Verordening outplacement gewezen wethouders gemeente Oldambt 2010

1 Burgemeester en wethouders besluiten op aanvragen omtrent de toekenning van outplacementfaciliteiten.

2 De kosten van de outplacementfaciliteiten komen voor rekening van de gemeente. Burgemeester en wethouders sluiten daartoe een schriftelijke overeenkomst met het outplacementbureau.

3 Eventuele reis-, verblijf- en verwervingskosten komen voor rekening van belanghebbende.

1 Burgemeester en wethouders besluiten eveneens op aanvragen omtrent studiefaciliteiten ten behoeve van de gewezen wethouder.

2 Aanvragen als bedoeld in lid 1 dienen schriftelijk te worden ingediend met vermelding van alle mogelijke relevante gegevens zoals onder andere opleidingsinstituut, naam, duur en kosten van de studie.

3 De studie als bedoeld in lid 2 dient relevant te zijn en tot een gerede terugkeer in het arbeidsproces te leiden, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders.

4 Burgemeester en wethouders sluiten daartoe een schriftelijke overeenkomst met de gewezen wethouder.

5 Terugkeer in het arbeidsproces alsmede de afronding van de studie dient uiterlijk 12 maanden voor beëindigingen van de uitkeringsperiode te zijn afgerond. Bij overschrijding van deze periode zal naar rato tot terugvordering van de toegekende studiefaciliteiten worden overgegaan.

6  Bij voortijdige beëindiging van de studie als bedoeld in lid 2 zijn burgemeester en wethouders eveneens gerechtigd de toegekende studiefaciliteiten terug te vorderen.

1 De geldende verordeningen outplacement gewezen wethouders van de voormaligegemeenten Reiderland, Scheemda en Winschoten worden per 1 januari 2010 vervallen verklaard. 

2 Deze regeling kan worden aangehaald als: 'Verordening outplacement gewezen wethouders gemeente Oldambt 2010.  

3 Deze verordening treedt – na behoorlijk te zijn bekend gemaakt – in werking op 1januari 2010.