Regeling vervallen per 01-09-2011

Beleidsregels categoriale bijzonder bijstand chronisch zieken, gehandicapten en ouderen

Geldend van 01-06-2009 t/m 31-08-2011

Intitulé

Beleidsregels categoriale bijzonder bijstand chronisch zieken, gehandicapten en ouderen

Tegemoetkoming

  • chronisch zieken,

  • mensen met een beperking;

  • en ouderen

    Beleidsregels categoriale bijzondere bijstand

    chronisch zieken, gehandicapten en ouderen

    Afdeling Samenleving, juni 2009

    INHOUDSOPGAVE

  • 1

    Inleiding

    • 1.1

      Aanleiding/achtergrond

    • 1.2

      Hoe is het nu geregeld in de gemeente Oldebroek

  • 2

    Kaderstelling

    • 2.1

      Wettelijke (beleids)kader

    • 2.2

      Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten

    • 2.3

      Gemeentelijk kader

  • 3

    Bepaling van de doelgroep

    • 3.1

      Doelgroep categoriale bijzondere bijstand chronisch zieken of gehandicapten en oudere

    • 3.2

      Kostensoorten

    • 3.3

      Voorwaarden

    • 3.4

      Hoogte en vorm bijzondere bijstand

  • 4

    Middelen

    • 4.1

      Welke middelen zijn beschikbaar om de voorstellen uit te voeren?

    • 4.2

      Zijn er gevolgen voor de personeel inzet of technische middelen

  • 5

    Uitvoering

    • 5.1

      Inwerkingtreding regeling

    • 5.2

      Communicatie naar de burger

    • 5.3

      Voorstellen en acties

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding/achtergrond

Op 4 november 2008 is door de gemeenteraad de Nota minimabeleid 2008-2011 vastgesteld. In deze nota is het bestaande minimabeleid van de gemeente Oldebroek per regeling nader omschreven. Per regeling is gekeken of er een aanpassing nodig is door ofwel gedateerde regelgeving, ofwel wettelijke veranderingen.

De gemeente Oldebroek heeft in de nota de volgende doelstellingen opgenomen voor het armoedebeleid:

  • 1.

    Het bieden van ondersteuning aan huishoudens die vanwege financiële redenen tijdelijk of structureel onvoldoende zelfredzaam zijn of onvoldoende kunnen participeren in de (lokale) samenleving;

  • 2.

    Het gebruik van gemeentelijke regelingen actief bevorderen.

    Arbeidsinschakeling is het belangrijkste instrument om een inkomen te generen boven het sociale minimum. Drie doelgroepen worden niet in staat geacht hun inkomen (voldoende) te kunnen vergroten door arbeidsinschakeling en verdienen daarom specifieke aandacht binnen het minimabeleid: jeugd, ouderen (65+) en chronisch zieken en gehandicapten.

    Wijziging WWB ten aanzien van categoriale bijzondere bijstand

    Per 1 januari 2009 is artikel 35 WWB gewijzigd . Dit houdt in dat de categorieën voor categoriale bijzondere bijstand uitgebreid zijn.

    In artikel 35 lid 3 WWB blijft de categoriale bijzondere bijstand voor personen van 65 jaar en ouder geregeld.

    Artikel 35 lid 4 WWB is gewijzigd en hierin wordt de categoriale bijzondere bijstand voor chronisch zieken en gehandicapten geregeld (dit was voorheen geregeld in artikel 10 lid 3 Invoeringswet WWB). Daarnaast wordt in het nieuwe lid 5 van artikel 35 WWB categoriale bijzondere bijstand geregeld ten behoeve van maatschappelijke participatie van schoolgaande kinderen.

    Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg)

    Per 1 januari 2009 is de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten in werking getreden. De Wtcg voorziet erin dat chronisch zieken, gehandicapten en ouderen automatisch een vergoeding krijgen voor de extra kosten die zij maken vanwege hun beperking of handicap. De regeling buitengewone uitgaven komt daarmee te vervallen.

1.2 Hoe is het nu geregeld in de gemeente Oldebroek

De gemeente Oldebroek kende tot voorheen geen beleid in het kader van categoriale bijzondere bijstand. In 2009 is beleid opgesteld met betrekking tot de verlening van categoriale bijzondere bijstand voor de maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen Deze beleidsregels zijn vastgesteld door het college van B&W op 17 februari 2009 en in werking getreden op 1 maart 2009.

In de Nota minimabeleid is aangegeven dat voor de doelgroep chronisch zieken, gehandicapten en ouderen beleid heroverwogen/opgesteld wordt.

Hoofdstuk 2 Kaderstelling

Categoriale bijzondere bijstand werd bij de inwerkingtreding van de WWB aan banden gelegd. Het aan banden leggen werd ingegeven doordat uit verschillende onderzoeken was gebleken dat aan categoriale bijzondere bijstand overwegende bezwaren kleven, zoals ongerichte inkomenssuppletie, doorkruising van het aan het rijk voorbehouden algemene inkomensbeleid en armoedevaleffecten.

2.1 Wettelijk (beleids)kader

Gemeenten kunnen op grond van artikel 35 WWB categoriale bijzondere bijstand verstrekken, dus zonder na te gaan of de kosten waarvoor die bijstand wordt verleend in het geval van aanvrager daadwerkelijk noodzakelijk en gemaakt zijn, ten behoeve van:

  • · personen van 65 jaar of ouder, waar het kosten betreft die voor deze categorie, gezien de bijzondere omstandigheden waarin die zich bevindt, leiden tot bepaalde noodzakelijke kosten van het bestaan waarin de algemene bijstand niet voorziet en die de aanwezige draagkracht te boven gaan;

  • · personen van 18 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar ten behoeve van:

    • de kosten van een chronische ziekte of handicap, ook voor het hem ten laste komende kind behorend tot deze categorie;

    • de kosten van deelname van schoolgaande kinderen aan sport, cultuur of andere activiteiten gericht op maatschappelijke participatie van deze kinderen; het is de bedoeling deze categoriale bijzondere bijstand zoveel mogelijk in natura te verstrekken, tenzij er redenen zijn hiervan af te wijken.

      Voorts kunnen gemeenten aan personen van 18 jaar of ouder bijzondere bijstand verlenen in de vorm van een collectieve (aanvullende) ziektekostenverzekering.

2.2 Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten

Met ingang van 1 januari 2009 is de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) van kracht. Hierin is geregeld dat chronisch zieken en gehandicapten gecompenseerd worden voor de extra kosten die zij hebben door hun ziekte of handicap met een bedrag dat jaarlijks wordt uitgekeerd. De regeling buitengewone uitgaven is per 1 januari 2009 vervallen.

De overgang van de buitengewone uitgavenregeling naar de Wtcg heeft in beginsel geen consequenties voor het recht op algemene en bijzondere bijstand. De invoering van de Wtcg geeft dan ook geen aanleiding tot herziening van regeling die gemeenten hebben voor categoriale bijstand .

2.3 Gemeentelijke kader

Het gemeentelijk beleid inzake de verlening van categoriale bijzondere bijstand dient te voldoen aan de algemene randvoorwaarden:

  • 1.

    De gemeentelijke regeling mag geen overlap kennen met een voorliggende voorziening (artikel 15 WWB;

  • 2.

    De tegemoetkoming dient betrekking te hebben op het bestrijden van kosten. Ongerichte inkomenssuppleties, zijn niet toegestaan;

  • 3.

    De doelgroep is onafhankelijk van de bron van het inkomen, zodat de categoriale voorziening niet alleen toegankelijk is voor WWB-gerechtigden, maar ook voor andere uitkeringsgerechtigden en voor degenen met een inkomen uit arbeid. Hiermee wordt voorkomen dat nieuwe elementen worden toegevoegd aan de armoedeval;

  • 4.

    Uit het oogpunt van rechtsgelijkheid zal door middel van een individualiserende toepassing van de wet, de bijzondere bijstand eveneens verstrekt moeten worden aan degene die niet primair tot de doelgroep behoort, maar die voor het overige in vergelijkbare omstandigheden verkeert. Hierbij wordt de voorziening afgestemd op de mate waarin de situatie van de betrokkene verschilt van degene die primair tot de doelgroep behoort .

Hoofdstuk 3 Bepaling van de doelgroep

3.1 Doelgroep categoriale bijzondere bijstand chronisch zieken of gehandicapten en ouderen

Op grond van artikel 35 lid 4 WWB is het mogelijk dat bijzondere bijstand wordt verstrekt aan een persoon, behorend tot een categorie chronisch zieken of gehandicapten, of met een hem ten laste komend kind dat tot die categorie behoort.

Op grond van artikel 35 lid 3 WWB is het mogelijk dat categoriale bijzondere bijstand wordt verstrekt aan een persoon van 65 jaar of ouder, behorend tot een bepaalde categorie.

Gemeenten hebben uitdrukkelijk de bevoegdheid om de groep chronisch zieken, gehandicapten en ouderen als doelgroep voor categoriaal bijzondere bijstandsbeleid aan te wijzen. Immers omdat het objectief vaststelbaar is dat chronisch zieken, gehandicapten en ouderen vanwege de bijzondere omstandigheden van de categorie waartoe zij behoren hogere noodzakelijke kosten van het bestaan hebben, is er niet alleen sprake van individuele problematiek. De categoriale bijzondere bijstand voor deze groep moet wel betrekking hebben op (aannemelijke) kosten in verband met chronische ziekte of handicap.

Doelgroep

1. Chronisch ziek of gehandicapt (tot 65 jaar):

Een klant behoort tot de doelgroep chronisch of gehandicapt indien er sprake is van:

  • Een Wmo-indicatie voor een vervoersvoorziening, een rolstoel, woningaanpassing of hulp in de huishouding, waarbij de voorziening is toegekend voor een periode van een jaar of langer;

  • Een Wajong-, WAZ-, WAO- of WIA-uitkering van het UWV op basis van 80-100% arbeidsongeschiktheid;

  • Een tegemoetkoming voor het minderjarige kind in het kader van de regeling tegemoetkoming onderhoudskosten thuiswonende gehandicapte kinderen (TOG);

  • Een geldige gehandicaptenparkeerkaart;

  • Een positieve indicatie voor de Regeling zittend ziekenvervoer;

  • Chronische ziekte, zoals cara (o.a. astma), diabetes, mellitus, epilepsie, reuma, lever- en darmziekten, spierziekten, migraine, nierziekten, hartafwijkingen, hemofilie, cystic fibrosis, chronische artritis en kanker .

    2. Ouderen (65+)

    Een klant behoort tot de doelgroep ouderen indien men:

  • op 31 december van het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft, 65 jaar of ouder is en niet verblijft in een AWBZ- (of een vergelijkbare) instelling.

  • (de klant heeft in het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft geen tegemoetkoming ontvangen op basis van de onder 1 genoemde doelgroep).

3.2 Kostensoorten

Geen bestedingsverplichting

Aan de categoriale bijzondere bijstand is geen bestedingsverplichting verbonden. Het staat de ontvanger van de categoriale bijstand in beginsel vrij om het ontvangen bedrag naar eigen inzicht te besteden.

Indien echter belanghebbende bijzondere bijstand aanvraagt voor kosten waarvoor hij reeds categoriale bijstand heeft ontvangen, kan bij de hoogte van de bijzondere bijstand wel rekening gehouden worden met de eerder ontvangen categoriale bijstand .

Het is daarom van belang, om, ondanks het forfaitaire karakter van de categoriale bijstand, duidelijk aan te geven welke kosten geacht worden erdoor gedekt te zijn. Deze categoriale regeling is bedoeld als bijzondere bijstand voor verborgen kosten. Een bijdrage in directe kosten kan namelijk op grond van een aanvraag bijzondere bijstand worden beoordeeld.

Verborgen kosten

Volgens het Sociaal Cultureel Planbureau geven personen met beperkingen ongeveer tweemaal zoveel uit aan ziektegerelateerde kosten dan mensen zonder beperking. Ook mensen met een chronische aandoening geven ongeveer twee keer zoveel uit dan mensen zonder chronische aandoening. Het gaat dan vooral om de zogenaamde ´verborgen´ kosten. Dit zijn kosten voor zaken die zowel voor mensen met een chronische ziekte of handicap, en ouderen een kostenpost zijn, maar waarvan de kosten voor mensen die tot deze doelgroep behoren, vaak hoger liggen. Beperkte mobiliteit en/of verminderde energie noodzaken betrokkenen tot het inroepen van hulp en dienstverlening van familie, buren, vrienden of andere vrijwilligers.

Bij verborgen kosten moet bijvoorbeeld gedacht worden aan:

  • hogere telefoon en portokosten in verband met het regelen van aangelegenheden rondom de beperking of ziekte;

  • extra kosten in verband met voedingsmiddelen;

  • extra kosten in verband met energiegebruik;

  • verhoogde zorgpremies;

  • extra kosten in verband met klusjes rondom het huis;

  • mantelzorg;

  • lidmaatschapkosten van belangenverenigingen en/of patiëntenorganisaties.

3.3 Voorwaarden

3.3.1 Inkomens- en vermogensgrenzen

Inwoners van de gemeente Oldebroek met een inkomen tot 110% van de geldende bijstandsnorm komen in aanmerking voor de categoriale bijzondere bijstand. Daarnaast mag er geen vermogen zijn boven de geldende vermogensgrens, als bedoeld in artikel 34, lid 3 WWB. Voor de eisen omtrent inkomen en vermogen wordt aangesloten bij de beleidsregels bijzondere bijstand .

3.3.2 Aanvraag

Op grond van artikel 41 lid 2 WWB kan bijzondere bijstand, categoriaal of individueel, uitsluitend op aanvraag worden toegekend. De bijdrage wordt aangevraagd met een daartoe bestemd aanvraagformulier in het jaar waarop de bijdrage betrekking heeft. De bijdrage kan het gehele kalenderjaar worden aangevraagd (uiterste inleverdatum is 31 december van het jaar waarop de bijdrage betrekking heeft).

3.4 Hoogte en vorm bijzondere bijstand

De hoogte van de bijzondere bijstand is een éénmalig bedrag van € 150,- op jaarbasis. Indien in een huishouden sprake is van meerdere personen die tot de (een van de) doelgroep(en) behoren, dan wordt de bijdrage vastgesteld op € 200,- op jaarbasis.

De bijzondere bijstand wordt verstrekt om niet.

Hoofdstuk 4 Middelen

4.1 Welke middelen zijn beschikbaar om de voorstellen uit te voeren?

In de Nota minimabeleid gemeente Oldebroek 2008-2011 is ten aanzien van de financiering geregeld dat het overschot van de individuele bijzondere bijstand, begroot op € 9.028,- aangewend wordt voor de dekking categoriale bijzondere bijstand. Dit is een indicatief bedrag omdat de doelgroep destijds nog niet vastgesteld was.

Benodigd budget

Uit de Armoedemonitor blijkt dat er in de gemeente Oldebroek in totaal 288 huishoudens zijn met een inkomen tot 110% van het sociaal minimum. Hiervan hebben 53 huishoudens een AOW-uitkering.

In 2008 is er aan 22 huishoudens periodieke bijzondere bijstand verstrekt, voor de eigen bijdrage van een Wmo-voorziening. Op basis hiervan kan in principe gesteld worden dat uit de doelgroep WWB´ers en AOW´ers in totaal 75 huishoudens een beroep zouden kunnen doen op deze regeling.

Resteert nog een groep van 137 huishoudens met een ander inkomen (dan AOW en WWB). Het is erg lastig om inzicht te krijgen in de groep met een Wajong-, WAZ-, WAO- of WIA-uitkering. In 2008 zijn er in bovengenoemde groep met periodieke bijzondere bijstand slechts 4 huishoudens met een dergelijke uitkering van het UWV

Voor het benodigde budget wordt uitgegaan van 80 huishoudens. Voor de berekening van het budget wordt er vanuit gegaan dat de helft hiervan in een huishouden leeft waar één persoon een beroep doet op de regeling, en de andere helft in een huishouden waarbij meerdere personen tot de doelgroep behoren:

€ 150,- x 40 personen:

€ 6.000,-

€ 200,- x 40 personen:

€ 8.000,-

Totaal budget

€ 14.000,-

Doordat de vorenstaande regeling nieuw is, is niet exact bekend hoeveel de werkelijke aanvragen zullen zijn. Bij de tweede marap in 2009 zal worden bekeken of er voor de volgende jaren meer budget nodig zal zijn dan de nu beschikbare € 9.028,-. Een eventueel tekort zal opgevangen kunnen worden binnen de kostenpost bijzondere bijstand 614.3 (er is structureel een overschot op de post individuele bijzondere bijstand, in 2008 was dit een overschot ad. € 17.000,-).

4.2 Zijn er gevolgen voor de personele inzet of technische middelen?

Personele inzet

Bij categoriale bijzondere bijstand kan een vereenvoudigd werkproces bijzondere bijstand worden uitgevoerd, dit omdat de noodzaak voor de verstrekking van bijstand niet hoeft worden vastgesteld. Daardoor kan er gewerkt worden met een gestandaardiseerd rapport en beschikking.

Een deel van de doelgroep is bekend bij de gemeente en staat ook geregistreerd in het computersysteem. Hierdoor zal een aanvraag niet al te veel tijd omvatten en kan er van uit gegaan worden dat dit binnen de bestaande personele capaciteit kan worden uitgevoerd.

Technische middelen

Binnen het systeem Civision Inkomen is de mogelijkheid om een werkproces categoriale bijzondere bijstand op te boeken. Dit zal volstaan om de regeling uit te voeren.

Hoofdstuk 5 Uitvoering, voorstellen en acties.

5.1 Inwerkingtreding regeling

De inwerkingtreding van de regeling is 1 juni 2009.

5.2 Communicatie naar de burger

Met de vaststelling van de ´Tegemoetkoming chronisch zieken, mensen met een beperking en ouderen´ zijn de minimaregelingen in de gemeente Oldebroek herijkt zijn en zal gestart worden met de communicatie naar de burger, de actie terugdringen niet-gebruik. Dit zal onder andere gebeuren door het uitbrengen van een algemene folder, informatiebladen per regeling en bekendmaking van alle regelingen door middel van advertenties/nieuwsberichten en de website van de gemeente. De categoriale bijzondere bijstand zal hiervan onderdeel zijn.

5.3 Voorstellen en acties

Op grond van hetgeen in voorgaande hoofdstukken is beschreven, wordt het volgende voorgesteld en de volgende acties ondernomen:

Voorstel

  • 1

    Het beleid categoriale bijzondere bijstand ten behoeve van

    • een persoon (van 18-65 jaar), behorend tot een categorie chronisch zieken of gehandicapten, of met een hem ten laste komen kind dat tot die categorie behoort en

    • een persoon van 65 jaar of ouder vaststellen per 1 juni 2009;

  • 2

    Als kostensoort de zogeheten ´verborgen kosten´ aanmerken.

  • 3

    Met betrekking tot inkomen- en vermogensgrenzen aansluiting vinden bij de beleidsregels bijzondere bijstand 2008: inkomen tot 110% van de geldende bijstandsnorm en geen vermogen boven de vermogensgrens, als bedoeld in artikel 34 lid 3 WWB.

  • 4

    De hoogte van de bijzondere bijstand vaststellen op een éénmalig bedrag van € 150,-.

    Indien in een huishouden sprake is van meerdere personen die tot de doelgroep behoren, de bijdrage vaststellen op € 200,-.

    Acties

    De communicatie naar de doelgroep die nog niet bekend is, meenemen in de actie terugdringen niet-gebruik, die voortvloeit uit de Nota Minimabeleid 2008-2011.