Regeling vervallen per 31-12-2016

Regeling subsidie onderwijsstimulering gemeente Oisterwijk 2016

Geldend van 01-10-2015 t/m 30-12-2016

Intitulé

Regeling subsidie onderwijsstimulering gemeente Oisterwijk 2016

Regelingsubsidie

onderwijsstimulering

gemeente Oisterwijk 2016

Datum vaststelling

15 september 2015

Datum publicatie

Datum inwerkingtreding

1 oktober 2015

Geldigheidsduur

Kalenderjaar 2016

Juridische grondslag

Algemene subsidieverordening gemeente Oisterwijk 2014

Type subsidie

Artikel 2, lid 2 onder a, activiteitensubsidie

Gerelateerde stukken / beleid

Klavertje Vier, beleidsperiode 2011-2015

Uitwerking inrichting basisstructuur 0e lijn, ambitiedocument VVE

Beleidsregel doelgroepkind gemeente Oisterwijk 2014

Kostenplaats

6480431

Kenmerk

GC15-02673 – 2015I10551

Informatie

013 – 529 13 11

WAT WILLEN WE BEREIKEN?

Wij willen dat kinderen hun talenten optimaal kunnen ontwikkelen en toegerust worden op een actief burgerschap in onze samenleving. Wij hebben daarbij aandacht voor het jonge kind met een ontwikkelingsachterstand.

Op 7 juli 2011 heeft de gemeenteraad de beleidsnotitie “Klavertje Vier” vastgesteld. Deze beleidsnotie gaat over het onderwijsstimuleringsbeleid en het beleid voor de leeftijdsgroep van 0 tot 4 jaar op grond van de Wet OKE voor de planperiode 2011-2014. In verband met een verlenging van de rijksbekostiging is de planperiode verlengd tot en met 2015. Het subsidie van activiteiten die verband houden met de voor- en vroegschoolse educatie eindigt op 31 juli 2016. Voor het subsidie vanaf 1 augustus 2016 geldt voor de voor- en vroegschoolse educatie het ambitiedocument zoals vastgesteld door het Bestuurlijk overleg LEA in zijn vergadering van 26 juni 2015.

Op grond van deze regeling worden middelen beschikbaar gesteld voor het uitvoeren van activiteiten gericht op het tijdig signaleren van (ontwikkelings)achterstanden bij jonge kinderen, het het totstandbrengen van een dekkend en kwalitatief aanbod van voor- en vroegschoolse educatie en het voorkomen of bestrijden van taalachterstanden bij doelgroepkinderen. Ook worden middelen beschikbaar gesteld om de deelname van doelgroepkinderen in de voorschool te vergroten en het onderwijs aan kinderen op het asielzoekerscentrum.

Artikel 1

Wie kan subsidie aanvragen?

  • a.

    Een subsidie kan worden aangevraagd door een natuurlijk persoon of een rechtspersoon. Een subsidie op grond van deze regeling kan alleen worden aangevraagd door een rechtspersoon.

  • b.

    In deze regeling wordt onder een rechtspersoon verstaan:

    • 1.

      een in de gemeente gevestigde organisatie voor peuterspeelzaalwerk

    • 2.

      een in de gemeente gevestigde organistie voor primair onderwijs

    • 3.

      een in de gemeente werkzame organisatie voor welzijnswerk

Artikel 2

Waarvoor wordt een subsidie verleend?

1

Tijdvak subsidie

Een subsidie kan worden aangevraagd voor een kalenderjaar, een boekjaar of voor een incidentele activiteit. Een subsidie op grond van deze regeling kan alleen worden aangevraagd voor een kalenderjaar.

2

Activiteiten

Subsidie wordt verleend voor:

  • a.

    voorschoolse educatie aan doelgroepkinderen in de voorschool zoals genoemd in de beleidsnota en bijlage Klavertje Vier, Onderwijsstimuleringsbeleid, Harmonisatie Wet OKE, beleidsperiode 2011-2014 (1 januari 2016 tot en met 31 juli 2016) en het ambitiedocument van 26 juni 2015 (vanaf 1 augustus 2016)

  • b.

    vroegschoolse educatie in de onderbouw van het basisonderwijs zoals genoemd in de beleidsnota en bijlage Klavertje Vier, Onderwijsstimuleringsbeleid, Harmonisatie Wet OKE, beleidsperiode 2011-2014 (1 januari 2016 tot en met 31 juli 2016) en het ambitiedocument 26 juni 2015 (vanaf 1 augustus 2016)

  • c.

    het uitvoeren van de helpdeskfunctie zoals genoemd in de beleidsnota en bijlage Klavertje Vier, Onderwijsstimuleringsbeleid, Harmonisatie Wet OKE, beleidsperiode 2011-2014 (1 januari 2016 tot en met 31 december 2016)

  • d.

    het kunnen compenseren in de kosten van de ouderbijdrage voor deelname van doelgroepkinderen aan het peuterspeelzaalwerk voor ouders met een minimum bruto maand inkomen

  • e.

    het geven van primair onderwijs aan kinderen op het asielzoekerscentrum

  • f.

    het regisseren en faciliteren van samenwerking tussen de partners in en buiten de brede school

3

Subsidieplafond

Voor het subsidie is een plafond vastgesteld van € 451.725

4

Opbouw van het subsidieplafond

Het subsidie is als volgt opgebouwd:

Aanvrager

Activiteit

Subsidiebedrag in €

Artikel 1, onder b, 1

Artikel 2, lid 2 onder a:

VVE-coördinatie,

werving en toeleiding en voorschoolse educatie € 4.425 per vve-plaats tot maximaal

259.250

Artikel 1, onder b, 2

Artikel 2, lid 2 onder b:

Vroegschoolse educatie in het basisonderwijs op 3 locaties met een maximum van € 14.900 per locatie

44.700

Artikel 1, onder b, 2

Artikel 2, lid 2 onder b:

Vroegschoolse educatie in het basisonderwijs aan kinderen op het asielzoekerscentrum

22.450

Artikel 1, onder b, 2

Artikel 2, lid 2 onder e:

Onderwijs aan kinderen op het asielzoekerscentrum

50.000

Artikel 1, onder b, 1

Artikel 2, lid 2 onder c:

Helpdesk

6.125

Artikel 1, onder b, 1

Artikel 2, lid 2 onder d:

Compensatieregeling ouderbijdrage VVE in de voorschool

6.125

Artikel 1, onder b, 3

Artikel 2, lid 2 onder f:

Brede school coördinatie inclusief activiteitenbudget van € 4.900

63.075

5

Wat zijn de verdelingsregels?

  • a.

    Verlening van subsidie van aanvragen die daarvoor in aanmerking komen en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van een rangschikking, totdat het voor de uitvoering van de activiteiten vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • b.

    Bij de rangschikking van de aanvragen worden punten toegekend aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal:

1

De mate waarin de uit te voeren activiteiten bijdragen aan de doelstellingen van het subsidie

60

2

De mate waarin wordt voldaan aan de criteria voor subsidieverlening

40

6

Begrotingsvoorbehoud

Een subsidie ten laste van de gemeentelijke begroting die nog niet door de gemeenteraad is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende geld ter beschikking wordt gesteld.

7

Indexering

Het bedrag van het subsidieplafond is geïndexeerd volgens de indexering van de algemene uitkering uit het gemeentefonds, die de gemeente over het betreffende subsidietijdvak ontvangt van het rijk. De indexering wordt toegepast met inachtneming van het in het vorige lid gemaakte voorbehoud.

Artikel 3

Wat zijn de criteria voor subsidieverlening?

1

Wanneer een aanvraag om subsidieverlening indienen?

  • a.

    Een aanvraag om subsidieverlening die betrekking heeft op een kalenderjaar moet worden ingediend vóór 1 november voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • b.

    Een aanvraag om subsidieverlening die betrekking heeft op een boekjaar moet worden ingediend 12 weken voorafgaand aan het boekjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • c.

    Een overige aanvrage om subsidieverlening moet worden ingediend 12 weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteit(en) waarvoor het subsidie wordt aangevraagd.

2

Hoe een aanvraag om subsidieverlening indienen?

  • a.

    Voor het indienen van een aanvraag om subsidieverlening moet gebruik worden gemaakt van het subsidieportaal met e-Herkenning.

  • b.

    Een aanvraag om subsidieverlening die is ingediend op of ná de in artikel 3, lid 1 genoemde termijnen wordt niet in behandeling genomen.

3

Wat zijn de algemene criteria voor subsidieverlening?

  • a.

    Bij het indienen van een aanvraag om subsidieverlening dient een activiteitenplan te worden overgelegd, in welk activiteitenplan de aanvrager in elk geval beschrijft:

  • a.

    De activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd

  • b.

    De doelen en resultaten en hoe deze bijdragen aan het vergroten en behouden van zelfredzaamheid en participatie van burgers volgens de treden van zelfredzaamheid in de resultaatgebieden zoals beschreven in de bijlage van deze regeling

  • b.

    Bij het indienen van een aanvraag om subsidieverlening dient een begroting te worden overgelegd, in welke begroting de aanvrager in elk geval beschrijft:

  • a.

    De begroting van en dekkingsplan voor de kosten van deze activiteiten

  • b.

    Bij derden aangevraagde subsidies en/of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten

  • c.

    Het subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijke kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van in artikel 2 genoemde activiteiten die resteren ná aftrek van bijdragen van derden.

4

Wat zijn de specifieke criteria voor subsidieverlening?

In het activiteitenplan wordt tevens beschreven hoe wordt voldaan aan de navolgende specifieke criteria voor het subsidie:

  • a.

    de activiteiten van de organisatie zijn er op gericht dat de eigen kracht en de maatschappelijke participatie van (kwetsbare) burgers wordt vergroot, de kracht van de samenleving wordt versterkt en de vraag naar specialistische zorg en/of ondersteuning wordt voorkomen of verminderd

  • b.

    bij de uitvoering van de activiteiten werkt de organisatie samen met andere organisaties, netwerken en burgerinitiatieven waardoor een impuls wordt gegeven aan de samenwerking in de meest brede zin van het woord tussen burgers, organisaties, netwerken, bedrijfsleven en/of gemeente

  • c.

    de organisatie verleent medewerking aan een gemeentelijke monitor en verstrekt daartoe de gevraagde informatie

  • d.

    de organisatie draagt zorg voor een proactieve houding van zijn medewerkers en de vrijwilligers die zij inzetten. De medewerkers beschikken over de nodige competenties om ondersteuningsvragen van burgers op een vraaggerichte integrale manier op te pakken, stemmen af met het informele netwerk en/of met het sociaal team en maken hiervan gebruik van het regionaal ontwikkeld instrumentarium

  • e.

    van de organisatie die voor de uitvoering van de activiteiten vrijwilligers inzet, wordt verwacht dat zij de deelname van vrijwilligers aan trainingen bevordert om ondersteuningsvragen van burgers te herkennen en actief op te nemen

  • f.

    de organisatie voert zijn activiteiten uit met inachtneming van de geldende gedragsregels, werkwijzen en/of wettelijke vereisten

  • g.

    de activiteiten van de organisatie zijn algemeen toegankelijk en worden laagdrempelig en via meerdere kanalen aangeboden

  • h.

    voor de voorschoolse educatie in de voorschool aan doelgroepkinderen geldt voor de organisatie

    a.ondertekening door de organisatie van het Convenant Klavertje Vier, Onderwijsstimuleringsbeleid, Harmonisatie Wet OKE, beleidsperiode 2011-2015

  • b.

    de organisatie en de uitvoering van de voorschoolse educatie voldoen aan de eisen, gesteld bij of krachtens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie en is geregistreerd in het Landelijk Register voor Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk (LRKP)

  • c.

    de organisatie is ten minste drie jaar in exploitatie op de datum van de subsidieaanvraag

  • d.

    de organisatie voert voorschoolse educatie uit gedurende ten minste 10 uur gedurende 40 weken per jaar met een minimale bezetting van 85%, ten behoeve van doelgroeppeuters, als bedoeld in de Beleidsregel doelgroepkind gemeente Oisterwijk 2014, in één of meerdere locaties van in de gemeente Oisterwijk aanwezige brede schoolgebouwen (Brede Schoolgebouw de Coppele, Brede Schoolgebouw Waterhoef, Brede Schoolgebouw de Bunders, Brede Schoolgebouw Moergestel) of de wijknetwerklocatie Pannenschuur

  • e.

    de organisatie werkt met een gecertificeerd voorschools educatieprogramma dat op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling stimuleert op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling

  • f.

    de organisatie zorgt per locatie voor VVE-gecertificeerd personeel dat gebruik maakt van een voorschoolse educatieprogramma waar zij gedifferentieerd mee kunnen werken

  • g.

    de organisatie scoort minimaal voldoende op alle indicatoren in het rapport van en naar aanleiding van het onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) op de VVE locaties in de gemeente Oisterwijk

  • h.

    de organisatie streeft naar een bereik van 100% van doelgroeppeuters als bedoeld in de Beleidsregel doelgroepkind gemeente Oisterwijk 2014

  • i.

    de organisatie is aangesloten bij het signaleringssysteem Zorg voor jeugd

  • j.

    Indien de organisatie bestuurlijk samen werkt met een andere voorschoolse voorziening of onderwijsinstelling dient de financiële administratie en structuur van de organisatie zodanig te worden ingericht dat geldstromen gescheiden blijven.

  • i.

    voor de compensatie in de kosten van de ouderbijdrage door de organisatie geldt:

    • b.

      het minimum bruto inkomen per maand voor een 23-jarige voor een 40-urige werkweek, op peildatum 1 januari 2016

    • c.

      de compensatie heeft betrekking op doelgroepkinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar zoals vastgesteld in de Beleidsregel doelgroepkind gemeente Oisterwijk 2014

    • d.

      de ouderbijdrage bedraagt vóór compensatie van € 42 per maand

    • e.

      de compensatie bedraagt € 30 per maand

    • f.

      de ouderbijdrage bedraagt ná compensatie € 12 per maand

  • j.

    voor het onderwijs aan kinderen op het asielzoekerscentrum geldt voor de organisatie:

  • a.

    de organisatie houdt op het asielzoekerscentrum een voorziening in stand voor basisonderwijs voor daarvoor in aanmerking komende leerlingen van het asielzoekerscentrum te Oisterwijk

  • k.

    voor het coördineren en faciliteren van activiteiten ten behoeve van de brede school geldt voor de organisatie:

    • g.

      de organisatie bevordert de inhoudelijke samenwerking en afstemming van activiteiten tussen de partners in en buiten de brede school

    • h.

      de organisatie zorgt in samenwerking met de partners voor de uitvoering van de beleidsthema’s genoemd in de Lokaal educatieve agenda

5

Wanneer wordt op een aanvraag om subsidieverlening beslist?

  • a.

    Op een volledig ingediende aanvraag om subsidieverlening als genoemd in artikel 3, lid 1 onder a wordt uiterlijk beslist op 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend.

  • b.

    Op een volledig ingediende aanvraag om subsidieverlening als genoemd in artikel 3, lid 1 onder b en c wordt uiterlijk beslist binnen 12 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

6

Wat houdt het besluit tot subsidieverlening in?

  • a.

    De beslissing tot subsidieverlening houdt in:

  • 1.

    de hoogte van het bedrag van subsidieverlening

  • 2.

    de activiteit(en) waarvoor de subsidieverlening plaatsvindt

  • 3.

    de periode gedurende welke subsidie wordt verleend

  • 4.

    de eventueel aan de subsidieverlening te verbinden verplichtingen

  • b.

    De beslissing tot subsidieverlening kan tevens inhouden de beslissing tot subsidievaststelling, indien het bedrag van de subsidieverlening niet méér bedraagt dan € 5.000.

  • c.

    De beslissing tot subsidieverlening houdt tevens de beslissing in tot het betaalbaar stellen van een voorschot tot maximaal het bedrag van de subsidieverlening. Indien de beslissing tot subsidieverlening tevens inhoudt de beslissing tot subsidievaststelling is het bedrag van het voorschot gelijk aan het bedrag van de subsidieverlening.

Artikel 4

Wat zijn de criteria voor subsidievaststelling?

1

Wanneer een aanvraag om subsidievaststelling indienen?

  • a.

    Een aanvraag om subsidievaststelling die betrekking heeft op een kalenderjaar moet worden ingediend vóór 1 april volgend op het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • b.

    Een aanvraag om subsidievaststelling die betrekking heeft op een boekjaar moet worden ingediend binnen 12 weken na afloop van het boekjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • c.

    Een overige aanvrage om subsidievaststelling moet worden ingediend binnen 12 weken nadat de activiteit(en) waarvoor de subsidie is verleend is (zijn) uitgevoerd.

  • d.

    Indien de beslissing tot subsidieverlening tevens de beslissing tot subsidievaststelling inhoudt dient met inachtneming van de in lid a, b en c genoemde termijnen, de uitvoering van de activiteit te worden gemeld.

2

Hoe een aanvraag om subsidievaststelling indienen?

Voor het indienen van een aanvraag om subsidievaststelling of een melding dat een activiteit is uitgevoerd moet gebruik worden gemaakt van het subsidieportaal mét e-Herkenning.

3

Waar wordt een aanvraag om subsidievaststelling aan getoetst?

  • a.

    Een aanvraag om subsidievaststelling wordt, bij bedragen van subsidieverlening tot en met € 5.000, getoetst aan:

    • 1.

      in hoeverre de activiteit(en) waarvoor subsidie is verleend is (zijn) uitgevoerd en

    • 2.

      indien van toepassing, is voldaan aan de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen

  • b.

    Een aanvraag om subsidievaststelling wordt, bij bedragen van subsidieverlening van € 5.001 tot en met € 50.000, getoetst aan:

    • 1.

      een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de activiteit(en) waarvoor subsidie is verleend is (zijn) uitgevoerd en

    • 2.

      indien van toepassing, is voldaan aan de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen

  • c.

    Een aanvraag om subsidievaststelling wordt, bij bedragen van subsidieverlening van méér dan € 50.000, getoetst aan:

    • 1.

      een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de activiteit(en) waarvoor subsidie is verleend is (zijn) uitgevoerd

    • 2.

      een financieel verslag of jaarrekening van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten

    • 3.

      een balans en toelichting van het betreffende tijdvak waarover subsidieverlening heeft plaatsgevonden

    • 4.

      een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijk accountant en

    • 5.

      indien van toepassing, is voldaan aan de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen

4

Wanneer wordt op een aanvraag om subsidievaststelling beslist?

Op een volledig ingediende aanvraag om subsidievaststelling wordt uiterlijk beslist binnen 12 weken nadat de aanvraag is ingediend.

5

Wat houdt het besluit tot subsidievaststelling in?

Een besluit tot subsidievaststelling houdt in:

  • 1.

    indien de beslissing tot subsidieverlening tevens de beslissing tot subsidievaststelling inhoudt en is aangetoond dat is voldaan aan de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen, dat het subsidie ambtshalve wordt vastgesteld op het bedrag van de subsidieverlening

  • 2.

    indien uit de aanvraag om subsidievaststelling blijkt dat is voldaan aan de in artikel 4, lid 3 onder a, b of c, gestelde voorwaarden

    • 1.

      de hoogte van het bedrag van subsidievaststelling

    • 2.

      het bedrag en de termijn van het te verrekenen voorschot

Bijlage als genoemd in artikel 3, lid 3, a onder 2 bij Regeling subsidie onderwijsstimulering gemeente Oisterwijk 2016

Resultaatgebied

Trede 1:

acute problematiek

Trede 2:

niet zelfredzaam

Trede 3:

beperkt zelfredzaam

Trede 4:

voldoende zelfredzaam

Trede 5:

volledig zelfredzaam

Sociaal netwerk

Geen (noodzakelijke steun van het) netwerk

Door een blijvende in de burger gelegen oorzaak niet in staat om zelfstandig een sociaal netwerk te onderhouden dat ondersteunend is bij maatschappelijke participatie.

Door een op te lossen omstandigheid en/of in een burger gelegen oorzaak tijdelijk niet in staat om zelfstandig een sociaal netwerk te onderhouden dat ondersteunend is bij maatschappelijke participatie. Er is enige steun vanuit ondersteunend netwerk.

In staat om een sociaal netwerk op te bouwen en te onderhouden dat voldoende steun biedt om in trede 5 te komen.

Burger heeft een sociaal netwerk, dat ondersteunend is bij maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid, en kan dit onderhouden.

Huisvesting

Dakloos

Burger heeft wel huisvesting maar die huisvesting is onveilig, vervuild, ongezond en/of past niet bij de beperking die iemand heeft. Burger kan de woning niet betalen. Uithuiszetting dreigt. Burger heeft huisvesting op een plaats waar deze persoon niet gewenst is.

Veilige en stabiele huisvesting maar slechts beperkt toereikend, in onderhuur en/of geen autonome huisvesting. In staat om met ondersteuning het huishouden op orde te houden.

Veilige en toereikende huisvestiging, regulier (huur)contract gedeeltelijke autonome huisvesting. Het huishouden wordt zelfstandig op orde gehouden.

Veilige en toereikende huisvestiging, regulier (huur)contract en autonome huisvesting.

Financiële situatie

Geen inkomsten (ook niet vanuit systeem), hoge en groeiende schulden.

Onvoldoende inkomsten en ongepast uitgavepatroon. Groeiende schulden.

Inkomen komt aan basisbehoeften tegemoet, en/of er is een gepast uitgavepatroon, eventuele schulden zijn stabiel, en/of er is bewindvoering/inkomens-beheer.

Inkomen komt aan basisbehoeften tegemoet zonder uitkering. Schulden worden zelf beheerd en deze verminderen.

Inkomen ruim voldoende, goed financieel beheer, mogelijkheid om te sparen.

Thuissituatie (zonder kinderen)

Sprake van huiselijk geweld, seksueel of verbaal geweld of verwaarlozing. Huisgenoten worden bedreigd in hun welzijn of ontwikkeling.

Dreiging van onveilige situatie, zoals huiselijk geweld of verbaal geweld.

Huisgenoten erkennen problemen en proberen negatief gedrag te veranderen. Huisgenoten hebben ondersteuning nodig om dit te doen.

Relationele problemen tussen huisgenoten zijn niet (meer) aanwezig.

Communicatie tussen huisgenoten is consistent open. Huisgenoten ondersteunen elkaar. Er wordt geleefd in een gezonde leefomgeving.

Opvoed- en opgroeisituatie vanuit perspectief ouders/verzorgers (in aanvulling op thuissituatie).

In aanvulling op ‘thuissituatie’: sprake van kindermishandeling. Ouders zijn niet in staat te zorgen voor een veilige situatie voor hun kinderen. Kinderen worden bedreigd in hun welzijn en/of ontwikkeling.

Door een blijvende in de burger gelegen oorzaak niet in staat om zelfstandig een klimaat te scheppen waarin kinderen zichzelf veilig kunnen ontwikkelen en ontplooien. Dreiging van kindermishandeling.

Door een op te lossen omstandigheid en/of in een burger gelegen oorzaak tijdelijk niet in staat om zelfstandig een klimaat te scheppen waarin kinderen zichzelf veilig kunnen ontwikkelen en ontplooien.

In staat om een veilig klimaat te kunnen scheppen waarin kinderen zichzelf kunnen ontwikkelen en ontplooien.

Er is een veilig klimaat waarin kinderen zichzelf kunnen ontwikkelen en ontplooien.

Opvoed- en opgroeisituatie vanuit perspectief kind (in aanvulling op thuissituatie).

Vormt een gevaar vorm zichzelf en/of anderen.

Door een blijvende in het kind gelegen oorzaak niet in staat om zich zelfstandig te kunnen ontwikkelen en ontplooien.

Door een op te lossen omstandigheid en/of in een klant gelegen oorzaak tijdelijk niet in staat om zich te zelfstandig kunnen ontplooien en ontwikkelen.

In staat om zich te kunnen ontplooien en ontwikkelen.

Kind ontplooit en ontwikkelt zich op een gezonde manier.

Mantelzorgonder-steuning (vanuit perspectief mantelzorger)

Overbelast en daardoor niet in staat om mantelzorg te verlenen

Niet in staat om balans aan te brengen in draaglast en draagkracht

Door een op te lossen omstandigheid en/of in mantelzorger gelegen oorzaak tijdelijk niet in staat om balans aan te brengen in draaglast en draagkracht.

Burger is in staat om balans aan te brengen maar loopt risico op overbelasting.

De draaglast staat in de juiste verhouding tot de draagkracht.

Daginvulling (de wijze waarop iemand zijn dagen invult zoals (vrijwilligers)werk, school) en participeert in de samenleving.

Combinatie van geen zinvolle daginvulling en veroorzaken overlast. Geen participatie door crisissituatie in overlevingsmodus.

Geen daginvulling maar geen overlast. Gebrek aan motivatie om te kunnen deelnemen. Gebrek aan vaardigheden om te kunnen deelnemen.

Niet in staat om zelfstandig te komen tot een zinvolle en passende daginvulling. Door een op te lossen omstandigheid en/of in een klant gelegen oorzaak tijdelijk niet in staat om te participeren.

In staat om zelfstandig te komen tot een zinvolle en passende daginvulling.

Iemand heeft een zinvolle daginvulling