaststelling aan getoetst?

  • a.

    Een aanvraag om subsidievaststelling wordt, bij bedragen van subsidieverlening tot en met € 5.000, getoetst aan:

    • 1.

      in hoeverre de activiteit(en) waarvoor subsidie is verleend is (zijn) uitgevoerd en

    • 2.

      indien van toepassing, is voldaan aan de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen

  • b.

    Een aanvraag om subsidievaststelling wordt, bij bedragen van subsidieverlening van € 5.001 tot en met € 50.000, getoetst aan:

    • 1.

      een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de activiteit(en) waarvoor subsidie is verleend is (zijn) uitgevoerd en

    • 2.

      indien van toepassing, is voldaan aan de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen

  • c.

    Een aanvraag om subsidievaststelling wordt, bij bedragen van subsidieverlening van méér dan € 50.000, getoetst aan:

    • 1.

      een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de activiteit(en) waarvoor subsidie is verleend is (zijn) uitgevoerd

    • 2.

      een financieel verslag of jaarrekening van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten

    • 3.

      een balans en toelichting van het betreffende tijdvak waarover subsidieverlening heeft plaatsgevonden

    • 4.

      een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijk accountant en

    • 5.

      indien van toepassing, is voldaan aan de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen

4

Wanneer wordt op een aanvraag om subsidievaststelling beslist?

Op een volledig ingediende aanvraag om subsidievaststelling wordt uiterlijk beslist binnen 12 weken nadat de aanvraag is ingediend.

5

Wat houdt het besluit tot subsidievaststelling in?

Een besluit tot subsidievaststelling houdt in:

  • 1.

    indien de beslissing tot subsidieverlening tevens de beslissing tot subsidievaststelling inhoudt en is aangetoond dat is voldaan aan de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen, dat het subsidie ambtshalve wordt vastgesteld op het bedrag van de subsidieverlening

  • 2.

    indien uit de aanvraag om subsidievaststelling blijkt dat is voldaan aan de in artikel 4, lid 3 onder a, b of c, gestelde voorwaarden

  • 1.

    de hoogte van het bedrag van subsidievaststelling

  • 2.

    het bedrag en de termijn van het te verrekenen voorschot

Bijlage als genoemd in artikel 3, lid 3, a onder 2 bij Regeling subsidie leefbaarheid gemeente Oisterwijk 2016

Resultaatgebied

Trede 1:

acute problematiek

Trede 2:

niet zelfredzaam

Trede 3:

beperkt zelfredzaam

Trede 4:

voldoende zelfredzaam

Trede 5:

volledig zelfredzaam

Sociaal netwerk

Geen (noodzakelijke steun van het) netwerk

Door een blijvende in de burger gelegen oorzaak niet in staat om zelfstandig een sociaal netwerk te onderhouden dat ondersteunend is bij maatschappelijke participatie.

Door een op te lossen omstandigheid en/of in een burger gelegen oorzaak tijdelijk niet in staat om zelfstandig een sociaal netwerk te onderhouden dat ondersteunend is bij maatschappelijke participatie. Er is enige steun vanuit ondersteunend netwerk.

In staat om een sociaal netwerk op te bouwen en te onderhouden dat voldoende steun biedt om in trede 5 te komen.

Burger heeft een sociaal netwerk, dat ondersteunend is bij maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid, en kan dit onderhouden.

Huisvesting

Dakloos

Burger heeft wel huisvesting maar die huisvesting is onveilig, vervuild, ongezond en/of past niet bij de beperking die iemand heeft. Burger kan de woning niet betalen. Uithuiszetting dreigt. Burger heeft huisvesting op een plaats waar deze persoon niet gewenst is.

Veilige en stabiele huisvesting maar slechts beperkt toereikend, in onderhuur en/of geen autonome huisvesting. In staat om met ondersteuning het huishouden op orde te houden.

Veilige en toereikende huisvestiging, regulier (huur)contract gedeeltelijke autonome huisvesting. Het huishouden wordt zelfstandig op orde gehouden.

Veilige en toereikende huisvestiging, regulier (huur)contract en autonome huisvesting.

Financiële situatie

Geen inkomsten (ook niet vanuit systeem), hoge en groeiende schulden.

Onvoldoende inkomsten en ongepast uitgavepatroon. Groeiende schulden.

Inkomen komt aan basisbehoeften tegemoet, en/of er is een gepast uitgavepatroon, eventuele schulden zijn stabiel, en/of er is bewindvoering/inkomens-beheer.

Inkomen komt aan basisbehoeften tegemoet zonder uitkering. Schulden worden zelf beheerd en deze verminderen.

Inkomen ruim voldoende, goed financieel beheer, mogelijkheid om te sparen.

Thuissituatie (zonder kinderen)

Sprake van huiselijk geweld, seksueel of verbaal geweld of verwaarlozing. Huisgenoten worden bedreigd in hun welzijn of ontwikkeling.

Dreiging van onveilige situatie, zoals huiselijk geweld of verbaal geweld.

Huisgenoten erkennen problemen en proberen negatief gedrag te veranderen. Huisgenoten hebben ondersteuning nodig om dit te doen.

Relationele problemen tussen huisgenoten zijn niet (meer) aanwezig.

Communicatie tussen huisgenoten is consistent open. Huisgenoten ondersteunen elkaar. Er wordt geleefd in een gezonde leefomgeving.

Opvoed- en opgroeisituatie vanuit perspectief ouders/verzorgers (in aanvulling op thuissituatie).

In aanvulling op ‘thuissituatie’: sprake van kindermishandeling. Ouders zijn niet in staat te zorgen voor een veilige situatie voor hun kinderen. Kinderen worden bedreigd in hun welzijn en/of ontwikkeling.

Door een blijvende in de burger gelegen oorzaak niet in staat om zelfstandig een klimaat te scheppen waarin kinderen zichzelf veilig kunnen ontwikkelen en ontplooien. Dreiging van kindermishandeling.

Door een op te lossen omstandigheid en/of in een burger gelegen oorzaak tijdelijk niet in staat om zelfstandig een klimaat te scheppen waarin kinderen zichzelf veilig kunnen ontwikkelen en ontplooien.

In staat om een veilig klimaat te kunnen scheppen waarin kinderen zichzelf kunnen ontwikkelen en ontplooien.

Er is een veilig klimaat waarin kinderen zichzelf kunnen ontwikkelen en ontplooien.

Opvoed- en opgroeisituatie vanuit perspectief kind (in aanvulling op thuissituatie).

Vormt een gevaar vorm zichzelf en/of anderen.

Door een blijvende in het kind gelegen oorzaak niet in staat om zich zelfstandig te kunnen ontwikkelen en ontplooien.

Door een op te lossen omstandigheid en/of in een klant gelegen oorzaak tijdelijk niet in staat om zich te zelfstandig kunnen ontplooien en ontwikkelen.

In staat om zich te kunnen ontplooien en ontwikkelen.

Kind ontplooit en ontwikkelt zich op een gezonde manier.

Mantelzorgonder-steuning (vanuit perspectief mantelzorger)

Overbelast en daardoor niet in staat om mantelzorg te verlenen

Niet in staat om balans aan te brengen in draaglast en draagkracht

Door een op te lossen omstandigheid en/of in mantelzorger gelegen oorzaak tijdelijk niet in staat om balans aan te brengen in draaglast en draagkracht.

Burger is in staat om balans aan te brengen maar loopt risico op overbelasting.

De draaglast staat in de juiste verhouding tot de draagkracht.

Daginvulling (de wijze waarop iemand zijn dagen invult zoals (vrijwilligers)werk, school) en participeert in de samenleving.

Combinatie van geen zinvolle daginvulling en veroorzaken overlast. Geen participatie door crisissituatie in overlevingsmodus.

Geen daginvulling maar geen overlast. Gebrek aan motivatie om te kunnen deelnemen. Gebrek aan vaardigheden om te kunnen deelnemen.

Niet in staat om zelfstandig te komen tot een zinvolle en passende daginvulling. Door een op te lossen omstandigheid en/of in een klant gelegen oorzaak tijdelijk niet in staat om te participeren.

In staat om zelfstandig te komen tot een zinvolle en passende daginvulling.

Iemand heeft een zinvolle daginvulling