Regeling vervallen per 01-01-2015

Algemene subsidieverordening gemeente Oldambt

Geldend van 04-01-2010 t/m 31-12-2014

Intitulé

Algemene subsidieverordening gemeente Oldambt

De raad van de gemeente Oldambt,

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet,

b e s l u i t :

vast te stellen de

“Algemene subsidieverordening gemeente Oldambt”,

waarvan de inhoud luidt als volgt:

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:a. Subsidie: de aanspraak op financiële middelen, door het college verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het college geleverde goederen of diensten.b. Subsidieontvanger: een rechtspersoon of een persoon die subsidie ontvangt op grond van deze verordening.c. Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidie krachtens een bepaald wettelijk voorschrift.d. Activiteitenplan: een overzicht van de door de subsidieontvanger voorgenomen activiteiten voor een bepaalde periode, zo veel mogelijk geformuleerd naar meetbare prestaties en beoogde effecten, alsmede de relatie van de voorgenomen activiteiten met het gemeentelijk beleid.e. Gemeente: de gemeente Oldambt.f. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldambt.g. Raad: de gemeenteraad van de gemeente Oldambt.h. Beleidsregels: de beleidsregels als bedoeld in artikel 3 lid 2 van deze verordening.i. Wet: de Algemene wet bestuursrecht. 

Artikel 2 Reikwijdte

Deze verordening is van toepassing op de subsidiëring van activiteiten die het belang dienen van de gemeente en haar inwoners.

Artikel 3 Bevoegdheden

  • 1 Voor zover in deze verordening niet anders is bepaald, is het college het bevoegde bestuursorgaan voor de toepassing van deze verordening.

  • 2 Het college kan beleidsregels vaststellen voor het verstrekken van subsidie.

  • 3 Het college is bevoegd om voor de uitvoering van de subsidiebeschikking een uitvoeringsovereenkomst te sluiten.

  • 4 Subsidie wordt alleen verstrekt voor zover de raad de benodigde gelden hiervoor beschikbaar heeft gesteld.

Artikel 4 Rechtspersoonlijkheid

  • 1 Subsidies worden in beginsel verstrekt aan privaatrechtelijke rechtspersonen.

  • 2 In voorkomende gevallen kan het college beslissen dat deze verordening eveneens van toepassing is op het verstrekken van subsidies voor door personen of groepen van personen en organisaties zonder rechtspersoonlijkheid ondernomen activiteiten op beleidsgebieden die het belang van de gemeente en /of inwoners dienen.

Artikel 5 Subsidiesoorten

Deze verordening maakt een onderscheid in de volgende subsidies:a. incidentele subsidie: een subsidie voor in principe eenmalige en kortdurende activiteiten;b. structurele subsidie: een jaarlijkse subsidie voor activiteiten die van onbepaalde duur zijn;c. budgetsubsidie: een subsidie waarbij de subsidieontvanger een bedrag krijgt toegewezen om een van tevoren overeengekomen takenpakket, gekoppeld aan meetbare activiteiten en /of prestaties, uit te voeren;d. exploitatiesubsidie: een subsidie waarbij de gemeente de activiteiten die met de subsidie worden verricht tot stand laat brengen, dan wel in stand houdt door bij te dragen in de exploitatie;e. waarderingssubsidie: een subsidie ter stimulering van activiteiten dan wel ter erkenning en waardering hiervan;f. investeringssubsidie: een subsidie in de stichtingskosten of in de kosten ten behoeve van herstel, verbouwing en uitbreiding van gebouwen of terreinen. 

Artikel 6 Subsidieplafond

  • 1 Het college kan voor specifieke activiteiten of clusters van activiteiten een subsidieplafond vaststellen voor een daarbij tevens te bepalen tijdvak.

  • 2 In de beleidsregels wordt bepaald hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 3 Indien de beleidsregels als bedoeld in lid 2 ontbreken, bepaalt het college bij de vaststelling van het subsidieplafond hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 4 Indien een subsidieplafond dreigt te worden overtreden, geeft het college onverminderd het bepaalde in artikel 8, bij de verdeling van het beschikbare bedrag die aanvragen voorrang waarvan de inwilliging in vergelijking met andere aanvragen naar verwachting:a. van meer belang is voor het door de raad of door het college vastgestelde beleid op dit terrein, enb. meer zal bijdragen aan verwezenlijking van het doel van de subsidie. 

Artikel 7 Begrotingsvoorbehoud

Voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van de gemeentebegroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt zij verleend onder de voorwaarde dat voldoende financiële middelen door de raad ter beschikking worden gesteld.

Artikel 8 Weigeringsgronden voor subsidieverlening

De subsidieverlening kan naast de in de Wet genoemde situaties in ieder geval worden geweigerd indien gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat:a. de activiteiten van de aanvrager niet overwegend gericht zullen zijn op de gemeente en/of niet aanwijsbaar ten goede komen aan de inwoners van de gemeente;b. de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie is aangevraagd;c. de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;d. de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden - hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden - kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;e. de aanvrager niet zal voldoen aan één of meer aan de subsidie verbonden voorwaarden;f. subsidieverstrekking anderszins niet past binnen het beleid van de gemeente.

 

Hoofdstuk 2 De subsidieaanvraag

Artikel 9 Bevoegd bestuursorgaan

Een aanvraag om subsidie wordt ingediend bij het college overeenkomstig artikel 4:1 van de wet.

Artikel 10 Tijdstip indiening subsidieaanvraag

  • 1 Een aanvraag om een incidentele subsidie of een waarderingssubsidie wordt tenminste twee maanden voordat met de activiteiten wordt begonnen ingediend.

  • 2 Een aanvraag voor een structurele subsidie, exploitatiesubsidie of een investeringssubsidie dient te worden ingediend vóór 1 april van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 3 Een aanvraag voor een budgetsubsidie wordt uiterlijk drie maanden voor de aanvang van het boekjaar van de subsidieaanvrager ingediend.

Artikel 11 Vereisten aan aanvrager

  • 1 Structurele subsidies, budgetsubsidies, exploitatiesubsidies en investeringssubsidies worden alleen verleend aan rechtspersonen.

  • 2 Incidentele subsidies en waarderingssubsidies kunnen zowel door rechtspersonen als door natuurlijke personen worden aangevraagd.

Artikel 12 Vereisten aanvraag incidentele subsidie

  • 1 Een aanvraag om een incidentele subsidie bevat naast de in artikel 4:2 lid 1 van de wet genoemde gegevens een activiteitenplan en een daarbij behorende begroting.

  • 2 Het college kan met betrekking tot de subsidieaanvraag beleidsregels stellen.

Artikel 13 Vereisten aanvraag structurele subsidie

  • 1 Een aanvraag om een structurele subsidie bevat ten minste de volgende gegevens:a. eventuele wijzigingen in de samenstelling van het bestuur ten opzichte van de vorige subsidieaanvraag;b. een activiteitenplan;c. een begroting van de met de in het activiteitenplan vermelde activiteiten samenhangende inkomsten en uitgaven;d. een inhoudelijk en financieel verslag van het boekjaar voorafgaand aan het jaar waarin de aanvraag wordt ingediend;e. gegevens over de aard en omvang van het eigen vermogen van de aanvrager;f. een opgave van de subsidiemogelijkheden die de aanvrager bij het college of bij derden heeft openstaan en van de mate waarin hiervan gebruik is of zal worden gemaakt. 

  • 2 Indien een subsidieontvanger voor de eerste keer een subsidie aanvraagt, worden naast de in lid 1 genoemde gegevens een exemplaar van de oprichtingsakte, statuten of reglementen en, indien van toepassing, een bewijs van inschrijving van de Kamer van Koophandel overgelegd.

  • 3 Het college kan met betrekking tot de subsidieaanvraag beleidsregels vaststellen.

Artikel 14 Vereisten aanvraag budgetsubsidie

  • 1 Afdeling 4.2.8 van de wet is van toepassing op budgetsubsidies.

  • 2 Indien de subsidieontvanger zijn inkomsten in overwegende mate ontleent aan de subsidie, is art. 4:76 van de wet van overeenkomstige toepassing.

  • 3 Het college kan in beleidsregels afwijken van een of meer bepalingen bedoeld in het eerste lid of hiervan bij de subsidieverlening ontheffing verlenen.

  • 4 Het college kan besluiten een budgetsubsidie voor meer dan één kalenderjaar te verlenen, met een looptijd van maximaal vier jaren.

Artikel 15 Vereisten aanvraag waarderingssubsidie

Op een aanvraag om een waarderingssubsidie is het bepaalde in artikel 12 van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 16 Vereisten aanvraag exploitatiesubsidie

Op een aanvraag om een exploitatiesubsidie is het bepaalde in artikel 14 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17

  • 1 Een aanvraag om verlening van een investeringssubsidie bevat naast de in art. 4:2 lid 1 van de wet genoemde gegevens tenminste:a. een investerings- en financieringsplan;b. een kostenspecificatie of –raming van de voorgenomen investering;c. de raming van de gevolgen voor de exploitatie, die uit de investering voortvloeien. 

  • 2  Indien een subsidieontvanger voor de eerste keer een investeringssubsidieaanvraagt, worden naast de in lid 1 genoemde gegevens een exemplaar van de oprichtingsakte, statuten of reglementen en indien van toepassing een bewijs van inschrijving van de Kamer van koophandel overgelegd. 

Artikel 18 Het niet in behandeling nemen van de subsidieaanvraag

  • 1 Een subsidieaanvraag kan niet in behandeling worden genomen indien de aanvraag voor subsidie niet voor de daartoe gestelde termijn is ingediend.

  • 2 Indien bij het indienen van de aanvraag de te overleggen gegevens onvolledig zijn, stelt het college de aanvrager in de gelegenheid om binnen een daartoe gestelde termijn de ontbrekende gegevens in te dienen.

  • 3 Indien niet binnen een redelijke termijn is voldaan aan het indienen van de vereiste gegevens kan het college besluiten de aanvraag niet verder in behandeling te nemen.

     

Artikel 19 Beslistermijn subsidieaanvraag

  • 1  Het college beslist op de aanvraag voor 1 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de subsidie is aangevraagd, tenzij in de beleidsregels anders is geregeld.

  • 2 Voor incidentele subsidies en waarderingssubsidies neemt het college binnen 8 weken een beslissing na ontvangst van de aanvraag, tenzij in de beleidsregels anders is geregeld.

  • 3 Het college kan de beslissing als bedoeld in het eerste en tweede lid uiterlijk drie maanden verdagen.

  • 4 Indien niet voor 1 november voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie is aangevraagd is beslist op een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie, kan het college besluiten tot eerste verlening en op grond daarvan een voorschot beschikbaar stellen.

     

Hoofdstuk 3 De subsidieverlening

Artikel 20 Beschikking tot subsidieverlening

  • 1 De beschikking tot subsidieverlening vermeldt de hoogte van het subsidiebedrag, de periode waarvoor het subsidiebedrag wordt verleend, de wijze van voorschotverlening, een omschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verleend alsmede de voorwaarden en verplichtingen die aan de verleende subsidie worden verbonden

  • 2 Bij waarderingssubsidies en incidentele subsidies wordt in beginsel geen afzonderlijke beschikking tot subsidieverlening gegeven, maar wordt volstaan met een beschikking tot subsidievaststelling.

Artikel 21 Uitvoeringsovereenkomst

Ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening kan door het college met de subsidieontvanger een uitvoeringsovereenkomst worden afgesloten, die als zodanig onderdeel uitmaakt van de beschikking. 

Artikel 22 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1 De subsidieontvanger is verplicht de activiteiten uit te voeren zoals opgenomen in de beschikking tot subsidieverlening en indien van toepassing de afspraken van de uitvoeringsovereenkomst.

  • 2 De subsidieontvanger is verplicht mee te werken aan een door of namens het college ingesteld onderzoek dat is gericht op de ontwikkeling van het beleid, de kwaliteit of effecten van de gesubsidieerde activiteiten.

  • 3 De subsidieontvanger is verplicht een overzichtelijke en doelmatig administratie te voeren en te zorgen voor deugdelijke bewijsstukken van alle ontvangsten en uitgaven.

  • 4 Indien zulks in de beleidsregels of bij de subsidieverlening is bepaald, deelt de subsidieontvanger een besluit tot handeling als bedoeld in artikel 4:71 lid 1 van de wet terstond schriftelijk aan het college mede.

  • 5 Het college kan bij het besluit tot subsidieverlening of in de beleidsregels bepalen dat een egalisatiereserve gevormd dient te worden door de subsidieontvanger overeenkomstig artikel 4:72 van de wet.

     

Artikel 23 Meldingsplicht

De subsidieontvanger geeft van elke omstandigheid die kan leiden tot het intrekken of wijzigen van een subsidie onverwijld kennis aan het college.

Artikel 24 Voorschottenverlening

Het college kan voorschotten op de subsidie verlenen.

 

Hoofdstuk 4 Subsidievaststelling

Artikel 25 Beschikking tot subsidievaststelling

  • 1 De beschikking tot subsidievaststelling stelt het bedrag van de subsidie vast en geeft aanspraak op betaling van het vastgestelde subsidiebedrag onder verrekening van verleende voorschotten.

  • 2 Indien geen beschikking tot subsidieverlening is gegeven, bevat de beschikking tot subsidievaststelling een aanduiding van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt en de hoogte van het subsidiebedrag.

  • 3 Het subsidiebedrag wordt binnen vier weken na de subsidievaststelling betaald, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald. Betaalde voorschotten worden verrekend.

     

Artikel 26 Aanvraag voor subsidievaststelling

  • 1 De subsidieontvanger dient uiterlijk 3 maanden na afloop van het tijdvak waarvoor de subsidie is toegekend of de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend een aanvraag tot subsidievaststelling in.

  • 2 Het college kan in uitzonderlijke gevallen bepalen dat later ingediende aanvragen tot subsidievaststelling toch in behandeling worden genomen.

  • 3 De aanvraag tot subsidievaststelling gaat vergezeld van:a. een inhoudelijk verslag dat betrekking heeft op de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten;b. een financieel verslag. 

  • 4  Indien in de beschikking tot subsidieverlening nadere voorwaarden zijn vermeld, dan zijn deze mede van toepassing.

     

Artikel 27 Beslistermijn subsidievaststelling

  • 1 Het college beslist binnen 12 weken op een aanvraag tot subsidievaststelling.

  • 2 Het college kan de beslissingstermijn van 12 weken verlengen met een redelijke termijn en stelt de aanvrager hiervan in kennis.

Artikel 28 Ambtshalve vaststelling

Indien de subsidieontvanger niet binnen de in artikel 27 bedoelde indieningstermijn een aanvraag tot subsidievaststelling heeft ingediend, kan het college binnen twee maanden, gerekend vanaf het verstrijken van de termijn, de subsidie geheel of gedeeltelijk vaststellen.

Artikel 29 Intrekking of wijziging van de verleende subsidie

Het college kan door middel van een beschikking besluiten tot intrekking of wijziging van de subsidie indien:a. de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden;b. de subsidieontvanger heeft gehandeld in strijd met de aan de subsidie verbonden voorwaarden;c. de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van de juiste en volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag zou hebben geleid;d. de aanvraag tot vaststelling niet of niet tijdig is ingediend.

 

 

Artikel 30 Intrekking of wijziging van de vastgestelde subsidie

Het college kan een beschikking tot subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen indien:a. op grond van feiten of omstandigheden waarvan het bij de subsidievaststelling redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de subsidie lager dan overeenkomstig de subsidieverlening had kunnen worden vastgesteld:b. indien de subsidievaststelling onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten;c. de subsidieontvanger na de subsidievaststelling niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden voorwaarden. 

Hoofdstuk 5 Overige bepalingen

Artikel 31 Vermogensvorming

  • 1 Voor zover het verstrekken van een budgetsubsidie en /of een exploitatiesubsidie heeft geleid tot vermogensvorming is de subsidieontvanger een vergoeding verschuldigd aan het college. De vergoeding is slechts verschuldigd indien:a. de subsidieontvanger voor de gesubsidieerde activiteiten gebruikte of bestemde goederen vervreemdt of bezwaart of de bestemming daarvan wijzigt;b. de subsidieontvanger een schadevergoeding ontvangt voor het verlies of beschadiging van voor de gesubsidieerde activiteiten gebruikte of bestemde goederen;c. de gesubsidieerde activiteiten geheel of gedeeltelijk worden beëindigd;d. de subsidieverlening of subsidievaststelling wordt ingetrokken of de subsidie wordt beëindigd, ofe. de rechtspersoon die de subsidie ontving wordt ontbonden. 

  • 2 De vergoeding wordt vastgesteld binnen een jaar nadat het college op de hoogte is geraakt of zou kunnen zijn geraakt van de gebeurtenis die het recht op vergoeding deed ontstaan, doch in ieder geval binnen vijf jaren na de bekendmaking van de laatste beschikking tot subsidievaststelling.

  • 3 Het college kan beleidsregels vaststellen met betrekking tot de vaststelling van de hoogte van de vergoeding.

Artikel 32 Onverschuldigde betaling

Een onverschuldigd betaald subsidiebedrag of voorschot kan worden teruggevorderd tot vijf jaar na de vaststelling, de intrekking of de wijziging van de subsidie.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 33 Hardheidsclausule

  • 1 Het college kan in bijzondere gevallen besluiten af te wijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

  • 2 In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.

Artikel 34 Inwerkingtreding en intrekking oude verordeningen

  • 1 Deze verordening treedt - na behoorlijk te zijn bekendgemaakt - in werking op 1 januari 2010.

  • 2 Gelijktijdig met de inwerkingtreding worden de geldende Algemene subsidieverordening welzijn gemeente Reiderland, de Algemene subsidieverordening specifiek welzijn gemeente Scheemda en de Algemene subsidieverordening gemeente Winschoten 2002 ingetrokken.

     

Artikel 35 Overgangsbepalingen

  • 1 Op een aanvraag, die is ingediend voor de inwerkingtreding van deze verordening, wordt op grond van de voor dat tijdstip geldende regels beslist.

  • 2 Op voor de inwerkingtreding van deze verordening verleende subsidies zijn vanaf de datum van de inwerkingtreding van deze verordening de bepalingen van deze verordening van toepassing.

Artikel 36 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene subsidieverordening gemeente Oldambt.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergaderingvan de raad van de gemeente Oldambt d.d. 4 januari 2010.
 
De griffier De voorzitter
 
 
 
P. Norder. Mr. M. Zijlstra.