Verordening Clientenparticipatie WWB en WIJ 2009

Artikel 1. Begripsbepalingen

1.Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden

omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Wet investeren

in jongeren en de Algemene wet bestuursrecht.

• 2.

  In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Cliënt: de inwoner met een laag inkomen, in ieder geval de persoon die algemene bijstand ontvangt van de gemeente op grond van de WWB als bedoeld in het eerste lid, evenals de persoon die behoort tot de personenkring als omschreven in artikel 7, eerste lid, onder a, van de WWB en de jongere als bedoeld in artikel 2 van de WIJ.

  • b.

    Cliëntenorganisaties: organisaties van cliënten als bedoeld in het tweede lid, evenals organisaties die mede de belangen van cliënten behartigen, inclusief werknemersorganisaties;

  • c.

    Klankbordwerkgroep: een uit vertegenwoordigers van cliënten en cliëntenorganisaties bestaand inspraakorgaan met taken en bevoegdheden zoals in deze verordening omschreven

Artikel 2. Taak en doelstelling

• 1.

  De cliëntenparticipatie als bedoeld in artikel 47 van de Wet werk en bijstand en in artikel 12, eerste lid sub d en tweede lid van de Wet investeren in jongeren wordt opgedragen aan de Klankbordwerkgroep Werk en bijstand.

• 2.

  Met de instelling van een Klankbordwerkgroep WWB/WIJ en het overleg wordt beoogd

meerwaarde te bereiken in de kwaliteit van de dienstverlening bij de uitvoering van de WWB

en het lokale minimabeleid.

3.De klankbordwerkgroep heeft tot taak het gevraagd en ongevraagd adviseren van het

college en de raad over alle onderwerpen, die de vorming, de uitvoering, de controle en de

evaluatie van het gemeentelijk minimabeleid en de Wet werk en bijstand en de Wet

investeren in jongeren ten aanzien van cliënten hebben.

4.De klankbordwerkgroep is niet bevoegd te adviseren naar aanleiding van klachten,

bezwaarschriften en andere zaken die op de individuele cliënten betrekking hebben, met

uitzondering van de hierbij gehanteerde procedures en regelingen.

Artikel 3. Informatie

1.Het college draagt er zorg voor dat alle relevante informatie met betrekking tot de in artikel

2, lid 3 genoemde onderwerpen tenminste tien werkdagen voor advisering worden

voorgelegd aan de Klankbordwerkgroep WWB/WIJ.

2.Indien het college een beslissing neemt die afwijkt van het advies van de

Klankbordwerkgroep WWB/WIJ, dan brengt zij dit gemotiveerd ter kennis van de

Klankbordwerkgroep WWB/WIJ.

Artikel 5. Slotbepaling

De Klankbordwerkgroep WWB/WIJ stelt ten behoeve van haar werkzaamheden een huishoudelijk reglement vast, dat ter goedkeuring aan het college wordt voorgelegd.

Artikel 6. Hardheidsclausule

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, voorziet het college na daartoe advies te hebben ingewonnen van de klankbordwerkgroep WWB/WIJ.

Artikel 7. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren”.

Artikel 8. Slotbepaling

Deze verordening treedt in werking 8 dagen na publicatie in het Nieuwsklokje en werkt terug tot en met 1 oktober 2009.

Algemene toelichting

De Wet investeren in jongeren (WIJ) verplicht tot het investeren in de arbeidsinschakeling van alle jongeren van 16 tot 27 jaar, ook bij een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Daartoe moet de gemeente deze jongeren in beginsel een werkleeraanbod doen. Afgeleide van het werkleer-aanbod is een inkomensvoorziening (uitkering) voor jongeren vanaf 18 jaar als de jongere onvoldoende inkomsten heeft. Recht op de inkomensvoorziening is er alleen als het werkleer-aanbod: -- geen optie is door in de persoon van de jongere gelegen omstandigheden,

• -

  - geen optie is door niet verwijtbare omstandigheden van de kant van de jongere,

• -

  - onvoldoende inkomsten genereert of

• -

  - nog niet kan worden gedaan.

De samenhang tussen het werkleeraanbod en de inkomensvoorziening is wezenlijk anders dan in de WWB. In de WWB staat het recht op bijstand voorop met als afgeleide de plicht tot arbeidsparticipatie. Dit uitgangspunt: "een uitkering, mits" is in de WIJ omgezet in "géén uitkering, tenzij".

De uitvoering van de WIJ is aan het college opgedragen, maar het is aan de gemeenteraad om een vijftal WIJ-verordeningen vast te stellen. De verordening op de cliëntenparticipatie WIJ, die qua strekking identiek is aan de WWB, is één van die verordeningen. Het behoort tot de lokale beleidsvrijheid om hierin eigen beleidskeuzes te maken. Op vragen vanuit de Tweede Kamer is geantwoord, dat het voor de hand ligt om aansluiting te zoeken bij de bestaande vormen van cliëntenparticipatie in het kader van de WWB. Deze suggestie is overgenomen en geformaliseerd door het aanpassen van de huidige Verordening op de cliëntenparticipatie WWB/WIJ. Met het aanpassen van deze verordening wordt voldaan aan de opdracht van artikel 12 WIJ om regels te stellen met betrekking tot de wijze waarop met jongeren of hun vertegenwoordigers:

• -

  - periodiek overleg wordt gevoerd,

• -

  - de onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen worden aangemeld en

• -

  - wordt voorzien in de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

De (onafhankelijke) Klankbordwerkgroep Wet werk en bijstand, waaraan de cliëntenparticipatie WWB al langdurig is opgedragen, is in staat en bereid om bij de uitvoering van de WIJ de belangen van jongeren te behartigen. De Klankbordwerkgroep is samengesteld uit vertegenwoordigers vanuit de geleding klanten belangenorganisaties voor doelgroepen en organisaties waarmee wordt samengewerkt in de keten werk, inkomen en zorg. De vertegenwoordiging vanuit de belangenorganisaties voor jongeren wordt ingevuld door het Jongerenwerk.

De huidige verordening op de cliëntenparticipatie WWB voorziet al in het recht op periodiek overleg, recht op het agenderen van onderwerpen en het verkrijgen van informatie. werkbijeenkomsten en of conferenties met klanten of klantenorganisaties.