Regeling vervallen per 09-02-2023

Marktverordening

Geldend van 01-01-2008 t/m 08-02-2023

Intitulé

Marktverordening

De raad van de gemeente Oldebroek;

gelezen het voorstel van het college van 6 november 2007;

gelet op artikel 147, eerste lid, en artikel 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Marktverordening

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 - Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

markt:

de door het college ingestelde warenmarkt;

college:

het college van burgemeester en wethouders;

standplaats:

de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

vaste standplaats:

de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

dagplaats:

de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghou-der, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

standwerken:

de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een arti-kel.

standwerkersplaats:

de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

vergunninghouder:

degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

anciënniteitslijst:

de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats;

marktmeester:

de persoon die als zodanig is aangewezen door het college.

Artikel 2 - Inrichting van de markt; branche-indeling

  • 1.

    Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

    • a

      het aantal standplaatsen;

    • b

      de afmetingen van de standplaatsen;c. de opstelling en indeling van de markt;d. welke standplaatsen worden toegewezen als vaste standplaats en als standwerkers-plaats.

  • 2.

    Het college kan voor de markt vaststellen:

    • a

      een lijst met artikelengroepen of branches;

    • b

      een maximum aantal vierkante meters (m2) per branche.

Artikel 3 - De marktcommissie

  • 1.

    Er is een marktcommissie, ter behartiging van de belangen betreffende de markt, die inzake marktaangelegenheden van algemene aard door het college wordt geraadpleegd.

  • 2.

    Het college kan nadere regels stellen bij welke besluiten en handelingen de markt-commissie wordt betrokken.

Artikel 4 - Nadere regels

Het college is bevoegd regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 5 - Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een op basis van deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2.

    Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

Paragraaf 2 Vergunningen

Artikel 6 - Standplaatsvergunning

  • 1.

    Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.

  • 2.

    Een standplaatsvergunning is persoonsgebonden en als zodanig niet overdraagbaar aan derden.

Artikel 7 - Vereisten

Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die daarbij aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.

Artikel 8 - Inhoud vaste standplaatsvergunning

  • 1.

    Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

    • a

      de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

    • b

      een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;

    • c

      de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;

    • d

      het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

    • e

      de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitslijst;

    • f

      dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;

    • g

      de wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;

    • h

      welke geluidsapparatuur op de standplaats is toegestaan;

    • i

      welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan.

  • 2.

    . Aan de vergunning wordt een middel ter identificatie gehecht.

Artikel 9 - Inschrijving op de anciënniteitslijst

Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens ver-meld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waar-toe hij behoort.

Artikel 10 -Toewijzing vaste standplaatsen

  • 1.

    Met inachtneming van de branche-indeling bepaalt het college, aan wie de standplaats wordt toegewezen.

  • 2.

    Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de standplaats bij voorkeur achtereenvolgens toegewezen aan:

    • a

      de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitslijst;

    • b

      degene die zich bij de marktmeester of diens plaatsvervanger heeft aangemeld, naar aanleiding van een in " De Koopman" of een ander door het college aangewezen blad, geplaatste mededeling .

Artikel 11 - Overschrijving vaste standplaatsvergunning

  • 1.

    In geval van overlijden of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder kan de vaste standplaatsvergunning worden overgeschreven op de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner, de persoon met wie hij duurzaam samenwoonde of op een kind.

  • 2.

    Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een medewerker van de vergunninghouder de vergunning voor een vaste standplaats krijgen indien hij ten minste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd.

  • 3.

    Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder of nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

  • 4.

    Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Artikel 12 - Intrekking vaste standplaatsvergunning

  • 1.

    Het college trekt een vaste standplaatsvergunning in:

    • a

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b

      bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 11 de vergunning wordt overgeschreven.

  • 2.

    Het college kan een vaste standplaatsvergunning intrekken:

    • a

      indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b

      indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 7 genoemde vereisten,

    • c

      indien de vergunninghouder niet voldoet aan het innemen van zijn vaste standplaats als bedoeld in artikel 16.

  • 3.

    Indien degene op wie een vergunning op grond van artikel 11 is overgeschreven, al vergunning heeft voor een andere vaste standplaats op dezelfde markt, wordt laatstgenoemde vergunning ingetrokken.

Artikel 13 - Toewijzing dagplaats

  • 1.

    Toewijzing van een dagplaats kan plaats hebben als een standplaats niet als vaste standplaats is ingenomen.

  • 2.

    De dagplaats wordt toegewezen aan degene die zich op de dag zelf vóór 13.00 uur meldt bij de marktmeester en tevens het marktgeld contant betaald.

Artikel 14 -Toewijzing standwerkersplaats

  • 1.

    Het college wijst een standwerkersplaats toe door middel van loting.

  • 2.

    Indien een standwerker ondersteuning heeft van een andere persoon, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal ondersteunen. Deze persoon mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

Paragraaf 3 Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 15 - Persoonlijk innemen standplaats; bijstand

De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

Artikel 16 - Aantal keren innemen vaste standplaats

De vergunninghouder van een vaste standplaats neemt ten minste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken zijn standplaats op de markt in, met uitzondering van het bepaalde in de artikelen 17 en 18.

Artikel 17 - Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1.

    De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens langdurige ziekte of bijzondere omstandigheden verhinderd is om zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college.

  • 2.

    De vergunninghouder van een vaste standplaats die in verband met vakantie verhinderd is om zijn vaste standplaats in te nemen, deelt tijdig aan de marktmeester mee hoelang zijn afwezigheid duurt.

  • 3.

    Plotselinge verhindering dient mondeling of telefonisch aan de marktmeester te worden gemeld.

Artikel 18 - Ontheffing en vervanging

  • 1.

    In geval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste standplaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting om ten minste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken de standplaats op de markt in te nemen.

  • 2.

    Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder, vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon.

Artikel 19 - Legitimatie en identiteit vergunninghouder

  • 1.

    Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, moet op eerste aanvraag van de marktmeester aantonen dat hij de vergunninghouder is.

  • 2.

    De vergunninghouder moet bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en eventuele bedrijfsnaam aangeven.

Artikel 20 - Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen

  • 1.

    Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan twee uur voor aanvang en meer dan twee uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

  • 2.

    De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan hiervan ontheffing verlenen.

  • 3.

    Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk om 13.00 uur heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

Paragraaf 4 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 21 - Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 22 - Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning

Onverminderd artikel 12 kan het college een vergunning voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; of

  • c.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 23 - Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkersplaats van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkersplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, indien deze:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats;

Artikel 24 - Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een ver-gunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats.

Artikel 25 - Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of op grond van deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 26 - Intrekking oude regeling

De Marktverordening gemeente Oldebroek 2000 nummer 2000001872 wordt ingetrokken.

Artikel 27 - Overgangsbepalingen

  • 1.

    Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Marktverordening gemeente Oldebroek 2000 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening. De bestaande anciënniteitstlijst wordt geacht de anciënniteitslijst in de zin van deze verordening te zijn. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Marktverordening gemeente Oldebroek 2000 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aan-vraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

  • 2.

    De bestaande wachtlijst komt met ingang van 1 januari 2009 geheel te vervallen.

Artikel 28- Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2008.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 18 december 2007.
De voorzitter,
De griffier,